Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het ontwerp van decreet tot wijziging van het Provinciedecreet van 9 december 2005, het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en het Bestuursdecreet van 7 december 2018, wat betreft klokkenluiders.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Van Miert heeft het woord.
Collega’s, wij gaan dit ontwerp van decreet als N-VA-fractie natuurlijk volmondig ondersteunen. De regeling die wordt opgenomen in het Bestuursdecreet is van toepassing op de Vlaamse en ook de lokale instantie. En bij amendement werd de regeling nog uitgebreid tot de diensten van het Vlaams Parlement: de verbonden instellingen, zoals bijvoorbeeld het Kinderrechtencommissariaat, maar ook de autonome diensten die onder ons toezicht staan. Denk bijvoorbeeld aan de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) of het Mensenrechteninstituut.
Ik wijs op een aantal belangrijke elementen. Belangrijk is vooral dat grosso modo dezelfde regels gelden bij alle instanties. Er is enkel een afwijking inzake interne en externe meldkanalen. Daarnaast is elke vorm van represaille naar aanleiding van een interne of externe melding verboden. Dat geldt bovendien ook voor mensen die dingen bekendmaken in de pers. Dat is heel belangrijk. Daarbij aansluitend is het ook positief dat anonieme klachten mogelijk zijn. We hebben in de realiteit gezien dat er via anonieme meldingen belangrijke inbreuken werden gemeld die anders nooit aan het licht zouden zijn gekomen.
Het toepassingsgebied wordt ook niet beperkt tot de EU-regelgeving, waar deze richtlijn eigenlijk uit is gekomen; het wordt toegepast op alle Europese, nationale, regionale of lokale regelgeving. Op die manier moet een klokkenluider dus niet uitzoeken of zijn of haar melding wel onder het toepassingsgebied van het decreet valt.
Langs de andere kant is het natuurlijk ook belangrijk dat deze regeling geen vrijgeleide is om wraakacties of onjuiste inbreuken te melden. Tegen die persoon kunnen administratieve of tuchtrechtelijke sancties worden ondernomen.
Zoals gezegd ondersteunen wij als N-VA-fractie volmondig dit ontwerp van decreet, maar ook de vraag van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) richting de Vlaamse overheid, met name het Agentschap Binnenlands Bestuur, om samen de lokale besturen de nodige ondersteuning en vorming aan te bieden als het gaat over de implementatie van dit ontwerp van decreet.
De heer Buysse heeft het woord.
Ook onze fractie staat achter de grote lijnen en doelstellingen van dit ontwerp van decreet, dat volgens de Europese richtlijn reeds op 21 december van vorig jaar, dus bijna een jaar geleden, al geregeld had moeten zijn.
Maar goed, we troosten ons met de blijdschap van minister Somers toen hij in de commissie zei dat hij verheugd was om alsnog als eerste van de klas over de streep te komen, want de andere bevoegde ministers zouden nog later landen. Of men echt fier moet zijn om de eerste van de gebuisden te zijn, minister, dat weet ik nog zo niet.
Mocht ik destijds na de examens zijn thuisgekomen en tot vader en moeder hebben gezegd: ‘Ik ben er niet door maar jullie mogen fier zijn want ik ben de eerste van de gebuisden’, dan weet ik niet of ik daar zo vlug mee weggeraakt zou zijn.
Het is toch goed gekomen, zie ik.
Dank u wel, ik ben blij dat ik dat later in de annalen zal mogen lezen, minister.
Terug naar het ontwerp van decreet. Wat vandaag voorligt, is een verbeterde klokkenluidersregeling, en vooral een betere en grotere bescherming voor de indieners dan nu al het geval is. Dat zal ervoor moeten zorgen dat malversaties bij de Vlaamse overheid, maar ook bij de lokale en provinciale besturen, vlugger aan het licht zullen komen en daardoor ook vlugger zullen kunnen worden geremedieerd. Dat zal de werking van onze administraties ongetwijfeld verbeteren. Dat is een goede zaak, zowel voor de werking van de overheid als voor de burger.
Net als in de commissie wil ik toch nog enkele kanttekeningen en bezorgdheden meegeven. Het invoeren van een nieuwe regeling is één ding, ervoor zorgen dat alles in de praktijk werkt, is natuurlijk een andere zaak. Samen met onder andere de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) hebben we in de commissie op een aantal praktische kwesties gewezen, zoals de vraag of er wel de nodige tijd is voorzien voor de inwerkingtreding en voor de opleiding van de betrokken beoordelaars. Belangrijk is in dezen zeker dat de beginfase goed verloopt en dat er geen valse start is.
