Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over een verlaging van de leerplichtleeftijd in de strijd tegen radicalisering
Verslag
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, 32 doden en honderden gewonden: dat is de tol van de islamitische terreuraanslag in Brussel. Dat is ook de dodelijke prijs die nu betaald wordt voor decennialange struisvogelpolitiek.
Wie dacht dat na dit bloedbad bij alle politici de ogen zouden opengaan, die vergist zich. Dat blijkt althans uit de plannen die u de voorbije dagen met de Europese onderwijsministers besproken hebt. Volgens die eerste plannen moeten er in onze scholen lessen burgerschap worden gegeven om onze jongeren met andere culturen te leren omgaan en om hen mensenrechten en culturele diversiteit naar waarde te leren schatten. Het lijkt alsof u die aanslagen wilt aangrijpen om het multiculturalisme er nog verder bij onze jeugd in te rammen.
Nochtans is de multicultuur niet de oplossing voor het probleem van het moslimextremisme waarmee wij vandaag geconfronteerd worden, maar net een deel van het probleem. Al te lang heeft men de wantoestanden, het extremisme, het fanatisme met de mantel der multiculturele liefde bedekt. Wie de problemen bij naam noemde, wie wees naar problemen met moslimextremisme, werd een islamhater of een vreemdelingenhater genoemd.
Minister, ik vrees dat u met die nieuwe plannen de fouten van het verleden gaat herhalen. Het moslimextremisme gaan we echt niet stoppen door opnieuw een buslading scholieren naar de moskee te sturen om daar een verplicht bezoek te brengen in het kader van culturele diversiteit. Dat lijkt me niet de juiste, kordate weg die we nu moeten bewandelen.
Minister, kunt u toelichting geven bij die plannen? Probeer me ervan te overtuigen dat mijn wantrouwen in uw plannen onterecht is. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer De Ro heeft het woord.
Minister, collega’s, in tegenstelling tot de voorgaande spreker, die vuur met vuur wil bestrijden en zijn aversie van de multiculturaliteit wil koppelen aan het meer haat prediken en waarschijnlijk die weg wil opgaan, geloven wij in een andere maatschappij, en gelukkig maar. Er mogen verschillen zijn in het parlement. (Applaus bij Open Vld. Opmerkingen van Chris Janssens)
Minister, ik heb uw plannen gelezen als een voortzetting van een streven in dit parlement, over de partijgrenzen heen. Inderdaad, de collega wiens fractie daar nooit aan meewerkt, staat hier achter mij. Alle andere fracties hebben aan de 55 maatregelen gewerkt. Daar gaan we verder mee door. Ik denk dat u op dat terrein een nieuwe voorzet hebt gedaan. Wat ons aangenaam verrast heeft – verrast is een groot woord – is dat u op de radio hebt gezegd dat we hier moeilijk mee kunnen wachten tot een latere leeftijd en dat u daar zo snel mogelijk mee wilt beginnen. U vraagt aan de scholen en de lerarenopleiders om daar ook al mee in de kleuterklas te werken.
Dat klinkt ons als muziek in de oren. Onze partij gelooft al heel lang dat we op het jongste kind het grootste effect kunnen hebben met allerlei dingen, algemeen in onderwijstermen maar ook als het gaat over het bijbrengen van democratische waarden. Collega Janssens, dat is de kern van dit project: het bijbrengen van onze democratische waarden. ‘Ons’ is ondeelbaar. ‘Ons’ zijn alle Vlamingen, of ze nu allochtone roots hebben of niet, of ze nu man of vrouw zijn, of ze nu dik of dun zijn, of welke religie ze ook hebben. ‘Ons’ is ‘ons’. Onze waarden moeten we offensief verdedigen, en dit van zo jong mogelijke leeftijd.
Minister, we zitten dan wel met een probleem. We weten heel goed dat een deel van onze Vlamingen zijn kinderen te laat, niet of te weinig naar de kleuterschool stuurt. Daarom zal het u niet verbazen dat ik vanuit mijn fractie opnieuw het thema op tafel leg. Als we het echt menen om dat vanaf de kleuterklas te doen, dan moeten we alle kinderen bereiken en moeten alle kinderen vroeger naar de kleuterklas gaan. Hoe gaan we dat samen bereiken?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, dank u wel voor deze vraag. Laat me starten met mijn grote afschuw uit te drukken voor die verschrikkelijke aanslagen van een paar weken geleden die ons allemaal door elkaar geschud hebben.
