Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Parys heeft het woord.
Voorzitter, minister, een verschil in visie op internationale adoptie tussen Vlaanderen en de federale overheid mag nooit slachtoffers maken. Ik vrees dat dit vandaag wel aan het gebeuren is als het gaat over internationale adoptie uit Oeganda.
Wat zijn de feiten? Vlaanderen heeft nog niet zo lang geleden een aantal adoptiekanalen vanuit Oeganda goedgekeurd. Daarover waren er opmerkingen van de Federale Centrale Autoriteit voor adoptie (FCA), die onder Justitie valt. Blijkbaar is er geen antwoord gegeven over die opmerkingen volgens die federale autoriteit en hebben de adopties sindsdien plaatsgevonden.
Op 19 oktober komt er een brief aan alle parketten waar er adopties uit Oeganda hangende of gebeurd zijn, waarin Justitie vraagt om een onderzoek te doen naar de legitimiteit van die adopties. Zij maken gewag van mogelijke georganiseerde kinderhandel. Ze zeggen onder andere in die brief dat uit internationale rapporten blijkt dat maar een op de vijf kinderen die uit Oeganda worden geadopteerd, ook effectief wees is. Dat is de reden waarom bijvoorbeeld Nederland in 2012 al gestopt is met adopties vanuit Oeganda en wij nog het enige Europese land zijn dat actief is in Oeganda met adopties.
Wat ik niet zo goed begrijp, is dat na die brief nog een koppel groen licht krijgt om af te reizen naar Oeganda, dat daarna een brief komt van Kind en Gezin aan diezelfde parketten waarin staat dat wat voorgesteld wordt in het schrijven niet correct is en niet strookt met de realiteit. Een ander koppel wil afreizen begin november, maar u schorst het adoptiekanaal veertien dagen.
Wat is het verschil? Na die brief van 19 oktober mag het ene koppel wel afreizen en het andere niet. Vandaag zit er een koppel in Oeganda dat een kindje naar hier wil brengen en daar niet meer in zal slagen. Een ander koppel leeft in onzekerheid. Een aantal adopties zijn hangende voor onze rechtbanken en niemand weet hoe ze zullen aflopen.
Minister, wanneer en hoe komt daar duidelijkheid?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Als we het over één ding eens zijn, is het dat natuurlijk: de belangen van kinderen moeten voorop staan in adoptieprocedures. Wat is er gebeurd? Er is een kanaal voor adoptie goedgekeurd in Oeganda door de Vlaamse centrale autoriteit. Dat is gebeurd na een heel onderzoek. Daarin verschillen we van Nederland: de vergelijking met Nederland klopt niet helemaal.
In de opbouw van het kanaal heeft de adoptiedienst die de aanvraag voor de erkenning van dat kanaal heeft ingediend, eerst een negatief antwoord gekregen van de Vlaamse centrale autoriteit omdat in Oeganda niet de adoptieprocedures werden gebruikt. Dat ‘neen’ van de Vlaamse centrale autoriteit is vernietigd door de Raad van State omdat de hoge rechtbanken in Oeganda, een common law land, pleegplaatsing aanvaarden met het oog op adoptie in het buitenland als een rechtsfiguur die daar door de rechtspraak is aanvaard. De Raad van State merkt op dat zeggen dat de toelating voor dat kanaal wordt geweigerd omdat men zich niet op de adoptieprocedure zoals wij die kennen beroept, niet correct is omdat in dat land een andere procedure, legal guardianschip, wel degelijk aanvaard werd.
Dan heeft de Vlaamse centrale autoriteit die ter plaatse is geweest – de argumentatie doet hier nu niet ter zake – het kanaal uiteindelijk goedgekeurd. Op dat moment zijn een aantal kinderen in aanmerking gekomen voor adoptie, en wel degelijk in België, op basis van de wetgeving op de interlandelijke adoptie. Ook dat schijnt een discussiepunt te zijn, sommige zeggen dat we de wetgeving omzeilen. Welnee, het zijn wel degelijk die bepalingen van het wetboek die over de interlandelijke adoptie gaan die worden toegepast. Onze rechtbanken oefenen daar de normale controles uit naar geschiktheid enzovoort.
