Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de invallen bij PostNL door de Vlaamse sociale inspectie en de federale politie
Actuele vraag over de inzet van kinderen bij PostNL
Actuele vraag over de getuigenissen van wanpraktijken bij PostNL
Verslag
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, kinderarbeid, mensen die aan de slag zijn in de e-commerce die hun behoefte moeten doen in een plastic fles: dit is onze Vlaamse economie, of minstens een deel ervan anno 2020.
Tegelijk steeg deze week het aandeel van PostNL, de opdrachtgever van deze schandalige praktijk in de pakjesbezorging, met 5 procent. Dat is het cynisme van een economisch model ten top, met als slachtoffer een dertienjarige jongen die gevraagd wordt om te liegen over zijn leeftijd omdat hij aan 5 euro per uur een aantal dagen per week werkt, met als slachtoffer de gewone bonafide kleinhandelaar in onze winkelstraten die natuurlijk niet kan concurreren met dergelijke praktijken.
Collega’s, ‘there’s something rotten in the state of the e-commerce in Flanders’. 24/7 moet dat draaien. Dat is onmenselijk, onrealistisch en vooral niet langer te tolereren. En we weten het niet sinds vandaag. We weten het al zes maanden, omdat de krant het onthulde, omdat de arbeidsauditeur in Mechelen in gang is geschoten, omdat onze inspectiediensten – misschien wat te laat, maar toch – wakker zijn geworden.
We hebben er de laatste keer over gediscussieerd in de commissie op 31 maart, minister. U gaf toen aan even gechoqueerd te zijn als wij. De vraag is wat u ondertussen gedaan hebt. Wat hebt u gedaan? Welke maatregelen hebt u genomen, tegen PostNL, tegen DPD, tegen alle spelers in die sector, om schandalige, voorhistorische, daensiaanse toestanden voor eens en voor altijd uit onze e-commerce te bannen? (Applaus bij Vooruit)
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Minister, in november 2021 bracht een undercoverreportage door Het Laatste Nieuws de sociale fraude bij PostNL aan het licht. Toen al bleek dat er sprake was van uitbuiting, van zwartwerk, van tewerkstelling van personen zonder geldig verblijf, zelfs van kinderarbeid. Daardoor is kort nadien de politie binnengevallen en zijn een aantal Belgische CEO’s en twee andere leidinggevenden in de cel beland. Maar die zijn ondertussen opnieuw vrij.
Intussen blijkt dat er aan dat verhaal eigenlijk geen einde komt, want PostNL is er nog steeds niet in geslaagd om de kinderarbeid bij de onderaannemers aan te pakken. Integendeel, gisteren nog lazen we in de krant de getuigenis van een kind van 13 en een kind van 15 jaar, die helaas werk verrichten voor 5 euro per uur. Die kinderen worden zelfs onder druk gezet om te liegen over hun leeftijd. Blijkbaar is ook PostNL daarvan op de hoogte. Maar zij doen niets aan die situatie. Zij blijven gewoon verder werken. Zij blijven gewoon verder besparen op sociale lasten, op personeelskosten. Zij werken die schijnzelfstandigheid verder in de hand.
Het gerecht en de inspectiediensten zitten er wel van nabij op, maar toch heb ik de indruk er weinig gebeurt. Ik vermoed dat u ook die indruk hebt. Die onderaannemers blijven werken voor een aalmoes van een of anderhalve euro per pakje, een afgesproken prijs die ze krijgen. Hier worden die onderaannemers dus serieus uitgebuit. Voor ons vraagt eerlijk transport om een eerlijke prijs. Het is dus ook nodig dat er gewerkt wordt aan betere arbeidsvoorwaarden.
Op 31 maart hebt u in de commissie verklaard dat uw kabinet ook al contact heeft opgenomen met PostNL. Maar blijkbaar hebben ze in de tussentijd nog niet veel gedaan. Is er sindsdien nog contact geweest met PostNL? En wat was het resultaat van dat gesprek?
