Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Dochy heeft het woord.
Zo warm en droog het voorjaar van 2017 is geweest, zo nat waren het voorjaar en de zomer van 2016. In die mate zelfs dat dit geleid heeft tot de erkenning als algemene rampen. We weten dat er een erkenning was van de periode van wateroverlast voor heel Vlaanderen van 27 mei tot 26 juni, van stormschade en hagelschade op 23 juni in een aantal gemeenten en ook extra wateroverlast in een aantal gemeenten op 23 juli.
De constante in het gegeven van vorig jaar en van dit jaar is dat er zeer veel land- en tuinbouwers getroffen worden in hun teelt en in de rendabiliteit op hun bedrijf.
We weten dat er vandaag een erkenningsaanvraag loopt voor landbouwramp omdat het louter om landbouwschade gaat voor het voorjaar 2017. Voor 2016 zijn ongeveer zesduizend dossiers ingediend, enkele honderden zijn reeds uitbetaald. Er wordt hard gewerkt op de dienst Rampenschade, waarvoor dank aan die mensen, zij doen echt hard hun best. Toch stellen we vast dat mensen die zowel in 2016 als in 2017 getroffen zijn, nog een hele tijd zullen moeten wachten op de uitbetaling en dat daar problemen ontstaan: de liquiditeit en rentabiliteit van de bedrijven. Sommigen geraken in financiële problemen.
U hebt laten uitschijnen, minister-president, dat het uw streefdoel is om tegen eind 2018 alle dossiers van 2016 uit te betalen. Dat is een huzarenstuk, ik weet het, maar uiteindelijk zal dat te laat zijn voor een aantal bedrijven. Vandaar mijn vraag en oproep om daar capaciteit bij te steken en te zorgen dat die uitbetaling versneld kan gebeuren.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Mijnheer Dochy, om te beginnen, dat hebt u ook benadrukt, het droogtedossier valt niet onder het algemeen Rampenfonds en dus niet onder mijn bevoegdheid, maar onder die van minister Schauvliege. Ik ben bevoegd voor de gemengde dossiers, alhoewel dat in de praktijk landbouwdossiers zijn, laat ons duidelijk zijn. 97 procent van de meer dan zesduizend dossiers zijn landbouwdossiers. Als ik mijn decreet vrij vertaal, dan is het een dossier voor mij zodra het gaat over wind en water; als het over andere natuurrampen gaat, is het voor het Landbouwfonds.
Zoals u zegt, zijn er meer dan 6000 dossiers ingediend. Ik denk dat ik alle nodige maatregelen genomen heb om die ook naar behoren af te handelen. U weet dat ik gestart ben met zeer zware handicaps. Ik had 3,4 mensen gekregen van het federale niveau, waarvan één langdurig ziek; 2,4 mensen dus om meer dan zesduizend dossiers af te handelen. Ik ben erin geslaagd om de effectieven met 10 te verhogen zonder tot bijkomende aanwervingen over te gaan. Ik had onvoldoende budget, ik heb dat opgetrokken tot 57,8 miljoen euro voor dit jaar. In 2018 volgt het saldo. We zijn zeer snel aan het werk gegaan, maar we werken onder de vigueur van de oude federale wet.
Dat is een wet die alles vertraagt, die alles op papier laat afhandelen, die met ontvangstbevestiging werkt, die een handtekening vergt van de gouverneur enzovoort. Ik heb cijfers bij me. Ik kan u zeggen dat van die meer dan zesduizend er op dit ogenblik 2298 al in behandeling zijn bij onze diensten. 935 zijn er afgehandeld, dat betekent: 135 zijn effectief uitbetaald, de rest zijn voor akkoord naar de schadelijder of voor handtekening bij de gouverneur of bezorgd voor betaling aan het Vlaams Fonds voor de Lastendelging. Als ik reken met het gemiddelde van 20.000 euro, gaat dat voor die 935 dossiers al over een bedrag van 18,7 miljoen euro.
Dus meer dan een derde van de dossiers is in behandeling. Bijna één op zes is ook afgehandeld.
Wat de fruittelers betreft, ik heb gezegd dat ik daar een bijzondere inspanning voor zou doen, omdat zij opeenvolgend getroffen zijn door rampen. Ik heb 151 dossiers gekregen, die zijn nu allemaal bij de expert of al in een verdere fase. Er wordt zeer snel gewerkt. Er wordt diligent gewerkt. We doen al het nodige. Van meet af aan hebben we duidelijk gemaakt, dat we met zo’n onverwachte toestroom van dossiers, met de beperkte middelen die er zijn, dat we er een erezaak van zouden maken om eind 2018 alles afgehandeld te hebben. Ik blijf erop rekenen dat dat ook lukt.