Het ligt in de lijn der verwachtingen dat de nieuwe regeling door het inschrijven van meer beschermende maatregelen voor de klokkenluiders ook het aantal meldingen zal doen toenemen. Dat is natuurlijk een goede zaak, maar tegelijkertijd betekent dit meer werk voor de diensten die de dossiers zullen moeten onderzoeken en beoordelen. Een van die actoren is Audit Vlaanderen. Kort voor de zomer van dit jaar trok de grote baas van Audit Vlaanderen aan de alarmbel door te wijzen op de krapte bij zijn personeel. Dat was nog zonder het extra werk gerekend dat er ongetwijfeld bij zal komen zodra deze regelgeving, die we hier wellicht vandaag zullen goedkeuren, operationeel is. In de commissie heb ik dan ook uitdrukkelijk op dit probleem gewezen, omdat er in een toelichtende nota stond dat er geen budgettaire impact was op Vlaams niveau, dat er met andere woorden op dit moment geen formeel engagement is om in extra middelen te voorzien. Ik noteer echter wel dat de minister zich na mijn vraag engageerde om de werklast van nabij te monitoren en indien nodig meer financiële middelen te voorzien. Ik reken er dan ook op dat dit engagement zal worden uitgevoerd.
Mijn fractie zal het ontwerp van decreet straks goedkeuren. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Warnez heeft het woord.
Collega’s, ook mijn fractie wil dit ontwerp van decreet ten volle steunen, omdat we er rotsvast van overtuigd zijn dat een overheid altijd correct moet functioneren. Dat betekent dat iedereen gelijk behandeld moet worden en ook dat we als overheid een heel betrouwbare partner moeten zijn. Wij kunnen nooit misbruiken en onregelmatigheden binnen een overheid dulden. We verwachten van personeelsleden dat, als zij daarmee worden geconfronteerd, zij die misbruiken en onregelmatigheden aan de kaak stellen. Als ze dat doen vanuit een heel groot plichtsbesef, dan moeten zij beschermd zijn. Hun loopbaan mag daardoor nooit worden geschaad. Dit ontwerp van decreet zorgt daar nu ook voor. Het zorgt ervoor dat de klokkenluiders in de lokale besturen, de Vlaamse overheid en de provinciale besturen worden beschermd en dat ze niet moeten vrezen voor represailles. We blijven pleiten voor het voorzien in alle sectoren van een stevige basis en een stevige klokkenluidersbescherming. We kijken ook uit naar de minister, die beloofde dat hij eind 2022 dit decreet zal implementeren en samen met de VVSG aan modellen zal werken om de lokale besturen hierbij te ondersteunen. Wij hebben daar alle vertrouwen in en verlenen vanuit onze fractie alle steun.
De heer Aerts heeft het woord.
Voorzitter en collega’s, klokkenluiders zijn zeer belangrijk voor onze organisaties, want zij zijn het die wantoestanden in die organisaties en administraties naar buiten brengen. Dat zijn er gelukkig niet veel, maar als er zijn, dan moeten ze in de openbaarheid komen. Dat zijn we als goede samenleving aan onszelf verplicht. Tegelijkertijd is het voor die klokkenluiders geen evidentie om vanuit hun organisatie kritiek te geven op die organisatie, om datgene aan het licht te brengen waarop anderen hen scheef bekijken of waar die anderen represailles rond willen organiseren.
We moeten die klokkenluiders dus alle mogelijke bescherming geven. Er zijn drie zekerheden die we hun moeten geven. Het eerste is een vertrouwenwekkend kanaal, waar ze hun klachten en grieven kwijt kunnen zonder dat meteen op intranet verschijnt ‘deze persoon heeft dat gemeld’. Het tweede is dat die feiten dan ook daadwerkelijk goed moeten worden onderzocht, dat er iets wordt gedaan met die klacht, dat mensen die iets fout hebben gedaan, worden gestraft en dat dit zich ook niet meer kan herhalen, dus dat er consequent een oplossing wordt gevonden voor het probleem. Het derde is uiteraard zeer belangrijk voor het individu, voor de klokkenluider op zich, namelijk dat hij wordt beschermd tegen ontslag of andere mogelijke represailles van zijn werkgever. Dat zijn drie belangrijke zaken die in dit ontwerp van decreet staan, en dat is meteen ook de reden waarom de Groenfractie dit mee zal goedkeuren. (Applaus bij Groen)
De heer Ongena heeft het woord.
