Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Ronse heeft het woord.
Tijdelijke werkloosheid, collega’s, is een fantastische schokdemper die door onze voorvaderen uitgedacht werd. Die mogelijkheid wordt onder andere gebruikt door een aannemer die plotseling wordt geconfronteerd met slechte weersomstandigheden, of door een middenstander die met wegenwerken wordt geconfronteerd, maar we hadden nooit gedacht dat we er op zo’n grote schaal van gebruik zouden maken als tijdens de coronacrisis. Mensen hebben toen zes, zeven of acht maanden op tijdelijke werkloosheid gestaan. Dat heeft toch tot heel wat gemiste kansen geleid. Er zijn mensen die gedurende een zo lange periode inactief zijn geweest en die misschien finaal ook hun job zijn kwijtgespeeld.
Dit parlement heeft zich van zijn beste kant getoond. Samen met toenmalig minister van Werk Crevits hebben we er bij het federale niveau voor geijverd om de gegevens te krijgen van de tijdelijk werklozen, zodat we hen kunnen helpen en begeleiden. Maar tegelijk hebben we er ook voor geijverd dat ze zich verplicht zouden moeten laten inschrijven bij VDAB. Het Brusselse Gewest en het Waalse Gewest hebben daar nooit naar gevraagd. Dat is logisch: het zijn vrij welvarende regio’s met een forse werkzaamheidsgraad die deze problematieken niet kennen. Zij hebben geld genoeg, of het wordt minstens voor hen betaald.
We hebben nu opnieuw een groot probleem, namelijk de stijgende energiekost die er heel wat bedrijven toe noopt om mensen minstens tijdelijk op werkloosheid te zetten. Dat biedt wel wat uitdagingen. Vanaf 30 september moet iedereen die drie maanden tijdelijk werkloos wordt, zich verplicht inschrijven bij VDAB. Ik heb al een aantal aankondigingen gezien, voor operator bijvoorbeeld, en ik hoop dat we die mensen heel snel elders kunnen inzetten, misschien nog eerder dan opleidingen aan te bieden.
Minister, mijn vraag is eigenlijk heel simpel: zijn we daar klaar voor, om al die mensen tijdelijk elders te gaan tewerkstellen?
Minister Brouns heeft het woord.
Dank u wel voor uw vraag, collega Ronse. Het zal u niet verbazen dat ik het absoluut met u eens ben dat we die periode van tijdelijke werkloosheid zo zinvol mogelijk moeten invullen. Dat is ook wat we met de actie van VDAB gedaan hebben tijdens de coronaperiode: elke tijdelijk werkloze werd aangeschreven en werd gecontacteerd met een aanbod rond opleiding, of eventueel vrijwilligerswerk, loopbaanbegeleiding, of een andere jobinvulling. Dat is positief onthaald. Als we de cijfers bekijken zien we dat liefst 42 procent effectief een opleiding heeft gevolgd, vrijwilligerswerk is gaan doen of tijdelijk naar een andere job is uitgeweken. Bijna 63.000 mensen in tijdelijke werkloosheid in de periode van maart 2020 tot juni 2021 hebben gebruik gemaakt van competentieversterkende acties. Dat is dus allemaal positief.
Maar er werden inderdaad nog een aantal knelpunten vastgesteld. U verwees al naar het feit dat we onvoldoende federale gegevens ter beschikking hadden om daarmee aan de slag te gaan. Er was ook nog een ‘gap’ in de periode tussen het moment van de tijdelijke werkloosheid en het ogenblik dat de betrokkene op de radar van VDAB kwam. En inderdaad, er was ook nog geen verplichting om je als tijdelijk werkloze in te schrijven bij VDAB.
Intussen is er een brug naar de federale overheid gemaakt, een gegevensflux, waardoor we de gegevens van de federale overheid ter beschikking hebben. Daarnaast bent u samen met mij heel tevreden dat op 30 september in het Belgisch Staatsblad de federale wetgeving is aangepast. Daardoor zijn tijdelijk werklozen verplicht zich in te schrijven bij VDAB en de ‘intensief’ tijdelijk werklozen hebben de verplichting om in te gaan op het aanbod van VDAB. Ik zie u al heel tevreden knikken.
