Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer De Loor heeft het woord.
Minister-president, ik hoop dat u een vruchtbaar onderhoud hebt gehad met de Oekraïense zaakgelastigde.
Mijn vraag, minister-president, gaat over de brief die de Vlaamse Regering heeft ontvangen van het gezamenlijk vakbondsfront van de drie syndicale organisaties die u als Vlaamse regeringsleider ontvangen hebt eind januari 2022. Daarin wordt gevraagd om de vertrouwensbreuk die is ontstaan met de minister van Binnenlands Bestuur, minister Somers, enerzijds en de syndicale organisaties te herstellen.
Want volgens de syndicale organisaties laat u heel weinig ruimte tot inspraak en overleg, niettegenstaande het over een heel belangrijke materie gaat. Het gaat over de arbeidsvoorwaarden van bijna 200.000 personeelsleden van de Vlaamse overheid en de lokale besturen. Minister-president, u zou niet heel erg transparant zijn in uw beslissingen, en op die manier – zeggen de syndicale organisaties – kan er totaal geen sprake zijn van een degelijk sociaal overleg.
Minister-president, deze problematiek kwam al een paar keer ter sprake in de commissie Binnenlands Bestuur, maar werd daar vrij snel van de tafel geveegd als een louter meningsverschil. Dat is het niet! Dat is het niet, collega’s, want heel recent hebt u opnieuw een brief gekregen van het gemeenschappelijk vakbondsfront waarin duidelijk staat dat u als Vlaams regeringsleider nalaat om acties te ondernemen om de impasse te doorbreken. Er wordt bij de gesprekken niet echt toenadering gezocht, waardoor die impasse blijft bestaan. Het lijkt dan ook alsof de Vlaamse Regering niet echt geïnteresseerd zou zijn in een oplossing. Vandaar heeft het gemeenschappelijk vakbondsfront een gezamenlijke stakingsactie aangekondigd van onbepaalde duur.
De vakbonden willen wel verder overleggen, minister-president, maar stellen als voorwaarde dat er duidelijke afspraken worden gemaakt in het kader van het sociaal overleg. Ik richt mijn vraag bewust aan u. Bent u bereid om die afspraken te maken binnen het kader zodat de sociale onderhandelingen opnieuw kunnen worden opgestart om de impasse te doorbreken? (Applaus bij Vooruit, Groen en de PVDA)
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer De Loor, ik zal eerst reageren op uw eerste opmerking. Het was een zeer indringend gesprek met de zaakgelastigde van Oekraïne. Het was zeer emotioneel en raakte mij. Het was een getuigenis van iemand die familie heeft in Kiev, met gebombardeerde appartementsblokken waar vrienden wonen. Zo’n verhaal op nuchtere maag maakt wel indruk moet ik u zeggen. We hebben ook gesproken over hoe Vlaanderen kan helpen, maar daarover zal ik bij gelegenheid later nog toelichting geven.
We hebben maandag inderdaad een brief met een stakingsaanzegging ontvangen van de drie Vlaamse vakbondsorganisaties. Ik heb hen ondertussen samen met minister Somers een antwoord geformuleerd. Dat is doorgestuurd. Door de voorgeschreven protocollen hebben we de vakorganisaties voor de Vlaamse overheid daarbij uitgenodigd voor een dringend overleg op maandag 14 maart. Dat is heel snel. De vakbondsorganisaties voor de lokale besturen zijn ’s anderendaags uitgenodigd, op 15 maart.
Minister Somers heeft in onze brief een concreet afspraakkader en vergaderkalender voorgesteld. Onze deur blijft altijd openstaan voor formeel en informeel overleg met de vakorganisaties, maar dat hoeft geen betoog. De Vlaamse Regering staat eensgezind achter de uitvoering van het regeerakkoord. Ik heb het volste vertrouwen in collega Somers en zijn aanpak. We hebben dus een antwoord geformuleerd aan de vakorganisaties.
De heer De Loor heeft het woord.
Minister-president, ik dank u voor uw antwoord. Ik vind het heel positief dat u snel bent overgegaan tot actie. Ik wil ook wel wijzen op de sense of urgency. Wat zich momenteel voordoet, is een nooit geziene situatie, namelijk de vertrouwensbreuk die wordt uitgesproken door het gemeenschappelijk vakbondsfront.
