Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de beveiliging van snelwegparkings
Verslag
De heer Sintobin heeft het woord.
Voorzitter, minister, laat me misschien eerst beginnen met te zeggen dat wat mij en mijn fractie betreft, het correcte woordgebruik ‘illegaal’ is in de plaats van ‘transmigrant’. Bij dezen is dat rechtgezet.
Minister, het is natuurlijk wel zo dat de problematiek van de veiligheid op de snelwegparkings opnieuw in de actualiteit staat, deze keer in Groot-Bijgaarden. Het is in die zin nog verergerd, natuurlijk, omdat de politie met allerlei wapens werd aangevallen door illegalen. Het gaat almaar van kwaad naar erger. Ook op ander snelwegparkings rijst het probleem. Ik kan u signaleren, en de burgemeester van Brugge is hier aanwezig, dat de jongste week steeds meer illegalen ook de trein nemen naar Brugge, waar ze proberen om via de lijnbus naar Zeebrugge te geraken. Het is immers niet alleen de problematiek van de snelwegparkings die ik wil aankaarten. Dat is de aanleiding voor mijn vraag. Het gaat natuurlijk ook over de druk van de illegalen op Zeebrugge en straks in Oostende. Wanneer daar een nieuwe ferrydienst van wal steekt, zal de druk alleen maar vergroten.
Minister, u hebt in het verleden een aantal maatregelen genomen. Ik geef dat grif toe. U hebt ook een totaalplan ontplooid, maar nu blijkt natuurlijk dat dat totaalplan en die maatregelen niet voldoende zijn. U hebt in uw beleidsbrief aangekondigd dat er een evaluatie zou komen van het totaalplan. Hoe ziet u dat totaalplan evolueren? Bent u van plan om nieuwe maatregelen te nemen? Er is natuurlijk ook het door minister Jambon aangekondigde overleg, met de Vlaamse overheid, maar zeker ook met de provincies.
Ik wil u toch wel meegeven dat de provinciegouverneurs van West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, maar ook van Vlaams-Brabant, vragende partij zijn dat op alle, maar dan ook op alle niveaus, de nodige inspanningen worden gedaan om deze problematiek aan te pakken.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, vorig jaar rond deze tijd kondigde u uw totaalplan aan om de snelwegparkings beter te gaan uitrusten, beter te gaan beveiligen, onder andere tegen deze problematiek van … ik wil ze toch even voor het gemak ‘transitmigranten’ noemen, omdat iedereen dan weet waarover het gaat: mensen die proberen naar Engeland te geraken en op een onwettige manier in vrachtwagens klimmen.
Vorige week heeft dat geleid tot een ernstig incident. Er zijn al heel veel incidenten geweest en we hebben het er in de commissie ook al heel dikwijls over gehad, heel vaak vanuit de Oost-Vlaamse en West-Vlaamse invalshoek. Maar vorige week hoorde ik op Radio 1 de provinciegouverneur van Vlaams-Brabant, Lode De Witte, die een beetje een noodkreet slaakte. Hij zei dat er problemen zijn in Groot-Bijgaarden. Op een maand tijd zijn er al meer dan vijftig transitmigranten gesignaleerd, vorig jaar waren er dat bijna driehonderd. De verhouding begint toch wel wat scheef te trekken. Hij zegt dat er problemen zijn in Heverlee, in Rotselaar en in Everberg. Hij staat achter het plan van de minister, maar hij laat zich op een bepaald moment ontvallen – de man is normaal de rust zelve – dat van dat plan niets in huis is gekomen. Het ging over uw totaalplan, neem ik aan.
Minister, ik zie u nee knikken. Ik wil u vandaag de kans geven om een stand van zaken te geven over de beveiliging van de parkings langs de E40. (Applaus bij CD&V)
Minister Weyts heeft het woord.