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, minister, de afgelopen weken is er geregeld, ook in dit huis, gezegd dat het met die oorlog in Oekraïne lijkt alsof we teruggaan in de tijd, naar 20ste-eeuwse toestanden. Maar ik moet eerlijk zeggen dat als ik een krant opensla, zoals Het Laatste Nieuws de laatste tijd, en reportages zie op VTM waarin het over kinderarbeid gaat, ik bij mezelf denk dat ik dacht dat we al heel ver voorbij de 19de eeuw zaten en dat kinderarbeid toch tot het verleden zou moeten behoren in Vlaanderen. Maar dat is duidelijk niet zo.
De getuigenissen die naar boven komen, tot op de dag van vandaag, stapelen zich op. Vandaag blijkt ook nog eens dat bijvoorbeeld op het moment dat de sociale inspectie binnenvalt, het bedrijf een systeem heeft waarbij het chauffeurs en onderaannemers verwittigt om voorlopig niet naar het magazijn te komen, om later te komen of om het op een andere manier te organiseren. Het zijn toestanden die je eigenlijk niet verwacht anno 2022 op een moderne arbeidsmarkt.
Er is eind maart in de commissie inderdaad een vraag daarover aan u gesteld, minister. U hebt toen geantwoord dat u contact had gehad met PostNL, maar u zei er ook bij – en dat vind ik ook belangrijk om te zeggen – dat u twijfelde aan hun woorden. En u hebt gelijk gekregen, jammer genoeg.
Maar we moeten, minister, collega's, een stap verder gaan, want dit is in het Vlaanderen van 2022 niet te aanvaarden. Mijn heel concrete en heldere vraag aan u is wat u gaat doen om eindelijk te stoppen wat er in de afgelopen weken naar buiten komt over PostNL.
De heer Ronse heeft het woord.
Collega’s, omdat het zo’n somber debat is, is dit misschien een licht vrolijke noot: de naam van de CEO van PostNL is mevrouw Kaashoek, maar veel meer dan haar naam is er niet om ons vrolijk over te maken. Die dame slaagde erin om op een moment dat de Vlaamse en federale inspectiediensten vaststellen dat het bedrijf kinderen tewerkstelt, dat het onderaannemers, zelfstandige ondernemers, uitperst en niet goed uitbetaalt, dat het systemen heeft om mensen om de tuin te leiden, dat er de meest degoutante en de ergst mogelijke denkbare inbreuken op het arbeidsrecht en de sociale wetgeving worden vastgesteld, te zeggen: “Nou, ik vind het idioot wat er gebeurd is.” Ze had het niet over de zaken die gebeurd zijn bij PostNL, wel over de acties die de Vlaamse en federale inspectiedienst hebben gedaan. Dat zou een zelfstandige hardwerkende ondernemer die een verkeerde letter op een loonbrief heeft en de arbeidsinspectie ontvangt, eens moeten zeggen. Die zou wat meemaken. Ik hoop dat dat tot op het bot zal worden uitgezocht. Ik ben het volmondig met alle collega’s eens dat kinderarbeid en het uitbuiten van mensen hier niet thuishoren, niet in Vlaanderen en niet op onze arbeidsmarkt.
Er zijn al heel veel vragen gesteld, maar ik neem een beetje een unieke positie in met mijn vragen. Minister, de Vlaamse overheid steunt heel wat Vlaamse bedrijven. Heeft PostNL een doelgroepvermindering van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) gekregen? Heeft het via ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV) achtergestelde leningen of andere steunmaatregelen ontvangen of via het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) een of ander steunmechanisme? Het zou goed zijn om ook daar inzage in te krijgen.
Minister Crevits heeft het woord.
Ik dank u, collega’s.
Eerst en vooral wil ik ook mijn absolute verontwaardiging en mijn degout uiten over de feiten die zich op een steeds explicietere wijze manifesteren bij PostNL. We hebben er al een paar keer over gediscussieerd, maar het wordt steeds erger. In het begin ging het over zwartwerk en het tewerkstellen van buitenlandse werknemers. Nu komt daar kinderarbeid bovenop en bovendien is het niet de eerste keer. Men blijft gewoon doorgaan.