Het was maandag en dinsdag dan ook een heel bijzondere sfeer op de vergadering van de verzamelde onderwijsministers van de Raad van Europa. We zijn daar met vijftig samengekomen met als doel om over alle Europese regio’s heen, te komen tot een uniform, gelijkaardig kader om die burgerschapswaarden die voor ons zo belangrijk zijn, aan te brengen aan leerlingen in scholen.
Is dat, zoals de heer Janssens lijkt aan te nemen, iets wat gekaderd moet worden in een mirakeloplossing om radicaliserende jongeren te deradicaliseren? Uiteraard niet. We hebben in Vlaanderen een actieplan waarin een pak maatregelen zijn opgenomen, en een parlementaire commissie die dat opvolgt en uitvoert.
Ik vind het bijzonder waardevol dat waar je ook school loopt in een van onze Europese landen, er eenzelfde kader kan worden gehanteerd als het gaat om gemeenschappelijke waarden en normen. Aan dat kader waarover we 2 dagen lang hebben gediscussieerd, hebben 1200 leraren en lerarenopleiders van overal in Europa meegewerkt. Het kader is bovendien ook aanvaard. Er is 2 dagen over gediscussieerd en er is een tekst aangenomen die iedereen aanwezig, zonder onderscheid van politieke kleur, rang of stand, wil uittesten.
Vlaanderen is bereid om dat kader in een aantal scholen uit te testen. We zullen samen met de Onderwijsraad bekijken op welke manier dat het beste kan gebeuren om na te gaan wat de meerwaarde ervan kan zijn. Het is nu meer dan ooit nodig om de waarden waarvoor we zolang hebben gestreden en die zo cruciaal zijn in onze samenleving, actief uit te dragen in onze scholen.
De reden waarom Vlaanderen ook als pionier is gekozen om dit uit testen, is omdat er zoveel leerkrachten gereageerd hebben dat ze het zo waardevol vinden. De energie die hier wordt ontwikkeld, moet op een positieve wijze worden gebruikt.
Wat betreft de link met het kleuteronderwijs: het waardevolle van het pakket is dat het mogelijk wordt om de burgerschapswaarden vanaf de kleuterklas, het lager en secundair onderwijs aan te bieden in pakketten. Leerkrachten kiezen uiteraard zelf hoe ze dat doen. Het is absoluut niet mijn bedoeling om iets unieks overal op te leggen, integendeel.
Of je daarvoor nu de leerplichtleeftijd moet verlagen, is een ander paar mouwen. Ik kan dat niet vanuit Vlaanderen, en het staat ook niet in het federale regeerakkoord. Het is wel noodzakelijk – en die bezorgdheid deel ik zeker – dat we er alles aan doen om kinderen op zo jong mogelijke leeftijd naar de kleuterklas te krijgen. Dat is ook de reden waarom we met Welzijn meer de handen in elkaar moeten slaan. In de Huizen van het Kind komen ouders voor inentingen enzovoort. Ze moeten daar worden gestimuleerd om hun kinderen naar school te brengen. De participatiegraad van de kinderen is in Vlaanderen zeer groot. De inschrijvingen zijn fantastisch, maar het kan nog beter op vlak van aanwezigheden. Ik heb met jullie de afspraak om na de zomer een pakket maatregelen voor te stellen om die participatie op school te vergroten. Ik zal deze belofte gestand doen. Het pakket komt eraan, maar het verlagen van de leerplichtleeftijd zit op dit ogenblik niet in de plannen. U weet ook dat de leerplichtleeftijd verlagen geen schoolplicht betekent, maar de verplichting om onderwijs te volgen.
