Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het advies van de Vlaamse Scholierenkoepel betreffende de hoge schoolkosten
Actuele vraag over het adviesrapport van de Vlaamse Scholierenkoepel inzake de schoolkosten
Actuele vraag over de bevraging door de Vlaamse Scholierenkoepel over schoolkosten
Verslag
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Collega’s, ik ben vorige week een dagje terug naar de klas geweest op uitnodiging van de Vlaamse Scholierenkoepel. Ik heb de hele dag meegelopen met leerlingen vierde middelbaar economie-wiskunde. Dat was best een confronterende ervaring. Ten eerste, alle begrip voor het feit dat de verwarming een graadje lager moet en het raam open voor ventilatie. Ik kan u zeggen dat ik het echt koud heb gehad. Wat me daarnaast is bijgebleven, is dat de leerlingen me vertelden dat de prijs voor schoolmaaltijden in de refter de voorbije jaren gestegen is van 3 euro en zoveel naar 7 euro en zoveel, met als gevolg dat de refter voor de warme maaltijden ondertussen ongeveer halfleeg was.
Het gaat niet alleen over de schoolmaaltijden. Dat blijkt uit de bevraging van de Vlaamse Scholierenkoepel. De prijzen voor kopieën, voor dure invulboeken die daarna amper nog worden gebruikt, zijn alleen maar gestegen, en dan zwijg ik nog over de gratis laptops die in de praktijk helemaal niet zo gratis zijn gebleken. Ik ken scholen die daarvoor 400 euro aanrekenen op de schoolfactuur. Dat is veel geld.
Ik moet er geen tekeningetje bij maken dat de schoolfactuur voor steeds meer ouders echt een probleem wordt, zeker op het moment dat de energiefactuur torenhoog is en de winkelkar zoveel duurder is geworden. Sommige richtingen worden onbetaalbaar. Lassers, bakkers, slagers: dat zijn richtingen die 2000 tot 2500 euro kosten. Dat zijn bedragen die hardwerkende Vlamingen, die het beste willen voor hun kinderen, zich gewoon niet kunnen permitteren, terwijl we die lassers, bakkers en slagers zo hard nodig hebben op de arbeidsmarkt.
Minister, leg mij eens uit waarom u weigert die ouders te helpen om de schoolfactuur te betalen. (Applaus bij Vooruit en van Jos D’Haese)
De heer Laeremans heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, ik citeer even uit een recente brief aan de ouders van een scholier. “Na een wandeling van ongeveer drie kwartier worden we verwacht in de vzw Foyer Molenbeek voor een workshop rond fake news. Na het middageten bezoeken we het MigratieMuseum. (…) De kostprijs van de uitstap wordt verrekend via de schoolrekeningen.”
Los van de vraag of dit een zinvolle uitstap is, stel ik vast dat de ouders niet vernemen hoeveel ze moeten betalen. Dat is een verrassing. Wellicht zal het geen 100 à 132 euro zijn, zoals het nieuwe capaciteitstarief dat de gezinnen volgend jaar in de maag gesplitst krijgen, maar voor mensen die moeite hebben om de eindjes aan elkaar te knopen, is het toch weer bang afwachten.
We vonden het dan ook meer dan terecht dat de Vlaamse Scholierenkoepel deze week aan de alarmbel trok. Er is inderdaad veel onduidelijkheid over de schoolkosten. Er is een serieuze toename en de verschillen tussen scholen zijn vaak erg groot.
Ik heb dat zelf jaren geleden al kunnen ervaren met één zoon in Brussel en een andere zoon in Kapelle-op-den-Bos in dezelfde ASO-studierichting. De kostprijs lag in de ene school zeker 50 procent hoger en dat was bij elke factuur weer het geval. In het basisonderwijs werden die grote verschillen intussen afgevlakt door de invoering van de maximumfactuur en dat werkt daar. We horen daar toch ook geen klachten over. In commissie hebben we er al herhaaldelijk voor gepleit om dat nu ook door te trekken naar het secundair onderwijs, wat nu ook expliciet wordt gevraagd door de Vlaamse Scholierenkoepel, het Netwerk tegen Armoede, de Gezinsbond, enzovoort. Minister, u weet zeer goed dat de stijgende schoolkosten voor heel wat ouders en kinderen problematisch worden en dat het nodig is om die in toom te houden. Bent u dan nog altijd niet bereid om ten minste al voor de eerste graad na te gaan of een maximumfactuur daar niet kan worden ingevoerd? Dank u. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer De Witte heeft het woord.
