Door topsporters in de klas over zichzelf en hun sport te laten vertellen, willen Nederlandse beleidsmakers kinderen in contact brengen met een sport, zonder dat ze daarbij naar een vereniging moeten gaan. Dat moet de drempel om te beginnen sporten verlagen. Dit initiatief,  dat 'Sporthelden op School' zal heten, wekte de aandacht van commissielid Kris Van Dijck (N-VA) . In de Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media vroeg hij minister Ben Weyts hoe hij hiertegenover staat en of hij het ook in Vlaanderen als een mogelijkheid ziet.

Blijf op de hoogte van nieuws van het Vlaams Parlement

Aan het begin van zijn vraag aan de minister legde Kris Van Dijck uit wat het Nederlandse project 'Sporthelden op School' concreet inhoudt. "Het  is een digitaal platform waarop topsporters kunnen laten weten of en wanneer ze beschikbaar zijn om op een school of in een sportvereniging iets over zichzelf en hun sport te vertellen. Het achterliggende idee is om de lat om te gaan sporten en bewegen omlaag te brengen door sporters en verenigingen naar school te laten gaan, zodat kinderen ermee in aanraking komen zonder dat ze zelf – of hun ouders – naar een vereniging hoeven te gaan.

Hoewel het Nederlandse project momenteel nog in de opstartfase zit, ziet hij nu al verschillende voordelen in een gelijkaardig Vlaams initiatief dat topsport, breedtesport, verenigingen en gemeentes bij elkaar brengt.  Zo zou het drukbevraagde topsporters de mogelijkheid kunnen bieden om hun projectaanvragen via een centraal kanaal te beheren. Daarnaast kan het ervoor zorgen dat jongeren makkelijker een weg vinden naar sportverenigingen, wat volgens hem steeds moeilijker wordt. 

Met de juiste aanpak kan een dergelijk initiatief volgens Kris Van Dijck een gunstige impact hebben op sporten bij jongeren. Hij vroeg de minister dan ook of hij dit in Vlaanderen ziet werken en of Sport Vlaanderen en de Vlaamse overheid een trekkende rol kan spelen bij de opstart ervan.

Antwoorden van de minister

De minister antwoordde dat Kris Van Dijcks voorbeeld strookt met de beleidsvisie en de filosofie van de Vlaamse Regering. Hierbij verwees hij op de zogenaamde 'vliegwielfunctie' van topsport: "Door het voorbeeld te geven en sterke prestaties neer te zetten, leidt dat ertoe dat kinderen, jongeren en volwassenen ook aan het bewegen en sporten gaan. Dat is dus het idee: die vliegwielfunctie versterken."  Voorts wees hij erop dat de Vlaamse Regering van topsporters verwacht dat ze een maatschappelijke bijdrage leveren. Dat staat expliciet in het Topsportactieplan Vlaanderen en ligt vast in elk topsportcontract. Zo moeten topsporters op vraag, maar steeds in overleg, kosteloos deelnemen aan sportpromotionele activiteiten van Sport Vlaanderen, legde de minister uit.

Daarnaast haalde hij verschillende voorbeelden van acties en campagnes aan waarbij topsporters kinderen met sport in contact brachten, zoals de '#smeerem-campagne' met snowboarder Seppe Smits en de bijdrage van atlete Noor Vidts bij de lancering van de Vlaamse Loopweken. Hierop wil de minister verder inzetten, zeker met de Olympische Spelen van 2024 in het verschiet, maar op een meer structurele manier. "Vandaag was het zo dat de inzet voor promotionele evenementen en campagnes eerder fragmentarisch gebeurde. Ik wil dat wat structureler gaan verankeren, waarbij we proberen voor elke actie gericht op zoek te gaan naar een match tussen organisator en topsporter", aldus de minister.  De regisserende rol hierbij is volgens hem weggelegd voor Sport Vlaanderen.

Ten slotte gaf hij nog aan dat hij zich ook als minister van Onderwijs graag engageert om topsporters naar de klas te brengen. "Opnieuw vanuit hun voorbeeldfunctie, vanuit de vliegwielfunctie", besloot minister Weyts.

Herbekijk dit stuk van de vergadering

Relevante thema's

Sport

Onderwijs en Vorming

Lees verder

Scroll naar boven