Eind oktober vernam de Vlaamse centrale autoriteit dat vanuit de FOD Justitie een brief verstuurd werd naar alle parketten. Wij waren daar niet van op de hoogte. Er staat in dat er volgens de FOD problemen waren met adopties vanuit Oeganda. Kind en Gezin heeft dan onmiddellijk contacten gelegd. Ik heb uiteraard federaal minister van Justitie Geens gecontacteerd. Ik heb ook briefwisseling met federaal minister van Buitenlandse Zaken Reynders gevoerd. Kind en Gezin betwist een en ander uitvoerig en brengt daar de stukken voor aan. Ze heeft haar versie, de versie van de Vlaamse centrale autoriteit. Ik heb uiteraard aangedrongen om dat overleg waarin in het protocol is voorzien, snel opnieuw op te pakken. De afstemming tussen de magistraten moet leiden tot eenduidigheid in de standpunten.
Kind en Gezin heeft alle parketten ingelicht en uitvoerig gedocumenteerd over zijn standpunt. De dienst heeft de mensen die aan het wachten waren om een procedure te starten, bijeengeroepen en uitgelegd dat het gezien de omstandigheden niet meer billijk of redelijk was om nog verder procedures op te starten, gelet op de manifeste onduidelijkheid en onzekerheid die zou kunnen ontstaan.
De toestand nu is dat wij heel erg aandringen op dat overleg. We hebben uiteraard contacten gehad met het kabinet van Justitie. Kind en Gezin heeft alle ouders van wie de adoptie hangende is in België, verwittigd. Het parket ter plaatse moet oordelen, en mocht er een negatief advies komen, dan moeten de ouders verzoeken om uitstel, teneinde Kind en Gezin toe te laten om op te treden in de procedure. Het zijn gerechtelijke procedures. Ik kan niet tussenbeide komen. Ik heb er ook geen informatie over.
Als ik het goed begrepen heb, is het juist dat voordat wij op de hoogte waren en we op Vlaams niveau een aantal initiatieven konden nemen, één koppel al was afgereisd. Het heeft daar de beslissing gekregen dat er een ‘legal guardianship’ is toegestaan, en dat is conform de procedure daar.
U zult begrijpen dat ik onmiddellijk heb gezegd dat, gelet op deze toestand die uiteraard zo snel mogelijk moet worden uitgeklaard in het belang van de kinderen, het niet wijs is om op dit moment ouders toe te staan om af te reizen om ter plekke te kijken of er nog een adoptie mogelijk is. We moeten eerst klaarheid en juridische zekerheid hebben over de toestand.
Dat is ook waar we op dit ogenblik voor staan. We proberen heel erg te stimuleren dat het overleg plaatsvindt, dat de argumenten uitgeklaard worden en dat de parketten in zaken die in de normale adoptieprocedure hangende zijn in Vlaanderen, goed geïnformeerd zijn over de toestand en dat ze hopelijk de beslissingen nemen die zich in het belang van het kind opdringen.
Minister, een aantal dingen vind ik echt schrijnend, vooral voor de vijftien families die hierdoor getroffen worden.
Ik vind het ook een beetje schrijnend voor dit parlement en voor de regering. Er werd een samenwerkingsakkoord gesloten tussen de federale overheid en de gemeenschappen waarin duidelijk staat dat de commissie voor opvolging en overleg over internationale adoptie twee keer per jaar moet samenkomen met het gerecht. Dat is nodig, net om dit soort ongevallen te vermijden.
Ik heb het eens opgezocht hoeveel keer die commissie de laatste vijf jaar is samengekomen: één keer. En die laatste keer was drie jaar geleden. En ik heb ook het volgende eens opgezocht. In mijn korte parlementaire carrière heb ik al drie keer gevraagd om die commissie samen te brengen. Ik begrijp niet waarom het zo moeilijk is om samen met Justitie en de andere betrokken actoren een eenheid van visie te creëren waarmee we dit soort ongevallen kunnen vermijden.
