Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het groot personeelstekort in de kinderopvang
Verslag
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Minister, de kinderopvang komt deze week op straat. Vrijdag plant de sector een actie in Gent, volgende week, op 1 april, in Brussel voor uw kabinet. Er zullen dus heel wat kinderdagverblijven zijn die die dagen gesloten zullen zijn, omdat ze willen deelnemen aan die actie, aan die staking. Natuurlijk zullen er ook kinderdagverblijven zijn die niet zullen sluiten en zo opvang zullen garanderen, maar ze zullen wel een signaal geven door ballonnen aan hun ramen en deuren te hangen.
Nu, de actie, minister, wordt gesteund door diverse organisaties: koepelorganisaties, vakbonden, experten, professoren en noem maar op. Het zijn heel wat mensen die ervan overtuigd zijn dat er binnen de kinderopvang heel wat moet veranderen. Waarom doen ze dit nu? Onlangs heeft er zich helaas een drama voltrokken in een kinderopvanginitiatief en dat heeft u aangezet tot het opstellen van een actieplan. Een van de punten in dat actieplan is dat u meer wilt inzetten op inspectie en handhaving. De sector gaat daar uiteraard mee akkoord, maar zegt ook dat alleen inzetten op inspectie, niet zal volstaan; er moet veel meer gebeuren binnen die kinderopvang. Met die ‘veel meer’ doelen ze op werken aan gelijke kansen, meer betaalbare kinderopvangplaatsen, het wegwerken van ongelijke subsidiëring, meer waardering voor hun werk, een hoger loon voor kinderbegeleiders en een bijstelling van die kind-begeleiderratio – nu 1 op 9 – naar beneden. Op die manier hopen ze te kunnen doen waarvoor zij betaald worden: zorgen voor kindjes, ons grootste bezit.
Vermoedelijk gaat u nu weer verwijzen naar het zesde Vlaams intersectoraal akkoord (VIA 6), maar ik hoop dat u dat niet gaat doen. Mijn vraag is heel kort. Welke nieuwe maatregelen plant u om tegemoet te komen aan de verzuchtingen van de sector? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Minister, twee jaar geleden, ongeveer rond deze tijd, drong ik bij u aan op een hervorming van de kinderopvang. U deed er toen nog een beetje schamper over, maar het jaar nadien was het al duidelijker, want dan heb ik cijfers voorgelegd van vacatures in de kinderopvang: er hadden nog nooit zoveel vacatures opengestaan – vierduizend over heel 2020.
Het hele afgelopen jaar heeft de volledige kinderopvang naar hervorming gesnakt en daar ook luidkeels om gevraagd. Ouders roepen met hen mee. Uw antwoord, dat waren een aantal maatregelen. Er waren onder andere de zijinstromers in de kinderopvang. Daarvan heb ik u toen gezegd dat on-the-jobtraining, terwijl je al voor 8 à 9 kindjes moet zorgen, gewoon te veel is. Daarmee worden mensen de facto weggejaagd. Er is ook de braindrain geweest van minister Weyts. Het was een goede maatregel voor het kleuteronderwijs, om daar meer kinderbegeleiders te gaan inschakelen, maar heel nefast op een moment dat de kinderopvang het al heel moeilijk heeft. Dan zijn er de coaches over wie u het altijd hebt, de 268 pedagogen van het jonge kind (PJK’s), geloof ik. Zij moeten intussen al zoveel problemen oplossen – ze zijn met nog geen 300 voor meer dan 6000 kinderopvanginitiatieven –, dat het me niet zou verbazen als u hun zou vragen om de oorlog in Oekraïne te gaan oplossen.
Maar wat telt is het resultaat van het beleid, minister. Ik heb de cijfers opgevraagd. Dit jaar stonden er meer dan zesduizend vacatures open in de kinderopvang. Dat is een stijging van 54 procent op één jaar. Dat is een nieuw dieptepunt. Zowel werkgevers als werknemers hebben heel duidelijke eisen: een hervorming van de werkvloer en een hervorming van de opleiding, een professionalisering, en vooral een leefbaardere ratio. Neen, minister, dat zullen geen goedkope oplossingen zijn. Zult u die broodnodige investeringen in de kinderopvang doen, zodat hij eindelijk leefbaar wordt?