De problematiek heeft zich eerst voorgedaan in 2016, waarbij in eerste instantie in West-Vlaanderen en daarna ook in Oost-Vlaanderen melding werd gemaakt van problemen met illegalen die probeerden in vrachtwagens te klimmen. Vervolgens hebben we, bij wijze van crisismaatregel, onmiddellijk ervoor gezorgd dat er in private bewaking werd voorzien. Dat heeft een jaar geduurd, en dat heeft ons wel wat gekost. Ik moet meegeven dat de Inspectie van Financiën weigerde om die bewakingsopdracht te verlengen omdat dit geen bevoegdheid van de Vlaamse overheid is en omdat het toekomt aan de federale overheid. We hebben contact opgenomen met het kabinet van collega Jambon om ervoor te zorgen dat er vanuit veiligheidsoogpunt en politioneel bewakingsoogpunt extra maatregelen worden getroffen, en die worden ook genomen.
We hebben een volledig plan uitgerold, in eerste instantie op de E40, gericht op Oost- en West-Vlaanderen, maar ook op Vlaams-Brabant. Er is een beurtelings systeem van langparkeren en kortparkeren. Van Brussel tot aan de kust zijn er verschillende parkeerruimtes. Op de ene parking kan men kortparkeren, wat wil zeggen dat ze ’s nachts wordt gesloten. Op de andere parkings kan men langparkeren, wat wil zeggen dat de vrachtwagenchauffeurs zich daar verzekerd weten van een veilige omheinde omgeving, als het even kan met camera’s en voldoende sanitaire faciliteiten enzovoort.
We hebben dat plan uitgerold, in eerste instantie op de E40. Langparkeren kan in Groot-Bijgaarden, Wetteren en Westkerke. In Wetteren en Westkerke zijn al de nodige maatregelen genomen en technische ingrepen gebeurd. Voor Groot-Bijgaarden is de vergunningsaanvraag aangevraagd, maar er is beroep aangetekend bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen door een van de omwonenden. Die uitspraak volgt eerstdaags, op 6 februari. Ik heb aan de parkinguitbater – dus de concessiehouder – gezegd dat we niet gaan wachten tot wanneer er een beroep wordt uitgesproken, maar als de uitspraak er is, gaat de schop de grond in. Ik heb ook begrepen dat men daar snel kan klaarstaan om effectief te zorgen voor een hek en andere beveiligingsmaatregelen, want we willen die parking grondig hervormen. Het is een parking die dateert uit een vroegere periode. Men gaat ook de vrachtwagens groeperen, wat vandaag niet het geval is.
Wat de bekommernis van mevrouw Brouwers over Vlaams-Brabant betreft, kan ik zeggen dat we ook voor Rotselaar, Heverlee en verderop diezelfde ratio volgen van langparkeren, afgewisseld met kortparkeren.
Maar we moeten onszelf niets wijsmaken. Wij kunnen aan Vlaamse zijde zeggen dat we voorzien hebben in veiligheid op die parkings, maar we weten dat de vluchtelingen vanuit Brussel ook gebruikmaken van het openbaar vervoer – met de trein, met bussen enzovoort. Wij kunnen ons dan wel veilig wanen op de parkings, maar we weten dat de kern van het probleem natuurlijk daar zit: zolang die mensen blijven toestromen en perspectief blijven krijgen op een doortocht naar Groot-Brittannië, zullen zij alle mogelijke middelen gebruiken. Is dat niet meer of veel minder via onze snelwegparkings, dan zal dat zijn via een andere weg. En dat is de theorie van het waterbed: als wij op die snelwegparkings zorgen voor beveiliging, dan moeten we natuurlijk ook weten dat men andere wegen zal zoeken, net zoals het water, en andere wegen zal vinden. (Applaus bij de N-VA)
Ik begrijp eigenlijk niet goed waarom de collega's van de N-VA applaudisseren. (Opmerkingen van Matthias Diependaele)
Ja, mijnheer Diependaele, ik weet het: u bent veel slimmer dan ik. (Opmerkingen van Karl Vanlouwe)
En u ook, mijnheer Vanlouwe. Maar u applaudisseert eigenlijk voor een minister die hier net gezegd heeft dat het federale asiel- en migratiebeleid faalt. U zegt: ‘De maatregelen die wij nemen op Vlaams niveau, volstaan eigenlijk niet, want die illegalen’ – ik blijf erbij: die illegalen – ‘zullen toch proberen in Zeebrugge of Oostende te geraken, hoe hoog of hoe laag die omheining ook is.’ Wij stellen dat vast. Zelfs in Zeebrugge, waar de beveiliging van de haven eigenlijk afdoend zou moeten zijn, lukt het niet om de illegalen van het terrein te houden.