Dit zijn dingen die families in het hart raken. Er zijn mensen die niet langer weten of het kind dat ze geadopteerd hebben, hun zoon of dochter zal kunnen worden. Ik denk niet dat u zich iets kunt voorstellen dat dieper in het hart kan snijden. Het is echt schrijnend dat wij samenwerkingsakkoorden afsluiten, maar die vervolgens dode letter kunnen blijven. Dat heeft drama’s tot gevolg.
Dit gaat verder dan adopties uit Oeganda. We hebben het meegemaakt met Marokko, met een verschil in visie tussen de Vlaamse overheid en de federale overheid over wat kan en wat niet kan. We hebben het ook meegemaakt met een adoptie uit de VS. De Vlaamse overheid en de federale overheid hadden een ander zicht over wat er met een adoptie moest gebeuren, met een persoonlijk drama tot gevolg.
Minister, ik pleit ervoor om zo snel mogelijk tot eenheid van visie te komen over internationale adoptie.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Voorzitter, uiteraard staat het belang van de kinderen voorop. Ik ben er ook van overtuigd dat geen enkele wensouder met het idee wil leven dat het adoptiekind het resultaat zou kunnen zijn van mensenhandel of van een onzorgvuldige procedure. Maar met name met Oeganda wringt daar al vijf jaar het schoentje. Nederland heeft, nadat Vlaanderen eerst geweigerd heeft, op een bepaald moment de procedures allemaal stopgezet. Er bleek immers dat mensen niet geïnformeerd werden, de alternatieven niet kenden, geen bedenktijd hadden en dergelijke meer. Vlaanderen heeft de deur dan weer opengezet en nu is ze bijna weer dicht. De continuïteit in heel dit proces is dat dit debat steeds gevoerd werd over de hoofden van de mensen, van kandidaat-ouders, heen.
Minister, ik treed de heer Parys bij dat een eenheid van visie geconstrueerd moet worden zodat mensen transparantie krijgen en weten waar ze aan toe zijn. Ik roep u op om daarbij niet alleen te kijken naar het individuele kanaal, maar ook naar de context van een land. Ik roep u op om niet alleen te kijken naar het zuivere pietepeuterige juridische wettekstje dat in de internationale verdragen staat, maar ook naar de reële context. Men moet er zeker van kunnen zijn dat een adoptie in de correcte sfeer gebeurt. Wensouders moeten in vol vertrouwen een kind in ontvangst kunnen nemen.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Voorzitter, we kennen allemaal de delicate elementen waarmee zeker de interlandelijke adoptie gepaard gaat. Voor ons staat natuurlijk ook het belang van het kind voorop. Ik onderschrijf heel zeker wat de heer Van Malderen zegt. Ik ben er heel zeker van dat geen enkele adoptieouder wil leven met het besef dat het adoptiekind niet via een reguliere adoptie naar hier is gekomen of dat het niet echt voor adoptie in aanmerking kwam.
Nu is het natuurlijk van belang dat er zo veel mogelijk zekerheid is voor iedereen die erbij betrokken is, en dat er zo weinig mogelijk onduidelijkheid bestaat. Ik wil echter toch het pleidooi herhalen dat ik al meermaals heb gedaan. De betrouwbaarheid van een adoptiekanaal en heel de context daarrond is een continue zorg voor alle diensten die bezig zijn met interlandelijke adoptie, voor het Vlaams Centrum voor Adoptie (VCA), voor FCA. Dat is geen momentopname. Dat is een continue zorg. Het is niet omdat een kanaal vandaag betrouwbaar is dat het dat volgend jaar ook nog is. We moeten dat dus continu blijven opvolgen. Minister, ik wil vragen dat Vlaanderen ter zake toch echt wel ook het voortouw neemt. Ik heb al eens een oproep gedaan, bijvoorbeeld met betrekking tot projectsteun. Kunnen we niet internationaal het voortouw nemen, via een fonds, zodat het opbod ophoudt dat ter zake bestaat tussen diverse landen? Ook de betrouwbaarheid van contactpersonen is iets waarvan ik vind dat we ze absoluut moeten monitoren. Ook Vlaanderen kan daar zeker mee het voortouw in nemen.