Jongeren zonder boeken in de klas, jongeren die niet kunnen meegaan met schoolactiviteiten, jongeren die veranderen van richting omdat het pendelen veel te duur is geworden, jongeren die geen rapport krijgen omdat er nog openstaande schoolfacturen staan … Collega’s, dit is Vlaanderen anno 2022, en de Vlaamse Scholierenkoepel trekt terecht aan de alarmbel. De prijs voor het onderwijs lag al tussen 1000 en 1500 euro per leerling per jaar en die prijs schiet nu verder de hoogte in, door de hogere energiekosten, door Digisprong, met, minister, de zogenaamde gratis laptops waar scholen dan uiteindelijk toch moeten voor betalen, en door de onvolledige indexering van de middelen die het middelbaar onderwijs krijgt waardoor ze eigenlijk de stijgende facturen doorsturen naar de ouders, naar de leerlingen.
De gezinnen, minister, zeggen dat ze dit niet meer kunnen betalen. Trop is te veel. U zegt dan altijd dat het onderwijs niet alle problemen van de samenleving kan oplossen. Natuurlijk kun je niet alle problemen van de samenleving oplossen maar kinderen zonder schoolboeken, kinderen die geen diploma krijgen door openstaande schoolfacturen, kinderen die van richting veranderen omdat het, waar ze zitten, te duur is, dat zijn, minister, kerntaken van het onderwijs en dat moet u wel oplossen. Want anders wordt onderwijs een voorrecht en geen recht en u moet garanderen dat dat een recht blijft. Dat is essentieel.
Minister, de Vlaamse Scholierenkoepel legt heel concreet een tiental maatregelen op tafel. Ik ga u vragen of u die eerste maatregel die zeer eenvoudig is, wilt onderschrijven, namelijk de bevriezing van de schoolkosten naar volgend jaar. Dat is zeer simpel en lijkt me heel redelijk in deze zware koopkrachtcrisis. Mijn vraag is dus heel concreet of u die eis gaat onderschrijven. (Applaus bij de PVDA)
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Collega’s, minister, voorzitter, ik denk dat ik niet hoef te benadrukken dat het onderwijs, net zoals andere sectoren, onder een heel sterke financiële druk staat. Maar we moeten er allemaal voor zorgen dat de leerling niet het kind van de rekening wordt, de rekening van de hoge energiefacturen, de rekening van de hoge materiaalkosten. Ik wil starten, minister, met toch iets positiefs. Onze fractie is zeer tevreden dat er extra middelen vrijgemaakt worden in het programmadecreet om die energiekosten te dragen, om die materiaalkosten binnen onderwijs het hoofd te bieden. Maar toch trekt de Vlaamse Scholierenkoepel aan de alarmbel en zegt hij dat hij ziet dat de schoolrekening altijd maar stijgt.
Vanuit de cd&v-fractie willen we onze ogen niet sluiten, minister, maar we vertrekken altijd van één uitgangspunt, namelijk dat elk kind, elke leerling de school of de richting moet kunnen kiezen die past bij zijn of haar interesses of talenten en dat dat niet afhankelijk mag zijn van de portemonnee van de ouders. Soms wordt de maximumfactuur voorgesteld, collega’s, als het ideale middel maar ik denk dat een aantal mensen toch niet het volledige plaatje bekijken. Binnen die maximumfactuur worden, bijvoorbeeld, de vervoersonkosten en de maaltijden niet vervat. Of, als we kijken naar de invoering van de maximumfactuur in het basisonderwijs, zien we dat daar tegenover ook een hoge stijging van de werkingsmiddelen stond.
Gelijk wat we doen, collega's, de factuur moet worden betaald, door gelijk wie. En we willen onze ogen niet sluiten, maar we willen wel een gamma van voorstellen presenteren. Dat gaat over de maximumfactuur, maar ook over een differentiatie van de schooltoeslag, afhankelijk van de studierichting die het kind volgt, of een differentiatie van de financiering van de werkingsmiddelen volgens de studierichting. Maar gelijk wat we doen, collega's, er zullen middelen moeten worden voorzien. Wat ons betreft, maken we de keuze om die doelmatig en zo efficiënt mogelijk in te zetten.
Minister, bent u bereid om een ruimer debat aan te gaan waarbij we bekijken hoe we die middelen voor onderwijs zo efficiënt en doelmatig mogelijk kunnen inzetten, zodat elk kind recht heeft op goed onderwijs?
Minister Weyts heeft het woord.
Welja, goedemiddag, de resultaten en het pleidooi dat wordt gehouden, verbazen mij niet. In tijden van mediawijsheid kunnen we misschien wel een tikje nuance aanbrengen. Het gaat om een onlinebevraging bij 581 scholieren op 1,2 miljoen leerlingen, dat moet je misschien ook weergeven.
Maar het verbaast natuurlijk niet dat het pleidooi ter zake opgang maakt. Scholen zijn geen eilanden in de samenleving. Als het leven duurder wordt, wordt het leven ook duurder voor de scholen, dat is evident. Maar alle scholen en leerkrachten plooien zich ook dubbel om de schoolfactuur betaalbaar te houden.