Collega’s, het is hier al gezegd. Ik heb tijdens de gedachtewisseling in het Vlaams Parlement een paar weken geleden gezegd dat we zelf contact opgenomen hebben met PostNL, ook al zijn mijn bevoegdheden en mijn handvatten beperkt, omdat het arbeidsrecht een Belgische bevoegdheid is en het wetgevende kader federaal gemaakt moet worden. Maar ik wil dat dit stopt. Dat gesprek heeft me niet gerustgesteld. Ik vond dat merkwaardig als ik het verslag erover las. Ik had het gevoel dat men de ernst niet besefte. Collega Rzoska heeft ernaar verwezen: we lezen het nu openlijk in de krant. Men ziet niet in wat er fout loopt en ik vind dat echt totaal onwaardig voor een ondernemende samenleving.
We moeten inderdaad actie ondernemen. Er zijn drie grote acties noodzakelijk. Ten eerste moeten de Vlaamse en federale inspectiediensten samenwerken. Ik heb al aan collega Gennez gezegd dat het voor mij extreem belangrijk is dat we hier geen onderscheid maken tussen wie waarvoor bevoegd is. We moeten het samen doen. Zo’n inval in zo’n bedrijf vraagt enorm veel manschappen, een zeer goede samenwerking en informatieverstrekking tussen Vlaanderen en de federale inspectie om net iedereen zijn bevoegdheden te laten uitoefenen. Maar als ik lees dat er een kliksysteem wordt gebruikt om iedereen te verwittigen, dan sta je nagenoeg machteloos en dan besef je dat dit moet ophouden. Een zeer intense samenwerking tussen de inspectiediensten is dus de eerste stap.
De tweede stap, collega’s, is dat die praktijken moeten stoppen. Vlaanderen heeft al lang een convenant met de transport- en koerierdiensten. Die groep komt opnieuw met mij rond de tafel zitten. Het convenant gebeurt op vrijwillige basis. Ik kan uiteraard geen arbeidsrecht maken, maar ik kan met de sector afspreken dat de rotte appels eruit moeten.
Ook de sector zal een voorbeeldfunctie moeten opnemen. Het gaat echt niet op dat men de ogen sluit en zegt dat dat de slechten zijn, en dat zij de goeden zijn. Neen. De sector zal zelf moeten meewerken aan een operatie waarbij inderdaad de hele sector van de koerierdiensten ook inzicht krijgt in eigen handelen. Daar hoort effectief een faire prijs voor geleverde prestaties bij. Ik ben het daarmee eens. Maar het zal wel moeten gebeuren, en dat is mijn bevoegdheid. Ik neem in dat verband ook initiatief.
Maar ten derde moet mij ook van het hart, collega’s, dat ik echt wil dat prioritair het federale kader nu ook gemaakt wordt. Je moet die sector als een keten kunnen bekijken. Je moet ook aan die onderaannemers kunnen geraken. Ik was wel blij dat collega De Sutter gisteren of eergisteren ook gemeld heeft dat ze daar absoluut prioritair werk van maakt. Als je een steviger kader hebt, kun je met veel meer kracht dat kader ook afdwingen, en is het voor mij ook haalbaar om een nieuw charter te maken en de sector te responsabiliseren.
Maar het zal ook van belang zijn dat wij allemaal zelf onze sociale druk gaan opvoeren. Collega Ronse zei het zelf al: hoe zit het met de steun die wij geven aan dit bedrijf? Wel, gelukkig hebben we deze legislatuur in de regelgeving nu ook ingeschreven dat bedrijven die zich schuldig maken aan strafrechtelijke inbreuken of andere zaken, dan geen steun van de Vlaamse overheid kunnen krijgen. Dus ook dat zullen wij tot op het bot uitzoeken.
