De Vlaamse Regering zal meer dan 1,5 miljoen euro aan subsidies toekennen aan Housing Firstprojecten.  Dit zijn projecten die een duurzame oplossing bieden voor de meest kwetsbare groep dak- en thuislozen. Hiermee zouden er 150 à 200 daklozen van straat kunnen geholpen worden. Tijdens de vergadering van de Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding beantwoordde  bevoegd minister Wouter Beke alle vragen van de commissieleden over deze geplande investeringen.

Blijf op de hoogte van nieuws van het Vlaams Parlement

Eerst een dak, dan de rest

Mentale en fysieke aandoeningen, verslavingen...  Wie jarenlang op straat leeft, kamp vaak met verschillende gezondheidsproblemen. Wanneer iemand twee jaar of meer dakloos is en op straat leeft, spreken hulpexperten van 'chronische dakloosheid'. Die groep daklozen wordt binnen de hulpverlening beschouwd als de meest kwestbare. Door hun lange verblijf op straat, raken chronisch daklozen namelijk geïsoleerd en belanden ze vaak aan de rand van de samenleving. De stap naar reïntegratie in de samenleving is dan groot, maar daar zou 'Housing First' binnenkort wel eens grote verandering in kunnen brengen.

Housing First is een nieuwe praktijkmethode met een duidelijk uitgangspunt: een woning is de eerste stap naar reïntegratie. Via Housing Firstprojecten worden chronisch daklozen dus eerst gehuisvest.  Daarna worden ze tijdens hun verblijf  medisch en psychologisch opgevolgd door een  gespecialiseerd team. Het recept boekte in het buitenland al mooie resultaten, maar ook de eerste proefprojecten in eigen land beloven veel goeds.

Ik denk dat iedereen ervan overtuigd is dat Housing First echt wel een mooi project is. We kunnen dat alleen maar verder toejuichen en vooral ook voortzetten met de bijkomende investeringen.
Commissielid Maaike De Rudder (CD&V)

Hoge verwachtingen

Hoewel Housing First een nog nieuwe methode is, wordt er heel wat positiefs van verwacht. De resultaten van de eerste proefprojecten spreken namelijk boekdelen. “Sinds de start van de eerste proefprojecten zijn er al 855 mensen die permanent de straat hebben kunnen verlaten dankzij dergelijke projecten”, stelde commissielid Maxim Veys tijdens de vergadering vast. Zowel hij als alle andere commissieleden reageerden dan ook positief op de 1,57 miljoen euro die minister Beke het komende jaar zal uittrekken voor Housing First. "Ik denk dat iedereen ervan overtuigd is dat Housing First echt wel een mooi project is. We kunnen dat alleen maar verder toejuichen en vooral ook voortzetten met de bijkomende investeringen”, besloot Maaike De Rudder (CD&V).

Dat de resultaten van Housing First veelbelovend zijn, werd nog duidelijker toen minister Wouter Beke aangaf dat volgens recent onderzoek 90 procent van de begeleide personen zijn woonst na twee jaar begeleiding behoudt. “Ik kies er dan ook voor om een verdere impuls te geven aan het inzetten van deze methodiek binnen de aanpak van dak- en thuisloosheid in Vlaanderen, aldus minister Beke. Concreet zullen er dankzij zijn aangekondigde investering zo’n 150 à 200 mensen begeleid kunnen worden.

Dit sterkt mij in de overtuiging dat we hiermee de juiste weg ingeslagen zijn
Minister Wouter Beke

Vragen aan de minister

Hoe wordt de koek verdeeld?

Hoewel de commissieleden de geplande 1,75 miljoen euro voor toekomstige House Firstprojecten warm onthaalden, hadden ze toch enkele vragen voor minister Beke. Zo vroeg Katja Verheyen (N-VA) naar de verdeelsleutel van de som: ‘Hoe gaat u de middelen specifiek inzetten en ervoor zorgen dat deze billijk over de verschillende provincies worden verdeeld?” Hierop antwoordde de minister dat alles proportioneel zal verdeeld worden. Hij zal hierbij rekening houden met het aantal inwoners per provincie, een aantal kwetsbaarheidsindicatoren en de hoeveelheid middelen waarover elke provincie al beschikt.

Voldoende overleg tussen en binnen de niveaus?

Door extra te investeren in Housing Firstprojecten, zet Vlaanderen volgens de minister een stap in de goede richting. Het bewijs daarvoor? De aangekondigde investeringen in House Firstprojecten van Meryame Kitir, federaal minister bevoegd voor Grootstedenbeleid. “Dit sterkt mij in de overtuiging dat we hiermee de juiste weg ingeslagen zijn”, aldus de minister. Hierop pikte Katia Verheyen in: “Ik hoop oprecht dat wij alle initiatieven met het federale niveau goed op elkaar afstemmen en dat we zeker niet dubbelop werken. Want dat kan niet de bedoeling zijn.” Daarom vroeg ze of er al overleg plaatsvond tussen het Vlaamse en federale niveau, wat de minister vervolgens bevestigde.

Hoe zit het dan met het overleg hierover binnen het Vlaamse niveau? ‘Is deze maatregel overlegd met het kabinet van minister Diependaele (Vlaams minister van Wonen red.)?’, vroeg Maxim Veys aan minister Beke. Hierop antwoordde de minister dat hij een overleg inplant met ministers Diependaele en Bart Somers (Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen). Samen met hen zal hij de lokale besturen en huisvestingsactoren oproepen om samen te werken met de Centra voor Algemeen Welzijn (CAW’s). Op die manier zullen lokale besturen en huisvestingsactoren zelf kunnen bepalen welke woningen voor Housing Firstprojecten ingezet kunnen worden. 

Webinar voor lokale besturen?

Ten slotte deed Maaike De Rudder (CD&V) nog een suggestie. De lokale besturen zijn volgens haar heel enthousiast over de extra investeringen voor House Firstprojecten, maar hebben nog enkele praktische vragen. Daarom stelde ze voor om een webinar te organiseren waarbij de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) de lokale besturen informeert. Dit vond de minister een goed idee.

Herbekijk dit stuk van de vergadering

Relevante thema's

Armoedebeleid

Gezondheid

Welzijn en Gezin

Lees verder

Scroll naar boven