Minister Beke heeft het woord.
Collega Malfroot, het actieplan rond inspectie en handhaving is belangrijk, maar is niet alles. Dat hebt u gezegd, en ik kan u daarin bijtreden. Dat is inderdaad niet alles. Dat is ook de reden waarom ik vorig jaar met het toekomstplan ‘Vroeg en nabij’ ben gestart. Daarin vraag ik aan de verschillende stakeholders op het terrein om eens duurzaam na te denken over de toekomst van de kinderopvang. Hoe zien we dat nu? Hoe zien we dat nu in organisatie, in kwaliteit en in kwantiteit?
Intussen hebben we geïnvesteerd. En ja, ik zal dan toch iets over VIA6 (Vlaams intersectoraal akkoord) moeten zeggen. Mevrouw Groothedde, twee jaar geleden stond u hier ook. Toen zei u: ‘Minister, een sociaal akkoord, dat is allemaal heel belangrijk. Maar u gaat dat toch niet alleen doen voor de ouderenzorg? U zult de kinderopvang toch niet vergeten, want de kinderopvang staat in de vuurlinie? Zij waren vaak de enigen die open zijn gebleven, terwijl heel ons land in lockdown was.’ Ik heb toen, samen met de hele Vlaamse Regering, gezegd: ‘Inderdaad, wij gaan voor een sociaal akkoord. En we zullen daar ook de kinderopvang in meenemen.’ Als u denkt dat dat een eenvoudige oefening is geweest, dan kan ik u verzekeren dat dat geen eenvoudige oefening is geweest. Maar wij hebben dat wel gedaan. De koopkrachtmassa in de kinderopvang is met 4,5 procent gestegen. (Opmerkingen van Celia Groothedde)
Ik zie u grote ogen trekken, maar dat is wel een waarheid, mevrouw Groothedde. 4,5 procent is tien keer zoveel als wat u in de Federale Regering met de loonnorm van 0,4 procent koopkrachtverhoging voor de andere sectoren hebt gedaan. Ik denk dat dat een heel belangrijk signaal is geweest, om te zeggen dat wij de mensen in de kinderopvang absoluut waarderen. Net zoals de 185 miljoen euro die deze Vlaamse Regering heeft uitgetrokken tijdens corona, om ervoor te zorgen dat de kinderopvang kon openblijven.
Die fundamentele oefening moeten we wel eens maken – de Vlaamse Regering, maar ook de Federale Regering. De meeste partijen zitten wel ergens in een regering. We hebben allemaal veel verschillen. Maar we hebben allemaal een gemeenschappelijke ambitie: zorgen voor 80 procent werkgelegenheidsgraad. Dat moeten we mogelijk maken voor de kinderopvang. Daarom moeten we durven spreken over kwantiteit en kwaliteit. Als u zegt dat er zoveel duizenden vacatures openstaan, dan heeft dat in de eerste plaats te maken met het feit dat deze Vlaamse Regering investeert in zevenduizend bijkomende plaatsen. Als je investeert in bijkomende plaatsen … (Opmerkingen van Celia Groothedde)
Ja, dat is wel waar, mevrouw Groothedde. Als je investeert in bijkomende plaatsen, wil dat zeggen … (Opmerkingen van Celia Groothedde)
Collega Groothedde, de minister heeft het woord.
… wil dat zeggen: in bijkomende mensen die werken in de kinderopvang. Dus dan heb je bijkomende vacatures nodig om dat in te vullen. Dat is een eerste belangrijk element. Wij investeren in zevenduizend bijkomende plaatsen, in hoofdzaak inkomensgerelateerd. Dat wil zeggen: kwalitatief. Het is voor het eerst dat een Vlaamse Regering zoveel investeert in kwalitatieve plaatsen. Wij doen vandaag een inspanning van 120 miljoen euro. Dat is een budgetstijging in één legislatuur met 23 procent.
