Bestrijding gewelddadige radicalisering

radicalisering militairen

Het Vlaams Parlement richtte begin 2015 een commissie ad hoc voor de bestrijding van gewelddadige radicalisering op. De commissie moest beleidsvoorstellen formuleren om te remediëren aan een toenemende gewelddadige radicalisering met een religieuze invalshoek.

Sinds het voorjaar van 2013 werd een aantal steden in Vlaanderen (Antwerpen, Vilvoorde en Maaseik) geconfronteerd met jonge inwoners die naar Syrië vertrokken om er aan de zijde van extremistische groeperingen te vechten tegen het regime van de Syrische president Assad. Later werden ook kleinere steden en gemeenten met een soortgelijke problematiek geconfronteerd.

Na de terroristische aanslag van 7 januari 2015 op het hoofdkantoor van het satirische weekblad Charlie Hebdo in Parijs werd in het Vlaams Parlement een tijdelijke commissie ad hoc voor de bestrijding van gewelddadige radicalisering opgericht. Het doel van de commissie was om op basis van een reeks hoorzittingen met experten uit verschillende beleidsvelden, ouders en andere betrokkenen een beter inzicht te verwerven in de complexe problematiek van gewelddadige radicalisering. De commissie stelde een resolutie op met beleidsvoorstellen voor de Vlaamse Regering ten einde binnen de bevoegdheden van de Vlaamse Gemeenschap aan de problematiek te remediëren. De resolutie betreffende de bestrijding van gewelddadige radicalisering werd op 27 mei 2015 aangenomen in de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement.

De Vlaamse Regering werd opgeroepen om gewelddadige radicalisering resoluut aan te pakken, daartoe de nodige maatregelen te nemen en in dat kader snel waar nodig extra budgettaire ruimte te voorzien, in het bijzonder in die domeinen en in die gemeenten waar problemen zich het scherpst stellen. Gelijklopend hieraan werkte de Vlaamse Regering een actieplan uit ter preventie van radicaliseringsprocessen die kunnen leiden tot extremisme en terrorisme. Dit plan werd in 2017 geactualiseerd naar een actieplan ter preventie van gewelddadige radicalisering en polarisering.

De aanpak van de problematiek vereist een horizontaal beleid over de verschillende Vlaamse beleidsdomeinen. Het actieplan bevat daarom concrete engagementen van de ministers van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Integratie, Jeugd, Media, Welzijn, Onderwijs, Sport, Werk en Buitenlands Beleid. Het actieplan maakt ook de brug naar de verschillende bestuurlijke niveaus (Binnenlandse Zaken en Justitie) en legt de focus op de rol van de lokale besturen en de eerstelijnswerkers.

Hoewel de commissie aanvankelijk een tijdelijk karakter had, bleef ze tot het einde van de zittingsperiode 2014-2019 actief. Een gewijzigd dreigingsbeeld confronteerde het beleid immers met nieuwe uitdagingen.  Sinds 2016 waren er dan wel minder vertrekkers naar de conflictgebieden, maar IS riep zijn aanhangers op om in Europa aanslagen te plegen. De aanslagen van 22 maart 2016 in metrostation Maalbeek en de luchthaven van Zaventem pasten in die oproep. Er diende ook een beleid te worden ontwikkeld om de terugkeerders uit Syrië en de kinderen van Syriëstrijders op te vangen. Bovendien moest het probleem van  radicalisering in de gevangenissen worden aangepakt.

Sinds het najaar van 2015 kwam de commissie halfjaarlijks samen om de uitvoering van de resolutie van het Vlaams Parlement en het actieplan van de Vlaamse Regering op de voet op te volgen. Hiervoor werden telkens de direct betrokken ministers uitgenodigd: de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, tevens bevoegd voor de coördinatie van het beleid inzake bestrijding van radicalisering, de Vlaamse minister van Welzijn en de Vlaamse minister van Onderwijs.  Buiten deze halfjaarlijkse rapportages bleef de commissie de problematiek van de radicalisering en terreurdreiging vooral opvolgen via (vaak besloten) hoorzittingen met de beleidsverantwoordelijken van de Veiligheid van de Staat, het Orgaan voor de Coördinatie en de Analyse van de Dreiging (OCAD) en het federaal parket. Het thema kwam bovendien veelvuldig aan bod in vragen om uitleg in de Commissie bevoegd voor Binnenlands Bestuur, de Commissie voor Onderwijs en de Commissie bevoegd voor Welzijn of in actuele vragen in de plenaire vergadering.

Tegen het einde van de zittingsperiode verbreedde de commissie haar focus van religieus extremisme naar ideologisch extremisme en naar het bestrijden van polarisering in de samenleving. Hierbij kwam onder meer de mogelijke dreiging vanuit extreemrechtse hoek onder de aandacht, dit naar aanleiding van onthullingen over de organisatie Schild en Vrienden in een Pano-reportage op Canvas.

Scroll naar boven