Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Veys heeft het woord.
Collega’s, minister, het zijn ongeziene tijden. Er is opnieuw oorlog op het Europese continent. We voelen de gevolgen daarvan ook in Vlaanderen. De Vlaming voelt die gevolgen in zijn of haar portefeuille. De koopkracht van de werkende klasse staat onder druk. De verwarmingsfacturen, het winkelkarretje, de huur van de woning … alle kosten nemen toe. Dat vraagt om oplossingen en om een sterk beleid van een sterke overheid. Een overheid, die doet wat ze kan. En gelukkig hebben we die aan de overkant van de straat: een federale overheid die investeert in pensioenen en lonen, die de energiekosten naar beneden haalt, die de index beschermt en die de koopkracht beschermt. (Gelach en opmerkingen bij het Vlaams Belang en minister Diependaele)
Maar helaas, in dit land is de ene index de andere niet. Die voor de lonen is er één die trager loopt dan diegene die de huurprijzen verhoogt. Er zit, met andere woorden, een onrechtvaardigheid in. We zien vandaag extreme huurprijsstijgingen met 30, 40, 60, 80 euro per maand. Dat is geen goede zaak. De inflatie straft de huurders dubbel want zij hebben een hoge energiefactuur maar hebben geen vat op die energiefactuur aangezien de verhuurder de investeringen in de woning doet.
Op de huurmarkt hebben we een groot voordeel: alle instrumenten zijn in Vlaamse handen. Ik herhaal graag het standpunt van de Vooruitfractie: wat hebben we aan een sterk Vlaanderen als we niet in staat zijn om te zorgen voor de meest kwetsbaren, voor mensen die moeten huren? Zoals deze regering graag vertelt doen we in Vlaanderen toch alles beter, dus dan zou je verwachten dat er maatregelen worden genomen. Maar, neen. Waar Vooruit steeds met voorstellen komt om de mensen op de huur- en de koopmarkt te beschermen, blijft het op uw kabinet, minister Diependaele, oorverdovend stil.
Wat ik hier vandaag voorstel, is heel simpel. Wonen is een basisrecht. Zorg voor een schokdemper op die astronomisch stijgende huurprijzen. Mensen zitten vast vandaag omdat ze door die hoge huur niet kunnen sparen voor een koopwoning. Ze zitten vast omdat ze überhaupt die huur niet aankunnen of ze zitten vast omdat ze recht hebben op een sociale huurwoning die – en dat is ook uw bevoegdheid – er te traag komt. Dat vraagt om actie, minister, en u kunt iets doen. Daarom heb ik een simpele vraag voor u:
Zult u zorgen voor een schokdemper op die stijging van die huurprijzen? Zult u actie ondernemen om de betaalbaarheid van de huurmarkt beter te maken? (Applaus bij Vooruit)
Minister Diependaele heeft het woord.
Mijnheer Veys, hoe durft u op de dag dat het Internationaal Monetair Fonds (IMF) zegt dat België op weg is naar het grootste overheidstekort van de Westerse wereld, komen zeggen dat het daar zoveel beter gaat? Elke marge die er daar zou moeten zijn om vandaag de crisis op te vangen is opgevreten en hervormingen blijven uit. En dan komt u dat zeggen! Daar kan ik met mijn hoofd niet bij. (Applaus bij de N-VA)
Maar goed, ik ga u een antwoord geven op de vraag die hier wel relevant is in dit parlement en dat is inderdaad de vraag of we iets kunnen doen aan de stijging van de woningprijzen. Want die vraag begrijp ik ook. Het is daarnet al als een boutade aangehaald: ‘une fausse bonne idée’. Het klinkt goed, maar zo’n indexsprong zoals je dat zou kunnen noemen, de index afremmen, is niet bepaald wat je zou moeten gaan doen. De basisstelling is altijd dat je moet zorgen dat op die huurmarkt het aanbod zo groot mogelijk blijft. Als je dat aanbod gaat afremmen, krijg je ook minder aanbod en automatisch, door het spel van vraag en aanbod, stijgen de huurprijzen. Alles wat je doet op de huurmarkt wat het aanbod zou afremmen, zorgt ervoor dat je eigenlijk het tegenovergestelde effect krijgt, namelijk een prijsstijging. Dat is natuurlijk wat je net niet moet doen. Je moet zorgen dat het evenwicht behouden blijft. Ik begrijp zeer goed de vraag over de doorrekening van de index en dat je daar met stijgende huurprijzen zit, we zien nu een paar signalen dat dit de komende maanden weer wat zal worden afgeremd. Ik hoop dat dat zich doorzet. Dat lijkt mij een goede zaak, maar je moet voorzichtig zijn wat je gaat doen.
