In december 2020 keurde de Vlaamse Regering een startnota goed voor een ondergrondse leidingstraat, met pijpleidingen, tussen de haven van Antwerpen, het Albertkanaal en het Ruhrgebied. Drie mogelijke tracés lagen op tafel. Na een onderzoek over de impact van de leidingstraat en gesprekken met experts, academici en middenveldorganisaties werd beslist het lopende ruimtelijk uitvoeringsplan stop te zetten. Hoe moet het nu verder? Bevoegd minister Zuhal Demir kreeg er twee vragen om uitleg over in de Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie.

Blijf op de hoogte van nieuws van het Vlaams Parlement

Wat stond er in de startnota?

Een leidingstraat is een zone waarin pijpleidingen gebundeld kunnen worden aangelegd. De startnota bevatte een ondergrondse leidingstraat tussen de haven van Antwerpen, het Albertkanaal en het Ruhrgebied. Hiervoor werd een reserveringsstrook van 45 meter breed en tientallen kilometers lang afgebakend. De impact van de drie mogelijke tracés van de leidingstraat op de omliggende woningen, bedrijven en natuur werd nauwgezet onderzocht. Maar gesprekken met experts, academici en middenveldorganisaties riepen het lopende gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplan (GRUP) een halt toe.

Vragen over stopzetting en heropstart GRUP

Commissielid Annick De Ridder (N-VA) vindt het dossier een belangrijke stap in de richting van het verduurzamen van de Antwerpse industrie. Zo’n pijpleiding kan volgens haar immers een belangrijke as worden om essentiële grondstoffen duurzaam te vervoeren. “Er worden op die manier veel vrachtwagens van de weg gehaald”, benadrukte ze. Nu het lopende GRUP werd stopgezet, stipte Annick De Ridder het belang van de verderzetting van het project aan. Ze had hierover volgende vragen voor de minister: “Kunt u meer duiding geven bij de overeenkomst die de industriële partners en wijzelf als havenbedrijf moeten opstellen? Wat zijn daar juist de verwachtingen van? Op welke timing mikt u? En kunt u het belang erkennen van een goed ingebedde leidingstraat voor de Vlaamse industrie, en dus ook voor de economie?”

Commissielid Chris Janssens (Vlaams Belang) uitte zich kritisch over de oorspronkelijke startnota, die volgens hem met een “gebrek aan democratisch overleg vanuit de Vlaamse Regering” tot stand kwam. Hij was dan ook niet verbaasd over de verontruste reacties van burgers en lokale besturen. “Enkele maanden later, in januari 2023, besliste de Vlaamse Regering plots dat het lopende planproces volledig zou worden stopgezet”, zei hij. Het is nu wachten op een ‘letter of intent’, of intentieovereenkomst, van de industriële partners, waaruit de intenties, de timing, het beheer en de financiële tussenkomst moet blijken. Daar knelt, volgens Chris Janssens, het schoentje: “We moeten vaststellen dat er opnieuw geen enkel voorafgaand overleg wordt gepleegd met de lokale besturen of met de potentieel getroffen Vlaamse bevolking.”

“Waarom wordt bij de heropstart niet voorafgaand geluisterd naar de stem van de lokale besturen en de getroffenen? En weet de Vlaamse Regering intussen al welke behoeften er zijn qua aantal pijpleidingen in deze leidingstraat, en vooral voor welke concrete producten er nood is aan dergelijk bulktransport via die leidingen?”, wou hij onder meer weten van de minister.

‘Letter of intent’ moet duidelijkheid scheppen

“Eén ding staat boven alles en dat is dat in het tracé dat men eventueel zou uitwerken, aan geen woningen moet worden geraakt”, gaf minister Zuhal Demir aan. Om die reden werd het lopende GRUP, dat voorzag in onteigeningen, volgens de minister stopgezet. De minister benadrukte het strategisch belang van de leidingstraat. In het Vlaamse regeerakkoord werd immers opgenomen dat de pijpleidingen de shift naar minder wegtransport kunnen ondersteunen. Daar voegde ze nog het volgende aan toe: “De oorlog in Oekraïne heeft ons ook duidelijk gemaakt dat permanent beschikbare strategische infrastructuur voor het aan- en uitvoeren van energie en grondstoffen meer dan essentieel is.”

Verder gaf de minister aan dat ze de bezorgdheid van de commissieleden deelt. Ze vindt het belangrijk dat er inspraak is van alle betrokkenen, maar eerst moet de ‘letter of intent’ er komen. Daar wil de minister vervolgens mee naar de lokale besturen en andere stakeholders. Haar administratie zal de gemeenten, de stakeholders en het middenveld van toelichting voorzien. Daarnaast zal er worden gepeild naar de huidige en verdere verwachtingen van de gemeentebesturen.

Over het soort stoffen zei de minister het volgende: “Het is duidelijk dat er nood is aan leidingen voor CO2 en verschillende vormen van waterstof.”  Dat zal volgens de minister bijdragen aan de verduurzaming van de haven van Antwerpen en het behoud van de Vlaamse industrie.

Het debat in de commissie vond plaats op dinsdag 14 februari.

Herbekijk het volledige debat

Relevante thema's

Ruimtelijke ordening

Energie

Lees verder

Scroll naar boven