De geschiedenis van het Vlaams Parlement

Het bestuur van België zit  ingewikkeld in elkaar. Dwars door ons land loopt een taalgrens. De regio’s aan beide zijden daarvan verschillen sterk op sociaal-economisch en cultureel vlak. De conflicten die daardoor zijn ontstaan, zijn altijd vreedzaam opgelost. Belgen zijn namelijk meesters in het vinden van compromissen, ‘het Belgisch compromis’ is een begrip.

Hoe is het Vlaams Parlement ontstaan?

Het resultaat van die compromissen is een ingewikkelde staatsstructuur, met een federale overheid en drie gemeenschappen en drie gewesten, die elk hun bestuur kunnen organiseren zoals zij dat willen.

Hoe is die ontwikkeling precies verlopen? Een chronologisch overzicht!

1830 tot 1970

De Belgische staat

Toen België in 1830 onafhankelijk werd, legde de Grondwet de macht bij een centraal bestuur: het Belgisch parlement en de Belgische regering. Decennia van Franse overheersing hadden ertoe geleid dat zowel in Vlaanderen als in Brussel en Wallonië de elite en het bestuur Franstalig waren geworden. In heel het openbare leven werd Frans gesproken.

In de 19de eeuw groeide de Vlaamse beweging, die reageerde tegen het overwicht van het Frans als bestuurstaal. Het duurde lang eer de Vlamingen hun taal in het gerecht mochten gebruiken, in hun eigen taal bestuurd werden en onderwijs in het Nederlands konden volgen.

1962

Taalgebieden

In 1962 werden de taalgebieden in België vastgelegd . De Vlamingen wilden voortaan zelf kunnen beslissen over zaken waarvoor ze het gebruik van hun eigen taal hadden moeten afdwingen, bijvoorbeeld cultuur, onderwijs en welzijn. Ze pleitten dus voor een aparte Vlaamse, Franse en Duitstalige gemeenschap.

De Franstaligen wilden vooral zelf kunnen beslissen over materies als economie, leefmilieu, ruimtelijke ordening en wegen. Voor hen was het belangrijk dat ook Brussel, dat geografisch een eiland binnen de Vlaamse Gemeenschap vormt, een eigen bestuur kreeg. Vandaar dat zij ijverden voor een Vlaams, een Waals en een Brussels Gewest.

Uiteindelijk kwam er een compromis uit de bus: België werd zowel in gemeenschappen als in gewesten verdeeld, die elk hun bevoegdheden kregen. Dit proces noemen we federalisering: bevoegdheden van de centrale macht (het unitaire België) werden geleidelijk aan naar de regio’s overgeheveld.

1970 tot 2014

6 staatshervormingen

Tussen 1970 en 2014 werd België omgevormd tot een federale staat, door middel van zes staatshervormingen. Die gaven een antwoord op het streven naar culturele autonomie van de Vlamingen en het streven naar economische autonomie van de Franstaligen.

1970

De gemeenschappen

Met de eerste staatshervorming van 1970 werden drie cultuurgemeenschappen opgericht: de Nederlandse, de Franse en de Duitse. Ze kregen elk een eigen parlement. In Vlaanderen was dat de Nederlandse Cultuurraad. Die was hoofdzakelijk bevoegd voor onderwerpen die met taal en cultuur samenhingen.

Daarnaast was het de bedoeling om tot een zekere graad van economische autonomie te komen. Vandaar dat men de vorming van drie gewesten in het vooruitzicht stelde. Maar over de precieze afbakening van de bevoegdheden en de geografische begrenzing raakte men het niet eens. Uiteindelijk werden drie voorlopige gewestraden in het leven geroepen: een Vlaamse, een Waalse en een Brusselse. Ze konden alleen maar advies verlenen.

1980 en 1988

De gewesten

De staatshervorming van 1980 was een beslissende stap in de richting van een federale staat. De cultuurgemeenschappen van 1970 werden nu kortweg ‘gemeenschappen’. Hun bevoegdheden werden uitgebreid van cultuur naar de zogenaamde ‘persoonsgebonden aangelegenheden’, zoals gezondheidszorg en sociale bijstand. Die gemeenschappen kregen elk een parlement (de Vlaamse Raad, de Franse Gemeenschapsraad en de Duitstalige Gemeenschapsraad) en een regering (executieve).