Wij leveren nu absoluut onze volle medewerking aan het gerechtelijk onderzoek. Het is trouwens dankzij de goede samenwerking tussen alle diensten dat dit schandaal ook naar buiten komt, en ook dankzij het werk dat journalisten doen. Ik moet ook echt wel bekennen dat die daar een heel, heel belangrijke rol in spelen. Maar het zet mij absoluut ook wel aan tot verdere actie, uiteraard binnen de bevoegdheden die ik heb. Maar dit moet op zeer korte termijn en zeer daadkrachtig aangepakt worden – regelgevend, maar ook vanuit de sector zelf. Het is zoals u het zelf zei, collega Gennez: ‘There is something rotten’. Dus dat moet heel krachtdadig en op korte termijn aangepakt worden. Maar ik kan dat niet alleen. Ik heb ook de hulp nodig van de diensten van het andere bevoegdheidsniveau, en dat weet u zelf ook.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Minister, de journalisten deden inderdaad hun werk. Het gerecht doet zijn werk. Maar de overheden slepen toch nog altijd een beetje te veel met de voeten, naar mijn gevoel. De eerste keer dat we daarover discussieerden is zes maanden geleden. Op federaal niveau is er nog altijd geen aanpassing van de postwet. Die pakjesbedrijven, privaat, op onze markt, dat zijn er vier. Er is bpost, met eigen medewerkers, PostNL, DPD en GLS. Dus de vraag is eigenlijk: roep die vier, ban die indien nodig van onze markt, zorg voor een gelijk speelveld, en zorg vooral dat uw inspecties – zowel de Vlaamse als de federale – eindelijk proactief gaan controleren. Je moet niet wachten op het gerecht, je moet niet wachten op een volgend artikel in Het Laatste Nieuws. Handel nu, samen. Want daar is Vooruit inderdaad bondgenoot voor. Maar handel nu, en wacht niet op anderen.
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Minister, ik ben ervan overtuigd dat u de ernst van de zaak inziet. Maar het probleem waarmee we hier te kampen hebben, is niet nieuw. Dat probleem met die onderaannemers sleept al jaren aan en we moeten dat ook dringend gaan oplossen. Ik heb het gevoel van de collega dat ook op federaal niveau alles maar blijft aanslepen, dat er veel blabla is maar weinig boemboem. Er wordt veel over gesproken maar er wordt weinig gedaan. Ik heb wel de indruk dat u hier op Vlaams niveau toch wel meer wilt gaan inzetten op die controles. Het zal ook noodzakelijk zijn om gecoördineerde acties in te richten, en ook noodzakelijk zijn om die volledige pakjessector te gaan doorlichten.
Maar ik ben er ook van overtuigd dat u dat niet alleen kunt, en dat u daarvoor extra manschappen nodig hebt en extra personeel nodig zult hebt. Kunt u extra inspecteurs aanwerven, en zo ja, wanneer kunnen die aan de slag gaan om die misbruiken op te sporen?
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord en ik steun u daar volledig in. Het gaat wel degelijk om een gedeelde bevoegdheid. Ik denk dat u weet dat collega De Sutter op federaal niveau bezig is om die postwet gedeeltelijk aan te passen. Op een van de actiepunten die u naar voren schuift, wil ik even dieper ingaan. U sprak over het convenant dat u met de transportsector en de koerierbedrijven zult heronderhandelen. Ik denk dat het heel belangrijk is dat we voldoende druk zetten op die sector want inderdaad, zoals u zegt, moeten de rotte appels eruit. Die moeten er echt uit. Ik denk dat veel mensen die onlinebestellingen doen vandaag – acht op de tien Vlamingen doen dat regelmatig – het er niet mee eens zijn dat hun pakjesleverancier bij wijze van spreken iemand is die op die manier wordt uitgebuit. Dit moet echt stoppen. Mijn vraag aan u is dan ook of u de druk op die transportsector zult opvoeren, zoals ook collega Gennez vraagt, om ervoor te zorgen dat de rotte appels eruit gaan.
De heer Ronse heeft het woord.
Wanneer men vandaag een business wil opstarten in de e-commerce, dan moet men concurreren met minstens één speler maar vermoedelijk met een aantal spelers die een serieus loopje nemen met onze arbeidswetgeving en die mensen uitbuiten en daardoor aan kostprijzen werken die men nooit kan evenaren. Zoals de collega’s zeggen, moet dit zeer fors worden aangepakt via zeer gerichte controles. Ik hoor vaak heel goed menende, hardwerkende zelfstandige ondernemers die te pas en te onpas op details worden gecontroleerd. Misschien moet een goede prioriteit worden gelegd.
Minister, ik ben heel blij dat u een beroep wilt doen op de decreten die wij hebben goedgekeurd om steun te stoppen aan bedrijven die er fors de kantjes aflopen. Wanneer PostNL effectief wordt veroordeeld en een rechter die gevallen duidelijk objectiveert, moet een rode kaart worden getrokken. Mijn vraag is of u niet alleen de steun zult stopzetten maar ook of er steun zal worden teruggevorderd.
