Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Minister, we zijn hier heel vaak heel trots op onze landbouwers, die zorgen voor kwalitatief voedsel op onze keukentafel, maar de jongste weken komen er steeds meer signalen dat onze voedselketen verstoord geraakt. Fruittelers laten peren aan de bomen hangen omdat bewaren in koelkasten te duur is geworden. Glastuinbouwers overwegen om niets meer aan te planten in het najaar omdat de gasfactuur niet betaalbaar is. Zeer recent heeft zelfs de beroemde producent HAK – u hebt dat allemaal in huis, denk ik – besloten om zes weken lang niet te produceren wegens de elektriciteitsprijzen, de energieprijzen.
Paniek is niet nodig, maar het is toch wel het moment om ongerust te worden. Onze voedingsindustrie is immers een strategische sector. We mogen nooit toelaten dat we voor voedsel afhankelijk zouden worden van het buitenland. Daarom is de vraag: wat kunnen we doen, wat kunt u doen om die sector nog beter te ondersteunen, om het aanbod op peil te houden en ook de betaalbaarheid van het voedsel in de toekomst te garanderen? (Applaus van Stephanie D’Hose)
Minister Brouns heeft het woord.
Als de huidige energiecrisis en oorlog in Europa ons iets leren, dan is het de confrontatie met onze kwetsbaarheid op het vlak van onze basisbehoeften. Als je te afhankelijk bent van het buitenland op het vlak van energie, op het vlak van voeding, dan ben je kwetsbaar. Het lijkt me belangrijk dat we meer zelfvoorzienend moeten en mogen zijn wat dat betreft. De landbouwsector wordt natuurlijk ook meegenomen in het hele steunpakket dat ik zelf in de schoot van de regering op tafel legde en dat inmiddels ook is goedgekeurd. Ik wil dat samen met u overlopen. Dat gaat over 1 miljard euro leningscapaciteit. De bestaande overbruggingslening, die tot 400.000 euro was afgetopt voor de ondernemingen tot 250 werknemers, wordt opgetrokken naar 750.000 euro, ook voor de landbouwsector. Bijkomend kunnen de grote ondernemingen aanspraak maken op een overbruggingslening tot 2 miljoen euro. Dan hebben we het pakket van 250 miljoen euro aan subsidies, van de bakker en de slager tot de meest energie-intensieve bedrijven, waar onder andere de glastuinbouw in zit. Daarbij staan een aantal principes voorop, tijdelijk, voor het vierde kwartaal en voor het eerste kwartaal van volgend jaar. Dit is heel doelgericht. Het gaat over de gezonde bedrijven vanaf een factuur van 7500 euro. Er moeten exploitatieverliezen zijn. Er zijn ook een aantal voorwaarden aan verbonden. Zo is het absoluut heel belangrijk dat de tijdelijke werkloosheid wordt beperkt.
Daarnaast hebben we ook een heel pakket aan maatregelen om nu door te pakken. Dit moment van crisis is belangrijk om nu te investeren in hernieuwbare energie. Ook op dat vlak willen we ondersteuning bieden aan bedrijven. We hebben een pakket tot 100 miljoen euro vrijgemaakt om die energieomwenteling die daar nodig is, te kunnen waarmaken.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Dank u wel, minister.
Er ligt sinds vorige week inderdaad een zeer uitgebreid pakket om de economie in zijn geheel te ondersteunen. Die voedingsketen is, naast een zeer strategische sector, natuurlijk ook een belangrijke economische sector. We praten over 62 miljard euro omzet en 95.000 mensen die aan de slag zijn. Dat zijn vaak ook laaggeschoolden. Het is ook daarom een belangrijke sector. De kostenstructuur van die sector heeft ook vaak te maken met wat de overheid soms aan kwaliteitseisen en eisen van voedselveiligheid oplegt. Men kijkt ook naar ons voor ondersteuning en dat lijkt mij logisch.
Naast die ondersteuning, minister, denk ik dat er ook nood is aan een overleg binnen de keten. Want blijven de winsten wel altijd bij de juiste mensen hangen? Krijgt iedereen wel zijn eerlijk deel van de koek? Ik denk dat uw federale collega ook bezig is met een analyse van die keten en dat het misschien nuttig is om met hem te overleggen. Dat is dan de vraag van nu: bent u ook met hem in overleg om dat ketenoverleg vorm te geven en om met al die partners rond de tafel te zitten?