Er wordt hier van alles geïnsinueerd. Mijnheer De Witte, wat u hier allemaal durft te zeggen, dat scholen nagenoeg malafide facturen doorschuiven richting de ouders. Nee, van overheidswege begeleiden wij zelfs scholen. We investeren jaarlijks 300.000 euro om ervoor te zorgen dat school ook worden begeleid met betrekking tot het zo betaalbaar mogelijk maken van hun schoolaanbod.
En ja, wij hebben wel regels, hoor. Ten eerste is er een bijdrageregeling die moet worden opgenomen in het schoolreglement. En daar kan niet aan worden gemorreld. De facto is dat een bevriezing, want dat geldt voor het volledige schooljaar. En wanneer een school daar wijzigingen in wil aanbrengen, kan dat enkel in geval van een consultatie van de schoolraad.
Ten tweede, wanneer desgevallend facturen niet kunnen worden betaald, moet er altijd een gespreide betaling worden aangeboden.
Ten derde, de heer De Witte heeft verschillende keren gezegd dat diploma's niet worden afgeleverd vanwege openstaande facturen. U mag mij in uw repliek zeggen over welke school het gaat, want dat is decretaal verboden. Maar u hebt dat hier twee keer gezegd. Het zijn verdachtmakingen. Ik hoor dan ook graag van u over welke scholen in kwestie het gaat. Want ik moet maar vaststellen dat scholen en leerkrachten echt wel inspanningen doen om de factuur betaalbaar te houden.
En wil ik het fundamentele debat aangaan? Jazeker, dat ga ik nooit uit de weg. En voor sommigen – links en het Vlaams Belang, dat elke dag linkser wordt – gaat het dan inderdaad over de maximumfacturen. Eerlijk gezegd ben ik er zelf geen voorstander van. Waarom? Dat wil zeggen dat je dan voor elke opleiding een verschillend inschrijvingsbedrag moet vragen, waarbij de facto de bso- en tso-opleidingen zichzelf uit de markt zullen prijzen. Want wiskunde-wetenschappen is goedkoper dan een kappersopleiding en dan een slagersopleiding. Die zullen zich dus uit de markt prijzen.
Ten tweede, er zijn dan verschillen tussen leerlingen in eenzelfde klas die niet volledig dezelfde opleiding volgen, maar wel in dezelfde klas zitten. Qua gelijkheid is dat dus toch wel een opmerkelijk voorstel van links of verenigd links. (Gelach)
Ten derde, het is een selffulfilling prophecy, in de zin dat je de scholen dan ontslaat van enige inspanning en dat je geen incentive meer geeft om net die schoolfacturen te gaan drukken, aangezien het gewoon een vast bedrag is.
Ten vierde, de maximumfactuur blijft een factuur. Daarmee los je toch niets op. Het is een factuur die betaald moet blijven worden.
Ten vijfde, mijnheer Laeremans verwees naar de omstandigheid dat scholen verschillen. Ja, dat is ook zo. En dat is toch maar goed ook, nietwaar? We hebben het toch altijd over onderwijsvrijheid en over het gegeven dat scholen mogen verschillen, dat zij een verschillende populatie hebben, dat zij verschillende doelstellingen hebben en dat ze verschillende pedagogische visies hebben. Wat gaan we dat dan allemaal ‘gleichschalten’? Dat zou ik toch ook niet doen.
Dat zijn argumenten voor mij om niet die weg op te gaan. Er zijn maatregelen te bedenken die geen ongelijkheid veroorzaken en toch doelmatig zijn. Ik ben er voorstander van om de schooltoeslag en/of het groeipakket rechtstreeks over te maken aan de scholen. Want ze zijn, zeker in het geval van de schooltoeslag, bedoeld om in het kader van de schoolopleiding te besteden. Zo zorgen we ervoor dat de middelen zeker terechtkomen bij de schoolopleiding, waarvoor ze bedoeld zijn. Dat is inzake doelmatigheid absoluut de te bewandelen weg. Daarbij ga je geen verschillen veroorzaken en geen discussies. Je geeft geen aanleiding tot het zichzelf uit de markt prijzen van tso en bso.
Blijven we ondertussen doof en blind? Nee, deze Vlaamse Regering doet ook een ongelooflijke budgettaire inspanning om in te grijpen op de energiefactuur. Daarbij geldt opnieuw: doelmatig handelen. Daarom doen we dat via de scholen. 130 miljoen euro bezorgen we rechtstreeks aan de scholen in functie van het betaalbaar houden van de energiefactuur, en dus van de schoolfactuur voor de ouders. In december 2022 gaat het om 65 miljoen euro, en de andere helft van het schooljaar volgt er nog eens 65 miljoen euro.