Voorzitter, de collega’s hebben het ontwerp van decreet eigenlijk al omstandig toegelicht. Ik ga dat niet herhalen, maar weet dat ook onze fractie dit ontwerp met volle overtuiging zal goedkeuren. Het belang van klokkenluiders kan moeilijk worden overschat. We kennen allemaal het grote schandaal bij 3M. Zonder klokkenluiders was dat misschien nooit aan het licht gekomen. Ook voor een overheid lijkt het me belangrijk dat mensen die voor die overheid werken, lokaal, federaal of in dit geval Vlaams, als ze malversaties vaststellen op de werkvloer, de kans krijgen om dat aan te kaarten en aan te klagen, zonder dat ze het risico lopen een represaille te krijgen, in de vorm van een ontslag of vervolging. Ik denk dat het goed is dat we hen met dit ontwerp van decreet nu beter gaan beschermen, want dat we ons daar uiteindelijk allemaal beter mee gaan beschermen. We zorgen er op die manier voor dat we malversaties, waarvan gewone burgers vaak het slachtoffer zijn, beter kunnen bestrijden. Het is dus een goede zaak dat dit ontwerp unaniem zal worden goedgekeurd, hopelijk toch, als ik het zo hoor. (Applaus van Stijn Bex en Jeremie Vaneeckhout)
Minister, u had beloofd kort te zijn. U krijgt echter het woord zo lang u wilt. Hoewel, dat is veel gezegd.
Minister Somers heeft het woord.
Voorzitter, dank u wel. Ik voel enorm veel sociale druk. (Gelach)
Het probleem is dat u nooit kort kunt zijn.
En nu ga ik dat natuurlijk zeker niet zijn.
Ik wil om te beginnen alle collega’s uit de commissie en in de plenaire vergadering bedanken voor de constructieve opstelling ten aanzien van wat volgens mij toch een belangrijk ontwerp van decreet is, dat het goed functioneren van onze democratische instellingen moet ondersteunen. Zo’n klokkenluidersregeling is volgens mij toch wel heel belangrijk. Het is ook het best dat zoiets zo breed mogelijk wordt gedragen.
Ik wil concreet op drie vragen antwoorden. Eerst en vooral is er gevraagd naar de implementatie. We gaan inderdaad met een werkgroep lokale besturen die implementatie bij onze gemeenten zo goed mogelijk begeleiden. Collega Buysse, u weet dat er in elke moeilijke familie altijd wel een constructief iemand zit. Ik heb me ten aanzien van u en van anderen inderdaad geëngageerd om Audit Vlaanderen te versterken. De bedoeling is twee fte’s extra te geven, een versterking met 22 procent, om dat extra werk rond te kunnen krijgen. We gaan dat ook goed blijven monitoren. Dat is een duidelijk engagement, dat ik hier in de plenaire vergadering ook herhaal. Ik zal daarmee naar de regering gaan en ben ervan overtuigd dat de collega’s in de regering het belang van deze klokkenluidersregeling evenzeer delen. Mijnheer Warnez, wat de implementatie betreft, is er het engagement om dat tegen het einde van het jaar te doen. We zullen dat engagement gestand doen.
Ik bedank iedereen. Ik ben heel blij dat we in tijden van polarisatie kamerbreed zulke belangrijke ontwerpen van decreet kunnen goedkeuren.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking.
De door de commissie aangenomen tekst wordt als basis voor de bespreking genomen. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2021-22, nr. 1374/5)
– Artikel 1 tot en met 19 worden zonder opmerkingen aangenomen.
In de bij artikel 20 voorgestelde tekst van artikel III.60/7, §1, tweede lid, moeten op de vierde regel de woorden “derde lid” worden vervangen door de woorden “eerste lid”. Is het parlement het eens om dit bij wijze van technische correctie aan te passen? (Instemming)
– Artikel 20 wordt zonder verdere opmerkingen aangenomen.
– Artikel 21 tot en met 27 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.