Is dat voldoende? Neen. Is dat een belangrijke stap? Ja. Moeten we kijken naar de toekomst? Ja. Maar dan moeten we dat op alle vlakken doen en durven doen. Dan moeten we niet alleen kijken naar de instroom. Dan moeten we durven kijken naar de zijinstroom. Daar hebben we met de sociale partners een actieplan. Maar dan moeten we ook durven kijken naar de uitstroom. Dat zijn een aantal knoppen waarover wij hier niet kunnen beslissen, maar waar we op het federale niveau mee over moeten nadenken. Als ik uw partij hoor op het federale niveau, staat u daar meer op de rem dan op de gas. Dat helpt ons niet.
Ik steek dus de hand uit, mevrouw Groothedde, naar u en naar uw partij. Laat ons datgene wat noodzakelijk is mogelijk maken. De kinderopvang zal erbij geholpen zijn. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Minister, u draait rond de pot. Dat is eigenlijk het enige wat u doet. U legt altijd heel veel uit maar komt eigenlijk niet met concrete oplossingen of met centen. Dat is nochtans wat we nodig hebben. Ik hoor u zeggen dat u zevenduizend extra plaatsen creëert. Begin eens met betaalbare kinderopvangplaatsen te creëren in trap 0 en trap 1. Ik ga daarop blijven terugkomen, want u negeert die trap 0 en trap 1 telkens. Wat u ook moet doen, is voorrang geven aan de plaatsen in trap 2B, om die te upgraden naar plaatsen in trap 2A. Want die mensen die al jarenlang werken in die sector, hebben die subsidies nodig. Zij hebben daar nood aan. U zegt: wij doen veel via VIA 6 en wij doen si en wij doen la. Maar zoveel gebeurt er toch niet, want anders zou die sector niet op straat komen. Als ze zo tevreden zouden zijn met al die financiële inspanningen, met al die koopkrachtverhogingen die u hebt gelanceerd, dan zouden ze niet op straat komen.
Ik denk dus, minister, dat u het probleem nog altijd niet begrijpt. Ik heb dus een concrete vraag. Welke extra financiële middelen gaat u voorzien? Hoe gaat u voorrang geven aan die lagere trappen om die te verhogen? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Minister, u wijst naar anderen. De Vlaamse Regering wil altijd meer bevoegdheden. Wel, u hebt de bevoegdheid. (Celia Groothedde toont een A3-blad met een grafiek.)
Dit is wat u gemiddeld investeert in kinderopvang. België staat er ook bij. In de Franse Gemeenschap heeft men nog minder kinderen per begeleider. Die investeringen bedragen, als er dan toch naar Scandinavië moet worden gekeken, vier keer minder dan Finland, vijf keer minder dan Noorwegen, zeven keer minder dan IJsland en bijna acht keer minder dan Zweden. Dat is de kwalitatieve kinderopvang van de Scandinavische landen waar u het over hebt. Dat wordt daarin geïnvesteerd.
U hebt het over VIA 6. Voor iemand met tien jaar ervaring geeft VIA 6 14 euro opslag. Daarmee houdt men niemand in de kinderopvang. Waarmee wel? Met minder kindjes per persoon, met een goede opleiding, met een beleving op de werkvloer waarbij mensen die veertig jaar hetzelfde werk moeten doen worden beloond voor hun inspanningen. Dat is heel erg belangrijk, want drie op de vier gezinnen in de Vlaamse Gemeenschap maken gebruik van kinderopvang. En dan hebt u die dure noodmaatregelen van 185 miljoen euro tijdens de covidcrisis niet nodig, want dan zal uw kinderopvang stevig staan. Nogmaals: gaat u de nodige investeringen doen? Want u kunt het en het is uw bevoegdheid. (Applaus bij Groen)
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, dat er in de kinderopvang een aantal zaken onder de loep genomen moeten worden, is wel duidelijk, denk ik. Dat is ook de reden, collega’s, waarom we binnenkort in de commissie Welzijn hoorzittingen organiseren over dit thema, waarnaar ik uiteraard uitkijk.