Op uw vraag om nu nog meer middelen en mensen in te zetten, kan ik niet antwoorden. Wat het bijkomend dossier betreft, dat zit bij minister Schauvliege en moet dus niet met die middelen worden aangepakt.
Minister-president, het gaat enerzijds over middelen, en anderzijds over mensen. U en uw diensten hebben bewezen in 2015 dat u en zij zeer performant en goed werken. Hier is het probleem het aantal dossiers. Ik begrijp uw argumenten over het aantal uitbetalingen en het bedrag en het budget, maar de individueel getroffene heeft daar geen boodschap aan, temeer daar we ons in de situatie bevinden waarbij mensen eerst in 2016 getroffen zijn, en nogmaals in 2017 getroffen worden door de droogte.
Ik wil ervoor pleiten om hetzij gebiedsgericht te werken, hetzij de grootste schadelijders eruit te halen en die sneller uit te betalen, of toch nog in bijkomende capaciteit te voorzien. Het kader is er, de mensen weten hoe ze het moeten doen. Er zijn zeer performante leidinggevende ambtenaren. Ze weten hoe ze de mensen moeten opleiden.
Ze kunnen het in elk geval, maar er moet bijkomende capaciteit komen, er moeten meer mensen zijn om de dossiers administratief af te handelen. Zo niet, zullen er een aantal spijtige ongelukken gebeuren op financieel vlak.
De heer Sintobin heeft het woord.
Ik wil het pleidooi van de heer Dochy ondersteunen omdat vooral de land- en tuinbouwers zijn geconfronteerd met de ramp in 2016 waarvoor ze nog altijd wachten op een tegemoetkoming terwijl zij intussen al opnieuw zijn geconfronteerd met de droogte van 2017. Ze worden eigenlijk tweemaal getroffen. Het is zoals de heer Dochy zegt, namelijk dat er liquiditeitsproblemen zijn in vele bedrijven.
Ik wil van de gelegenheid gebruikmaken, minister-president, hoewel het uw bevoegdheid niet is, om te zeggen dat ik het een spijtige zaak vind dat de droogte voorlopig niet wordt erkend als een landbouwramp. Dat is zeer onbegrijpelijk, rekening houdend met het advies van het KMI.
De heer Cordy heeft het woord.
Als je wordt getroffen door een ramp, gaat het erom zo snel mogelijk te worden uitbetaald. Maar zoals de minister-president zei, heeft deze regering al heel wat maatregelen genomen. De efficiëntie is verhoogd, de beschikbare inzet van effectieven is verhoogd, er wordt op een intelligente manier met die dossiers omgegaan waardoor de zwaar getroffen landbouw die steun kan krijgen. Maar het blijft belangrijk de twee dossiers niet door elkaar te halen. Wat enerzijds een algemene ramp is en anderzijds, wanneer het KMI dat aangeeft, een landbouwramp zal zijn, zijn twee verschillende zaken die op een verschillende manier moeten worden behandeld. Je kunt niet zeggen dat er op dit moment niet al snel wordt gewerkt als we horen van de minister-president hoe ver men al staat met dit dossier.
De heer Vanderjeugd heeft het woord.
Minister-president, toen ik een maand geleden de cijfers opvroeg en van u ontving, schrok ik van de gigantische achterstand. Ik ben dan ook zeer tevreden dat de heer Dochy mijn oproep van ongeveer een maand geleden hier opnieuw herhaalt. Toen ik de cijfers ontving, waren ongeveer 90 dossiers effectief afgehandeld. Nu merk ik dat er al 950 zijn afgehandeld. Dat betekent dat er in een maand tijd 800 dossiers meer zijn afgehandeld. In plaats van alle dossiers af te handelen tegen eind 2018 zou het beter zijn de focus te verleggen en de dossiers af te ronden tegen eind 2017. Als we realistisch zijn en zien hoeveel dossiers in een maand tijd zijn afgehandeld, moet het toch mogelijk zijn om tegen eind dit jaar alle uitbetalingen te doen. Voor elk getroffen bedrijf gaat het over een bedrag van 20.000 euro, en dat kan de landbouw zeker gebruiken.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Ik sluit me aan bij de voorgaande sprekers. Ik denk dat veel land- en tuinbouwers vandaag het water aan de lippen staat. Het zijn heel uitzonderlijke omstandigheden geweest. Vorig jaar was er wateroverlast, vooral de fruittelers werden vervolgens getroffen door de windhoos, nadien was er de vorst en nu de droogte.
Minister-president, ik weet dat u veel inspanningen doet: 10 bijkomende personeelsleden en een budgetverhoging voor dit jaar. Een aantal maanden geleden hebt u op vraag van mezelf en andere collega’s aangekondigd dat u de dossiers van de fruittelers met voorrang zou behandelen omdat zij meermaals waren getroffen. U zei net dat het over 151 dossiers gaat, die nu allemaal bij de experts liggen. Hebt u er zicht op of die nog dit jaar worden afgehandeld, specifiek wat de fruittelers betreft?