Daarbovenop maken we de keuze specifiek voor bso en tso. We reserveren 10 miljoen euro voor bso- en tso-opleidingen. In tegenstelling tot maatregelen die erop neerkomen dat bso en tso-opleidingen uit de markt worden geprijsd, gaan we heel specifiek voor die opleidingen, die per definitie ook energie-intensiever zijn, tussenkomen op korte termijn. Voor de lange termijn hebben we 100 miljoen euro ter beschikking om te investeren in energiebesparende maatregelen. U kunt niet zeggen dat dit te weinig of te laat is. 130 miljoen euro betekent een serieuze inspanning.
Er komt dan ook nog eens 100 miljoen euro in functie van de langere termijn. Zoals ik al eerder heb gezegd, wil ik mezelf niet ontslaan van het debat over de iets langere termijn. Maar dan moeten we wel spreken over doelmatigheid en over een efficiënte besteding van de middelen. We moeten ervoor zorgen dat de middelen daar toekomen waar ze bedoeld zijn. We spreken dan minstens over de rechtstreekse bezorging van de schooltoeslag en het groeipakket aan de scholen. Zo zorgen we voor een sterke ingreep op de verlaging van de schoolfactuur. (Applaus bij de N-VA)
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Minister, het is nu al twee legislaturen dat deze Vlaamse Regering zweert bij een kostenbewust beleid, maar ondertussen zien ouders hun schoolfacturen alleen maar stijgen. Geef nu toch eindelijk eens toe dat het niet werkt. Het gevolg is dat sommige ouders wier kinderen bakker, beenhouwer of lasser willen worden, geen andere keuze hebben dan hun kinderen in te schrijven in een goedkopere richting. Dat is toch verschrikkelijk, in eerste instantie voor de kinderen. Maar het is ook verschrikkelijk voor ons allemaal. Want we hebben ze keihard nodig. En dat terwijl we allemaal weten dat er een oplossing is: een maximumfactuur, een prijsplafond voor de kosten die mogen worden doorgerekend aan ouders, ook in het secundair onderwijs. En, uiteraard, ook extra werkingsmiddelen voor scholen, zodat men alle materiaal dat nodig is om een diploma te halen, krijgt van de school. Dat moet het principe zijn, voor theoretische en voor praktische richtingen. En dat werkt in het basisonderwijs. U wilt er niet van weten. We hebben die discussie al tot in den treure gevoerd.
Vandaag wil ik u vragen of u ten minste niet wilt nadenken over het voorstel van de Vlaamse Scholierenkoepel om de schoolkosten voor volgend schooljaar te bevriezen, met extra werkingsmiddelen voor de scholen, zodat ze het kunnen betalen. (Applaus bij Vooruit en Groen)
De heer Laeremans heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw antwoord. U schermt met onderwijsvrijheid, en wij scharen ons daar ook achter. Maar op onderwijsvrijheid mag een sociale correctie niet ontbreken. U noemt dat nu links, maar ik vind dat sociaal.
Aanvankelijk was er ook verzet tegen de maximumfactuur in het basisonderwijs. Dat is ondertussen al meer dan tien jaar geleden, denk ik, maar ik hoor toch geen enkele partij ervoor pleiten om die maximumfactuur daar weer af te schaffen. Dat zou toch secundaire scholen verplichten om beter na te denken over hoe zij structureel een kostenbewust beleid kunnen voeren. Op die manier ga je dus elke uitstap, elk extra boek of elke extra factuur kritischer bekijken.
Minister, ik wil u nog een vraag stellen over SONO. Want u doet wel een beetje denigrerend over het beperkt aantal reacties op de enquête van de Vlaamse Scholierenkoepel, maar die schoolkostenonderzoeken die professioneel gebeuren, in het kader van SONO, dateren ondertussen al van het schooljaar 2018-2019. En ondertussen hebben we een torenhoge inflatie, en bijkomend toch ook die Digisprongkosten. Gaat u daar nu onderzoek voor uitschrijven, zodat we ook echt de werkelijke financiële gevolgen van onder meer Digisprong voor de leerlingen en hun ouders in kaart kunnen brengen?
De heer De Witte heeft het woord.
Minister, ik had gehoopt dat u het rapport van de Vlaamse Scholierenkoepel toch had bekeken. Het zijn maar een tiental bladzijden, maar als u dat rapport had bekeken, dan had u zelf kunnen lezen dat de Vlaamse Scholierenkoepel zegt dat er scholen zijn die rapporten – ik heb wel degelijk rapporten gezegd, geen diploma’s – weigeren vanwege openstaande schoolfacturen. Ja, inderdaad. (Opmerkingen van minister Ben Weyts)
Maar hebt u het rapport gelezen, of niet? Ik heb dat rapport niet gemaakt, minister. U doet er denigrerend over, maar het is de Vlaamse Scholierenkoepel die een rapport maakt, en die letterlijk zegt: “Verhalen van leerlingen die omwille van een onbetaalde schoolrekening hun rapport niet ontvangen zijn helaas niet uitzonderlijk.” Ik vind dat schrijnend. Ik vind dat schrijnend, minister. U kunt daarmee lachen, maar ik lach daar niet mee.