De heer Vandenhove heeft het woord.
Bedankt voor de vraag, collega.
Minister, deze morgen hebben we het in de commissie Landbouw nog gehad over heel het gegeven van die zelfvoorziening van de landbouwketen. Natuurlijk moeten we ervoor zorgen dat we daar voldoende voor zorgen. Alleen wil ik toch, zonder het fundamenteel debat te willen voeren, nog even zeggen dat we inderdaad heel wat dingen exporteren. We gebruiken altijd dat argument van die zelfvoorziening, maar het gaat eigenlijk over veel meer.
En dan, wat de voedingsindustrie betreft, denk ik dat het heel belangrijk is dat we ervoor zorgen dat de mensen voldoende koopkracht behouden. Een collega van de N-VA heeft daarstraks gevraagd wat de visie was van Vlaanderen op de index. Ik denk dat de beste manier om ervoor te zorgen dat mensen koopkracht kunnen behouden en dat ze inderdaad kunnen kopen, net dat behoud van die index is.
Er zijn een aantal specifieke maatregelen genomen in de Septemberverklaring. Wij hebben als Vooruit ook een aantal bijkomende voorstellen gedaan. Ik denk onder andere aan een sociaal energiefonds, wat specifiek voor middenstanders – dus ook voor landbouwers – zou dienen. Dus ik vraag u om daar eventueel nog eens over na te denken, om zoiets in te voeren.
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Stijgende energiekosten, stijgende grondstofprijzen, stijgende loonkosten, onze landbouwbedrijven voelen dit en, bij uitbreiding, alle bedrijven in onze voedingsindustrie voelen dit. Heel wat bedrijven staan deze winter voor een hartverscheurende keuze: leggen we onze productie al dan niet stil? Ook de consumenten proberen natuurlijk hun uitgaven te beperken, wat begrijpelijk is. En dus proberen supermarkten klanten te lokken met allerlei onrealistische promoties. Opnieuw dreigen onze landbouwers en onze producenten in de rol gezet te worden van prijsnemer in plaats van prijszetter.
Mijn vraag aan de minister is: ziet u toch geen mogelijkheid om binnen het bestaande ketenoverleg naar afdwingbare maatregelen te gaan?
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, de prijzen van voeding swingen inderdaad de pan uit en we moeten opletten dat voeding nog voldoende beschikbaar is voor elke Vlaming. Een van de vragen die gesteld worden om de energiekosten te verminderen en ook te beheersen, is om, al dan niet tijdelijk, over te schakelen op alternatieve energiebronnen, om dat vlotter te verlenen.
Gaat u daar ook initiatieven nemen, zodat bedrijven tijdelijk en structureel overschakelen op het gebruik van alternatieve energiebronnen, om die energiekosten te beheersen en op termijn over te schakelen naar die alternatieve energie?
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Collega’s, ik denk dat we het er allen over eens zijn dat onze land- en tuinbouwsector een belangrijke strategische sector is als primaire sector, dat zij zorgen voor onze gezonde voeding. En ik denk dat iedereen ook moet weten of weet dat de landbouwer het liefst zijn prijs heeft uit de markt, dat er eigenlijk op een correcte manier betaald wordt voor zijn voeding en dat hij daar ook van kan leven. Maar we zien dat die kosten inderdaad gigantisch de pan uit swingen. Ik hoor collega's al stellen: het moet ook betaalbaar blijven. We moeten inderdaad toch ook wel in overleg gaan met de hele keten om te kijken hoe we ervoor kunnen zorgen dat de landbouwer zijn correcte prijs krijgt en dat niet alleen hij of zij de kosten doorgerekend krijgt.
Daarom heb ik de volgende vraag aan u, minister. Welke initiatieven wilt u op dat vlak eventueel nemen? Wat de crisissituatie betreft waarin we ons nu bevinden, is geweten dat er extra maatregelen nodig zijn. U hebt net een heel maatregelenpakket voorgesteld. Ik zou expliciet willen vragen om die maatregelen ook heel gericht kenbaar te maken aan de sector. Ten slotte wil ik u vragen om zeker in overleg te blijven gaan met de sector, want ik vrees dat we het einde van de crisis nog niet gezien hebben.
De heer Sintobin heeft het woord.