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Ik sluit me graag aan bij de zeer terechte verontwaardiging van de vier vraagstellers over het feit dat die wanpraktijken kennelijk blijven plaatsvinden. Het is ook duidelijk dat de problemen niet weg zijn na de eerdere acties. Deze feiten moeten grondig worden onderzocht en ik hoop dan ook dat de bevoegde diensten hard en duidelijk zullen blijven optreden en dat daarmee een heel duidelijk signaal wordt gegeven aan de volledige sector.
Minister, naar aanleiding van de eerste berichten over de inbreuken bij PostNL vertelde u in de commissie Economie van 31 maart laatstleden dat er momenteel aanwervingsprocedures lopen bij de Vlaamse Sociale Inspectie met als doel om de inspectiedienst met tien voltijdse krachten te versterken en zo de misbruiken op de arbeidsmarkt te kunnen bestrijden. Uw kabinet is op 8 maart al eens in gesprek gegaan met PostNL dat toen zei zelf extra controles te zullen doen bij de onderaannemers. Dat was voor de arrestatie van de CEO van de Belgische afdeling. Minister, hebt u sindsdien nog contact gehad met de mensen van PostNL om hen daarop aan te spreken? Heeft de versterking van die diensten van de Vlaamse Sociale Inspectie al kunnen plaatsvinden? Hoeveel extra controles zou dit moeten opleveren?
De heer Ongena heeft het woord.
Ik sluit me uiteraard ook aan bij de woorden van afschuw die door de collega's zijn geuit over de misbruiken die nu aan het licht komen en blijven komen bij PostNL. We rekenen op de inspectiediensten en op Justitie dat zij snel en kordaat optreden en de nodige, het liefst harde sancties opleggen.
Maar minister, u zegt terecht dat we meer kunnen en moeten doen. Ik roep u dan ook op om zeker op korte termijn werk te maken van die ontmoeting en die sector bij u te sommeren om hen duidelijk te maken dat we dit echt niet kunnen aanvaarden. Maar ik roep u ook op om samen met de sector na te gaan hoe we die rotte appels waarnaar wordt verwezen, eruit kunnen krijgen zodat we naar een fair speelveld kunnen gaan en mensen die het wel correct spelen, daar effectief de ruimte voor krijgen. Het lijkt me absoluut nodig dat we naar een soort van operatie ‘propere banden’ gaan in deze sector.
De heer D’Haese heeft het woord.
Minister, ik denk dat het moet stoppen, en ik denk dat iedereen het daarover eens is. Bijgevolg heb ik een heel eenvoudige oproep voor u. Als Ferrero eitjes verkoopt waar salmonella inzit, dan wordt dat bedrijf gesloten. Als 3M PFAS verspreidt in de omgeving, dan wordt dat gesloten, of dan wordt die productie stilgelegd. Ik denk dat dit het moment is om te zeggen: ‘PostNL kan niet verder opereren in ons land’. U spreekt wel over de samenwerking met de federale collega, maar mijn vraag is of u dat daar mee op tafel zult leggen, om dat bedrijf tijdelijk te sluiten, totdat die zaak is uitgezocht en gestopt. Ik denk dat het op deze manier echt niet verder kan.
Wat we hier zien is uitbuiting in de 21e eeuw. Ik daarover heel veel woorden van afschuw, en terecht. Maar dit is alleen maar mogelijk omdat het op die manier georganiseerd is, omdat de sector compleet gedereguleerd is, waardoor we eindigen met toestanden waarbij onderaannemers van onderaannemers nog één euro krijgen om een pakje te bezorgen. Een paar weken geleden was het kot hier nog te klein als we pleitten voor een klein beetje meer sociale bescherming in de sector. Ik hoop dat de geesten daarover ook rijpen.
