Docenten van het hoger onderwijs trokken recent aan de alarmbel: het taalniveau van de Vlaamse jongeren gaat erop achteruit. Het Vlaams Talenplatform deed al enkele aanbevelingen om de taalbeheersing te verhogen. Wat vindt minister Ben Weyts van de vaststellingen van de docenten? Zal er meer aandacht zijn voor taalbeheersing in de nieuwe eindtermen voor de tweede en derde graad? De minister werd aan de tand gevoeld in de Commissie voor Onderwijs.

Blijf op de hoogte van nieuws van het Vlaams Parlement

Ambities mogen gerust omhoog

Commissielid Loes Vandromme (cd&v) gaf meer uitleg over de bezorgdheid van de docenten. Die zijn van mening dat studenten meer taalfouten maken en minder taalbegrip hebben, wat een logisch gevolg is van wat er in de schooljaren voorheen misloopt. Loes Vandromme verwees naar een uitspraak van Lieven Buysse, lid van de kerngroep van het Vlaams Talenplatform: “Een aanpassing van de visie op een doelgerichte lesaanpak in het leerplichtonderwijs is nodig.”

Daarnaast haalde ze het rapport ‘Naar een talenonderwijs in topvorm’ aan, dat in september 2022 tijdens een gedachtewisseling in de commissie werd besproken. De aanbevelingen van het Vlaams Talenplatform waren de volgende: het wegwerken van de tekortkomingen in het vormingsaanbod, het versterken van het imago van talenopleidingen en het aantrekkelijk houden van de onderwijssector voor taalexperts.

Loes Vandromme vroeg minister Ben Weyts wanneer en hoe die aanbevelingen zullen worden uitgerold: “Minister, hoe zult u de scholen ondersteunen om werk te maken van een talenbeleid? En op welke manier wilt u de pedagogische begeleidingsdiensten van de verschillende onderwijsverstrekkers betrekken bij uw inspanningen rond het talenbeleid?”

“Er moet meer aandacht en waardering zijn voor onze Nederlandse taal, vooral omdat het een deel van ons onderwijs is. Taal is geen doel, maar is een middel voor het onderwijs en voor onze maatschappij”, zei commissielid Koen Daniëls (N-VA). Ondanks de recente aandacht voor het thema in het hoger onderwijs, is de problematiek, volgens Daniëls, terug te brengen tot de eisen die in het basis- en secundair onderwijs worden gesteld. Volgens hem moeten de verwachtingen, die ingekapseld zitten in de eindtermen, naar omhoog.

Koen Daniëls legde de minister volgende vragen voor: “Op welke manier zal er voor de nieuwe eindtermen tweede en derde graad, maar ook voor het basisonderwijs, aandacht worden besteed aan de taalbeheersing, en dat zowel op het vlak van spelling als op de onderdelen woordenschat, grammatica en zinsleer? En hoe wilt u de verschillende hefbomen om in te zetten op Nederlands, die middelbare scholen voor handen hebben, meer bekend maken?”

Taalbeleid kent verschillende maatregelen

Minister Ben Weyts was verheugd dat er zoveel aandacht gaat naar het belang van taal, niet enkel in het basis- en secundair onderwijs, maar nu ook in het hoger onderwijs. Iedereen moet volgens de minister hiervoor zijn verantwoordelijkheid nemen, te beginnen bij het begin: het basisonderwijs. De minister verwees hiervoor naar de taalscreening, die moet verhinderen dat kinderen in het eerste leerjaar starten wanneer ze een achterstand hebben op het vlak van Nederlands.

Verder wil de minister ambitieuze minimumdoelen voor elke leerling. Daar horen een herziening van de eindtermen bij voor de tweede en derde graad van het secundair onderwijs, en later ook voor de eerste graad en het basisonderwijs. Hij haalde ook de centrale toetsen aan, waar de focus komt te liggen op Nederlands en wiskunde, en die een graadmeter zullen vormen voor het taalniveau van de Vlaamse jongeren.

Ook wil de minister de invulboeken, die volgens hem een negatieve impact hebben op resultaten, kritisch onder de loep nemen. “Het is zelfs zo erg dat veel jongeren geen volwaardige zinnen meer kunnen schrijven. En dat kan absoluut niet de bedoeling zijn”, aldus de minister. Met het leesoffensief worden allerhande acties georganiseerd om lezen in het leerplichtonderwijs aan te moedigen. En dan zijn er nog de taalintegratietrajecten, de zomerscholen met een focus op het Nederlands en de creatie van Leerpunt, dat de meest effectieve leerdidactieken wil communiceren naar scholen.

Over de aanbevelingen van het Vlaams Talenplatform, waar de minister niets dan lof voor heeft, zei hij dat het platform bezig is met het uitwerken van een inspiratiedag voor taalleerkrachten. “Het Talenplatform heeft ook een zeer ruime bevraging opgezet bij 1200 talenleerkrachten. De aanbevelingen die daaruit volgden, vertonen nogal grote gelijkenissen, en gelukkig maar, met de aanbevelingen van de Commissie Beter Onderwijs, en trouwens ook met de aandachtspunten opgenomen in de engagementen in het kader van de Kwaliteitsalliantie. Dat illustreert nog eens dat er geen nood is aan nog een extra actieplan talen”, zei de minister nog.

Tot slot wees de minister er nog op dat het essentieel is dat alle leraren taalbewuste leerkrachten zijn. Dat is niet hetzelfde als een taalleerkracht zijn. Ook in andere vakken moet er immers nauwgezet en correct met taal worden omgegaan. “We laten dus geen gelegenheid voorbijgaan om erop te wijzen dat elke school een taalbeleid nodig heeft”, stelde de minister, “ook in het hoger onderwijs is dat belangrijk.”

Het debat in de commissie vond plaats  op donderdag 16 februari.

Relevante thema's

Onderwijs en Vorming

Lees verder

Scroll naar boven