In 1980 werden ook twee gewesten opgericht, het Vlaamse en het Waalse gewest. Brussel moest wachten tot 1988. De gewesten kregen eigen verantwoordelijkheden op het vlak van ‘plaatsgebonden aangelegenheden’, zoals leefmilieu, ruimtelijke ordening, tewerkstelling. De gewesten beschikten ook weer over een parlement (Vlaamse Gewestraad en Waalse Gewestraad) en een regering (executieve).

Aan Vlaamse kant werden de gemeenschap en het gewest onmiddellijk samengevoegd tot één Vlaamse deelstaat, met één Vlaamse Raad en één Vlaamse Executieve.

De bevoegdheden van de gemeenschappen en gewesten werden met de derde staatshervorming van 1988 aanzienlijk uitgebreid, onder meer met onderwijs. Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest kreeg nu vorm.

Toch kon men op dat moment nog niet spreken van een echte federale staat. Men kon de leden van de deelstaatparlementen namelijk nog niet rechtstreeks verkiezen en de nationale regering hield nog altijd bijna al het geld in handen.

1993 en 2001

België wordt een federale staat

Met de vierde staatshervorming in 1993 werd België een volwaardige federale staat. Vanaf toen luidt de eerste zin van de Belgische Grondwet: ‘België is een federale staat, samengesteld uit de gemeenschappen en de gewesten.’

De tweetalige provincie Brabant werd opgesplitst in Vlaams- en Waals-Brabant. De deelstaten kregen nog meer bevoegdheden en meer eigen geld. Voortaan werden de leden van de deelstaatparlementen ook rechtstreeks verkozen. In 1996 doopte de Vlaamse Raad zichzelf om tot Vlaams Parlement.

Met de vijfde staatshervorming van 2000-2001 werd die evolutie voortgezet. In de Brusselse Raad werd de Vlamingen een gegarandeerde vertegenwoordiging verzekerd.

2014

6de staatshervorming

De zesde en voorlopig laatste staatshervorming trad in werking op 1 juli 2014. Op 11 oktober 2011 bereikten de politieke partijen van de federale regering een akkoord waarbij er meer bevoegdheden overgeheveld werden naar de gemeenschappen en gewesten. Het ging om de grootste overdracht van bevoegdheden sinds de derde staatshervorming uit 1988. Dat akkoord kreeg de naam ‘Vlinderakkoord’.

De zesde staatshervorming leidde onder meer ook tot een hervorming van de Senaat, een splitsing van de kieskring en van het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde en een hervorming van de Brusselse instellingen en een hervorming van de financiering van gewesten en gemeenschappen.

Video's over de geschiedenis van het Vlaams Parlement

Publicaties over de geschiedenis van het Vlaams Parlement

Afbeelding van de voorkant van het boek 'Vijftig jaar Vlaams Parlement' door Martine Goossens

Vijftig jaar Vlaams Parlement / Martine Goossens - Owl Press, 2021 - 374p. ISBN 9789463936071.

Het Vlaams Parlement viert op 7 december 2021 zijn vijftigste verjaardag. Op die dag is het een halve eeuw geleden dat het eerste parlement van de Vlamingen, de Cultuurraad van de Nederlandse cultuurgemeenschap, geïnstalleerd werd.

Sindsdien werd er een indrukwekkend parcours afgelegd. In 1980 werd de Cultuurraad omgevormd tot de Vlaamse Raad en vanaf 1995 was er officieel sprake van het Vlaams Parlement, zoals we het ook vandaag kennen. Van een cultuurparlement met beperkte zeggenschap, groeide het parlement uit tot een volwaardig instituut met uiteenlopende bevoegdheden, 124 rechtstreeks verkozen leden en twee gebouwen in het hart van Brussel.

Tijdens die vijftig jaar weekte de Vlaamse deelstaat zich los van het unitaire Belgische staatsverband en werd het Vlaams Parlement het centrum van de Vlaamse democratie.

Martine Goossens (1962) is doctor in de geschiedenis (KU Leuven). In 1995 publiceerde zij het historische standaardwerk Ontstaan en groei van het Vlaams Parlement, 1970-1995. Van dit werk verscheen in 2002 een geactualiseerde versie. De auteur is sinds 2006 secretaris-generaal bij het Vlaams Parlement. Zij schreef deze studie in eigen naam.

Scroll to top