En dan komt u zeggen: ‘We kunnen er in feite niet veel aan doen, want er is altijd een een toestroom van illegalen in Brussel, in het Maximiliaanpark, op andere niveaus.’ En dan applaudisseert de N-VA-fractie, om het beleid van Theo Francken en Jan Jambon toe te juichen. Maar het is natuurlijk dáár dat het probleem ligt. En u, als Vlaams minister, moet in overleg treden met Jan Jambon en ook met de provinciegouverneurs. Minister, ik vraag u nogmaals: hoe zit het met het overleg op federaal niveau en met de provinciegouverneurs?
Minister, ik dank u alleszins voor uw antwoord dat er ook, nadat we van West-Vlaanderen en Oost-Vlaanderen komen, opgeschoven wordt in de planning en dat men snel werk zal maken van de beveiliging van die parkings in Vlaams-Brabant. Zoals u zegt, zal dat alleen het niet allemaal oplossen. Uit eerdere vragen heb ik begrepen dat er regelmatig overleg is over het hele totaalplan, met de stakeholders, de vrachtwagensector, de gouverneurs, de lokale besturen. Maar ik vroeg me nu af, want ik kan het me niet herinneren: zijn de openbaarvervoersmaatschappijen daar bij? Want misschien moeten we hen toch ook betrekken in het verhaal, zoals u ook terecht op het einde hebt aangegeven.
Ten slotte heb ik een laatste puntje. Ik verwijs naar het juridische geschil in Groot-Bijgaarden. Het is goed dat er op 6 februari een uitspraak komt. Maar ik hoop dat de Raad voor Vergunningsbetwistingen niet heeft meegeluisterd. Ik vind dat moeilijk. Want als zij nu zeggen: ‘We gaan die man gelijk geven’ en u hebt ondertussen gezegd: ‘Begin maar te bouwen’, op welke juridische aspecten baseert u zich dan? (Applaus bij CD&V)
De heer Van Miert heeft het woord.
Minister, collega's, om te beginnen wil ik graag mijn verontwaardiging – gróte verontwaardiging – uitdrukken over het geweld tegen politie. We kunnen onze kranten niet meer openslaan of het is van dat. Ik weet het wel, die politiediensten vallen niet onder onze bevoegdheid. Maar we zijn toch volksvertegenwoordigers. En ik vind persoonlijk dat we dat niet streng genoeg kunnen afkeuren.
Wat dit dossier betreft: dit zal kortelings worden opgelost. Minister, u had het over 8 februari. Dan zal het wel goed komen met die bouwvergunning.
Wat uw totaalaanpak betreft, hebben we er vertrouwen in dat er genoeg overleg is met de andere federale diensten.
Maar minister, mijn vraag aan u was: denkt u niet dat, in plaats van elke parking in Vlaanderen, in Wallonië, in België en bij uitbreiding in Europa te gaan controleren en beveiligen, er echt wel eens dringend nood is aan een grenzenbeleid binnen Europa? Dat is ook het standpunt van onze partij, van onze fractie. (Applaus bij de N-VA)
De heer Keulen heeft het woord.
Minister, ik heb u er al meermaals vragen over gesteld. In dezen legt u een grote daadkracht aan de dag. U moet uw plan van aanpak in verband met de snelwegparkings en de beveiliging ervan verder uitrollen, landinwaarts. U moet daarmee bezig blijven.
Ik denk dat het goed is dat u met minister van Binnenlandse Zaken Jambon en met de andere aanbieders van openbaar vervoer rond de tafel gaat zitten. Men gaat altijd op zoek naar de zwakke schakels, we kennen allemaal het waterbedeffect. Omdat het ideale niet kan, moeten we blijven streven naar het goede. Er zijn belangrijke stappen gezet aan Vlaamse kant, die moeten nu vervolledigd worden.
