Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Geerinckx heeft het woord.
Dames en heren, minister, tijdens corona waren we allemaal heel erg bezig met de zorg. Zorg was cruciaal en we zaten er eigenlijk allemaal samen – zelfs met een vergrootglas – bovenop. Ondertussen blijkt uit een rondvraag van de grootste Vlaamse ziekenhuis- en woonzorgkoepel, Zorgnet-Icuro, dat 82 procent van de ziekenhuizen momenteel bepaalde activiteiten moeten afbouwen of dat in de nabije toekomst zouden willen doen. Driekwart van de ziekenhuizen nam deel aan de bevraging. Collega De Martelaer verwees al naar deze enquête in de commissie van 28 juni 2022 en de resultaten zijn nu dus helemaal bekend. Bij de woonzorgcentra werden 184 voorzieningen bevraagd. Daar neemt een klein tiende geen nieuwe bewoners meer op of overweegt een afdeling te sluiten. 50 procent haalt de eigen personeelsnorm niet en moet heil zoeken bij project- of interimpersoneel. De wettelijke norm wordt door 15 procent van de bevraagde voorzieningen niet gehaald. Topvrouw van Zorgnet-Icuro, Margot Cloet, vraagt om te werken aan bredere en structurele maatregelen.
In de commissie van 14 juni gaf u al enkele zaken mee, zoals verdere flexibilisering bij verpleegkundigen, de inzet van zelfstandigen en interimarissen, de eventuele financiering van een logistiek medewerker. U hebt ook aangekondigd dat 3300 personen die op dit moment zonder diploma zitten of niet het juiste diploma hebben, versneld zouden instromen. U kondigde ook aan dat er in 2023 een platform zou komen.
Minister, hoe wordt de situatie in de zorgsector nu verder gemonitord om te voorkomen dat het zorgaanbod, ondanks de gedane en aangekondigde maatregelen, niet wordt afgebouwd? (Applaus van Wilfried Vandaele en Koen Daniëls)
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega Geerinckx. Vanuit uw fractie vindt men dit een zeer goede vraag. Ik vind dat trouwens ook. Maar er is hier, denk ik, nog geen uur geleden ook een debat geweest over de brand op de arbeidsmarkt. Er zijn in alle mogelijke sectoren grote vragen naar personeel. Sta mij toe om het vinden van voldoende mensen in de zorg minstens even belangrijk te vinden, zo niet iets belangrijker nog dan in alle andere sectoren omdat het vandaag in onze samenleving zo belangrijk is dat mensen blijven zorgen voor elkaar. Als we onze allerjongsten en onze allerkwetsbaarsten niet de nodige hulp kunnen bieden op momenten in hun leven dat ze het echt nodig hebben, waar gaan we dan als samenleving naartoe? Het is om die reden zeer belangrijk.
Ik heb ook met de sector samengezeten. Dat hebt u ook kunnen lezen. Dat was met de hele sector, niet alleen de sector van de ziekenhuizen en de woonzorgcentra, maar ook die van de jeugdhulp bijvoorbeeld. Die hebben vandaag een actie omdat ze veel te weinig mensen hebben. Wij hebben op korte termijn een aantal maatregelen die we samen met hen echt willen uitrollen.
Ik maak het mogelijk voor 3300 mensen die nog niet de juiste opleiding hebben in de zorg, om zich betaald te laten bijscholen en omscholen en in te stromen. Het gaat over kortlopende opleidingen van anderhalf jaar tot verzorgenden, zorgkundigen, kinderbegeleiders, opvoeders-begeleiders, logistiek medewerkers. Dat is een belangrijke maatregel, denk ik, waarmee we hopelijk extra handen kunnen aantrekken. We maken ook extra middelen vrij voor de jobstudenten, zodat er deze zomer meer mensen ingezet zouden kunnen worden. Ik ben er ook grote fan van om de kwalificaties uit te breiden van mensen die we financieren. Ik ga nog met een dossier naar de regering.
Maar ik ben ook aan het kijken naar onze federale collega’s. Het is voor mij ook echt wel van belang om naar de hele lijst van handelingen te kijken en door wie welke handelingen gesteld mogen worden. Als we daarin ook wat souplesse zouden krijgen, kunnen we een aantal acute problemen oplossen die zich vandaag stellen. Er zijn dus veel projecten binnen mijn eigen bevoegdheden, maar ik kijk ook naar de federaal bevoegde minister om voor een stuk soelaas te brengen, want de tekorten zijn zeer acuut en zeer groot.
Mevrouw Geerinckx heeft het woord.
Dank u wel, minister. Ik vind het inderdaad interessant dat de kwaliteit gewaarborgd moet worden. Daar staan we allemaal voor.