Ik vind wel dat het debat eerlijk gevoerd moet worden. Collega Groothedde, u haalt er echt dingen uit. U ontkent VIA 6. U ontkent extra middelen. U ontkent extra plaatsen. U ontkent dat allemaal. (Opmerkingen van Celia Groothedde)
Dat is gewoon niet correct. Dat is ook niet correct naar de mensen in de kinderopvang. Als u hier verwijst naar de Scandinavische landen, hoop ik dat uw partij inzake de werkzaamheidsgraad en de werkloosheidsmaatregelen ook naar die landen kijkt. Gaat uw partij de werkloosheid afschaffen in de tijd om op die manier middelen vrij te maken? Ik denk het niet.
Ik sluit af, voorzitter. Minister, in september kondigde u het toekomstplan voor de kinderopvang aan. Ik heb een concrete vraag. Hoever staan we met dat plan? Wanneer mogen we dat verwachten?
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Minister, ik denk dat het hoog tijd is dat u uit uw ivoren toren komt, naar de basis komt en luistert naar de mensen uit de kinderopvang. Ik hoop dat u volgende week bij die acties in Gent en Brussel aanwezig zult zijn om eens te luisteren naar wat er op het terrein speelt. Want als ik u hoor zeggen, minister, dat u met VIA 6 een belangrijk signaal geeft van het waarderen en herwaarderen van de sector, waarom komt heel die sector dan vandaag op straat? U kunt niet blijven hangen bij dat VIA 6. U hebt daar een stap vooruit gezet, maar er zijn vandaag meerdere stappen nodig.
Daarnaast zijn het niet enkel de kinderverzorgsters zelf, er is vandaag een consortium van experten, koepels en vakbonden die letterlijk zeggen dat er al jarenlang heel wat pijnpunten door de sector naar voren worden gebracht en dat zij het spijtig vinden dat er vandaag gefocust wordt op inspectie en handhaving terwijl het verder moet gaan.
Zij vragen heel concreet, met zeven actiepunten, om dingen te wijzigen in de kinderopvang, onder andere betere loon- en arbeidsvoorwaarden, onder andere een betere kindratio. Mijn vraag is heel concreet: wat is uw reactie op het actieplan dat dit consortium naar voren brengt?
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Dat er heel wat noden in de kinderopvangsector zijn, daar zijn we het allemaal wel over eens, denk ik. We gaan daar in de nabije toekomst ook een stevig debat over hebben. Het feit dat er problemen zijn met de gelijkschakeling van subsidiëring: dat is iets dat al jaren meegaat. En het klopt dat er een enorm verschil in zit, als we kijken naar trap 1, trap 2, trap 3. Mensen uit trap 1 hebben gewoon een basissubsidie, waarmee ze eigenlijk het hoofd niet boven water kunnen houden. Tussen trap 2B en trap 2A zit er zoveel verschil tussen de personeelslonen, dat er vaak een uitstroom is om ergens anders te gaan werken waar het voordeliger is.
Het groeipad dat vooropgesteld werd, moet dus zo snel mogelijk uitgevoerd worden. Mensen die hetzelfde werk doen, moeten dat ook voor hetzelfde loon kunnen doen.
Ik heb nog één bijkomende vraag. Aangezien we het toch ook moeilijk hebben om kinderbegeleiders te vinden was ervoor geopteerd om eventueel ook medewerkers in te schakelen voor logistieke taken. Mijn vraag is of die piste ook nog op tafel ligt.
De heer Anaf heeft het woord.
Minister, de alarmkreten uit de kinderopvang zijn niet nieuw, ze klinken alleen harder en harder. Het is echt opvallend hoe fel de mensen uit de kinderopvangsector beginnen te reageren. Het is ook niet voor niets dat men zelfs wil gaan staken. Dat is een stap die ze in de kinderopvang niet snel zetten, omdat ze zo toegewijd zijn aan de zorg voor die kinderen.
Het antwoord dat u telkens geeft, verwijst altijd weer naar VIA 6. Nogmaals, ik vind dat een goed akkoord, maar het probleem is dat de mensen die op straat gaan komen, ook weten dat VIA 6 er is. Ze komen op straat omdat ze vinden dat VIA 6 niet ver genoeg gaat, omdat men in de kinderopvangsector echt in de problemen zit en omdat het echt niet meer kan om met acht of negen kindjes per begeleider te zitten, enzovoort. Er zijn een heel aantal terechte eisen die gesteld worden.