Minister, u en zeker ook de heer De Ro hebben mijn wantrouwen niet weggenomen, wel integendeel. Mijnheer De Ro, men wil blijkbaar blijvend de weg opgaan in onze samenleving en onze scholen van het opgedrongen multiculturalisme. Men heeft gezien wat het eindpunt daarvan is. Dan kom je terecht in Molenbeek. Wat is dan het resultaat? Islamisering, islamisering en nog eens islamisering. Dat is het resultaat van uw jarenlange beleid.
Minister, voor mij is er maar één plaats waar die culturele diversiteit thuishoort, namelijk in de huiskamer. In het publieke leven moeten onze tradities, onze leefgewoontes en onze Vlaamse samenleving opgeld doen en niet de multicultuur of het opgedrongen islamisme.
Ik vraag me af of alle regeringspartijen hierachter staan? Leden van de N-VA, is dit nu werkelijk wat u steunt? Is dit nu werkelijk uw aanpak en de aanpak van uw regering tegen moslimextremisme: een soort van opgedrongen multicultuur, een poging om jongeren verplicht verliefd te maken op culturele diversiteit? Is dat de aanpak van de N-VA en deze Vlaamse Regering? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Het belang van leren lezen op school is nogmaals benadrukt, want u leest de plannen van de minister anders dan ik, mijnheer Janssens. Ik lees dat we de waarden waar we allemaal voor staan, meer moeten uitdragen. In tegenstelling met u, heb ik zeer actief aan de parlementscommissie meegewerkt en aan het schrijven van de aanbevelingen. De rode draad daarin is nu precies de waarden waarvoor we staan: verdraagzaamheid, vrijheid, het respect voor elkaars ideeën, religie en het anders-zijn. Dat zit er ingebakken. Het verbaast me natuurlijk niet wat u zegt, uw partij kennende, maar het slaat nergens op.
Minister, herhaalt u misschien nog eens voor deze hardleerse vraagsteller dat we die waarden aan kinderen willen meegeven, en wel zo vroeg mogelijk. En dan kom ik terug op het punt dat we die inspanning moeten opdrijven, want ondanks het feit dat 98,5 procent van de autochtone kinderen op de drempel van het eerste leerjaar is ingeschreven, is een op drie allochtone kindjes tussen 2,5 en 3 jaar niet ingeschreven. Bovendien is het aantal dagen dat die laatsten ook daadwerkelijk naar school gaan, lager. Het is belangrijk om ze allemaal naar school te krijgen, en daarom moeten we ze naar school krijgen.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ik sluit me graag aan bij de heer De Ro, en wil daarbij de heer Janssens oproepen de 21e eeuw in te treden. U leeft nog in het Vlaanderen van de jaren 50. De vraag is niet of we divers zijn, maar wel hoe we leren om samen te leven. Natuurlijk moeten we dat op school leren. Elk kind in elk net heeft het recht om zijn arbeidsmarkttalenten te ontwikkelen, maar ook om burgerschapscompetenties te ontwikkelen. En dat doen we samen. Of men nu moslim, katholiek, vrijzinnig is, dan wel nergens in gelooft: die plicht heeft het onderwijs. De minister heeft haar hand uitgestoken. Minister, wij zeggen: doe het snel, degelijk en goed, en zorg ervoor dat het vak burgerschapsvorming in alle netten zo snel mogelijk werkelijkheid wordt.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, ik ben blij met uw voorstel. U verkondigt het op allerlei fora, en ook naar aanleiding van die top. Wel merk ik op dat Groen, sp.a en Open Vld al heel lang vragen om dat debat hier in het Vlaams Parlement te voeren. We hebben daartoe en daarover resoluties en voorstellen ingediend. In de commissie wordt dat onder de mat geveegd. Er is daarvan nog niet veel in de praktijk gebracht. Mag ik u vragen om het debat over levensbeschouwing en burgerschap in het onderwijs ook in dit parlement te voeren en onze neergelegde voorstellen ernstig te nemen, zodat het meer wordt dan woorden in de media?
Mevrouw Krekels heeft het woord.