Maar is er zicht op wanneer er soelaas zal zijn in verband met die 3300 instromers? Ze zullen er komen, maar die versnelling, wanneer gaat die er zijn? Hebt u ook zicht op de uitval en de uitstroom? Want waarom stopt men soms in de zorg?
U zegt dat u de straat zult oversteken, het lijkt mij inderdaad toch ook goed om dan eens te bekijken welke versoepelingen in die zorgberoepen mogelijk zullen zijn.
De heer De Reuse heeft het woord.
Het is hier natuurlijk een onderwerp uit de top drie van de commissie Welzijn dat we hier in de plenaire vergadering nog eens behandelen. Maar inderdaad, we onderschrijven inderdaad allemaal de hoogdringendheid. We moeten er ons inderdaad van bewust zijn dat uitgestelde zorg meestal leidt tot grotere zorg later, maar ook nood aan meer zorg voor de patiënt. Daarnaast zijn er natuurlijk ook de grotere financiële en maatschappelijke kosten. Daarom dringen wij er al geruime tijd op aan om de tekorten aan personeel – en dan spreken we inderdaad over zowel verpleegkundigen, zorgkundigen, logistiek personeel als artsen – eens volledig zelf in kaart te brengen en niet altijd te wachten op derden en dan inderdaad te koppelen aan een allesomvattend actieplan. Hierin investeren is uiteraard een win-winsituatie, zowel op korte als op lange termijn, zeker en vast voor de betrokken patiënten, die veel sneller de nodige zorg zullen krijgen, als voor de maatschappijen, die er op die manier voor zullen zorgen dat de kosten niet de pan uit swingen.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
We weten allemaal dat dit probleem niet op een-twee-drie opgelost zal zijn en ook niet met het nemen van één maatregel. Onze fractie had daarover ook een conceptnota ingediend in de commissie om te kijken hoe we op korte termijn toch meer handen aan het bed zouden kunnen hebben. Een van de voorstellen was om flexi-jobs mogelijk te maken in de zorg. Het Vlaams Onafhankelijk Zorgnetwerk (VLOZO) heeft ook al eerder de vraag gesteld. Zorgnet-Icuro heeft ook deze week opnieuw die vraag onderschreven. Ik wil erop wijzen dat het absoluut zijn voordelen kan hebben dat die mensen bijvoorbeeld op piekuren of voor enkele uren ingezet zouden kunnen worden. Ik zal er dan ook met mijn federale collega’s voor pleiten om dit mogelijk te kunnen maken.
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Minister, ik wil Luc Van Gorp, u welbekend, uit de krant van gisteren citeren. Hij stelt de vraag of de ouderenzorg een zomer lang op jobstudenten kan draaien. Hij zegt ook: “De professionalisering van de zorg zit aan zijn limieten.” “Het systeem schuurt en hapert.” “Al die mensen die ergens aan het werk zijn, dat betekent dat er op andere plekken weer mensen aan het werk moeten gaan om hun zorgtaken voor kinderen, zorgbehoevende ouders of familieleden of het huishouden over te nemen.” Minister, Luc Van Gorp stelt verder: ‘We hebben een structureel ander model nodig. Een model dat ademruimte biedt, voor wie dat om de één of andere reden nodig heeft.” “Een mens kan maar op één plek tegelijk zijn.” Ik kan zijn stelling 100 procent ondersteunen. Ik heb daarjuist aan minister Brouns dezelfde vraag gesteld, maar hij heeft me niet geantwoord. Ik zie dat hij weer binnengekomen is. Misschien wil hij samen met u antwoorden?
Dat mag niet, collega De Martelaer.
Maar, hoe gaat u dat samen aanpakken, om werk en zorg structureel te combineren? (Applaus bij Groen)
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
De zorgsector kampt, net als andere sectoren, al langer met grote tekorten. Met betrekking tot de woonzorgcentra zijn er al diverse maatregelen genomen. Ik denk aan de middelen voor de jobstudenten of de opleiding op de werkvloer. Maar de noden blijven nochtans heel groot. Daar moeten we elke dag aan werken.
Ook vanuit de sector horen we de vraag naar meer flexibiliteit met betrekking tot de personeelskaders. Ik denk dat we de woonzorgcentra ook wel dat vertrouwen kunnen geven, maar we moeten ook wel zeker zijn van de kwaliteit. Want mensen die daar wonen, moeten kunnen rekenen op kwaliteitsvolle zorg.
Minister, daarom mijn vraag: op welke manier zal er verder werk gemaakt worden van de structurele meting van kwaliteitsindicatoren zodanig dat we er zeker van zijn dat mensen die in een woonzorgcentrum wonen, ook de kwaliteitsvolle zorg krijgen waar ze recht op hebben?