De heer Ronse heeft het woord.
Ja, ik ben tevreden. Ik ben het eens met u op dat vlak. Maar er hangt nog een andere donkere wolk boven onze ondernemingen en boven onze werkzaamheidsgraad: de automatische indexering van de lonen, die als een ovaalboor onze concurrentiepositie zal breken. Collega’s, in ons regeerakkoord hebben we heel duidelijk gesteld dat we een werkzaamheidsgraad van 80 procent willen halen. Ik vrees dat zeer veel ondernemers zich zullen beroepen op tijdelijke werkloosheid als die kost ook de pan uit swingt. Maar tegelijkertijd zie ik bij heel wat ondernemers een grote wil om iets te doen aan de koopkracht van hun werknemers. Het probleem van de automatische indexering is dat de federale overheid haar compleet wegvreet als die bruto is. Minister, wilt u en zult u er vanuit de Vlaamse Regering op federaal niveau voor pleiten om slimmere maatregelen te nemen om de netto koopkracht van de werknemers te verhogen?
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister, ik richt mij misschien niet meteen tot u, maar wel tot collega Ronse. We kregen hier daarnet een vraag voor minister-president Jambon over een dossier dat op het federale niveau lag. Hij heeft toen heel correct geantwoord en gezegd dat hij het niet zou waarderen mocht een federale minister op zijn terrein komen. Ik heb de indruk, collega Ronse, dat u toch eens goed moet bekijken wat de bevoegdheden van Vlaanderen zijn. U maakt er de laatste tijd wel een spel van om voortdurend via een omweg hier federale dossiers op tafel te leggen. Ik vind het van belang dat we goed bekijken wat onze eigen bevoegdheden zijn, dat we ze maximaal opzoeken. Maar met het voortdurend naar hier halen van federale dossiers moet u zich misschien eens de bedenking maken dat er in 2024 opnieuw verkiezingen zijn. Misschien moet u overwegen om te verhuizen naar een ander parlement.
De heer Ongena heeft het woord.
Het is inderdaad een goede zaak dat de Federale Regering de tijdelijke werkloosheid opnieuw heeft versoepeld naar aanleiding van de energiecrisis. Het is goed dat die mensen beter zullen worden opgevolgd.
Ik wil nog een specifieke vraag stellen. Diezelfde vermaledijde Federale Regering heeft met die vermaledijde arbeidsdeal iets nieuws ingevoerd, namelijk de transitietrajecten. We weten allemaal dat, in tegenstelling tot corona, de crisis van vandaag wel eens langdurigere effecten zou kunnen hebben. De mensen die vandaag tijdelijk werkloos zijn, maken misschien wel kans om effectief hun baan te verliezen. Ik denk dat die transitietrajecten, waarbij mensen al tijdens hun arbeidsovereenkomst bij een ander bedrijf of in een andere sector kunnen gaan proberen, een goede zaak zouden kunnen zijn om die crisis op te vangen. Daarom is mijn vraag in welke mate VDAB, de Vlaamse overheid, kan helpen om die transitietrajecten te implementeren, zodat we die mensen kunnen helpen en misschien al een nieuwe job kunnen aanbieden zonder dat ze hun job verliezen.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Vanuit Vooruit hopen wij in eerste instantie, collega Ronse, dat er zo weinig mogelijk werknemers op tijdelijke werkloosheid terechtkomen, want dat is natuurlijk altijd een verlies aan koopkracht. Dat betekent loonverlies. Het principe dat werken moet lonen is voor ons zeer belangrijk. Daarom zijn en blijven wij een sterke pleitbezorger van een automatische indexering van de lonen. Een collectieve verarming van de werkende bevolking is een slechte zaak. Ik neem er akte van dat de N-VA dat bepleit.
Mijn concrete vraag aan de Vlaamse Regering, minister, gaat over de jobbonus. Dat was toch een van de paradepaardjes bij de begrotingsbespreking van vorige zaterdag. Die werd niet toegekend aan mensen die tijdens corona in tijdelijke werkloosheid zijn gegaan. Zij hebben daar geen recht op. Dat betekent dat zij twee keer worden gestraft. Een keer met loonverlies door tijdelijke werkloosheid en een tweede keer omdat ze geen recht hebben op de jobbonus. Minister, wil de Vlaamse Regering bij een versterking van de jobbonus ook mensen compenseren die tegen hun wil hun baan tijdelijk verliezen?
