Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Minister-president, vorige week op de Europese top is gebleken dat een brexitdeal niet voor het grijpen ligt. Gisteren was er een ministerraad in Groot-Brittannië die naar verluidt geëindigd is in chaos. Jammer genoeg is er in het Britse parlement nog altijd geen zicht op een meerderheid voor om het even welk brexitscenario.
Dat is slecht nieuws want op 29 maart, over amper vijf maanden, gaat Groot-Brittannië automatisch uit de Europese Unie. Dat heeft als gevolg dat Groot-Brittannië eigenlijk een soort van derde land wordt. Er zijn nog dergelijke landen. Veel Afrikaanse landen hebben dat statuut. Het zou zo verregaand zijn. Dat is nefast voor Groot-Brittannië. Vandaag blijkt dat ze aan het onderzoeken zijn hoe ze schepen kunnen charteren om de voedselvoorziening en de voorziening van medicijnen op peil te houden. Maar dat is natuurlijk ook nefast voor de Vlaamse economie. Naar schatting zullen 28.000 Vlaamse jobs bedreigd worden in geval van een harde brexit.
Minister-president, we hopen natuurlijk allemaal dat er geen harde brexit komt en dat er alsnog een deal komt de volgende weken of maanden. Maar wij moeten ons jammer genoeg voorbereiden op het ‘worst case scenario’ van de harde brexit. Welke maatregelen hebt u al dan niet samen met de federale regering genomen om ons daarop voor te bereiden en de negatieve gevolgen zo beperkt mogelijk te houden?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Collega Van Rompuy, helaas is dit een heel actuele en een heel pertinente vraag. Ik denk dat we volledig op dezelfde lijn zitten dat een ‘hard brexit’ zeer nefaste gevolgen zal hebben. Dat zou in de eerste plaats zo zijn voor het Verenigd Koninkrijk, maar dat zal ook voor het continent het geval zijn, en op het continent meer voor de landen rond de Noordzee dan voor andere landen. Vlaanderen wordt zeer zwaar getroffen bij een harde brexit. Het zou 2,6 procent BNP kunnen verliezen en tot 28.000 jobs.
Wij hebben van meet af aan gepleit voor een ‘soft brexit. De onderhandelingen zijn nog niet ten einde. Ik blijf hopen maar ik deel uw mening dat we ons helaas steeds meer moeten voorbereiden op een scenario van een harde brexit. We hebben alle mogelijke acties ondernomen. We hebben een meldpunt opgericht dat in het begin nauwelijks reacties losweekte. Dat is nu heel snel aan het veranderen. We hebben 32 activiteiten georganiseerd, met stakeholders, met de havens, met de academische wereld, met de federaties, met Voka, met UNIZO, met de landbouw, noem maar op. We hebben een brochure gemaakt over de gevolgen voor de etikettering, voor de certificaten, voor de douane.
Nu steken we een tandje bij. U weet dat ik in de begroting 2 miljoen euro bij gekregen heb om extra acties te nemen, om bedrijven te ondersteunen die daarmee worden geconfronteerd en om ze desgevallend te helpen naar andere exportmarkten. We maken een frontoffice. We maken samen met federaal een impactscan zodat bedrijven in bepaalde sectoren kunnen weten wat de impact voor hen kan zijn. Dat verschilt van bedrijf tot bedrijf. Wij gaan samen met federaal, met de douane, met Vlaanderen, met FIT, met het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO), met mezelf en met federaal collega Van Overtveldt een roadshow opzetten om in Vlaanderen mee rond te gaan om bedrijven erop te wijzen wat er te gebeuren staat.
Ik heb na de Septemberverklaring een interview gegeven met De Tijd en erop gewezen dat vele, vele kmo's die exporteren naar het Verenigd Koninkrijk, zich nog altijd niet bewust zijn van wat er op hen afkomt inzake douanemaatregelen, inzake phytofarmaceutische vereisten, inzake etikettering, inzake vrachtbrieven en inzake controles aan de grenzen. Men zegt mij dat er in Dover geen plaatsen zijn en dat de Britten er nu rekening mee houden dat er langs de snelweg naar Dover 40 kilometer zou worden gereserveerd om de vrachtwagens te laten parkeren. Dit kan tot grote problemen en grote chaos leiden.
We gaan dus ook die roadshow doen. We hebben 2 miljoen euro meer om onze diensten te versterken, zowel in Londen als bij de Europese Unie als hier op ons departement Buitenlandse Zaken.
