Verslag plenaire vergadering
Verslag
Verslag
Dames en heren, aan de orde is het verslag namens de Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding over het verzoekschrift over het groeipakket voor kinderen geboren voor 1 januari 2019 die tijdelijk in het buitenland verbleven.
De heer Anaf, verslaggever, heeft het woord.
Het gaat over een verzoekschrift dat op 22 november 2021 ingediend is. Het werd ontvankelijk verklaard op 15 december in onze commissie. Het werd dan, zoals gewoonlijk, naar de minister gestuurd voor een antwoord. Op 29 maart hebben wij ons daar opnieuw over uitgesproken nadat we het antwoord ontvangen hadden.
De verzoeker vraagt waarom Belgische kinderen die voor 1 januari 2019 in België geboren zijn, maar daarna kort in het buitenland verbleven, een lager groeipakket krijgen dan kinderen die permanent in België verbleven. De verzoeker vindt dat het om een ongelijke behandeling gaat. Ook zijn eigen kinderen krijgen om die reden een lager groeipakket en ook minder middelen voor hun opvoeding en opleiding dan al hun leeftijdsgenoten.
De minister heeft daar een uitvoerig antwoord op bezorgd. Het komt er eigenlijk op neer dat er niet kan worden gesteld dat er per definitie altijd een nadeel is voor alle gezinnen die terugkeren uit het buitenland. Je zit altijd met een soort kantelmoment. Je kunt dat dan vroeger of later leggen, maar je zult altijd met dit probleem zitten. Voor de een zal het voordelig zijn, voor de ander nadelig. We hebben ook al verzoekschriften gehad waar het over andere zaken ging in dit geval.
Dat is nu echt in heel grote lijnen samengevat, maar we hebben daar in de commissie een bespreking over gehad. Collega De Martelaer gaf aan dat het om kinderen gaat die ooit alle rechten op kinderbijslag hadden. De overheid heeft er dus ook drie jaar niet voor hoeven te betalen. En als ze terugkomen worden ze precies ineens beschouwd als pasgeboren kinderen, en ze vindt dat dat niet helemaal klopt, en dat de verzoeker dus door het nieuwe systeem benadeeld wordt.
Collega Daniëls gaf aan dat we het in de commissie al meermaals hebben gehad over het kantelpunt tussen die oude en nieuwe regeling in de ene en de andere richting. Hij heeft begrip voor de vraag van de bezoeker, maar het antwoord van de minister is wel het juiste antwoord, volgens collega Daniëls, en er wordt ook consequent gehandeld.
Collega Vande Reyde beaamt dat dergelijke problemen bij kantelproblemen opduiken, ook in andere dossiers: de woonbonus, erfenisrechten. Ook hij heeft begrip voor de vraag van de verzoeker, maar het legaliteitsbeginsel moet worden gerespecteerd.
Collega De Martelaer geeft toch aan dat het fundament van de hervorming van de kinderbijslag de geboortedatum is. Het is altijd de geboortedatum waarnaar gekeken wordt. Het gezin heeft door beroepsomstandigheden drie jaar in het buitenland gewoond, en de overheid heeft dus niet hoeven te betalen. Die kinderen zijn niet herboren toen ze naar Vlaanderen terugkeerden, gaf mevrouw De Martelaer aan. Ze heeft gezegd dat er inderdaad kantelmomenten zijn, maar dat dit voor haar te ver gaat.
Collega Daniëls zegt dat het niet enkel over de geboortedatum gaat maar ook over een domiciliëring in Vlaanderen. Daarop heeft mevrouw De Martelaer nog aangegeven dat ze in Vlaanderen gedomicilieerd waren. Maar collega Daniëls antwoordt dat ze hier op dat moment niet gedomicilieerd waren, en dat je hetzelfde kunt zeggen voor bijvoorbeeld pensioenen.
Om een lang verhaal kort te maken: de aanwezige leden hebben allemaal ingestemd met het voorstel om het antwoord van de minister en het verslag van de bespreking aan deze plenaire vergadering voor te leggen.
Is het parlement het eens met de conclusies van de commissie? (Instemming)
Ik zal de verzoeker hiervan in kennis stellen.