Wat is nu het grootste gevaar? Dat is een waarschuwing die het Vlaams Huurdersplatform ook geeft. Zij zeggen dat, als men er daadwerkelijk voor gaat zorgen dat de verhuurder die indexatie niet meer kan doorrekenen, men eigenlijk ook een incentive geeft aan die verhuurder om het bestaande huurcontract op te zeggen en een nieuw contract tegen veel zwaardere voorwaarden af te sluiten. Dat zijn de verdedigers van de huurders, die exact dat zeggen. Het klinkt dus goed om een rem te zetten op die indexering – het is niet helemaal een indexsprong –, maar eigenlijk zal dat mogelijk een tegenovergesteld effect hebben, dat trouwens de zwaksten op de huurmarkt nog het meest zou raken.
Ik heb nog een paar elementen, maar die kunnen eventueel straks aan bod komen.
De heer Veys heeft het woord.
Minister, u vraagt hoe ik dat durf op de dag van het IMF-rapport. Hoe durft u eigenlijk die problemen bij die kwetsbare huurders, waarvoor u bevoegd bent in Vlaanderen, compleet te negeren? Een paar weken geleden had ik het over een stijging van 75 euro. Toen was uw reactie: “Amai, u hebt rijke vrienden.” U vat het niet. Mijn vrienden zijn niet rijk. Die huurprijs is te hoog. Dát is het probleem. U speelt telkens hetzelfde spel. Wij komen met concrete voorstellen. Ik ga corrigeren wat ik daarnet zei. Het is niet oorverdovend stil op uw kabinet, er komt maar één woord uit op alles wat we voorstellen: “Njet, njet, njet.” Het zijn ongeziene tijden, de inflatie is gigantisch en het enige wat ik u zie doen, is excuses zoeken om toch maar niets te moeten doen. Leg mij dan maar eens uit hoe de huurders daarmee zijn geholpen.
U dwingt nog steeds het bouwen van sociale huurwoningen niet strenger af. U hebt nog steeds geen beleid voor de private markt, en zelfs uw eigen plan, het fameuze plan van enkele maanden geleden om 500 miljoen euro aan de privésector te geven, waar is dat? We zien nog altijd niets. Dus ofwel onderneemt u actie, ofwel geeft u toe dat uw kabinet zelfs niet in staat is om een luchtballonnetje uit te werken. Dus alstublieft, waar is dat plan van u? Wanneer gaat u iets doen aan die huurprijzen op de huurmarkt? (Applaus bij Vooruit)
De heer D’Haese heeft het woord.
Huren was al niet goedkoop in Vlaanderen. Wonen is dat in het algemeen niet. Degenen die bouwen, hebben het vandaag niet gemakkelijk. Degenen die huren, hebben het vandaag ook niet gemakkelijk. Minister, dan is de vraag natuurlijk wel wat u daaraan gaat doen. U bent immers minister van Wonen. Dat wil dus zeggen dat u verantwoordelijk bent om het recht op wonen, het recht op een degelijk en betaalbaar dak boven het hoofd te realiseren. Ik heb hier vandaag geen enkel voorstel van u gehoord, geen enkele manier waarop u dat wilt garanderen. Als u daar nu niks aan doet, dan komen mensen echt in de problemen. Het enige wat ik de afgelopen maanden van u heb gehoord, is dat u de budgetten voor sociaal wonen gaat doorschuiven richting de privésector. Ik denk dat dat niet heel veel gaat helpen voor dit probleem. Minister, mijn vraag is dus heel concreet: wat gaat u doen? Ik denk dat het een heel goed voorstel is – het komt trouwens ook uit het programma van de PVDA – om de huurprijzen te reguleren op basis van een aantal objectieve criteria. Dat is natuurlijk niet voor morgen. Welke concrete maatregelen gaat u nemen om die huurprijzen betaalbaar te maken, op korte en op lange termijn?