U bent gestart met ‘Vroeg en nabij’. Dat zijn werkgroepen waar nagedacht wordt over de lange termijn. Ik denk dat het belangrijk is dat dat gebeurt, maar verwacht u daar deze legislatuur nog niets concreet van? Gaat er nog iets komen, deze legislatuur? Of houdt u het deze legislatuur sowieso bij VIA 6, en zal het voor volgende legislatuur zijn?
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Collega’s, kinderopvang is een heel complex verhaal. Kinderopvang is ook heel divers, en we verwachten er allemaal ook heel veel van. We verwachten dat er voldoende kinderopvang is, en dat hij kwalitatief is. Ouders verwachten dat hij dicht bij huis is, we verwachten flexibele uren, en dat het betaalbaar is, en zo verder. De verwachtingen vanuit de maatschappij naar die sector zijn immens. Ik denk dat we dat ook mogen zeggen.
De voorbije jaren zijn er, op verschillende van die domeinen, al heel wat inspanningen gebeurd. We gaan dat moeten verderzetten. De sector stelt nu zelf een aantal vragen, en doet een aantal voorstellen. Minister, ik denk dat het belangrijk is om daarnaar te luisteren: naar uitbaters, naar kinderbegeleiders, en vanzelfsprekend ook naar ouders.
U hebt eerder al aangekondigd dat het agentschap bezig is met een evaluatie van het decreet Voorschoolse Kinderopvang. Minister, mijn vraag is: wie wordt daarbij betrokken, en wat is daarvan de timing?
Minister Beke heeft het woord.
Collega’s, de kinderopvang speelt in onze samenleving een belangrijke rol. Als er verwezen wordt naar andere landen, dan denk ik dat we alle componenten van die andere landen moeten meenemen. Dat geldt ook voor andere regio’s, ten andere. Ik zie dat men soms aan cherrypicking doet, en dat is geen eerlijk debat, denk ik.
Het kan dan gaan over hoe het zit met de arbeidsmarkt, met werkloosheidsbeperking in de tijd, maar het kan bijvoorbeeld ook gaan over hoe men de eerste duizend dagen voor een kind organiseert. Die zijn van een ontzettend groot belang. Wij zijn met Vlaanderen kampioen in het aantal plaatsen. Als u zegt dat u eigenlijk niet zoveel plaatsen wilt hebben in de kinderopvang, dan is het veel gemakkelijker om die ratio naar beneden te halen. Dat is dan niet zo moeilijk. Maar dan moeten we ook de consequentie daarvan durven noemen. Dan moeten we aan alle ouders, alle papa’s en mama’s die hun kind vandaag naar de kinderopvang brengen, zeggen dat dit eigenlijk niet gepast is. Dat is dan de consequentie daarvan.
Ik vind kwaliteitsvolle kinderopvang ook belangrijk. Als er vandaag vacatures openstaan, is dat niet omdat de Vlaamse overheid zegt dat wij niet willen investeren in de kinderopvang, maar dan is het omdat onze arbeidsmarkt er in belangrijke mate niet op georiënteerd is. Dat is een belangrijk debat. In het VESOC-overleg is kinderopvang een van de elementen die daar vandaag op tafel liggen. Dus laat ons daar een eerlijk debat over voeren.
Dat is wat ik vorig jaar gestart ben met het toekomstplan kinderopvang ‘Vroeg en nabij’, dit om te zeggen hoe we kinderopvang in de toekomst zien. Laat ons daar maar eens een echt maatschappelijk debat over voeren. Ik zie dat velen zeggen wat ze allemaal willen, maar de consequenties daarvan niet willen nemen. We kunnen wel zeggen dat we heel veel kwaliteitsvolle mensen in de kinderopvang willen. Iedereen zou dat willen. Maar als onze arbeidsmarkt dat niet kan volgen, dan staan we daar. Dan is er een keuze tussen ofwel het afbouwen van de capaciteit op een aantal plaatsen, ofwel moeten we kijken of het niet op een andere manier durven en kunnen organiseren. Dat debat zijn we vorig jaar gestart. Ik hoop dat we dat in alle openheid kunnen voeren. Collega Anaf, we zullen zien wat daarvan de conclusies zijn en hoe we daar verder in de toekomst mee moeten omgaan.