Collega’s, ik vraag toch een zeker begrip voor de positie van de Vlaamse centrale autoriteit. Er wordt herhaaldelijk met klem gevraagd om proactief te zijn en te zoeken naar mogelijke kanalen in het kader van interlandelijke adopties. Ook in dit parlement wordt herhaaldelijk gevraagd en bepleit dat men geen reactieve, maar een proactieve positie zou innemen. Het VCA keurt dan, met de onafhankelijkheid waarover het beschikt en na kritisch onderzoek, een aantal initiatieven goed. Een parlement kan altijd de nodige onderzoeken of de nodige documenten vragen, om na te gaan of het VCA ter zake zorgvuldig te werk is gegaan. Als men echter op een bepaald moment tot de conclusie komt dat het voor dat weeshuis, in die omstandigheden, met die personen, met die controle op de attesten enzovoort, in eer en geweten toestemming geeft, dan is dat wel de verantwoordelijkheid waarvan we verwachten dat ze wordt opgenomen door die centrale autoriteit, binnen onze Vlaamse bevoegdheden.
Mijnheer Parys, ik ben het helemaal met u eens. Men kan dat allemaal goed vertellen, daar hebben die ouders absoluut geen boodschap aan. We moeten er dus voor zorgen dat we dat ophelderen met de federale overheid. Daar zijn natuurlijk ook anderen bij betrokken, en niet alleen de politiek verantwoordelijken. Ook de magistratuur is betrokken. Er is sprake van onderzoeken door parketten. Wij kunnen ter zake op dit moment zelfs niet proberen om een aantal zaken in overleg op te lossen. Dat moet zijn weg gaan volgens de geëigende procedures. Ook in een aantal andere situaties waarnaar werd verwezen, is het niet aan de politieke overheden geweest om te zeggen dat er een probleem is. In een bepaald geval was er sprake van een arrest van een hof van beroep waarin een bepaalde interpretatie werd gegeven die anders was dan die van een ander hof van beroep of een andere rechtbank. Dat maakt het dus ook niet zo gemakkelijk. De bottomline is echter dat ik het er helemaal mee eens ben: we moeten proberen die afstemming zo goed mogelijk te organiseren. U mag erop rekenen dat ik daar ook uiteraard alles voor doe. Op een bepaald moment nemen mensen echter verantwoordelijkheden op, nemen mensen standpunten in, binnen hun prerogatieven. Daar kunnen we natuurlijk overleg over hebben, maar iedereen zal op een bepaald moment ook dat standpunt voor zijn eigen bevoegdheid moeten innemen.
Minister, ik dank u. Ik pleit voor een eenheid van visie. Ik hoor in uw antwoord, en ik hoop dat ik dat niet verkeerd heb gehoord, dat die commissie binnenkort zal bijeenkomen. Dit is echt belangrijk, want er gebeuren accidenten als we dat niet doen.
Ik pleit ook voor een heel duidelijke communicatiestrategie, en als ik dan vandaag bijvoorbeeld kijk naar de website van het agentschap dat adopties vanuit Oeganda mogelijk maakt, dan vind ik daar niets, maar dan ook niets over het feit dat dat kanaal al meer dan twee weken geschorst is. Als je het vertrouwen moet hebben van ouders die nu door een heel moeilijke periode gaan, en er is dan sprake van dit soort communicatie, waarbij ze voelen dat er geen volledige openheid is, dan meen ik dat we verder van huis zijn in plaats van een stap te hebben gezet in de richting van een oplossing. Er moet dus duidelijkheid zijn voor de ouders die vandaag betrokken zijn. Er moet eenheid van visie zijn voor de toekomst, en een kristalheldere communicatie als het over adoptie vanuit Oeganda gaat. Afsluitend meen ik dat dit parlement de handschoen moet opnemen: we moeten ook vanuit Vlaanderen bekijken hoe we die interlandelijke adoptie beter kunnen maken, beter kunnen afstemmen met de federale overheid, om ervoor te zorgen dat dit nooit meer gebeurt. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vraag is afgehandeld.