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Minister, meer dan duizend mensen, waarvan een kwart in mijn eigen provincie Antwerpen, ruilden hun job in voor een studie verpleeg- of zorgkundige, betaald door de federale overheid. Dat is een goede zaak. Vlaanderen doet met wat u voorstelt, eigenlijk hetzelfde voor kinderbegeleiders en opvoeders. Ik wil dat ook vanuit de Vooruitfractie zeggen. Als het goed is, dan zeggen we dat ook.
Maar ik heb één bijkomende vraag, ook in uw hoedanigheid als viceminister-president: waarom doen we niet hetzelfde voor het tekort aan leerkrachten in ons onderwijs? Want ook dat is belangrijk om weg te werken in het belang van onze economische welvaart en onze betaalbaarheid van de sociale zekerheid.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, ik dank jullie voor alle aanvullingen.
Zoals ik al zei, en jullie vragen hebben dat bevestigd, zit het tekort gewoon overal. We kunnen niet zeggen dat we een extra inspanning zullen doen voor de woonzorgcentra, of voor de jeugdhulp, of voor de ziekenhuizen. Het tekort zit overal.
Ik zou ook Luc Van Gorp eventjes willen noemen, hij zal een topdag hebben vandaag, omdat collega De Martelaer ernaar verwees. Luc Van Gorp pleit er ook voor om als samenleving voor elkaar te zorgen. Ik vind het ook wel belangrijk om dat eens te melden. We kunnen er niet van uitgaan dat in onze samenleving alles wordt geprofessionaliseerd. Het is belangrijk dat we beseffen dat we ook spontaan een beetje voor elkaar moeten zorgen.
U hebt een kant van zijn pleidooi genoemd maar ik wil het graag aanvullen met de holistische kijk op de dingen. Een totale omslag van de samenleving bereikt men niet van dag tot dag, dat is een geleidelijke groei, maar dat neemt niet weg de tekorten er vandaag natuurlijk zijn. Dat is een terecht aandachtspunt dat iedereen hier noemt.
Collega De Reuse, collega Schryvers, jullie hadden het ook over de kwaliteitsmonitoring. Die doen we. We hebben gisteren nog een debat gehad over de woonzorgcentra. We doen dat één keer per jaar. Ik vind het ook zeer belangrijk om dit op te volgen want als er niet voldoende mensen zijn, kan men niet voldoende kwaliteit bieden. Wanneer mensen voor andere zaken worden ingezet of in andere structuren dan waar ze werken, dan is dat ook heel nefast. We controleren dat absoluut.
Collega Saeys, u had het over het al dan niet mogelijk maken van de flexijobs. Ik had eigenlijk verwacht dat een aantal fracties de opmerking zouden maken over de voltijdse contracten. Ik zie dat er nog altijd heel veel deeltijdse contracten worden aangeboden en dat is een van mijn persoonlijke zorgen. U zegt dat men op piekmomenten bepaalde mensen kan inzetten maar ik heb nu soms de indruk dat er halftijdse contracten worden aangeboden, net om die piekmomenten op te vangen. Wanneer sommigen zich afvragen waarom mensen vertrekken, heeft dat misschien ook te maken met het soort contract dat wordt aangeboden. Op dat vlak is er nog wel wat werk aan de winkel, collega’s.
Collega Gennez, ik ben eigenlijk bijzonder blij met uw vraag. Minister Brouns is hier aanwezig. U vroeg waarom we niet iets doen met leerkrachten. We hebben net een werkgelegenheidsakkoord afgesloten en een van de maatregelen in dat akkoord is dat we mensen die willen instromen naar de arbeidsmarkt maar die ook bereid zijn om een opleiding te volgen, een financiële ondersteuning zullen geven. Dat kan interessant zijn voor bepaalde types leerkracht waarbij men niet vanaf dag één kan lesgeven. Er is de lerarenopleiding, de LIO (leraar in opleiding) die onmiddellijk kan starten maar voor de mensen voor wie dat niet onmiddellijk kan, hebben we een financiële ondersteuning voor de duur van de opleiding. Dat kan ook zeer interessant zijn om extra mensen aan te trekken, bijvoorbeeld ook voor de studies verpleegkunde.
Collega’s, veel zorgen, veel projecten, veel initiatieven. Het zal niet van dag een op dag twee allemaal veranderen maar ik wil me wel samen met de werkgevers, de vakbonden, de koepelorganisaties en het middenveld inzetten om die zo broodnodige mensen extra in de zorg aan te trekken en vooral in de sector aan de slag te houden.
Mevrouw Geerinckx heeft het woord.
Ik hoor het graag dat er inderdaad heel veel initiatieven zijn. We hopen ook dat die 3300 versneld zullen kunnen instromen. Ik denk dat we samen die timing moeten bewaken. Het zorgaanbod mag vooral niet worden afgebouwd. Ik nodig u uit om net zoals daarstraks is gezegd, samen met uw collega Brouns, over te steken. Misschien zal dat soelaas brengen. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vraag is afgehandeld.