Minister, het probleem is dat u allemaal maatregelen opsomt – ik zeg niet dat u niets doet – maar dat het te weinig is. Het probleem is dat de armoede toeneemt en dat jongeren daarvan het slachtoffer zijn. Dat is het feit. Het zijn geen experten, geen vakbonden, of het is niet de oppositie die dat zegt. Dat zeggen de jongeren zelf, de jongeren zelf die bevraagd worden door de Vlaamse Scholierenkoepel.
Er moet meer gebeuren, en zij geven een lijst van meer dan tien maatregelen. Ik heb u één maatregel voorgelegd en gevraagd wat u daarmee gaat doen. U antwoordt daar niet op. Ik geef u twee andere maatregelen. Er is het goedkoper maken van het openbaar vervoer. Dat is een pak goedkoper in Brussel, zo’n tien keer goedkoper. Als het daar kan, waarom dan hier niet? En er is het verbieden van incassobureaus, die via een zekere schuldindustrie die facturen nog verder gaan verhogen. Wat gaat u daarmee doen? (Applaus bij de PVDA)
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw antwoord. Het debat aangaan om de middelen in onderwijs doelmatig in te zetten? Daar zeggen wij zeker ja op. Een voorstel is om die schooltoelagen te differentiëren. Ik denk dat het geen goed idee is om die rechtstreeks naar de scholen toe te zenden, al was het maar omdat je op die manier ook geen kostenbewust beleid stimuleert.
En ja, de domme kosten waar de scholieren het over hebben moeten worden aangepakt. Ik denk dat dat net kan via de participatie van die jongeren, door in overleg te gaan over die kosten. Ten tweede denk ik ook dat er heel veel goede voorbeelden zijn, en ze worden ook aangehaald door de Scholierenkoepel, over hoe er kostenbewust beleid gevoerd wordt. Als je het onderzoek naar de maximumfactuur bekijkt die al ingevoerd is in het basisonderwijs, dan zie je daar dat die kosten die zelfs niet in die maximumfactuur vervat zitten, ook gedaald zijn. Dus ik hoop ook dat ingezien wordt dat scholen echt wel heel veel inspanningen doen.
Ik denk dat de Vlaamse scholieren inderdaad gelijk hebben dat we incassobureaus moeten verbieden op scholen. Maar heel specifiek vraag ik u, minister, hoe we die scholen nog veel meer kunnen ondersteunen om een kostenbesparend beleid te voeren.
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
De stijgende schoolkosten baren ook onze fractie zorgen. De scholen doen inderdaad al heel wat inspanningen. Wij erkennen dat ook als fractie. Maar ik zou van de scholen toch blijvende aandacht willen vragen voor de drie volgende punten. Ten eerste: voer een duidelijk en transparant, kostenbewust beleid. Voorzie ook in mogelijkheden voor gespreide betalingen, zodat ouders aan het begin van het schooljaar niet voor verrassingen komen te staan. Ten tweede: ga in dialoog met de ouders indien ze de facturen niet kunnen betalen en schakel indien nodig ook de hulp van het OCMW in. Ten derde: beperk het gebruik van invulboeken, in combinatie met de laptop, tot het absolute minimum.
Ik wil er ook op wijzen dat ‘gratis’ niet bestaat. Ik hoor het graag zeggen: gratis schoolmaaltijden hier, gratis vervoer daar. Maar ‘gratis’ betekent eigenlijk dat je de factuur gewoon doorschuift naar diezelfde leerlingen. Het klinkt allemaal heel mooi, maar dat strookt eigenlijk niet met de realiteit.
Ik sluit af met een vraag. Minister, bent u bereid het gesprek aan te gaan met het onderwijsveld over het belang van tijdige en duidelijke communicatie over de schoolkosten naar de ouders, zodat zij bij het begin van het schooljaar weten waar ze aan toe zijn?
De heer De Gucht heeft het woord.
Ik denk dat iedereen bezorgd is over die stijgende schoolkosten. Nu staan er in die adviezen inderdaad bijzonder nuttige zaken die we eigenlijk ook al verschillende keren besproken hebben. Ik begrijp dat het niet eenvoudig is om dat van de ene op de andere dag allemaal aan te passen, ook voor de leerkrachten niet, maar we zouden toch moeten bekijken op welke manier we er inderdaad voor kunnen zorgen dat de invulboeken – waarvan we zeggen dat ze educatief niet goed zijn – blijvend gebruikt worden naast de laptops en dat we inzetten op de digitalisering. Ik denk dat het heel belangrijk is om dat te doen.