U moet de rest van mijn verhaal opnemen met de andere verantwoordelijken om zo een krachtig signaal uit te sturen, ook naar de buitenwereld en de transmigranten of illegalen, waardoor ze misschien een boog zullen maken rond België. Ik maak me daar weinig illusies over. Belangrijk is het signaal en het feit dat u daarvoor wilt gaan, ook ten aanzien van wie met mensensmokkel bezig is.
Juridisch heeft een beroepsprocedure bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen geen opschortende werking. In theorie kunnen de werken nu al beginnen. Gelet op de omvang van de werken en het grote financiële risico dat de uitbater van de parking boven het hoofd hing, was hij terughoudend om daaraan te beginnen. Ik heb wel duidelijk gezegd dat als de Raad voor Vergunningsbetwistingen een vernietiging uitspreekt, er geen vergunning meer is, dat is evident. Mocht de verzoekende partij nog in beroep gaan bij de Raad van State, heeft ook dat beroep geen opschortende werking. Mijn boodschap is dus dat daar niet op gewacht hoeft te worden.
Er is geregeld een terugkoppeling geweest met de gouverneurs. In het najaar van 2017 hebben we dat bekeken met de gouverneurs en de burgemeesters. De burgemeester van Gent was tevreden over het systeem van kortparkeren en langparkeren op de E40. Dat zit dus wel goed. U stelt het vast, het probleem verschuift, met als gevolg dat we dat systeem van kortparkeren en langparkeren toegepast willen zien op heel Vlaanderen. Maar we moeten elkaar geen Liesbet noemen, we weten dat de bron van het probleem vooral in Brussel gesitueerd is. Als het in Brussel regent, druppelt het in Vlaams-Brabant. We voelen de consequenties van dat beleid aan den lijve. Wie ben ik om als bescheiden Vlaams minister te zeggen dat er in Europa onmiddellijk een gesloten-grenzenbeleid moet worden gevoerd? Ik mag hopen dat men dat zou horen, maar intussen doen we al het mogelijke om minstens voor eigen deur te vegen en ervoor te zorgen dat die parkings gevrijwaard worden en dat de veiligheid van die vrachtwagenchauffeurs maximaal verzekerd wordt.
Minister, vrachtwagenchauffeurs liggen niet wakker van de vraag wie nu juist bevoegd is om hun een veilige nacht te garanderen.
Ik ben het met u eens dat, wat betreft de beveiliging van snelwegparkings en andere maatregelen die u neemt op Vlaams niveau, dit niet meer is dan symptoombestrijding. Als we die snelwegparkings gaan beveiligen, zullen de illegalen het openbaar vervoer nemen en proberen ze met de trein of de bus in Zeebrugge of Oostende te geraken.
Mijnheer Van Miert, ik ben blij dat ook u hier pleit voor een efficiënt grenzenbeleid. Wat houdt uw partij tegen? U hebt alle instrumenten in handen om een efficiënt uitwijzingsbeleid te voeren. U hebt alle instrumenten in handen om een degelijk grenzenbeleid te voeren. Maar neen, uw kopmannen doen aan politiek op Twitter met fake nieuws, maar laten na om echte maatregelen te nemen om die toestroom van illegalen, die de minister zelf erkent, te stoppen. Ga dus voor echte politiek, die de mensen weten te waarderen, in plaats van voor politiek getwitter. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister, u hebt gelijk, u bent niet bevoegd voor het grenzenbeleid – sommigen zullen misschien denken ‘en maar goed ook’ – maar u bent wel bevoegd voor een belangrijk deel van deze problematiek, ook al noemen sommige collega’s dat symptoombestrijding. Ik zou toch maar goed voortdoen. Zoals de heer Keulen zegt, rol uw plan met spoed uit, want het is een beveiliging, niet alleen voor de politiemensen die daar patrouilleren, maar vooral voor die vrachtwagenchauffeurs die zich onveilig voelen. Het gaat in de eerste plaats om de mensen, maar cargodiefstal is ook iets wat regelmatig gebeurt.
Ik denk dat we dat moeten voortzetten. Ik denk ook dat u goed hebt geantwoord op alle vragen. We zullen daar zeker op terugkomen want het is waar, collega’s, dit probleem is de wereld nog niet uit.
De actuele vragen zijn afgehandeld.