Op kot gaan blijft een momentum in het leven van een jonge student. Voor de ouders is het vaak een beetje slikken, want naast het loslaten van een jongvolwassen kind komen er heel wat kosten bij kijken. Zoals het betalen van de huur voor een kot. Op de privémarkt swingen de prijzen al langer de pan uit. Maar ook de prijzen van de koten die de universiteit zelf aanbiedt, gaan in stijgende lijn. Jos D’Haese (PVDA), Thijs Verbeurgt (Vooruit) en Johan Danen (Groen) kijken de aangekondigde prijsstijging bezorgd tegemoet.

Blijf op de hoogte van nieuws van het Vlaams Parlement

Waarom het prijskaartje stijgt

De aangekondigde prijsstijging schommelt volgens commissielid Jos D’Haese (PVDA) van 10 tot meer dan 30 procent. Extra kosten, die nog eens bovenop de stijgende kosten voor eten en boeken komen. “De goedkope koten die universiteiten aanbieden, zijn voorbehouden voor studenten met een beperkte financiële draagkracht. Ze bevinden zich vaak in kleinere, oudere gebouwen, die een slechte isolatie hebben en niet volledig in orde zijn”, zei hij.

Jos D’Haese verwees ook naar de bekommernissen van de directrice van de dienst Studentenvoorzieningen van KU Leuven. Die zegt dat er opvallend meer studenten aankloppen voor een financiële tegemoetkoming, dat ze bezorgd is over de toekomst van die jongeren en dat studeren onbetaalbaar dreigt te worden. Steeds meer studenten moeten een of meer studentenjobs doen en nemen als gevolg daarvan minder vakken op.

“Hoe reageert u op de bekendmaking van de universiteiten dat ze hun kotprijzen willen verhogen? Hoe schat u de gevolgen in voor die studenten met een beperkte financiële draagkracht en voor wie die koten waren voorzien? En zult u in overleg gaan met de universiteiten om de verhoging van de kotprijzen niet te laten doorgaan of te beperken?”, wou Jos D’Haese van minister Ben Weyts weten.

Volgens commissielid Thijs Verbeurgt (Vooruit) zijn er verschillende oorzaken voor de prijsstijgingen, zoals de hoge inflatie, gestegen energiekosten en indexeringen. “Daarnaast is er het feit dat de enveloppe voor de studentenvoorzieningen amper stijgt en dat uitgevoerde renovatiewerken door sommige onderwijsinstellingen mee voor een extra prijsstijging zorgen”, gaf hij aan. Ook hij vroeg zich af hoe de minister de hogeronderwijsinstellingen wil ondersteunen om de kotprijzen onder controle te houden.

Een kwestie van prioriteiten?

“De diensten voor studentenvoorzieningen kunnen zelf bepalen op welke wijze zij de ontvangen middelen inzetten in volgende werkvelden: huisvesting, catering, sociale dienstverlening, psychologische en medische dienstverlening, mobiliteit en studentenwerking”, zei commissielid Johan Danen (Groen). Hij stelde zich de vraag of er andere prioriteiten moeten worden gesteld bij de besteding van de middelen. Misschien moet er een deel geïnvesteerd worden in huisvesting? “Prijsstijgingen van de huurprijzen van 10 tot 30 procent komen de democratisering van het hoger onderwijs niet ten goede”, gaf hij nog aan.

Tijd voor actie, maar hoe?

Minister Ben Weyts wees erop dat zowat alle gestelde vragen over Wonen gaan en niet over Onderwijs. “De instellingen voor hoger onderwijs fungeren in deze zoals een private eigenaar”, zei hij. En hij verwees daarbij naar de evolutie van de huurprijzen in de algemene markt.

“De vraag is dus op welke manier de Vlaamse overheid vanuit het beleid Wonen kan bijdragen”, zo stelde hij. En hij verwees daarbij naar de discussie over de ontwikkeling van een kotlabel die plaatsvond in de plenaire vergadering van 15 maart.

Waar de minister zich wel bevoegd voor voelt zijn de studiebeurzen. En daar zit een stijgende lijn in. Een tweede pijler van een mogelijke tussenkomst – maar die volgens de minister ook buiten zijn bevoegdheid valt – is de mogelijkheid om als student aanspraak te maken op een leefloon. Ten derde zijn er de extra middelen die werden toegekend voor de studentenvoorzieningen.

“Studenten zijn bovendien zelf vertegenwoordigd in het beheer van de studentenvoorzieningen”, haalde de minister aan, “en dus kunnen ze zelf mee toekijken op de besteding van de middelen. De regeringscommissarissen houden toezicht op de wettigheid namens de Vlaamse overheid.”

Het debat vond plaats op donderdag 16 maart.

Herbekijk het volledige debat

Relevante thema's

Onderwijs en Vorming

Wonen

Lees verder

Scroll naar boven