Tot slot komt op het Overlegcomité van 7 november – mede op mijn vraag, ik heb dit geïnitieerd – het punt om de regelgeving te screenen. Het zal Belgische regelgeving zijn, ik zie tot nu toe geen decreten, maar misschien zijn die er ook. Die zou moeten worden aangepast in geval van een harde brexit. Het is duidelijk dat bepaalde landen zich daarop aan het voorbereiden zijn. President Macron vraagt daarvoor volmachten om wetten te kunnen wijzigen. Ik vraag dat er zeker een screening zou zijn zodat er op dat vlak kan worden gekeken of er ook wetgevende maatregelen moeten komen.
De economische gevolgen, de problemen met de douane waarbij de federale overheid gevolg geeft aan mijn vraag om te komen tot een zachte douaneregeling … Er worden douaniers bij aangeworven, men gaat digitaliseren, men gaat werken met preclearance, men gaat werken met Authorised Economic Operators. Dat zijn allemaal zaken die de pil wat vergulden, die de zaak wat verzachten, maar die natuurlijk niks afdoen van de grote, nefaste gevolgen.
Wij brengen alles in lijn wat we maar kunnen. Als er nog bijkomende ideeën zijn, laat ze maar komen. Vooral moeten we zeker de kmo's die geen ervaring hebben met export buiten de Europese Unie – dat is het grootste aantal – voorbereiden op een mogelijke harde brexit.
Macron en Merkel hebben aangekondigd dat ze nu toch gaan komen met een noodplan voor een harde brexit. Dat gaat in essentie over het opleiden en aanwerven van honderden douaniers, grenswachters, controleurs voor dierentransport, voor voedseltransport enzovoort, om de files – de Franse transportsector heeft dat berekend, twee minuten extra betekent 27 kilometer extra file – per vrachtwagen … Zulke situaties kunnen we ons in Vlaanderen niet permitteren. We moeten er dus alles aan doen om dat te voorkomen. We moeten ook een noodplan maken. Ik ben blij te horen dat we in Vlaanderen al redelijk ver staan.
Ik stel toch vast dat we onze federale collega's een extra duwtje moeten geven, want de aantallen die men in het buitenland zal aanwerven om de stromen onder controle te houden, zijn veel hoger. Zij zullen veel meer douaniers aanwerven dan wij doen. Wij zijn maar van plan om er 141 aan te werven. Dat moet nu gebeuren, want die moeten worden aangeworven en opgeleid zodat ze tegen 29 maart klaar kunnen zijn.
Ik vrees dat het op dit ogenblik op het federale niveau too little en too late is. We moeten absoluut een noodplan hebben in het geval er toch een harde brexit op ons af zou komen.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister-president, we kunnen het niet ontkennen, we zitten in een slechte fase en Vlaanderen heeft nood aan een goede brexitdeal. Een no-deal is natuurlijk de slechtst mogelijke oplossing die op ons af kan komen voor een open en exportgerichte economie zoals wij die hebben in Vlaanderen.
Minister-president, de Vlaamse Regering heeft al bijzonder veel gedaan. U hebt het opgesomd: heel wat ontmoetingen, FIT, Meldpunt, ontmoetingen met bedrijven, met kmo's enzovoort. Er zijn afspraken gemaakt met de federale overheid.
Vandaag hebt u opnieuw maatregelen aangekondigd. Maar natuurlijk, we kunnen niet ontkennen dat de brexitstrategie van de haven van Zeebrugge dezelfde is als die van de Vlaamse Regering: ‘Hope for the best, but prepare for the worst.’
Minister-president, ik heb nog een bijkomende vraag. Ik hoop dat we toch nog naar een goede deal kunnen gaan, je weet nooit. Premier May heeft gezegd: we zitten op 95 procent van een akkoord. Misschien kan het nog. Op welke manier zou u samen met de federale overheid ultiem druk kunnen uitoefenen zodat er toch nog een deal komt met het Verenigd Koninkrijk?
De heer Daems heeft het woord.
De deal die er gaat komen, zal sowieso slecht zijn. Daar mag je gif op innemen, om de eenvoudige reden dat het Britse parlement nooit tot een vergelijk zal komen. Dat is mijn persoonlijke overtuiging.
Minister-president, ik wil geen zwartdenker zijn, maar dat is de reden waarom ik denk dat u iets nog iets meer moet doen dan nu. In overleg met dit parlement moet u een bijzonder executief mandaat vragen, zodat de Vlaamse Regering direct proactief kan optreden op het vlak van regelgeving en bijzondere maatregelen, zonder die noodmaatregelen, als we ze zo mogen noemen, vooraf met het parlement te bespreken.