Wat de groeipaden betreft: ja, dat is belangrijk. Wij hebben daar deze legislatuur en ook vorige legislatuur al een aantal stappen in gezet. Ik denk dat we al vijf achtste van het traject gelopen zijn. Dat is nog niet helemaal, dat klopt, maar we hebben al wel belangrijke stappen gezet. Dat is 10 miljoen euro per trap. Dat is 80 tot 90 miljoen euro als je dat in zijn geheel wilt doen. Als we dat daarin willen investeren kunnen we dat niet in andere dingen investeren. Daar zou het echte debat over moeten gaan. Mevrouw Groothedde, vinden we het belangrijk dat er een werkgelegenheidsgraad van 80 procent is? Vinden we dat belangrijk of vinden we dat niet belangrijk? Als u zegt dat u dat niet belangrijk vindt, oké, dan is dat een standpunt dat u kunt innemen. Dat gaat dan in tegen het standpunt van uw partij in de Federale Regering, maar dan nemen we daar afstand van. (Opmerkingen van Celia Groothedde)
Als we zeggen dat dat wel belangrijk is, dan moeten we durven inzetten op capaciteit, kwaliteit en een arbeidsmarkt die vandaag al oververhit is. Dat is het trilemma waar we voor staan. Dat de arbeidsmarkt vandaag al oververhit is, zien we in de kinderopvang. Ik ga niet ontkennen dat er geen vacatures zijn in de kinderopvang, net zoals er heel veel vacatures zijn in de ziekenhuizen en in andere sectoren. Dan moeten we ook eens durven spreken over het zorgmodel. U knikt neen, en dat is omdat u het fundamentele debat eigenlijk niet durft aangaan. Ik heb u al verschillende keren uitgedaagd om het daar eens over te hebben en dan blijft u afkomen met een hoop slogans.
Als we zien dat we bijvoorbeeld het grootste aantal verpleegkundigen in ons land hebben en toch grote tekorten hebben, dan gaat dat ook over de vraag hoe we in ons land een en ander organiseren. Dat is de zaak van de arbeidsmarkt. Hoe gaan we onze arbeidsmarkt organiseren voor mensen die daar rechtstreeks in moeten worden tewerkgesteld, maar ook voor alle anderen die gebruik willen maken van de kinderopvang om in een andere sectoren te gaan werken?
Mevrouw Vandecasteele, u stelt mij de vraag of ik nog ooit in de kinderopvang kom. Wel ja, ik ben maandagavond in een kinderopvanginitiatief geweest. Ik heb intussen ook gesproken met verschillende mensen die deel uitmaken van het consortium. Zij hebben de vraag gericht aan de Vlaamse Regering. Ik neem dus aan dat we vanuit de Vlaamse Regering er ook een antwoord op zullen geven. Verschillende van deze mensen hebben ook wel VIA 6 ondertekend. Dus doen alsof VIA 6 niet bestaat, is eigenlijk oneerlijk. (Opmerkingen van Lise Vandecasteele)
Doen alsof 120 miljoen euro aan investeringen vanuit Vlaanderen in de kinderopvang niet bestaat, is niet eerlijk. Dat is een groei van 23 procent. Is dat voldoende? Mevrouw Vandecasteele, een minister van Welzijn zal nooit een ‘minister van voldoende’ zijn. Vorige week hebben we het gehad over de gehandicapten en de wachtlijst voor personen met een handicap. We hebben het gehad over de ouderenzorg. We hebben het nu gehad over de kinderbijslag. Daarstraks hadden we het over het groeipakket. Er zijn ongelofelijk veel noden. Met een investering van 2,5 miljard euro groei in de begroting rond zorg en welzijn probeert deze Vlaamse Regering aan al die noden wel een antwoord te geven.