Mijnheer Janssens, wat het standpunt van mijn partij betreft, merk ik op dat in 2009 een internationaal onderzoek aantoonde dat de vakoverschrijdende eindterm burgerschap niet voor de gewenste resultaten zorgde. Anders gezegd: toen bleek al dat onze Vlaamse jongeren een gebrek aan burgerzin etaleren. Voorzitter Bart De Wever wijdde daaraan een opiniestuk, met de titel ‘Gebuisd voor burgerzin’. Daarin stelt hij het volgende: “Wie droomt van een open Vlaanderen gebouwd op een cultuur van sterk burgerschap, heeft nood aan een zelfbewust Vlaanderen, met een sterke identiteit.” Die identiteit, mijnheer Janssens, is opgebouwd rond de normen en de waarden die wij hier naar voren schuiven en die iedereen moet respecteren. Leerlingen laten participeren op school en in de samenleving is er een belangrijk element van. Bewustwording inzake burgerschap in het onderwijs is uiteraard geen toverrecept, maar het is een heel belangrijk onderdeel van de strijd tegen het ontstaan van extremismen zoals het gewelddadig radicalisme.
Minister, ik stel voor dat we met dit standpunt rekening zullen houden in de verdere discussie die we zullen voeren over de eindtermen. (Applaus bij de N-VA)
De heer Kennes heeft het woord.
Voorzitter, het is toevallig maar ook heel symbolisch dat in Brussel juist op dit moment een groot akkoord op Europees niveau is bereikt. Dat is een belangrijk signaal. De problemen waarmee Vlaanderen en België worden geconfronteerd, zijn Europese en internationale problemen. Als men kan uitpakken met twintig kerncompetenties en een klavertjevier rond waarden, attitudes, vaardigheden, kennis en kritisch denken, dan ben ik ervan overtuigd dat dit goed aansluit bij het plan van de Vlaamse Regering inzake deradicalisering en dat het ook perfect past bij de resolutie die wij daarover hebben aangenomen. Ik ben er dus van overtuigd dat wij er in mei, bij de voortzetting van onze commissiewerkzaamheden, dieper op kunnen doorgaan.
Minister, op welke termijn denkt u dat wij dit zullen kunnen uitrollen? U zegt dat u dit met de VLOR wilt bekijken. Ik merk enig ongeduld bij mijn collega’s, en ik deel ook het ongeduld om hiermee van start te kunnen gaan.
Dank u, collega’s, voor alle aanvullende opmerkingen.
Mijnheer Janssens, ik heb mezelf beloofd om mij nooit op te jagen als u tussenkomt, maar ik word wel een beetje misselijk als ik nu hoor hoe u een project dat gaat over onze identiteit, dat gaat over burgerschap en dat gaat over democratische waarden, hoe u dat met de grond gelijkmaakt. Dat maakt mij ziek. (Applaus bij CD&V, de N-VA, Open Vld, sp.a en Groen)
Sommigen vragen zich af of we dat wel willen, of het dat is wat we moeten doen. Collega’s, het is de eerste keer dat alle ministers die daar waren, het erover eens waren dat we nu binnen Europa met al die regio’s en landen – Vlaanderen wordt in dat gezelschap als een autonome regio beschouwd – hetzelfde waardekader moeten delen en dat we het bovendien aan onze kinderen in de scholen actief moeten meegeven. Dat is een positief project. Mijnheer Janssens, u zou doodgelukkig moeten zijn. (Applaus bij CD&V, de N-VA, Open Vld, sp.a en Groen)
Collega’s, er zijn mensen die van datgene wat we de voorbije dagen hebben uitgewerkt, gebruik willen maken om levensbeschouwing uit de scholen weg te krijgen. Ik denk dat mevrouw Meuleman daarnaar verwijst. Dat is natuurlijk een ander debat, en ik ben het daarmee niet eens. Mevrouw Meuleman, als u zegt dat ik dat onder de mat veeg omdat ik dat nog niet in de commissie heb geagendeerd, dan zeg ik u dat ik in de commissie niets te agenderen heb. Jullie agenderen in de commissie zelf. Als jullie agendapunten over levensbeschouwing en onderwijs willen toevoegen, dan ben ik uw eerste gesprekspartner om daarover te discussiëren.
