Steeds meer studenten schrijven zich in voor een Engelstalige opleiding in het Vlaams hoger onderwijs. Deze stijging is weliswaar meer uitgesproken bij de hogescholen dan bij de universiteiten. Vooral bedrijfsgerichte opleidingen zijn populair bij zowel Belgische als bij internationale studenten. Het is al gebleken dat veel van deze internationale studenten na hun studie, zij het tijdelijk, op de Vlaamse arbeidsmarkt terechtkomen. En dat is een troef in deze tijden van krapte.

Blijf op de hoogte van nieuws van het Vlaams Parlement

De huidige taalregels bepalen dat hogeronderwijsinstellingen Engelstalige opleidingen mogen inrichten als er ergens in de Vlaamse Gemeenschap een volledig Nederlandstalig equivalent wordt aangeboden. Vanuit verschillende hoeken wordt de huidige taalregeling aangeklaagd en wordt er gepleit voor ‘regelluwe pilootprojecten’ waar de bestaande taalregels niet van toepassing zijn.

Minister Ben Weyts liet eerder verstaan dat een voldoende ruim Nederlandstalig aanbod van cruciaal belang is voor de democratisering en de toegankelijkheid van het hoger onderwijs.

Is meer altijd beter?

Annabel Tavernier (N-VA), Johan Danen (Groen), Kristof Slagmulder (Vlaams Belang) en Brecht Warnez (cd&v) vroegen zich in de Commissie voor Onderwijs af of minister Ben Weyts achter de huidige taalregeling blijft staan of dat hij regelluwe pilootprojecten genegen is. Maar moeten we ook niet eens kijken naar de situatie in Nederland, waar het Engels al langer een hoge vlucht neemt als onderwijstaal, en ervan leren? Zo stellen onze noorderburen bijvoorbeeld vast dat ze zoveel buitenlandse studenten aantrekken dat de betaalbaarheid van het hoger onderwijs onder druk komt te staan.

Daarnaast werd er gevraagd of het nuttig is om de taalverplichtingen die opgelegd worden aan internationale professoren te herbekijken. Die lijken nu van die aard te zijn dat ze anderstalige professoren, waaronder ‘super high potentials’, afschrikken. En wat vindt de minister van het optrekken van de maximumpercentages in het aanbod aan anderstalige bachelors? Dat is in het begin van deze legislatuur al opgetrokken van zes naar negen procent, maar is een verdere optrekking nodig of wenselijk?

Verengelsen versus ontnederlandsen

Minister Ben Weyts gaf aan dat hij niet zozeer tegen Engelstalige opleidingen is, maar wel tegenstander is van een ontnederlandsing van ons hoger onderwijs. “Ik denk dat de regeling zoals die vandaag bestaat een redelijk evenwicht beoogt tussen enerzijds het garanderen van een kwalitatief, hoogstaand, democratisch en toegankelijk onderwijs, en anderzijds ook internationalisering”, aldus de minister.

De minister wees er bovendien op dat een Nederlandstalige opleiding een opleiding is die minstens voor de helft in het Nederlands wordt gegeven. Dat wil dus zeggen dat een Nederlandstalige opleiding vandaag eigenlijk al voor de helft Engelstalig kan zijn. Daarbovenop is er nog eens de mogelijkheid om negen procent van de bacheloropleidingen en 35 procent van de masteropleidingen in het Engels aan te bieden. “De enige voorwaarde die we dan stellen”, zei minister Ben Weyts, “is dat er een Nederlandstalig equivalent van moet zijn. Maar zelfs daarvan kan worden afgeweken. Dat systeem lijkt mij afdoende.”

De minister haalde aan dat we inderdaad kunnen leren van de situatie in Nederland, waar de toevloed aan buitenlandse studenten een impact heeft op het hele stedelijke weefsel en zelfs op de woningmarkt. Op de hele samenleving dus.

Wat de kennis van het Nederlands bij docenten betreft, merkte minister Ben Weyts op dat professoren na vijf jaar het taalniveau B2 moeten bereiken. “Dat is hetzelfde taalniveau dat wij verwachten van pakweg een Afghaanse vluchteling”, zei de minister. “Wat we vragen van gewone werkmensen, zouden we toch ook mogen vragen van grote intellectuele academische geesten.”

Het behoud van de beleidslijn

“Mijn visie is duidelijk”, aldus de minister. “Ik vind dat elke student het recht moet hebben om in Vlaanderen in het Nederlands te kunnen studeren. Ons hoger onderwijs moet democratisch blijven. Wetenschappelijk onderzoek wijst ook uit dat studenten die les volgen in een andere taal, meer studietijd nodig hebben, en dat ze slechtere resultaten boeken. Ik vraag mij af of we zeker zijn dat lessen van Engelstalige proffen het beste onderwijs zijn voor onze Vlaamse jongeren.”

Minister Ben Weyts wees er ten slotte op dat hij voortdurend in dialoog blijft met de rectoren over deze materie.

Het debat vond plaats op donderdag 5 oktober.

Relevante thema's

Onderwijs en Vorming

Lees verder

Scroll naar boven