Mevrouw Jans heeft het woord.
Ik zou toch ook een nuance willen aanbrengen in dit debat in dit Vlaams – je zou het bijna vergeten – Parlement. Collega Veys, het is niet zo dat de volledige Vlaamse huurmarkt één groot sociaal kerkhof is. Er zijn verschillende profielen mensen die huren. Een derde zijn ouderen, een derde zijn starters en een derde zijn inderdaad mensen die vandaag de dag te veel van hun beschikbaar inkomen aan huur moeten geven.
De helft.
Ook wij zijn geen voorstanders van ingrijpen op de huurprijzen die de verhuurders mogen vragen. Voor ons zijn ook verhuurders een belangrijke partner om de woningmarkt in Vlaanderen zo open en zo divers mogelijk te houden. Daarnaast vinden we het ook belangrijk om maatregelen die we nemen, selectief te nemen. Niet iedereen op de huurmarkt is een kwetsbaar huishouden en heeft nood aan die hulp. Voor mensen die daar wel nood aan hebben, kunnen we bijvoorbeeld kijken naar inkomensgrenzen. Dan spreken we over zaken zoals geconventioneerd wonen. Minister, dat zal ook een vraag aan u zijn. Hoe staat u ten opzichte van het systeem van geconventioneerd wonen, waarbij we zeer gericht ingrijpen voor die mensen waarvan we, bijvoorbeeld op basis van het inkomen, weten dat de huur die ze moeten betalen, te hoog is in verhouding tot dat inkomen?
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Op 18 maart heeft onze fractie bij monde van collega Moerenhout en collega Almaci ook een voorstel gelanceerd om de huurprijs tijdelijk te plafonneren op 2 procent. Minister, ik hoorde daarjuist aan uw antwoord dat u vooral kijkt met de bril van de verhuurders, en ook de contacten met het huurdersplatform in die zin vertaalt, maar ik had toch wel graag van u gehoord of u ook eens de bril van de huurders wilt opzetten en eens wilt bekijken wat u vandaag voor hen kunt doen, in deze tijd van ongelooflijke inflatie, zodat zij toch hun huur kunnen blijven betalen.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw reactie. Het is heel correct dat we moeten zorgen dat het aanbod van die huurmarkt voldoende hoog blijft. We moeten dus zorgen dat er blijvend voldoende woonentiteiten gecreëerd worden. Ik wil daarom bijkomend uw aandacht vragen. U weet dat ik onlangs een conceptnota heb voorgesteld en dat we een hoorzitting gehad hebben over woningdelen. Ik denk dat het ook belangrijk is in het kader van die huurmarkt om boven op de sociale markt, boven op de private huurmarkt, ook meer woonentiteiten te creëren binnen de bestaande woningen. Ik kijk dan naar het woningdelen, ik kijk dan naar de nieuwe woonvormen, ik kijk dan naar de nieuwe huishoudens. Het aanbod moet daar in de toekomst nog meer aan aangepast worden. Ik vraag dus uw bijzondere aandacht om de nodige bijkomende maatregelen te nemen in het kader van cohousing, in het kader van woningdelen, in het kader van het opdelen van woningen, in het kader van alternatieve woonvormen. Dat is namelijk echt wel nodig, minister: een innovatieve woonmarkt, vooral op het vlak van het huurbeleid.
Mevrouw Smeyers heeft het woord.