Deze vraag is natuurlijk gebaseerd op een jaarrapport van een belangenorganisatie, waaruit blijkt dat er een recordomzet is – een stijging met 19 procent – maar ook dat de kosten gestegen zijn met 27 procent, zodat er eigenlijk geen leefbaar inkomen meer is voor de landbouwer. We voeren hier al jaren het debat over een leefbaar inkomen voor de landbouwer. Het is er alleen maar op verergerd, zeker met de energiecrisis. Zo legt HAK zijn productie stil, terwijl dat bedrijf vijfduizend zonnepanelen liggen heeft. Ik weet niet wat de juiste reden is, maar die is bijkomstig.
De vraag gaat natuurlijk over dat ketenoverleg. Ik zit hier al een tijdje en ik hoor al twintig jaar spreken over dat ketenoverleg. Eigenlijk is dat een federale bevoegdheid. Minister Van Quickenborne heeft dat overleg, toen nog in een andere hoedanigheid, opgestart. Er is echter nooit iets gekomen van dat ketenoverleg. Iedere keer als er hier een vraag gesteld wordt over ketenoverleg, wordt er gezegd: ‘Dat is privé, wij kunnen daar niets aan doen. Wij als Vlaamse Regering hebben daar eigenlijk niets over te zeggen.’ Ik zou er toch bij u op willen aandringen om in de mate van het mogelijke in dat ketenoverleg de mensen ervan te overtuigen om te zorgen voor een leefbaar inkomen voor onze landbouwers.
Minister Brouns heeft het woord.
Dank u voor de vele bijkomende vragen. Verschillende collega’s hadden het over het ketenoverleg. Ik zal er alles aan doen om dat maximaal te faciliteren, omdat ik mij heel goed bewust ben van het belang ervan. Binnen onze mogelijkheden neem ik dat vast en neem ik daarin mijn verantwoordelijkheid. We hebben dat al gedaan voor de fruitsector, dat heeft nog een vervolg nodig voor de varkenssector en dergelijke. Ik denk dat dat heel belangrijk is. Minister Clarinval voert inderdaad, zoals werd gezegd, een prijsmonitoring uit.
Collega Vandenhove, ik denk dat we nogmaals moeten benadrukken dat de landbouwsector voor mij een volwaardige economische sector is die inderdaad ook exporteert binnen een straal van enkele honderden kilometers. Vlaanderen is een zakdoek groot, maar een volwaardige economische sector mag die topkwaliteit natuurlijk ook aan de man brengen vlak over de grens. Uw voorstel van een sociaal energiefonds is iets om verder te bekijken.
Mevrouw Joosen, uw vraag over het ketenoverleg heb ik beantwoord.
Collega Schauvliege, ik sta absoluut achter die alternatieve energiebronnen. Ik heb er daarstraks in mijn eerste antwoord naar verwezen, het ging misschien wat snel, maar in het energie-impulsprogramma maken we 100 miljoen euro vrij voor ondersteuning, begeleiding en demonstratieprojecten, ook voor de Vlaamse land- en tuinbouw. Er zijn vandaag heel specifieke voorbeelden rond de drijvende PV-panelen. Dit is een momentum dat we inderdaad moeten grijpen om te versnellen op het vlak van hernieuwbare energie.
Collega Rombouts, ook u onderstreept het belang van de keten en het overleg rond de keten, evenals collega Sintobin. Ik kan alleen maar herhalen dat ik, binnen mijn mogelijkheden, er alles aan zal doen om dat maximaal te faciliteren.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw engagement richting dat ketenoverleg. De koek in de sector dient inderdaad eerlijk verdeeld te worden, van de landbouwers over de kmo’s die zorgen voor de verwerking en de bewaring van al die oogsten die onze landbouwers opleveren, tot de distributiesector.
Minister, ik denk dat zij van ons wat preciezere maatregelen voor de sector verwachten, zoals collega Rombouts al zei, wat meer op maat gemaakte maatregelen. Ik denk dat we dat samen kunnen met de partners in de keten en ook samen met de federale overheid. Mensen liggen vandaag wakker van hun energiefactuur en wij hebben de plicht ervoor te zorgen dat ze niet ook nog eens moeten wakker liggen van lege winkelrekken of hoge voedselprijzen.
De actuele vraag is afgehandeld.