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega’s. De verontwaardiging wordt kamerbreed in dit Vlaams Parlement gedeeld, en dat is zeer, zeer, zeer terecht. Ik kan ondertussen melden dat ook het depot en de wagens verzegeld zijn. Daar kan dus niet meer mee geëxploiteerd worden, en dat is meer dan terecht. Ik ben het vaak niet met u eens, collega D’Haese, maar ik vind inderdaad wel dat als je bedrijven kunt sluiten wegens allerhande milieumisbruiken en milieuwetgevingen, dat je dan even kordaat zou moeten kunnen zijn als mensen misbruikt worden. Het gaat hier eigenlijk echt over heel jonge kinderen die genadeloos ingezet worden om te werken, terwijl er een algemeen verbod op kinderarbeid is. Dat weet iedereen. Ik ben zelfs absoluut fan om daarin zeer daadkrachtig actie te ondernemen. U zult mij zeker niet in tegenovergestelde richting zien rijden wat dat betreft.
Twee: collega Gennez, u zegt ‘we blijven in gebreke, er is geen wetgevend kader’. Ik wil zeggen dat ik het wetgevend kader niet kan maken. Ik zou dat wel willen. Als u mij de tools geeft dan maak ik onmiddellijk het kader. Maar ik kan het niet, het zit op een ander niveau. Ik ga de steen ook niet verder smijten, we moeten samenwerken. Als er zo’n afschuwelijke situatie in Vlaanderen bestaat, dan is het omdat ze op een of andere wijze mogelijk geworden is. Die wetgeving moet er nu komen. We hebben ook al contacten gehad met de vakbonden. Iedereen vraagt regelgeving. Daarnaast vraagt men aan mij om met de sector samen te zitten en een nieuw charter te maken, maar ook om dat te maken op basis van een nieuwe regelgeving.
We moeten ook niet alleen die vier bedrijven bij ons roepen, collega’s. Ik vind dat de transportsector verantwoordelijkheid moet nemen in zijn globaliteit. Daar moet het imago omhoog. Er zijn ook nog andere problemen in de sector, behalve die van de pakjes. We moeten daar voor eens en voor altijd schoon schip in proberen te maken. Ik vind absoluut dat de rotte appelen eruit moeten, maar ik vind ook dat het hele systeem wel eens onder de loep genomen mag worden. Is het nog van deze tijd je gratis alles thuisgeleverd krijgt en dat je oeverloos mag terugsturen? Het is allemaal ‘voor niets’. Niets is gratis. Je weet zo, dat als dingen gratis zijn, er andere manieren zullen gebruikt worden om het businessmodel overeind te houden.
Vandaar dat ik het zo belangrijk vind, collega Rzoska, collega Malfroot, collega Gennez, dat via wetgeving de ketenaanpak mogelijk gemaakt wordt, en dat je dus diep in de ketting verantwoordelijkheden kunt gaan opsporen. Dat is nu, door de onderaanneming, een beetje moeilijker.
Collega Vanryckeghem, u hebt absoluut gelijk: we zijn op dit ogenblik onze aanwervingen aan het doen om met meer inspecteurs controles te kunnen doen. Er kunnen ook winsten geboekt worden door beter samen te werken. Wat dat betreft moeten ramen en deuren open naar andere bevoegdheidsniveaus. Ik hoop dat we daar ook zeer snel de vruchten van zullen kunnen plukken.
Het initiatief ligt nu bij de onderzoeksrechter. Het gerecht is bezig met onderzoeksdaden te bevelen. Onze inspectie is nu in de hele sector heel intens controles aan het doen, samen met de federale inspectie. Zo krijgen we natuurlijk een heel goed beeld van wat er loos of niet loos is.
Op onze eigen bevoegdheden is er heel veel actie. Er moet zeker een nieuw charter komen, maar ook sociale druk om die sector schoon te maken. Dat is ook belangrijk voor elke modale burger in Vlaanderen.
Wat terugvorderingen betreft, collega Ronse: ik weet op dit ogenblik überhaupt niet of er steun uitgekeerd is. Dat moeten we bekijken. Maar als dat het geval zou geweest zijn, dan zou ik alles op alles zetten om gebruik te maken van de wettelijke mogelijkheden die er zijn om dat terug te vorderen.
Hier is ook menselijk leed berokkend dat zich nog niet in zijn volle omvang heeft gemanifesteerd, want het onderzoek is nog bezig. Maar wat dat betreft, zullen we zeker alle nodige acties ondernemen.
Dus, collega’s, er is grote verontwaardiging, absoluut. Maar het blijft niet bij woorden. We nemen ook effectief actie, getuige de inspanningen tot extra inspecties die al geleverd zijn. We wachten niet op journalisten of op bevelen van rechters, er wordt ook op eigen initiatief gecontroleerd.