Wat dat laatste betreft, neem ik aan van wel, maar na de experten moeten nog een aantal andere stappen worden gezet. Om onbegrijpelijke redenen is in de federale wetgeving opgenomen dat al die dossiers naar de gouverneur moeten. Eerst moet ik een akkoord hebben van de schadelijder, die kan ook een tegenexpertise vragen. Wanneer alles terugkeert, wordt het fiat gegeven voor de betaling. Mijn ervaring is dat er toch 2 tot 2,5 maanden verlopen tussen het akkoord van mijn diensten en de finale uitbetaling. Tot nu toe zijn er 151 dossiers ingediend, maar er kunnen er nog komen. We hebben gezegd dat we die bij voorrang zullen behandelen.
Ik ga ervan uit dat ze dit jaar nog zullen worden betaald.
Voor de rest begrijp ik dat er hier een soort opbod heerst, om te zeggen dat je nog meer middelen moet uittrekken en dat je moet proberen om die mensen nog sneller uit te betalen. Maar wij doen daar fantastische inspanningen voor. Vergelijk eens met hoelang de afhandeling vroeger onder de federale wetgeving duurde. Mensen moesten jaren wachten op een behandeling. Wij doen al het mogelijke daarvoor. Ik heb de effectieven opgetrokken omdat er een uitzonderlijke situatie was. Maar, collega’s, daar zijn grenzen aan. De regering heeft de collectieve beslissing genomen om voor dit jaar het bedrag op te trekken tot 57,8 miljoen euro. Daar komt nog een gelijkaardig bedrag bij in 2018. Maar er zijn grenzen aan wat budgettair mogelijk is. Het gaat over bedrijfsrisico’s die wij met de collectiviteit vergoeden. Er zijn andere schadeleiders die niet-landbouwer zijn en die daar niet voor in aanmerking komen, toch niet in die grote mate. We zijn ook een uitzondering binnen Europa. In andere landen, zoals Nederland, moet je privéverzekeringen afsluiten. Wij doen dat met budgettaire inspanningen van iedereen. Er is daar een groot besef van urgentie. Ik begrijp dat men aandringt op snellere betaling. Wij doen al het mogelijke binnen de grenzen van wat budgettair en administratief mogelijk is. Ik heb ook dat decreet aangepast. Zo zullen toekomstige behandelingen sneller kunnen gaan. Maar ik zit in de wetgeving en de procedure die er nog altijd is. Niets is digitaal, het begint met het opsturen van meer dan zesduizend ontvangstbevestigingen, controle op de volledigheid, terugsturen: een hele procedure die we moeten doorlopen. Ik vraag u begrip op te brengen voor de contouren waarin we werken. Dit is de federale wet die we hebben geërfd. Ik zei al dat ik alle mogelijke maatregelen heb genomen om dat in de toekomst sneller te laten gaan.
Voor de rest, collega’s, weet u dat het principe is: ‘first in first out’. Ik houd daar de hand aan. Mensen die snel hun dossier hebben ingediend, worden het eerst behandeld. We hebben een uitzondering gemaakt voor de fruitteelt omdat die mensen opeenvolgend getroffen waren door tegenslagen: de rampen, het embargo van Rusland, de grote schadeposten van vorig jaar, de vorstschade die erbij gekomen is. Dat doen we heel consequent. De regel ‘first in first out’ kunnen we niet wijzigen omdat hij zo bepaald is.
De heer Dochy heeft het woord.
Minister-president, u spreekt over bedrijfsrisico’s, maar ik wil u er toch op wijzen dat wanneer het Rampenfonds tussenkomt, het per definitie gaat over niet-verzekerbare risico’s. Die mensen hebben dus geen verzekering kunnen afsluiten. Hier zijn die niet-verzekerbare risico’s de uitzonderlijke weersomstandigheden. U hebt inderdaad een inspanning gedaan voor de fruittelers, waarvoor dank, maar we stellen nu vast dat de mensen, de land- en akker- en tuinbouwers, vooral in West-Vlaanderen maar ook in Oost-Vlaanderen, Antwerpen, Limburg en Vlaams-Brabant, vandaag getroffen zijn door de droogte. Daarmee komen wij in dezelfde situatie als die waarin de fruittelers zaten: opeenvolgende risico’s en calamiteiten. Dus komen ze vandaag in de problemen omdat de opbrengst van 2017 ook aan het verdrogen is. (Applaus bij CD&V en van Stefaan Sintobin)
De actuele vraag is afgehandeld.