Vorig jaar keurde het Vlaams Parlement een resolutie goed, waarin de Vlaamse Regering werd opgeroepen de regels met betrekking tot de toegankelijkheid van gebouwen uit 2009 aan te passen. Uit een evaluatie in 2019 bleek immers dat die regels wel sensibiliseren, maar nog te weinig concrete impact hebben. Welke bijsturingen komen er om gebouwen toegankelijker te maken? Bevoegd minister Zuhal Demir kreeg er enkele vragen om uitleg over in de Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie.

Blijf op de hoogte van nieuws van het Vlaams Parlement

Positieve geluiden over nieuwe conceptnota

De Vlaamse Regering stelde een conceptnota op om de reglementering voor de toegankelijkheid van gebouwen aan te passen. Commissielid Inez De Coninck (N-VA) was alvast verheugd met de inzet van de Vlaamse Regering: “Ik ben tevreden en zeer positief dat de Vlaamse Regering aan de slag is gegaan met onze resolutie, die ik samen met collega Vande Reyde, collega Rombouts en nog een aantal collega’s uit de meerderheid, vorig jaar heb opgesteld omtrent een betere toegankelijkheid van het publieke domein en de publieke gebouwen.” Ze lichtte de problematiek verder toe, waarbij ze aanstipte dat iedereen recht moet hebben om op een autonome en gelijkwaardige manier deel te nemen aan het maatschappelijke leven.

Inter, het Vlaams Expertisecentrum Toegankelijkheid, evalueerde de bestaande regels in 2019. Volgende problemen kwamen onder andere aan het licht: er is onvoldoende kennis over de toepassing van de regels en te weinig controle over de uitvoering ervan, men stoot vaak op problemen over de toegankelijkheid wanneer het een renovatieproject betreft en het moeilijke evenwicht tussen toegankelijkheid en economische belangen bij bouwprojecten. Inez De Coninck vroeg de minister dan ook hoe de nieuwe conceptnota hieraan tegemoet komt.

“Op welke manier zult u er, samen met minister Somers, voor zorgen dat de toegankelijkheid op het terrein effectief en echt verbetert? En welke partners zult u betrekken om deze doelstellingen te realiseren?”, wou ze nog van de minister weten.

Ook in het kamp van Maurits Vande Reyde (Open Vld) waren er niets dan positieve geluiden te horen. Hij vindt het een goede zaak dat de toegankelijkheid serieus wordt genomen en dat er lessen worden getrokken uit de evaluatie door Inter. Hij vroeg zich wel af welke timing de minister voor ogen heeft om de doelstellingen van de nieuwe conceptnota te verwezenlijken. “Hopelijk is dat deze legislatuur”, gaf hij aan.

In de conceptnota krijgt het expertisecentrum Inter een groter takenpakket. Zo zal het bijvoorbeeld moeten oordelen over aanpassingen volgens de toegankelijkheidsnormen. “Ik heb begrepen dat het over ongeveer 2000 dossiers per jaar zou gaan. Is Inter hierop voorzien, of voorziet u een versterking van Inter?”, wou Maurits Vande Reyde weten.

Volgens hem is het opzet van de conceptnota praktische oplossingen te voorzien om de toegankelijkheid te verzekeren, zelfs wanneer er niet exact aan de toegankelijkheidsregels kan worden voldaan. “Denkt u dat dit systeem voldoende rechtszekerheid biedt?”, wou hij nog weten.

Minister wil wetgevend kader bijsturen

Bij minister Zuhal Demir klonk er duidelijke taal: “De overheid moet het goede voorbeeld geven bij gebouwen van de overheid zelf, zoals gemeentehuizen en sport- en cultuurcentra, en zorgen voor maximale toegankelijkheid.” Daarnaast wil ze ook dat gebouwen die worden gesubsidieerd door de Vlaamse overheid maximaal aan de toegankelijkheidsnormen voldoen. Daar moet natuurlijk een regelgevend kader voor komen. “De komende weken en maanden gaan collega Bart Somers, minister van Gelijke Kansen, en ikzelf deze principes verder verankeren in de regelgeving. Dat omvat twee verschillende trajecten: de aanpassing van de toegankelijkheidsregels en bijsturingen in de procedure voor omgevingsvergunningen”, zei de minister.

Wat betreft de toegankelijkheidsregels benadrukte de minister dat er nog te veel gebouwen door de mazen van het net glippen. Daarnaast wil ze nieuwbouw strenger behandelen dan verbouwingen en moet er de nodige ruimte zijn voor pragmatiek. Zo moet er volgens de minister bijvoorbeeld bij beschermd erfgoed een compromis worden gevonden tussen de toegankelijkheid van het gebouw en de bescherming van het erfgoedkarakter.

De minister wil ook de procedure voor omgevingsvergunningen aanpassen, waarbij elke vergunning een toegankelijkheidsverslag moet bevatten, uitgegeven door een erkend verslaggever. Zo wil ze vroeg in het proces de nodige nadruk leggen op toegankelijkheid. Enkel wanneer een aanvrager van een vergunning wil afwijken van de toegankelijkheidsregels zal er een advies van Inter nodig zijn. “Eens de juridische grond er is, zal Inter toegankelijkheidsverslaggevers opleiden en erkennen. Uiteraard kan dat bijvoorbeeld ook de architect zijn die zo’n opleiding kan volgen”, gaf de minister aan.

Qua timing wil de minister tegen juni landen met een eerste ontwerp voor een aangepaste set aan regels. Ze zal daarvoor samenwerken met minister Bart Somers, bevoegd voor Gelijke Kansen. “Een toegankelijke omgeving is essentieel voor mensen met een handicap. Het is trouwens tegelijk een win voor andere doelgroepen in de samenleving, zoals oudere mensen, maar ook eenieder die ooit met een buggy heeft rondgereden, zal vastgesteld hebben dat er nog veel werk aan de winkel is wat toegankelijkheid betreft”, zei ze nog.

Het debat in de commissie vond plaats op dinsdag 28 februari.

Herbekijk het volledige debat

Relevante thema's

Ruimtelijke ordening

Gelijke Kansen

Lees verder

Scroll naar boven