Verslag plenaire vergadering
Verslag
Geachte minister-president, geachte dames en heren ministers, geachte collega’s volksvertegenwoordigers, in naam van heel Vlaanderen en ons Vlaams Parlement richt ik een warm welkom aan de vertegenwoordigers van de religieuze en niet-religieuze levensbeschouwingen, die hier voor deze speciale gelegenheid aanwezig zijn op uitnodiging van de Vlaamse Regering.
Dames en heren, vooreerst wil ik u hartelijk danken voor uw komst naar ons Vlaams Parlement. Het is niet evident dat u hier aanwezig bent, daags nadat barbaarse aanslagen ons maatschappelijk bestel een zware klap hebben toegebracht.
De onmenselijke daden van enkelingen hebben vele onschuldige slachtoffers gemaakt: doden, gewonden, getekenden voor het leven. In de eerste plaats gaan onze gedachten uit naar hen. Naar de dodelijke slachtoffers, op een fout moment op de foute plaats. Offers van blind, nietsontziend geweld. Onze gedachten gaan uit naar hen en hun nabestaanden. Families en geliefden die voor eeuwig met een litteken zullen moeten voortleven. Ook de vele gewonden, zowel fysiek gewonden als psychisch getraumatiseerden, zullen de sporen van deze helse dag voor de rest van hun leven met zich meedragen.
Ik neem aan dat ieder van u een stiltemoment op zijn eigen persoonlijke manier heeft ingevuld. De een door reflectie, een ander door een gebed, nog een ander door aan zijn geliefden te denken. Ieder heeft dat dus gedaan op zijn eigen unieke manier. Dat kan in onze maatschappij, want wij koesteren hier onze vrijheid van denken. De onschuldige slachtoffers koesterden die ook, elk op hun eigen manier. Elk van hen was een uniek persoon, die leefde in een maatschappij vol vrijheid.
Die vrijheid staat steeds meer onder druk. Sinds het begin van deze eeuw zijn steeds meer wereldsteden het toneel geweest van gruwelijke terroristische aanslagen. New York, Bali, Madrid, Londen, Bagdad, Beiroet, Tel Aviv, Caïro, New Delhi en Nairobi waren slechts voorbodes van wat er het laatste jaar op ons is afgekomen: Tunis, Istanboel, Lagos, Bamako, Parijs, Ankara… En nu worden we in ons eigen hart getroffen: Brussel. De lijst van doelwitten wordt alsmaar langer. Niemand is veilig voor een bepaalde categorie van mensen zonder enig normbesef.
Hun tactiek om terreur en angst te zaaien in onze maatschappij, heeft wel degelijk effect. De vrijheid, die wij jarenlang hebben opgebouwd met onze West-Europese vorm van democratie, heeft een ferme knauw gekregen. Of we dit nu willen of niet, deze gebeurtenissen verplichten ons ertoe om ons samenlevingsmodel aan te passen aan de realiteit en te beschermen voor bedreigingen van ziekelijke geesten die met geweld hun verwerpelijke vorm van macht aan anderen wensen op te dringen. Het gezond verstand van elk weldenkend mens, van welk ras of herkomst ook, moet onder ogen zien dat bepaalde stromingen in deze geglobaliseerde maatschappij onze democratie naar westers model verwerpen. Nochtans heeft die democratie, mede opgebouwd in dit gebouw en in deze vergadering, al decennialang haar degelijkheid bewezen. Ik verheel niet dat die democratie haar onvolkomenheden heeft, maar ze heeft op ons continent wel al meer dan zeventig jaar gezorgd voor relatieve stabiliteit, welvaart en welzijn voor de bevolking. En voor vrede en veiligheid, de beste garantie op een toekomst.
Wie met terreur die toekomst hypothekeert, neemt hoop en perspectief weg. Dat mogen we absoluut niet tolereren. Wie sympathiseert met deze terroristen, toont een afkeer voor de mensheid. Meer zelfs, wie deze daden niet openlijk afkeurt, neemt afstand van deze welvarende democratische samenleving, ook van al haar voordelen. Nochtans zijn het die voordelen die onze maatschappij zo aantrekkelijk gemaakt hebben voor miljoenen unieke mensen van verschillende herkomst, kleur, ras en geaardheid. Die voordelen moeten we meer dan ooit beschermen als het hoogste goed door harmonie en verbondenheid na te streven, door een vreedzame en tolerante omgang met elkaar, door de solidariteit die vervat zit in het woord ‘samen-leving’, ik herhaal: ‘samen-leving’.
Dames en heren, beste aanwezigen, het verheugt mij dat alle aanwezigen hier al beslist hebben om de draad weer op te pikken. Ik hoop dat u allen beseft dat dat relatief gemakkelijk is in vergelijking wat sommige andere burgers gisteren gepresteerd hebben. Ik heb het dan over de hulpverleners, de veiligheidsdiensten en zeker ook de medeslachtoffers die hun naasten hulp geboden hebben op gevaar van eigen leven. Hen zijn wij oneindig veel dank verschuldigd.
Het hervatten van de werkzaamheden binnen de veilige muren van onze parlementaire instellingen is slecht klein bier vergeleken met hun inzet. Maar tegelijkertijd is het hervatten van uw opdracht een noodzakelijk signaal dat de democratie sterker is dan haar belagers. Daarom roep ik u op om uw taak als behoeder van deze democratie met nog meer overtuiging te vervullen. Net zoals ik de leden van alle parlementen wereldwijd oproep om in hun land of regio leefomstandigheden te creëren waarin elk mens de waarde van vrijheid kan voelen en koesteren. Dat kan slecht door overleg en dialoog met de medemens, ook met de andersdenkende. Respect voor elkaars mening blijft daarbij het hoogste goed, en geweld is het tegendeel van respect. Laat ons die les van 22 maart heel goed onthouden.
Mag ik u vragen om enkele ogenblikken van stilte in acht te nemen voor al deze slachtoffers en recht staan.
– De Vlaamse volksvertegenwoordigers nemen enkele ogenblikken stilte in acht.
Mag ik u allen danken.