In juli werd Wallonië getroffen door een 'waterbom'; een immense hoeveelheid neerslag op korte tijd. Vlaanderen bleef gespaard. Toch wil de Vlaamse Regering via een expertenpanel laten onderzoeken hoe Vlaanderen zich in de toekomst beter kan beschermen tegen een mogelijke waterbom. Hoeveel middelen voorziet minister Demir hiervoor, hoe ziet het takenpakket van dit panel eruit en zal de waterbom voor een versnelling van de bouwshift zorgen? Tijdens de Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie beantwoordde bevoegd minister Demir alle vragen van de commissieleden over dit onderwerp. 

Blijf op de hoogte van nieuws van het Vlaams Parlement

Wat als 'de bom' valt?

De Belgische zomer in één woord samengevat? Kletsnat. In de week van 12 juli kreeg Wallonië op heel korte tijd zo veel water te slikken dat experts van een 'waterbom' spraken. Die richtte een ware ravage aan en eiste 40 dodelijke slachtoffers. Hoewel de hevige regenval op sommige plaatsen ook in Vlaanderen voor verschillende schadegevallen zorgde, bleef Vlaanderen gespaard van een echte waterbom. 

Maar wat als Vlaanderen in de toekomst wel wordt getroffen door een waterbom? De mogelijke gevolgen blijken alvast niet min. Uit een recente analyse die de Vlaamse Regering liet opmaken, zou een Vlaamse waterbom namelijk voor 2 miljard euro aan schade zorgen en tot wel 100.000 mensen kunnen treffen. Vooral de Maasgemeenten, het Demerbekken, de regio rond Dendermonde en de Antwerpse Scheldekaaien lopen risico. Vlaanderen kan dus maar beter voorbereid zijn. Daarom stelde de Vlaamse Regering een expertenpanel samen. Dat panel zal de overheid adviseren over hoe Vlaanderen zich kan wapenen tegen een mogelijke waterbom. 

Meer nood aan actie

Commissielid Mieke Schauvliege (Groen) vindt de oprichting van een adviserend expertenteam alvast een goede zaak. Toch  is er volgens haar dringend nood aan meer actie. Tijdens de commissievergadering drong ze bij de minister dan ook aan op een versnelling van de bouwshift en meer aandacht voor ruimte voor waterlopen. Beide zijn volgens haar namelijk cruciale factoren om voor een beter waterbeheer in Vlaanderen te zorgen. "Het is duidelijk dat het waterbeheer veel te veel focust op de afvoer van water en de indijking van waterlopen. Het gevolg is dat stroomafwaarts de druk zeer sterk toeneemt. Meer ruimte voor waterlopen is dan ook zeer belangrijk", aldus Mieke Schauvlieghe. Ze vroeg de minister dan ook of ze de bouwshift zal versnellen en welke initiatieven ze zal nemen om ruimte voor water te realiseren.

In haar antwoord op Mieke Schauvlieges vragen beaamde minister Zuhal Demir dat waterbeheersing een en-enverhaal is. Geen degelijk waterbeleid zonder een degelijk ruimtebeleid. De bouwshift speelt hier volgens de minister dan ook een belangrijke rol bij. De minister gaf aan dat ze vooruitgang boekt: "In uitvoering van het regeerakkoord zet ik verdere stappen om de bouwshift op terrein ingang te doen vinden". 

Voorts gaf minister Demir aan dat ze meer ruimte voor water wil creëren via acties uit de stroomgebiedbeheerplannen 2022-2027. "Het gaat onder meer om de aanleg van bijkomende overstromingsgebieden, onthardingsinitiatieven, het versterken van groenblauwe netwerken en de herwaardering van grachten", lichtte ze toe.

Het is zeker niet de bedoeling om een praatbarak te organiseren, maar om tot concrete beleidsadviezen te komen.
Minister Zuhal Demir

Geen praatbarak

Net als Mieke Schauvliege was ook commissielid Sam van Rooy (Vlaams Belang) positief over de oprichting van het expertenpanel. Toch had ook hij hier nog enkele vragen. Zo polste hij naar het kostenplaatje van het expertenpanel: "Minister, welke middelen werden vrijgemaakt voor de oprichting van het multidisciplinaire expertenpanel?" Daarnaast vroeg hij de minister ook toelichting over de praktische werking en het takenpakket van het panel. Ten slotte wou hij weten of het panel geëvalueerd zal worden en in welke mate het paneladvies bindend zal zijn voor de Vlaamse Regering.

In haar antwoord verklaarde minister Demir dat alleen de voorzitter van het panel, Henk Ovink, een onkostenvergoeding zal ontvangen. Alle andere pannelleden werken gratis mee. Om de concrete werkwijze van het panel te bepalen, overlegt ze binnenkort nog met Henk Ovink. "Het is zeker niet de bedoeling om een praatbarak te organiseren, maar om tot concrete beleidsadviezen te komen", verzekerde ze. Ten slotte gaf ze nog aan dat de adviezen van het expertenpanel niet bindend zullen zijn. "Maar zullen wel een onderbouwde motivering vormen voor verdere beleidskeuzes", aldus de minister.

Relevante thema's

Natuur en Milieu

Lees verder

Scroll naar boven