Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, gisteren konden we heel wat cijfers vernemen, onder andere over de levensverwachting in Vlaanderen. Een jongetje dat nu geboren wordt, heeft een levensverwachting van iets meer dan 79 jaar, voor een meisje is dat meer dan 83 jaar.
Nu zijn er ook mensen die zelf beslissen om uit het leven te stappen. Spijtig genoeg hebben België en Vlaanderen al jaren zeer hoge suïcidecijfers, waaraan in dit parlement al veel aandacht is besteed, onder andere met de twee Vlaamse actieplannen, met een aantal heel duidelijke strategieën en acties. Gisteren zijn er ook cijfers bekendgemaakt met betrekking tot het aantal zelfdodingen in Vlaanderen in 2013. De positieve tendens is dat er voor het tweede jaar op rij een daling is. Maar het cijfer is nog altijd veel te hoog. We onderschrijven allemaal dat we verder moeten inzetten op dat Vlaams Actieplan. Gelukkig is er dus die dalende tendens, die aangeeft dat de strategieën mogelijk werken, strategieën die gericht zijn op geestelijke gezondheid, op ondersteuning en op het doorbreken van het taboe.
De cijfers maken ook duidelijk, minister, dat er twee categorieën zijn waarin er geen daling is van het aantal zelfdodingen, namelijk de vrouwen in de categorie 45 tot 59 jaar en de vrouwen ouder dan 75 jaar. Alle 75-plussers zijn in het actieplan gedetecteerd als een specifieke doelgroep, maar dat is niet zo voor de groep van 45- tot 59-jarigen.
Minister, gebeurt er onderzoek naar of is er enige bekendheid van de oorzaken waardoor die twee specifieke groepen wel een stijging lieten optekenen? Zullen de acties in het actieplan in die zin worden bijgesteld?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Collega, laat mij een paar dingen op een rij zetten. Het is juist dat wij sinds twee jaar geen stijging meer waarnemen als het gaat over zelfdodingen in Vlaanderen, aan de hand van de jaarlijkse evaluatie van de oorzaken van vroegtijdig overlijden. Dat is natuurlijk moeilijk goed nieuws te noemen, want dat aantal is nog altijd zeer hoog en elke zelfdoding is er een te veel. Maar volgens de experts is het toch in zekere zin merkwaardig, omdat in een aantal omliggende landen de trend de andere richting opgaat en omdat de meeste waarnemers verwachtten dat op het ogenblik dat de economische crisis toesloeg, het aantal zelfdodingen zou stijgen. Men neemt globaal aan dat 1 procent werkloosheid goed is voor een stijging met 0,7 procent van het aantal zelfdodingen. En dus gaat de evolutie in Vlaanderen wat dat betreft een beetje tegen de trend in. Het is op zich aanmoedigend nieuws om te veronderstellen dat we met onze acties moeten doorgaan en dat ze wellicht ook succes hebben.
Ik maak daar één kanttekening bij, zoals ik ook gedaan heb op de persconferentie. Onze mensen zien namelijk dat het aantal vroegtijdige overlijdens door externe oorzaken waarvoor men geen exacte verklaring kan vinden, ook stijgen. Men maakt daar dus wat voorbehoud bij. Als die groep groter wordt, weet men niet goed hoe dat te interpreteren, vandaar het lichte voorbehoud als men die trend echt op een absolute manier wil interpreteren.
Het Vlaams Expertisecentrum Suïcidepreventie (VLESP) interpreteert die evolutie als een evolutie die wijst op het succes van het actieplan.
U zegt dat er twee groepen zijn die, tegen die trend in, een groter aantal zelfdodingen bevatten: de groep vrouwen tot 59 jaar en de groep van 75-plussers.
In alle eerlijkheid denk ik dat het nog te vroeg is om te spreken van een trend. Dat kan je namelijk alleen op langere termijn vaststellen.
Het is juist dat het een relatief nieuw gegeven is, maar het is zeker niet zo dat er sprake is van een trend. Om u een idee te geven, geef ik u wat cijfers. In de groep van 45- tot 59-jarige vrouwen waren er in 2013 acht zelfdodingen meer dan het jaar voordien. Het zijn er dus meer, maar er is nog geen sprake van een trend.