De socialisten hebben in de jaren 90 een boterhammentaks ingevoerd, minister. Misschien kunt u dat, aangezien u daarjuist gezegd hebt dat u tegen het linkse beleid bent, afschaffen en ervoor zorgen dat mensen niet hoeven te betalen om hun eigen boterhammen op te eten in een refter tijdens de middag.
Verder hebt u ook gezien dat de schoolmaaltijden stijgen. Maar als u een gecoördineerd beleid voert rond warme schoolmaaltijden op elke school die gratis zijn voor diegenen die het thuis moeilijk hebben, dan ben ik ervan overtuigd dat we een heel eind verder zijn.
Ten slotte vind ik dat je enorm moet opletten met een maximumfactuur. Want als je een maximumfactuur invoert, zie je dat er heel veel leerlingen zijn die vroeger via de school met bepaalde zaken in contact kwamen die dat vandaag niet meer doen om de eenvoudige reden dat de school het niet meer organiseert en dat de ouders niet de mogelijkheden hebben om die zaken te doen. Ik denk dus dat je daar enorm mee moet opletten. Daarnaast is er nog de discussie over de maximumfactuur in de beroepsopleiding, maar daarover zullen we het hebben in de commissie. (Applaus van Gwendolyn Rutten)
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
De Scholierenkoepel doet een bevraging bij 600 scholieren en de vzw Krijt deed in het begin van het schooljaar ook al een onderzoek, de Boekencheck, in 51 scholen. Ik stelde u daar een schriftelijke vraag over. Het eerste wat u mij antwoordde, is: “Dat is niet wetenschappelijk onderbouwd. Dat is niet representatief.” Maar als u al die bevragingen wegwuift en weigert te zien dat die schoolkosten stijgen, minister, welk onderzoek dat wel wetenschappelijk onderbouwd is doet u dan zelf? Of zijn die schoolkosten geen prioriteit voor u?
Ik stelde nog een tweede schriftelijke vraag over die eerste bevraging van de vzw Krijt. Ik vroeg of u een maximumfactuur wilt invoeren. Dan antwoordt u: “De opleidingen zijn te uiteenlopend om een goed onderbouwd en doelgericht systeem uit te werken.” Punt. Op welke wetenschappelijke onderzoeken is dat gebaseerd, minister? Of is dat het N-VA-buikgevoel of -nattevingerwerk, omdat u gelijke onderwijskansen niet als prioritair beschouwt? Dat is mijn vraag, minister. Want als u anderen afbreekt en zegt dat het niet door wetenschappelijk onderzoek onderbouwd is, waarom doet u dan, ten eerste, zelf geen wetenschappelijk onderzoek? Ten tweede, waarom doet u een maximumfactuur op niet-onderbouwde wijze af als iets wat u niet zult invoeren? (Applaus bij Groen en de PVDA)
Minister Weyts heeft het woord.
Mevrouw, u moet soms gewoon enige nuance aanbrengen. In tijden van mediawijsheid is het misschien eens belangrijk om te duiden dat als het gaat over wetenschappelijke representativiteit, je misschien met een probleem zit als je een onderzoek doet voorkomen als een grootscheeps representatief onderzoek op grond van 51 participerende scholen van de 4000. Dat heeft niets te maken met het gegeven dat we doof en blind blijven voor de problematiek, maar misschien moet je enige nuance aanbrengen en een en ander in een juist perspectief plaatsen.
Ja, ik heb een mening over een maximumfactuur. Als die blijkbaar niet de uwe is, dan is die niet gegrond en niet onderbouwd. Wel, ik heb ze u gegeven. Als je ze dan ook nog eens gaat vergelijken met een maximumfactuur in het basisonderwijs: daar is het bij uitstek voor iedereen gelijk. Dat is een van de punten. Dan veroorzaak je net in het secundair onderwijs een totale ongelijkheid en ga je ervoor zorgen dat bso en tso zich uit de markt gaan prijzen door een veel hoger inschrijvingsgeld, wat het dan zal worden, in vergelijking met de andere opleidingen en met het totale aanbod in aso. Graag enige nuance, ook in het onderzoek.
Opnieuw, mijnheer De Witte, het is verboden om geen diploma toe te kennen wegens openstaande facturen. Dat staat ook in de Codex Secundair Onderwijs. Ook daar zou u misschien, in plaats van dat aan te blazen, kunnen zeggen dat het niet mag en dat men dat moet rapporteren, zodoende dat er kan worden opgetreden.