Mevrouw Vandecasteele, ik sluit af. Ik was maandagavond op bezoek in een kinderopvanginitiatief dat nieuw is gestart, met onthaalouders en heel specifiek gericht op eenoudergezinnen en kwetsbare groepen. Ik sprak met de medewerkers daar. Weet u wat zij tegen mij zeiden? Ze zeiden: ‘Minister, het doet ons ongelooflijk pijn in het hart om te zien hoe de kinderopvang de voorbije weken werd afgeschilderd. Precies alsof de 25.000 mensen die er werken allemaal kindermoordenaars zijn. Precies alsof datgene wat wij elke dag doen, er niet toe doet.’
U denkt misschien dat zij geen flitsen opnemen ... (Opmerkingen van Lise Vandecasteele)
Mevrouw Vandecasteele, minister Beke heeft het woord.
U denkt misschien dat zij geen flitsen opnemen van de tussenkomsten in dit Vlaams Parlement, maar dat is wél zo. (Opmerkingen van Jeremie Vaneeckhout)
En zij hebben mij één ding gevraagd en dat is het volgende: ‘Wees onze stem, wees onze vertolker. Wij doen elke dag ons werk voor 100.000 kinderen met 25.000 mensen, vol enthousiasme, met een groot hart, met een groot engagement en heel veel goesting. Maar wij worden vandaag afgeschilderd op een manier die het vertrouwen van die ouders schaadt. Want zij stellen de vraag: is het hier wel veilig, kan dat wel, mag dat wel?’ Ze hebben mij gevraagd om die stem hier vandaag in het parlement te vertolken. (Applaus bij CD&V)
Ik heb het nooit over kindermoordenaars ... (De microfoon van Lise Vandecasteele wordt uitgeschakeld)
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Minister, ik heb geen oplossingen gehoord, integendeel. Ik heb geen oplossing gehoord om die ongelijke lonen weg te werken, om die ongelijke subsidies weg te werken. Ik heb geen oplossing gehoord om meer financiële leefbaarheid te kunnen geven aan de uitbaters van kinderdagverblijven. En ik heb al zeker geen maatregelen gehoord om die te hoge kindratio waarover het hier gaat, weg te werken. Integendeel, want wat u zult doen, is nog meer problemen creëren. U zult ervoor zorgen dat nog meer kinderdagverblijven zullen stoppen. U zult die uitstroom nog verhogen. Dat is wat u zult doen.
Ik vind het eigenlijk heel straf wat u hier zegt. U steekt eigenlijk – u zegt het niet, maar u doet het – uw middelvinger op naar de sector die dag in dag uit zo hard werkt. Minister, voor het Vlaams Belang wordt het tijd dat u toch eens nadenkt over uw eigen positie, dat u eens in vraag stelt of u wel de juiste man op de juiste plaats bent. En ik denk van niet. Neem uw verantwoordelijkheid en trek uw conclusies. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
U vraagt om het over kwaliteit hebben. Ik heb het over niets dan kwaliteit gehad. U hebt de ratio niet verlaagd, u hebt de opleiding niet hervormd, u hebt de onhoudbare werkvloer nog altijd niet hervormd. U doet alsof het kiezen is tussen kwaliteit en kwantiteit. Ik zal u het echte dilemma vertellen: ofwel kiest de Vlaamse Regering voor goedkope kinderopvang zoals vandaag, ofwel laat ze de prijs betalen door ouders, kindjes of kinderbegeleiders. En op dit moment schuift u de prijs door naar alle drie.
U wilt de stem van de sector vertolken? Oké. Hier: ‘Vanochtend stond de begeleidster alleen voor veertien kindjes. Ze barstte in tranen uit omdat ze het niet meer aankan. Het bestuur weet van het probleem, maar er wordt geen enkele structurele oplossing geboden.’ ‘Ik ben teamcoach in een kinderdagverblijf. Meer plaatsen zijn zeker nodig, maar we vinden niet eens mensen om het werk te doen. We moeten nog meer kinderen opvangen voor nog meer werk. Het is erger dan erg. Onhoudbaar. Ons systeem stuikt ineen.’ Dat is de stem van de kinderopvang, minister. U kunt kiezen of u die volgt. (Applaus bij Groen en Vooruit)
De actuele vragen zijn afgehandeld.