De eerste groep waarnaar u verwijst, de vrouwen van 45 tot 59 jaar, zijn op een actieve beroepsleeftijd. Er worden daarom een aantal initiatieven genomen naar de wereld van het werk: preventiecoaches, methodieken, Fit in je Hoofd, een aantal federale initiatieven rond burn-out, enzovoort. Er wordt dus ingezet op de setting werk.
Ook voor de groep van 75-plussers staan er een aantal acties in het actieplan. Er worden ook een aantal nieuwe acties gepland. Een van die acties zal worden uitgerold in 2016: de persoonlijke toekomstplanning waarbij men tracht een netwerk op te bouwen rond senioren. We zullen volgend jaar een eerste test uitvoeren om te zien of het effectief een goede methodiek is. Ook zullen we de 1813-lijn voorleggen aan senioren om na te gaan of die echt gebruiksvriendelijk is.
We proberen dus extra initiatief te nemen naar die twee doelgroepen toe. Het is nu echter te vroeg om de zware conclusie te trekken dat er een nieuwe trend zou zijn.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. We hebben inderdaad nog niet lang geleden een interessante gedachtewisseling gehouden met het VLESP in de commissie Welzijn. Toen waren de cijfers van 2013 echter nog niet bekend.
Een van de zaken die ik toen noteerde en die een persoonlijke bekommernis is, is een goede registratie. Uit het hele actieplan blijkt nu toch dat een goede registratie en het gericht inzetten op doelgroepen die uit die registraties naar voren komen, vruchten afwerpt. Een van die doelgroepen zijn de suïcidepogers.
Gisteren ontving ik het antwoord op een schriftelijke vraag waarin staat dat momenteel 71 procent van de ziekenhuizen registratie doet van het aantal suïcidepogers. Dat betekent dat 29 procent van de ziekenhuizen dat niet doet, waardoor er nadien ook geen opvolging kan zijn.
Minister, kunt u blijvend inzetten op een goede registratie zodat we nadien ook gerichte acties kunnen voeren?
De heer Bertels heeft het woord.
Minister, we zijn het er allemaal over eens dat elke zelfdoding er een te veel is. Daarover bestaat er geen discussie. We zijn het er ook over eens dat de cijfers in Vlaanderen schrikbarend hoog blijven. Zoals u zelf, en uw agentschap, hebt aangegeven, zijn ze nog een onderschatting van de realiteit.
Het is ook een thema dat maatschappelijk heel sterk leeft. Zo zijn jongeren daar heel sterk mee bezig. Ze komen daar zelfs voor op straat. We moeten hun onrust op dat vlak kunnen wegnemen.
De sp.a-fractie vindt dan ook dat we niet zelfgenoegzaam moeten zijn met betrekking tot het huidige Vlaams Actieplan Suïcidepreventie. We moeten daar een tandje bijsteken. We hebben meer concrete acties nodig om het cijfer van zelfdoding naar beneden te krijgen. We moeten acties ondernemen, onder meer naar de doelgroepen die mevrouw Schryvers heeft opgesomd. Minister, u hebt zelf ook nieuwe acties aangekondigd. Wacht daar niet te lang mee. Er zijn observaties op het terrein. We hebben geen nood aan nog meer onderzoeken om concrete acties op het terrein te nemen.
Mevrouw Van den Brandt heeft het woord.
Minister, u zegt terecht dat de cijfers zijn gedaald. Op zich is dat positief maar we weten dat onze cijfers in vergelijking met omringende landen zodanig hoog zijn, dat we geen enkele reden hebben om tevreden te zijn. De cijfers blijven dramatisch.
Als we echt een beleid willen hebben dat inzet op preventie van suïcide, moeten we breder gaan. We hebben het Vlaams Actieplan Suïcidepreventie, maar we moeten het hele geestelijke gezondheidsbeleid onder handen nemen. Als we willen dat minder mensen suïcide plegen, moeten we inzetten op de zorgzame maatschappij waarin geestelijke gezondheidszorg bespreekbaar is, waar mensen meer zorg dragen voor elkaar en waarin taboes worden doorgeprikt.
We moeten ook inzetten op voldoende aanbod. Voor de mensen die hulp zoeken, moet die hulp beschikbaar zijn. Daar blijft u achterwege, minister. We hebben de begrotingsbesprekingen net achter de rug en er zijn geen extra middelen voor meer aanbod in de geestelijke gezondheidszorg. De cgg’s hebben sinds 2011 geen versterking van de middelen gehad. De terugbetaling die de federale overheid heeft beloofd voor psychologen laat op zich wachten.