Punctueel, als er vragen worden gesteld bij de Digisprong: dat is bij uitstek doeltreffend sociaal beleid, denk ik, waarbij we rechtstreeks ingrijpen bij de scholen, een half miljard euro investeren – een half miljard euro – en ervoor zorgen dat ongeacht de sociaal-economische status van de ouders van alle leerlingen, alle leerlingen aan de slag kunnen met hetzelfde ICT-toestel. Dat is bij uitstek een sociale maatregel. Het is dus niet zo dat de ene leerling een heel duur ICT-toestel heeft en daarmee aan de slag gaat in de les en daarbuiten, en een andere leerling dan maar zijn plan moet trekken, misschien zelfs met pen en papier of in het betere geval met een minderwaardig ICT-toestel. Ik denk dat dat net ingrijpen is ten voordele van de gelijke kansen.
Ik hoor hier zeggen dat zelfs die 130 miljoen euro weer te weinig is, niettegenstaande dat dat sterk onderbouwd is, ook in de Septemberverklaring, en dat we in de verschillende maatschappelijke domeinen hebben ingegrepen ten voordele van de koopkracht en om in te grijpen op de energiefactuur. 130 miljoen euro. Ik hoor dan in de repliek dat dat te weinig is en dat het meer, meer, meer moet zijn. Wel, dan moet u vervolgens ook maar zeggen welke belastingen u verhoogd wilt zien en welke schulden u verhoogd wilt zien. Mijn voorstel gaat net over een doelmatige besteding. Niet zo nodig meer, meer, meer, want dan kun je elke dag iets geven. Als je 130 miljoen euro op korte termijn uittrekt, en je maakt er 260 van, dan zal het ook niet genoeg zijn. Dan zult u dezelfde repliek hebben en zult u zeggen dat het meer moet zijn. Het zal altijd hetzelfde zijn: nooit genoeg. Het besteden van andermans geld is een specialiteit van sommige partijen.
Een gerichte maatregel zou inderdaad kunnen zijn dat we ervoor zorgen dat de middelen die zijn toegewezen in het kader van de schooltoeslag, ook toekomen bij de scholen. Dan volg ik mevrouw Vandromme niet. Ik vind dat je wel het vertrouwen moet geven aan de scholen en rechtstreeks middelen moet kunnen bezorgen aan de scholen. Achteraf kun je ook altijd controle uitoefenen. Zowel de vrijheid van onderwijs als het vertrouwen in de scholen vind ik belangrijke principes, die ook in dezen zouden zijn gediend.
Daaraan gekoppeld, mijnheer De Gucht, is er de kwaliteitsalliantie. De Kwaliteitsalliantie gaat net over het maken van afspraken. Niettegenstaande de onderwijsvrijheid hebben we er toch op ingegrepen, de verschillende partijen samengebracht en gezegd dat we een probleem inzake onze onderwijskwaliteit hebben, en daaraan gekoppeld ook een probleem met betrekking tot de kwaliteit van onze leermiddelen. Kunnen we alstublieft, niettegenstaande en met alle respect voor de onderwijsvrijheid, misschien gezamenlijke afspraken maken over de kwaliteitstoets van die leermiddelen en er ook voor zorgen dat er wat minder invulboeken zijn? Net dat is een doelstelling. Wij zijn gestart met die Kwaliteitsalliantie met de bedoeling om op vaste basis samen te werken. Door de digitalisering en de Digisprong heb je soms het gelijk sporen van de papieren versie en digitale leermiddelen.
Je zult zien dat in de toekomst de digitale leermiddelen de overhand zullen halen en de papieren bladzijden stilaan zullen verdwijnen.
Tot slot hebt u het ook nog eens over de warme maaltijden, en over de noodzaak van scholen om er opnieuw een taak te gaan bijnemen. Daarin verschillen we van mening. Ik denk dat dit bij uitstek een taak is van het lokale sociale beleid, waar scholen, als ze dat willen, zeker aan kunnen meewerken en wat ze kunnen faciliteren, maar we moeten niet elk maatschappelijk probleem gaan doorschuiven naar de scholen. We moeten niet de zindelijkheidstraining bij de scholen leggen, psycholoog spelen, menstruatieproducten verdelen, elementaire beleefdheidsregels bijbrengen, leren fietsen, … Neen, onze scholen moeten in eerste instantie aan kinderen gewoon lesgeven. Dat is bij uitstek de meest sociale taak die er is. (Applaus bij de N-VA)
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Minister, ik zeg niet dat u het eens moet zijn met onze oplossingen, maar doe dan ten minste iets concreet. Kom met een verbod op papieren invulboeken. Bevries de schoolkosten voor 2023. (Opmerkingen van minister Ben Weyts)
Daar heb ik geen antwoord op gekregen. Wat u vandaag doet, is alle hardwerkende Vlamingen die hun kinderen alle kansen willen geven, laten verzuipen in facturen. Kinderen met talent hun dromen afpakken: dat is de realiteit. Het is niet omdat ouders weten wat het onderwijs kost, mevrouw Tavernier, dat ze het daarom ook kunnen betalen. Laat één ding duidelijk zijn: voor Vooruit mag wat of waar je studeert nooit afhankelijk zijn van de portemonnee van je ouders, voor deze Vlaamse Regering duidelijk wel. (Applaus bij Vooruit en Groen)
De heer Laeremans heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw bijkomende antwoorden. Eerst en vooral vinden wij de investering in de Digisprong wel degelijk een zeer goede zaak, maar de uitwerking in de praktijk laat te wensen over. Ik hoor voorbeelden van scholen waar men dan wel een laptop heeft aangekocht voor de leerlingen, maar die moeten dan ook nog eens al die invulboeken kopen. Dat is dubbelop, want je kunt die oefeningen evengoed op de computer laten maken. Dat is één voorbeeld.