Voorzitter, ik denk dat het perfect mogelijk is een opvolgingscommissie op te richten binnen het parlement, om dat bijzonder executief mandaat op te volgen en de democratische besluitvorming alsnog binnen bepaalde lijnen te houden. Ik ben ervan overtuigd dat dat de enige manier is om proactief te kunnen handelen en ik denk dat het ook de enige manier is die de Federale Regering zou moeten aannemen. Ik ben in het federaal parlement een van de grote tegenstanders geweest van volmachten, maar in deze specifieke situatie is een bijzonder executief mandaat nodig. Ik pleit daar dan ook heel uitdrukkelijk voor.
Mevrouw Turan heeft het woord.
Collega’s, ik hoop nog steeds dat er geen harde brexit komt, maar de signalen die we krijgen, zijn niet goed. Toch begrijp ik de vraag van collega Daems niet, als ik eerlijk moet zijn. De Europese Commissie geeft al sinds eind augustus signalen en ook vanuit Groot-Brittannië komen diezelfde signalen. De positie van May zelf is in haar land blijkbaar ook zeer precair. Ik begrijp de hoogdringendheid niet om de minister-president nu zonder het parlement via een ‘executive board’ te laten werken. Het is al heel lang aan de gang.
Ik ben het er wel met collega Van Rompuy over eens, dat er op federaal niveau ‘too little too late’ gebeurt en dat er hier veel ‘bla bla’ is, maar geen concrete acties komen.
Er zijn een aantal elementen aangebracht. Gebeurt er op federaal niveau ‘too little too late’? Ik heb gehoord dat de Federale Regering 400 à 500 bijkomende douanebeambten zal aanwerven, dat er nu al een eerste schijf is van 141 mensen die opgeleid worden en dat de minister van Financiën heel duidelijk zegt dat we daarvoor klaar moeten zijn. Er zijn meer aspecten dan enkel douaniers. Het gaat ook om fytofarmaceutische controles, waarbij we dierenartsen en dergelijke moeten inschakelen. Naar mijn informatie is de Federale Regering zich daarop wel degelijk aan het voorbereiden.
Ik ben ook de eerste – en de Federale Regering volgt me daar nu ook in – die gezegd heeft dat we moeten oppassen met het meerjarig financieel kader van Europa. De Commissie wil de inhoudingen van de douanerechten namelijk van 20 naar 10 procent terugbrengen, terwijl het precies die landen aan de Noordzee zijn, die die 20 procent hard nodig hebben. Het zijn zij immers die geconfronteerd worden met zeer hoog oplopende kosten, niet het minst door de bijkomende douaneambtenaren. Ik pleeg hier hoe dan ook overleg over en collega Van Overtveldt en ikzelf plannen samen met onze diensten ook een roadshow. Alle ideeën om een tandje bij te kunnen steken, zijn welkom.
Ik ben trouwens verre van optimistisch. De commissieleden weten dat ik mij van bij het begin vrij pessimistisch uitgelaten heb over de oplossing voor de grenskwestie tussen de Ierse Republiek en Noord-Ierland. Ik heb het de kwadratuur van de cirkel genoemd en dat is het nog altijd. Tot vandaag is er voor die kwestie nog geen goede oplossing en de standpunten van de EU en het VK staan lijnrecht tegenover elkaar. Daar komt nog eens bij dat Theresa May voor haar meerderheid in het Lagerhuis onder andere afhankelijk is van de steun van de Democratic Unionist Party (DUP). Je ziet trouwens dat er geen consistentie zit in hun lijn: de ‘white paper’ was het allereerste document en moest de dag na de lancering al genuanceerd worden. Wij moeten ons dus helaas voorbereiden op een erge situatie.
Wat mij altijd uitermate gestoord heeft, is, ten eerste, het referendum zelf – ik ben geen voorstander van referenda –, en, ten tweede, het feit dat de Britse regering dat referendum geïnterpreteerd heeft als een uitstap uit de EU en meteen ook alle andere mogelijke deelnames aan de interne markt uitsloot: de formule van Noorwegen met de Europese Economische Ruimte (EER), de formule van Zwitserland met een associatieovereenkomst en de formule van Turkije met een douaneovereenkomst. Ik heb in een interview met De Tijd gezegd dat we ten minste een douane-unie moeten hebben met het VK, zoals met Turkije. Wordt het VK een compleet derde land, met de regels van de Wereldhandelsorganisatie (WHO), dan zal iedereen daar zwaar onder lijden.
Ik hoop dus dat er ruimte is voor pragmatisme. Ik zeg al lang dat we de transitieperiode misschien moeten verlengen. Theresa May stond daar in eerste fase niet negatief tegenover, maar werd direct teruggefloten door de ‘hard brexiteers’, die er absoluut uit willen vóór de Europese verkiezingen.
