Te veel drinkwater gaat verloren. Wat te doen aan de leidinglekken?
Jaarlijks gaat er zo’n 56,8 miljoen kubieke meter of 15,8 procent van het drinkwater verloren door lekken in de waterleidingen, dat blijkt uit cijfers van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). De Blue Deal van de Vlaamse Regering stelde een maximale index van 0,5 procent voorop voor infrastructuurlekken. Slechts enkele watermaatschappijen halen die doelstelling. Hoe kan het beter? Minister Zuhal Demir kreeg er enkele vragen over in de Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie.
Te weinig watermaatschappijen halen norm
Commissielid Leo Pieters (Vlaams Belang) gaf aan dat de ILI, ofwel de index voor infrastructuurlekken, bij het aantreden van de Vlaamse Regering in 2020 slechts bij één watermaatschappij onder de norm van 0,5 procent lag. Hij zei dat er toen werd beloofd om het drinkwaterverlies, dat toen 64 miljoen kubieke meter bedroeg, enorm terug te dringen. Uit het rapport van de Vlaamse Milieumaatschappij van 2022 blijkt dat slechts drie van de zes drinkwaterleveranciers, Aquaduin, Autonoom Gemeentebedrijf Stadsontwikkeling (AGSO) Knokke-Heist en Pidpa, intussen de beoogde score van 0,5 behaalden.
“Welke stappen wilt u, met het einde van deze regeringslegislatuur in zicht, nog zetten om de drinkwaterverliezen in Vlaanderen nog verder terug te dringen? En welke concrete handhavingsmaatregelen wilt u voorzien zodat Farys, De Watergroep en water-link de beoogde score ook tijdig en blijvend zullen behalen?”, wou hij van de minister weten.
Wordt het waterleidingnetwerk niet snel genoeg vernieuwd?
“Uit het inspectie- en herstellingstraject van Vlaamse Rioleringen blijkt dat 1000 kilometer aan leidingen dringend hersteld moet worden om zinkgaten te vermijden. Niet alleen rioleringen maar ook de drinkwaterleidingen zijn dringend aan herstel toe”, zei commissielid Gwenny De Vroe (Open Vld).
Volgens haar worden de drinkwaterleidingen aan een heel traag tempo vernieuwd. “In het slechtste geval zou men er 185 jaar over doen om het drinkwaterleidingnetwerk te vernieuwen, en in het beste geval zou dat zo’n 57 jaar duren”, zei ze. Burgers en bedrijven dragen via hun waterfactuur bij aan het investeringsbudget voor het vernieuwen en het vervangen van leidingen. Ze wou dus onder meer van de minister weten hoe ze de drinkwatermaatschappijen wil aansporen de lekken aan te pakken.
Vlaanderen scoort volgens de minister zeker niet slecht
Minister Zuhal Demir gaf aan dat de infrastructuurlekindex, de ILI, de laatste jaren daalde van 1,32 naar 0,94. “Als je weet dat een index die kleiner is dan 2 internationaal wordt gezien als een goede score, dan is het duidelijk dat de Vlaamse drinkwatersector op de goede weg is”, zei ze. Dat tempo wil ze blijven aanhouden. De drinkwatermaatschappijen die hoger scoren dan de beoogde 0,5 procent op de infrastructuurlekindex kunnen zich verwachten aan maatregelen om toch beter te doen. Verder stelde de minister dat ook de WaterRegulator de lekverliezen opvolgt.
De minister stipte nog aan dat het vervangingsritme van de waterleidingen voldoende is, zeker als we het vergelijken met andere landen. “We zitten in Vlaanderen dus niet met een enorm verouderd netwerk”, zei ze. Bovendien blijkt volgens haar uit de tariefplannen dat het aantal vervangingen stijgt. De minister wil tegen 2028 wel nog een versnelling hoger schakelen.
Het debat vond plaats op dinsdag 16 april.