Als Vlaams Belang willen wij echt wel blijven aandringen op meer maatregelen die de schoolrekeningen helpen drukken. Anders krijgen we in de toekomst nog meer onbetaalde schoolfacturen, en zullen ouders en leerlingen in functie van hun portemonnee een school kiezen, waardoor er onvermijdelijk talent verloren zal gaan. Dat is toch nefast voor onze maatschappij? Wij blijven er dan ook bij dat er meer druk nodig is op scholen om rekening te houden met de kostprijs. Dat kan onder andere door werk te maken van de maximumfactuur, bijvoorbeeld in de eerste graad, want daar heb je amper vijf tot zeven uur gemeenschappelijk. Daar moet dat dus toch haalbaar zijn. Ik stel vast dat de N-VA nog niet meegaat, maar dat is toch een sociale verzuchting waarvoor jullie niet ongevoelig mogen blijven. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer De Witte heeft het woord.
Minister, collega’s, er is nu nood aan crisismaatregelen. Minister, u verwijst naar uw 130 miljoen euro, maar u weet ook dat de niet-indexering van de middelen voor het secundair onderwijs begroot wordt op een tekort van 300 miljoen … (Opmerkingen van minister Ben Weyts)
… door de topman van het Vlaams katholiek onderwijs. Hij maakt die berekening, u mag met hem daarover in discussie gaan. Dat is natuurlijk een achterstand die opgebouwd is. Daarnaast zitten we met een immense koopkrachtcrisis. Mijn partij, mijn fractie, vindt het niet oké dat daardoor de kansen op onderwijs van een deel van de Vlaamse leerlingen beperkt worden.
Op korte termijn zijn er crisismaatregelen nodig. De Vlaamse Scholierenkoepel doet een tiental voorstellen. U schuift ze duidelijk allemaal van de tafel, wat ik pijnlijk vind. Op lange termijn is er nood aan een maximumfactuur. U wijst die altijd af. U geeft altijd drie redenen. Ik heb er drie gehoord. Scholen mogen dan zogezegd bijna niets meer uitgeven, maar dat is natuurlijk niet waar. De maximumfactuur zorgt ervoor dat er meer gelijkheid is, dat er geen scheiding is tussen rijke scholen, waar de factuur onbeperkt is, en arme scholen, waar dat niet het geval is. Ten tweede is het perfect mogelijk om die te moduleren in functie van de studierichting. Je kunt een andere factuur voorzien in het aso, in het bso, en in het tso. Dat is perfect mogelijk. En ten derde: ze bestaat al lang in het lager onderwijs, al meer dan tien jaar, en de balans is positief. Er is dus geen enkele reden om die maximumfactuur te blijven weigeren. Wij gaan daarvoor verder op tafel kloppen. (Applaus van Jos D'Haese)
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, die Vlaamse Scholierenkoepel, dat zijn eigenlijk de toekomstige volwassenen, de mensen die later misschien hier in deze zaal zullen zitten. Ik denk dat we hun een pluim moeten geven voor het feit dat ze het debat durven aan te gaan wat het betaalbaar onderwijs betreft. Wat ons betreft, verdient dat een ruimer debat, over gelijke onderwijskansen en over de financiële drempels die er zijn in het onderwijs. Wij passen in elk geval voor een beleid waarbij er financiële drempels zijn waardoor jongeren met bepaalde talenten misschien niet worden toegelaten tot bepaalde richtingen. Ja, wij hebben vertrouwen in gezinnen. Ja, wij gaan de portemonnee van die ouders net niet verlichten, integendeel. Voor ons is dit debat ook veel meer dan een welles-nietesspelletje over een maximumfactuur. We willen eigenlijk ingaan op wat de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor) ooit in een memorandum schreef, namelijk dat er een fundamenteel debat moet komen over gelijke onderwijskansen en die financiële drempels. Minister, ik hoop dat u in dezen de Vlor volgt en dat we dat debat kunnen aangaan. (Applaus bij cd&v)
De actuele vragen zijn afgehandeld.