De heer Bothuyne heeft het woord.
Collega Ronse, u blijft hier doorboren op een federale bevoegdheid. Ik denk dat het terecht is dat collega Rzoska u daarvoor de mantel heeft uitgeveegd, maar ten gronde … (Opmerkingen bij de N-VA)
Ten gronde, collega’s: tijdelijke werkloosheid zal inderdaad een fenomeen zijn dat in deze crisis helaas vaker zal voorkomen. We moeten klaar staan om daar samen met VDAB snel een aanbod te doen aan gerichte opleidingen. Maar ik denk dat VDAB de werkgevers van de betrokken bedrijven ook moet sensibiliseren om hun werknemers te delen. Op die manier kan men werknemers gaan uitwisselen met die bedrijven die wel nog volop aan de slag zijn, die een tekort aan arbeidskrachten hebben.
Het juridische kader daarvoor bestaat, en ik denk dat VDAB daar, vanuit zijn bemiddelingsopdracht, een heel belangrijke rol in kan spelen, om tijdelijke werklozen tijdelijk te gaan delen met andere bedrijven, zodat daar tekorten kunnen opgevangen worden. Dat is goed voor de werkgevers, die hun werknemers behouden, en goed voor de werknemers, die hun rechten en hun loon ten volle behouden.
Minister, wat kunt u daarmee doen?
Minister Brouns heeft het woord.
Ik denk dat ik maximaal gebruik moet maken van de bevoegdheden die ik heb. Collega Ronse, u weet dat we het maximum willen halen uit asymmetrisch beleid, en ik denk dat dat vandaag niet is uitgeput, en dat daar nog kansen liggen. Ik denk bijvoorbeeld aan het … (Opmerkingen bij de N-VA)
Minister Brouns heeft het woord.
Ik denk aan het vrijwilligerswerk inschakelen in het traject naar werk. Als ik denk aan de sancties, dan staat daar vandaag uitsluiting of schorsing. Geef ons meer opties! Als ik denk aan de beschikbaarheidscriteria ook. Ik zie nog wel wat werk op de plank wat betreft het asymmetrisch beleid.
Wat de transitietrajecten betreft, zijn de transitiepunten inderdaad goedgekeurd door de Vlaamse Regering, collega Ongena. Dat nemen we zeker mee.
Collega Gennez, de jobbonus is vandaag inderdaad voor werkenden.
De heer Ronse heeft het woord.
Eerst en vooral, collega Rzoska: u suggereert mij om van parlement te verhuizen, maar ik heb een beter idee. Laat ons alle bevoegdheden gewoon verhuizen naar dit parlement. (Applaus bij de N-VA en het Vlaams Belang)
En, collega Rzoska, omdat u mijn vriend bent, mag u dan ook blijven. (Gelach)
Collega’s, we hebben hier zaterdag een lang debat gehad over het herverdelen van middelen, middelen die er komen door mensen die werken, die sparen, die ondernemen. Ik vind het niet zo onzinnig … en ik vind het spijtig dat jullie zo lichtzinnig omgaan met het feit dat er een serieuze donderwolk, een echte donderwolk, boven heel wat kmo’s en medewerkers hangt. Die bruto loonkost die zal stijgen, dat boezemt die mensen slapeloze nachten in.
Wij kunnen, op een slimme en sociale manier, collega Gennez, wel de nettolonen van de mensen verhogen. Minister Brouns spreekt over asymmetrisch beleid. Wel, laat ons bewijzen dat er asymmetrisch beleid kan zijn. Laat ons hier in Vlaanderen de netto koopkracht van de mensen verhogen, zonder die vraatzuchtige Vivaldistaatskas verder te spijzen. Laat ons gaan voor een slimme, gerichte index die mensen vooruithelpt, en onze welvaart tenminste behoedt voor grote gevaren. (Applaus bij de N-VA en het Vlaams Belang)
De actuele vraag is afgehandeld.