Mijnheer Veys, ik begrijp dat u in de aanloop naar 1 mei zoekt naar een voorstel om mee uit te pakken bij uw socialistische kameraden, maar ik denk dat u toch wel voorbijgaat aan enkele economische wetmatigheden, onder andere het spel van vraag en aanbod. Ik denk dat uw voorstel om een index te verbieden, voor een indexsprong, om een index over te slaan of te begrenzen, absoluut geen goed idee is, omdat u daarmee aan verhuurders het idee geeft dat zij minder rendement van hun woning zullen krijgen. Dat is absoluut niet wat we willen, want dat zal het aanbod aan huurwoningen nog verlagen. Vergeet ook niet dat de huurmarkt voor 70 procent toch bestaat uit kleinere verhuurders, dat het niet allemaal grootgrondbezitters zijn, en dat we het toch ook wel aantrekkelijk moeten houden voor hen om te verhuren.
U zegt: we krijgen altijd een njet op onze voorstellen. Dan denk ik dat we misschien – en u kunt daarbij helpen – meer in de richting moeten denken van wat de collega ook zei en waarover de minister misschien nog wat kan zeggen, namelijk geconventioneerde huur. Dat is een voorstel dat misschien niet op een njet zal stuiten.
Mevrouw Blancquaert heeft het woord.
Collega Veys, aan de overkant van de straat zullen we het alleszins niet moeten zoeken, willen we als Vlaanderen vooruit gaan, integendeel zelfs. In tegenstelling tot u zijn wij er niet van overtuigd dat die bevriezing van de indexering van de huurprijzen een oplossing kan zijn, want op deze manier zal de kost van de inflatie eenzijdig naar de verhuurder doorgeschoven worden, terwijl zijn kosten wel blijven stijgen. De gevolgen zijn meer inzetten op kortere huurcontracten, waarbij kosten op de volgende huurder verhaald zullen worden, minder huurpanden op de markt enzovoort. Ik ben ervan overtuigd, collega Veys, dat u zich daar terdege bewust van bent. Volgens ons moet deze regering dan ook meer inzetten op inkomensondersteunende maatregelen voor de meest kwetsbare en financieel zwakste huurders. Ik denk dan onder andere aan de uitbreiding en de verhoging van de huurpremies, iets wat door de minister en ook door uw coalitiepartner, mevrouw Van Volcem van Open Vld, al meermaals werd voorgesteld in de commissie. Ik denk ook aan het beter tussenkomen in die stijgende energiekosten, want de huidige maatregelen zijn ontoereikend. Vandaar dus ook mijn bijkomende vraag, minister: bent u daartoe bereid of niet?
Minister Diependaele heeft het woord.
Eerst en vooral, mijnheer Veys: als u ‘njet, njet, njet’ hoort vanuit mijn kabinet, dan moet u mij daar zeker van verwittigen. Vanuit de cel Begroting horen we dikwijls heel luid ‘neen, neen, neen’ maar toch zeker niet in het Russisch. Daar moet u mij wel van op de hoogte brengen.
Mevrouw De Martelaer, u zegt dat we het vanuit de kant van de huurders moeten bekijken. Maar dat is net wat we gedaan hebben en wat we doen. Ik citeer uit een artikel van een paar maanden geleden, waarin Joy Verstichelen, voorzitter van het Vlaams Huurdersplatform, nadelen ziet bij een plafonnering. “Wat als een contract afloopt? Dan zal een verhuurder wellicht niet verlengen maar iemand nieuw zoeken en de volle pot aanrekenen.” Dan moet u weten dat het vandaag nu eenmaal zo is dat die prijzen op die markt ook meer stijgen dan alleen de indexatie. Een groot deel van die indexatie, van die inflatie, wordt trouwens gedreven door de bouwkosten.
Mijnheer D’Haese, u geeft het zelf aan: mensen die bouwen, hebben het moeilijk.
Wij vragen ook aan eigenaars, aan verhuurders, om extra aanpassingen te doen, zowel wat betreft woonkwaliteit als klimaatmaatregelen. Zij worden ook geconfronteerd met die stijgende prijzen waar daarnet door mevrouw Jans op is gewezen. Dus ook daar hebt u die problemen.