Het hele luikje burgerschap is natuurlijk iets anders. Men zegt hier terecht dat burgerschap op dit ogenblik een vakoverschrijdende eindterm is. Het zit een beetje overal. Ik heb er mijn twijfels over of we dat vandaag op de goede manier doen. Ik denk wel dat het kader dat we nu hebben afgesproken en dat vanaf de komende maanden in een aantal scholen in Vlaanderen kan worden uitgerold om het uit te testen, een grote meerwaarde kan bieden. Het komt trouwens op een schitterend moment, want we zijn nu, binnen dit parlement, het debat aan het voeren over de eindtermen. Dus ja, mevrouw Gennez, mevrouw Meuleman en alle anderen, ik ben zeker bereid om het debat te voeren om er vakgebonden eindtermen van te maken of een pakket dat er overal moet komen, geen enkel probleem, maar dit staat volgens mij ook een beetje los van de hele discussie over de plaats van levensbeschouwing in ons onderwijs.
Collega’s, ik kan niet genoeg onderstrepen hoeveel belang ik hecht aan wat we nu zijn overeengekomen. En mocht u denken dat dit een pure communicatie is zonder veel voorbereiding, dan onderschat u de inspanningen van onze administratie om dit voor te bereiden. België was in zeer moeilijke omstandigheden gastland voor deze conferentie. U weet dat niemand die aanslagen kon voorzien. In de nasleep ervan was het niet zo evident voor veel ministers om bij ons te geraken. Het is allemaal goed verlopen en het heeft de eensgezindheid onder de aanwezigen alleen maar versterkt. Ik hoop dat we nu eensgezind en eendrachtig kunnen werken aan de implementatie van het pakket in onze scholen, van de allerkleinsten tot de allergrootsten.
Mevrouw Brusseel, in de media merkte u op dat we de opleiders niet mogen vergeten. Ik kan zelfs u geruststellen, mevrouw Brusseel: ze hebben meegewerkt aan dit project en ze worden mee betrokken bij de uitvoering ervan.
Dit parlement blijft om de hete brij heen kronkelen om toch maar niet de kern van het probleem te benoemen. Men blijft aan symptoombestrijding doen om toch maar niet de islam bij naam te moeten noemen als het gaat over moslimextremisme. Ondertussen tonen enquêtes uitgevoerd bij moslims in verschillende Europese landen dat zij de sharia, de koran boven onze wetten, boven onze samenleving en het samenleven plaatsen. Maar hier in het parlement houdt men vast aan oude recepten, zelfs aan socialistische recepten uit de 19e eeuw, als je mevrouw Gennez mag geloven.
Minister, heel de samenleving wil dat het parlement, dat de politiek nu met een waterkanon op moslimterroristen schiet, maar deze regering en dit parlement kiezen voor een waterpistool. Gefeliciteerd collega’s, u zaait daarmee de kiemen voor een volgende aanslag. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Ik zou toch iets minder negatief doen over de waarden die in de 19e eeuw onder andere in dit land werden neergeschreven, bijvoorbeeld in onze Grondwet. Mijnheer Janssens, het is een zeer interessant werkstuk, zelfs voor mensen die niet houden van België. Het is gekopieerd in 48 landen. Onze grondwaarden staan erin. Misschien moeten we daarover eens een discussie voeren. De waarden die daarin staan, moeten we uitdragen. De waarden van een liberale democratie moeten we elke dag uitdragen. (Opmerkingen)
Het gaat niet over partijpolitiek, maar over waarden. Minister, daarom zult u aan onze fractie een heel sterke bondgenoot hebben om dit uit te voeren.
Minister, ik maak mij nog ongerust over één zaak, het thuisonderwijs. Ik kijk onder andere naar de burgemeester van Mechelen, die daarover al verschillende keren het woord heeft gevoerd. Het betreft een kleine, maar groeiende groep jongeren. Zij zullen die niet meekrijgen. Daarover moeten we ons zorgen maken. Een stukje van het thuisonderwijs heeft toch wel zeer nefaste gevolgen voor een aantal zaken rond radicalisering. Dat is al meerdere keren aangetoond en ook meerdere keren aangeklaagd in dit parlement. (Applaus bij Open Vld)
De actuele vragen zijn afgehandeld.