De voorbije weken leek het wel alsof Vlaanderen op zijn kop stond. Bushaltes werden afgeschaft, bussen rijden helemaal om, scholieren die niet meer op school geraken of bejaarden die een deelstep moeten gebruiken. Dat zijn de gevolgen van het nieuwe vervoersplan van De Lijn. Peter Meukens, voorzitter van TreinTramBus, komt in onze studio uitleggen wat er allemaal goed en fout loopt.

Blijf op de hoogte van nieuws van het Vlaams Parlement

Op zes januari ging het nieuwe vervoersplan van De Lijn van start. De Vlaamse Regering besliste om komaf te maken met ‘basismobiliteit’ van de socialistische oud-minister Steve Stevaert, die onder meer bepaalde dat elke Vlaming op maximaal 750 meter van zijn huis toegang moest hebben tot openbaar vervoer. Nu werd er gekozen voor ‘basisbereikbaarheid’, vraaggestuurd openbaar vervoer met een sterke inbreng van vervoersregio's. En dat ging gepaard met heel wat kritiek. Want met het nieuwe plan gaan 3200 bushaltes op de schop. Wat voor heel wat frustratie zorgt bij de reizigers.

“In de steden zien we misschien wel een verbetering. Maar wat heeft iemand eraan dat de bussen in de steden beter rijden, als er geen bushalte meer in zijn buurt is?”, reageert Peter Meukens, voorzitter van TreinTramBus. De regio’s West-Vlaanderen en Limburg worden het hardst getroffen door de hervormingen. Volgens Meukens trekken sommige politici zich niets aan van deze provincies. “Er zijn al politici die mij gezegd hebben dat het beter zou zijn om meer te investeren waar er veel volk is - daarmee wordt Antwerpen bedoeld - en Limburg links te laten liggen”, vertelt Meukens ons.

Hoppinpunten

Met de realisatie van het nieuwe vervoersplan moesten er ook 2000-Hoppinpunten gebouwd worden. Dat zijn overstapplaatsen met herkenbare zuilen en daarrond allerhande (deel)vervoersmiddelen. “Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters (Open Vld) had aan het begin van de legislatuur 105 miljoen euro vrijgemaakt voor de realisatie van 2098 Hoppinpunten, daarvan zijn er 163 gerealiseerd. Als ik afrond naar boven is dat 8 procent. Er is dus nog ruime marge om te groeien”, reageert Meukens cynisch. “Dat is geen kinderziekte, dat had nu op punt moeten staan. Daarnaast kan niet iedereen met een deelstep rijden. Mijn moeder is 86 en kan zich nog verplaatsen, maar een deelstep of –fiets komt voor haar niet meer in aanmerking.”

Flamigel

Naar aanleiding van de uitrol van het plan basisbereikbaarheid heeft de organisatie TreinTramBus een meldpunt geopend. Iedereen die een klacht heeft over het nieuwe plan kan bij dit meldpunt terecht. “Vier dagen na de invoering van het meldpunt zaten we op 330 meldingen. Dat lijkt misschien niet zoveel, maar dat zijn vaak mensen die sociaal zwak staan”, kaart Meukens aan. Minister Peeters benadrukte wel dat niemand in de kou mag blijven. “Ik steek mijn hand daarvoor in het vuur”, klonk het. “Wij houden alvast een tube Flamigel voor de minister klaar, want ik vrees dat ze die nodig zal hebben”, reageert Meukens.

Laatste woord

Maar Ann Schoubs, directeur-generaal van De Lijn, wijst erop dat de plannen doorgesproken zijn met de gemeenten. “Alles werd goedgekeurd in de vervoerregio’s met de steden en gemeenten”, zei Schoubs. “De gemeenten hadden inderdaad het laatste woord. En voor het vervoer op maat hebben ze de volledige autonomie”, benadrukt Meukens. “Dat sommige gemeenten en steden nu zeggen dat dit allemaal boven hun hoofd is beslist, klopt niet. Wat wel juist is, is dat onze lokale besturen niet altijd alle informatie hadden.”

Relevante thema's

Mobiliteit en Verkeer

Lees verder

Scroll naar boven