Maar ik zal er niet flauw over doen, collega's, deze problematiek bestaat allang en we weten ook allang dat die moeilijk aan te pakken is. Een regelgevend kader en gezamenlijk ingrijpen, ook preventief, moeten ons op de goede weg zetten. Laten we dit doen in het belang van de zovele mensen die op onschuldige wijze gebruikt zijn geweest in een systeem waarbij de enen het grote geld verdienen en de anderen wel een beetje geld verdienen, maar sociaal onbeschermd onverantwoorde zaken doen.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Ja natuurlijk, iedereen is het er over eens dat er een gecoördineerde actie nodig is. We wachten op een regelgevend kader, we wachten op bijkomende Vlaamse inspecteurs, we wachten tot de kinderarbeid anno 2022 eindelijk uit Vlaanderen verdwenen is. (Applaus bij Vooruit)
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Het is ongehoord dat een internationaal bedrijf via een netwerk van onderaannemers de tewerkstelling van zwartwerkers, van kinderen, van illegalen op de Vlaamse arbeidsmarkt faciliteert. Kinderarbeid, dat kan niet, dat mag niet en dat moet hard worden aangepakt. We moeten die misbruiken nu stoppen.
Het is niet alleen uitbuiting om die illegalen en schijnzelfstandigen aan die dumpingprijzen te laten werken, maar het verziekt ook onze eigen economie. Want onze lokale handelaars en Vlaamse bedrijven die wél correct werken, mogen niet het slachtoffer zijn van deze praktijken, van deze oneerlijke manier van handeldrijven. We mogen dus niet blijven toestaan dat die internationale spelers onze regels aan hun laars lappen.
Minister, ik roep u er dan ook toe op om over te gaan tot een volledige doorlichting van de sector en om nog meer in te zetten op inspecties zodat al die rotte appels eruit worden gehaald. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister, ik ben het eigenlijk volmondig met u eens. Dat gebeurt af en toe, ja. We zitten op dezelfde lijn. Moderne slavernij in België kan niet, collega's. Dat is een samenleving onwaardig. En ik ben het met u eens: we moeten de hele keten bekijken. Heel wat mensen, ook ik, bestellen wel eens iets via internet. Het is echt niet normaal dat pakjes binnen de 24 uur gratis bij u thuis worden geleverd. Het is niet normaal dat je zendingen gratis kunt terugsturen. Iemand betaalt daar de rekening voor. En wie de rekening betaalt, dat is de afgelopen weken pijnlijk duidelijk geworden. Zowel in de krant als op televisie is het heel duidelijk dat de rekening wordt betaald door diegenen die eigenlijk gewoon worden uitgeperst. Dat moet stoppen.
Minister, het is goed dat we dat schouder aan schouder doen, ook met het federale niveau. Er ligt een pak werk op tafel om ervoor te zorgen dat die rotte appels eruit gaan en dat er een eerlijk speelveld wordt gecreëerd, ook voor andere ondernemers in Vlaanderen. (Applaus bij Groen en Vooruit)
De heer Ronse heeft het woord.
Collega Rzoska, het gebeurt niet vaak, echt niet vaak, maar ik ben het ook nagenoeg volmondig met u eens. Dat gebeurt ook af en toe. Ik denk dat we het hier trouwens allemaal eens zijn. Dat is goed, want dat betekent dat Vlaanderen een beschaafd land is, dat we willen dat wie hier werkt naar behoren wordt verloond en dat in deftige omstandigheden kan doen. We willen dat de focus van al onze inspecties wordt gelegd daar waar er zo fors de kantjes wordt afgelopen, zowel op het federale niveau als op het Vlaamse niveau. De gevraagde doorlichting van die vier spelers moet absoluut de prioriteit zijn.
Ik zou ook graag een commissie zien waar we die doorlichtingsresultaten kunnen inkijken, desnoods in besloten zitting. Dat moet gebeuren, het is zo prioritair dat we tonen dat wij, Vlaanderen, een beschaafd land zijn en ik reken op u, minister. (Applaus)
De actuele vragen zijn afgehandeld.