De stelling blijft dat men moet zorgen dat het aanbod op peil blijft. Ik ben er heilig van overtuigd dat dat de enige manier is waarop men dat kan doen. We nemen daarvoor wel degelijk maatregelen bij de sociale woningbouw. Heel die hervorming die daar op poten staat, is net bedoeld om de bouwcapaciteit van de sociale huisvestingsector op te trekken. Ook voor de private woningbouw proberen we daaraan te trekken. Er is de vraag gesteld naar geconventioneerd verhuren, maar het blijft een doelstelling om dat nog rond te krijgen. Daar wordt wel degelijk aan gewerkt en er wordt gezocht naar oplossingen.
Wat betreft de nieuwe woonvormen, zou ik eens moeten kijken wat de laatste stand van zaken is. Ik weet het niet van buiten. We zijn inderdaad aan het kijken wat de juridische belemmeringen zijn. Ik denk niet dat we als overheid er een moeten kiezen. De mensen kiezen zelf hoe ze willen wonen. Maar wij moeten wel zorgen dat elke woningvorm juridisch onbelemmerd kan bestaan. Dat proberen we nu op te lijsten.
Er is nog een punt dat ik wil aanhalen. Een paar weken geleden is van mevrouw Jans denk ik een vraag gekomen,. De indexatie heeft ook een effect op een mogelijke uitval voor huursubsidie en huurpremies. Wel, ik heb het u gezegd en de komende weken zal dat deze kant op komen – of misschien is het bij een besluit van de Vlaamse Regering (BVR), ik weet het niet. We zullen zorgen dat die uitval vermeden wordt. We proberen uit te sluiten dat je door die stijging, die push van de index, je huursubsidie of huurpremie zou verliezen. We werken nog aan een oplossing en die zou de komende weken moeten worden afgerond.
De heer Veys heeft het woord.
Collega Smeyers, u hebt gelijk, 1 mei is een zeer belangrijke feestdag. Maar ik zou graag willen dat jullie misschien tegen 11 juli of misschien tegen een legislatuur eens tonen wat een sterk Vlaanderen kan voor de kwetsbare burger in Vlaanderen. Dat vraagt de Vooruitfractie aan jullie.
Als het gaat over het geconventioneerd wonen: wel wij vragen dat al sinds het begin van deze legislatuur. Wij hebben al een voorstel gedaan. Ook daar kregen wij een neen op. Maar wat minister Diependaele denkt over geconventioneerd wonen, wat hij enkele maanden geleden heeft aangekondigd, daar heb ik het raden naar. Minister, u hebt niet geantwoord op die vraag. Ik stel enkel maar vast dat er weinig creativiteit is en dat er bloedarmoede, ideeënarmoede is in deze regering. Men zegt vaak dat een minister en een regering getest worden in crisistijd. Wel, minister, de wooncrisis op de private huurmarkt was er al voor het Oekraïneconflict, die was er al voor de pandemie. Daarom hebben wij al van in het begin erop gehamerd om daar een plan voor te maken. Maar dat is er niet. Juist is juist. Wij vragen hier niet dat verhuurders iets moeten toesteken om iets te huren. Wij vragen enkel rechtvaardigheid, namelijk dat de indexering billijk is. Wij vragen een sterke overheid die het verschil maakt op de woningmarkt want vandaag zien we extreme situaties en mensen die daar onder lijden. Wij willen dat een sterk beleid daar iets aan doet. Meer dan dat vragen wij niet. Deze Vlaamse overheid, deze Vlaamse Regering ziet een huurwoning enkel maar als een belegging, maar dat is ook een plek waar mensen wonen, waar mensen recht op hebben. Een overheid die afwacht, die achteroverleunt en die het overlaat aan een markt die niet werkt, die zorgt voor onbetaalbaar wonen, daarmee geraken we zeker niet vooruit. Sorry, dit is geen woonbeleid dat u voert. Dit is wanbeleid. (Applaus bij Vooruit)
De actuele vraag is afgehandeld.