Minister, hoe gaat u zorgen voor voldoende aanbod om de mensen die hulp zoeken, kort op de bal hulp aan te bieden?
De heer Persyn heeft het woord.
Minister, onze fractie is verheugd dat de cijfers voor het tweede jaar op rij dalen. Maar voorzichtigheid is geboden. Het is nog geen echte trend. De cijfers in Vlaanderen blijven schrikbarend hoog, tweemaal hoger dan in het nabije Nederland. Bij de vrouwen zijn we nog altijd trieste koplopers.
Er zijn redenen om aan te nemen dat het Vlaams Actieplan aanslaat. Er is het gratis nummer van de Zelfmoordlijn. In Europa benijdt men ons voor dat centrale aanmeldingspunt. Er is ook specifieke aandacht voor hoogrisicogroepen. De Zelfmoordlijn heeft specifieke aandacht gevraagd voor holebi’s en transgenders, van wie we weten dat ze een heel hoog risico lopen.
Mevrouw Van den Brandt en mijnheer Bertels, de minister zet in op een brede, transversale aanpak. Ik hoorde hem onlangs op het symposium hier in de Schelp. Als fractie blijven we wel wijzen op de lacunes die er zijn, en in het bijzonder op de noodzaak van een ketenaanpak.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Minister, in België zijn we koploper in het aantal suïcides en dat is schrikwekkend. Ik ben wel verheugd dat u artsen en vrouwen met een postnatale depressie hebt opgenomen in het Vlaams Actieplan Suïcidepreventie. We zien de laatste jaren een lichte daling. Maar als we de niet-natuurlijke dodingen zoals ongevallen, zelfmoord en doding daarbij tellen, zouden er toch 6 en 7 procent meer zelfdodingen zijn.
De essentie blijft dan natuurlijk dat we meer moeten sensibiliseren bij hulpverleners en burgers. We moeten ervoor zorgen dat mensen hulp durven te vragen als ze psychische problemen hebben, dat ze die hulp op de juiste manier krijgen en vooral dat er een goede opvolging is van mensen die al een suïcidepoging hebben ondernomen.
Ik kan een aantal bedenkingen die hier zijn gemaakt, alleen maar onderschrijven. In het actieplan staan nieuwe initiatieven voor de ondersteuning van ouders van jongeren die suïcidaal gedrag vertonen. Ook de werkplek is een belangrijk onderdeel. Vandaag stond in de krant dat van een aantal behandelvormen momenteel wordt onderzocht of zij adequaat zijn in de strijd tegen suïcide. Er is intussen ook een app beschikbaar voor personen die suïcidaal gedrag vertonen. Er zijn dus steeds opnieuw acties.
Wat de destigmatisering betreft, hoop ik dat u allen die toch vertrouwd zijn met de Vlaamse media, hebben gemerkt dat uit diverse hoeken, en overigens niet uitsluitend met Vlaamse steun, heel wat initiatieven zijn genomen rond dat thema. Er is in Vlaanderen een beweging op gang gekomen over de destigmatisering van geestelijke gezondheid.
Wat de ziekenhuizen betreft, hebben we al een poging ondernomen om meer ziekenhuizen ervan te overtuigen om daaraan deel te nemen. Indien zou blijken dat een aantal ziekenhuizen dat echt niet willen doen tegen de evidentie van dat project in, zullen we moeten nagaan of we daar op een of andere manier in onze kwaliteitsstandaarden een guideline van kunnen maken waarop we later een handhavingsbeleid kunnen organiseren. De hoop is toch dat we door voortdurende vragen om in te stappen, steeds meer partners krijgen in dat verhaal.
Minister, hier zijn heel veel elementen genoemd. Ik stel een heel ruime gedragenheid vast van dat Vlaams actieplan, ook in de commissie. Er is ook een oproep om dat met heel veel kracht uit te voeren, continu te monitoren en bij te sturen indien dat nodig zou blijken.
Wat het doorbreken van het taboe rond geestelijke gezondheidszorg betreft, moeten we allemaal een bijdrage leveren. Zaterdag is Rode Neuzen Dag. We hebben hier allemaal met een rode neus rondgelopen. Laten we dat niet alleen nu doen maar proberen om dat elke dag uit te dragen.
De actuele vraag is afgehandeld.