De klok tikt inderdaad. Als er een akkoord is, moet dat er ten laatste eind december zijn om nog de hele ratificatieprocedure te kunnen doorlopen voor 29 maart, de dag waarop de Unie formeel afscheid moet nemen van het Verenigd Koninkrijk.
We zijn al een hele tijd bezig met de screening van de wetgeving. Tot nu toe hebben wij geen Vlaamse decreten gevonden waarvan we denken dat die gewijzigd zullen moeten worden met het oog op de brexit. Het zit vooral op federaal niveau. Daarom agendeer ik het ook op het Overlegcomité. Ik vind dat er daar snel een screening moet komen, om te zien welke federale wetgeving moet worden aangepast.
Moet dat op Vlaams vlak? Misschien, voorzitter, kunnen ook de wetgevende diensten van het parlement daar een zekere controle op doen, om te zien of wij decreten hebben die eventueel, in het kader van een harde brexit, zouden moeten worden aangepast. Tot nu toe hebben wij die niet gedetecteerd.
Collega Daems, u gebruikte een heel mooie omschrijving. Bij Jean-Luc Dehaene waren het ‘bijzondere machten’ en niet langer ‘volmachten’. U noemt het nu een ‘bijzonder executief mandaat’. Dat is een heel mooie omschrijving, maar dat zou natuurlijk betekenen dat het parlement dan zijn wetgevende taak afstaat aan de uitvoerende macht. Dat is een zeer verregaande maatregel, waar ik met mijn parlementaire reflex een zeer grote terughoudendheid voor heb. Er kan, denk ik, ook nog altijd snel gehandeld worden in het parlement. Maar wat de urgentie betreft, hebt u gelijk. Dus mocht het zo zijn, voorzitter, collega’s, dat er decreten moeten worden aangepast – wat tot nu toe in mijn ogen niet zo is, omdat alles wat die relaties aangaat, op federaal vlak zit – dan denk ik dat we met zijn allen bereid moeten zijn om daar bij voorrang werk van te maken, zodat er wetgevend werk kan gebeuren en dat in werking kan treden voor 29 maart. Daarin deel ik uw mening.
Misschien zien onze administraties en wijzelf zaken over het hoofd, dus mijn uitnodiging is: zijn er decreten waarvan er gedacht wordt dat die wel zullen moeten worden aangepast, laat het alstublieft zo snel mogelijk weten. We hebben daar allemaal belang bij. Het gaat ook over onze welvaart. Enorm veel jobs hangen daarvan af. Enorm veel kmo’s zijn zich nog altijd niet bewust van de problemen waarmee ze geconfronteerd zullen worden. Er gaan enorme transportproblemen ontstaan, en ook grote douaneproblemen. Daarom is het mijn herhaalde pleidooi – ik heb het ook aan de Europese commissaris gezegd – om te komen tot een grenscontrole die een beetje vergelijkbaar is met die tussen de VS en Canada, met ‘preclearance’, met operatoren die je kunt vertrouwen, waarbij je niet elke lading telkens opnieuw moet controleren, met digitalisering. Zo niet, zal dit een chaos van jewelste worden: elke vrachtwagen die onder het Kanaal gaat, controleren, de vracht controleren, de vrachtbrieven controleren, nog los van de interne kosten bij de bedrijven om daar een hele administratie voor uit te werken, wat de meeste tot nu toe niet hebben.
Het is duidelijk dat we echt geen tijd meer te verliezen hebben om tot een brexitnoodplan te komen, desnoods een brexitnooddecreet, om ons voor te bereiden en te voorkomen dat dit chaos wordt op de Vlaamse wegen en in de Vlaamse havens, want dat kunnen we absoluut missen als kiespijn. Er was dit weekend in Londen een betoging tegen de brexit. Men had 100.000 man verwacht, het zijn er 700.000 geworden. Het was de grootste betoging sinds de oorlog in Irak. Een van de slogans was: ‘All I want for Christmas is EU.’ Ik zou zo ver niet gaan, maar laat ons hopen dat er onder de kerstboom misschien toch een brexitdeal komt, onder druk van de publieke opinie. Maar als dat niet lukt, moeten wij ons jammer genoeg voorbereiden op een worstcasescenario. En daar hebben we een echt brexitnoodplan voor nodig. Ik ben blij dat u het geagendeerd hebt op het Overlegcomité van 7 november. Ik hoop dat het dan heel snel kan gaan.
De actuele vraag is afgehandeld.