Ik wil er ook nog eens op wijzen dat de syndicale organisaties niet zomaar op zich staan. Dat zijn de vertegenwoordigers van de personeelsleden, ze komen op voor de belangen van de personeelsleden, de bijna tweehonderdduizend personeelsleden van de lokale besturen en van de Vlaamse overheid.
Stakingen zijn altijd een ultiem wapen, als er geen andere oplossingen meer zijn. Het is goed dat de vakbonden en u elkaar de hand reiken met het afsprakenkader, voor het overleg. Zij vragen de herwaardering van het democratisch debat en overlegmodel. Ik hoop samen met u dat dit voldoende is om uit die impasse te geraken, zodat heel belangrijke materies zoals de arbeidsvoorwaarden voor de personeelsleden kunnen worden gedeblokkeerd.
De heer Warnez heeft het woord.
Ik dank collega De Loor voor de vraagstelling. Een goede vertrouwensband tussen de minister, de regering en de sociale partners is heel belangrijk. Daarom heb ik samen met een aantal collega’s de minister daarover al bevraagd op 8 februari in de commissie. Toen zei minister Somers heel duidelijk dat hij stappen zou zetten om het vertrouwen te herstellen. Hij zei toen letterlijk dat praten de enige weg vooruit is. Dat is de enige juiste visie als je het aan ons vraagt. Ik ben blij dat de Vlaamse Regering samen met minister Somers initiatief heeft genomen en overgaat tot actie.
Blijkbaar zijn de acties uit het verleden onvoldoende gebleken, minister-president. Kunt u garanderen dat wat u nu voorstelt aan de sociale partners, een versnelling is ten opzichte van wat er in de afgelopen maand is gebeurd?
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Zoals de collega zegt, gebeurt een stakingsaanzegging niet zomaar. Het probleem sleept al een tijdje aan. We horen daarbij minister Somers zeggen dat hij stappen vooruit wil zetten. Zoals collega Warnez zegt, zei minister Somers vorige keer dat praten de enige weg vooruit is, maar blijkbaar zijn er toch enkele problemen. De problemen die de vakbonden aankaarten, zijn heel terecht. De minister van Binnenlands Bestuur is verantwoordelijk voor het toezicht en het naleven van de regels van de lokale en regionale besturen. Diezelfde minister die moet toezien op het uitvoeren van de regels, lapt die regels echter aan zijn laars en legt de adviezen van zijn eigen administratie naast zich neer. Als het gaat over het uitbesteden, over het privatiseren en over het commercialiseren, dan lijken de regels en de wetten niet te gelden. Dat maakt mij samen met de vakbonden heel erg ongerust. Ik wil weten, minister-president, of de gesprekken van de komende week doorgaan met minister Somers zelf of met de kabinetschef. Wat is uw advies voor die gesprekken?
De heer Van Miert heeft het woord.
De Vlaamse overheid heeft net zoals andere overheden en de lokale besturen nood aan een modern human resources- en personeelsbeleid, interessantere voorwaarden, aandacht voor loopbaanaanpassing, meer focus op prestatie en merites. Veel factoren moeten echt worden aangepakt en aangepast. Zoals collega Bothuyne het daarstraks al zei, is er brand op de arbeidsmarkt. Die staat in brand. Er is een krapte die we nog nooit eerder hebben gezien. Ik durf hier dan ook stellen: vakbonden, kom alstublieft uit die egelstelling.
Collega’s, het regeerakkoord is ook heel duidelijk. Er staat een ambitie in om te hervormen en die ambitie is al lang geen ambitie meer, maar een noodzaak. Dat wordt hier ook gesteld. Ik vraag de vakbondsorganisaties: kom uit de loopgraven. Ga met de regering aan tafel zitten en ga praten want de tijd dringt.
De heer Ongena heeft het woord.
Ik sluit me naadloos aan bij collega Van Miert. Mijn fractie vindt het heel jammer dat de vakorganisaties zijn overgegaan tot een stakingsaanzegging. Met alle sympathie, mevrouw Vandecasteele, maar ik heb toch de indruk dat ze drogredenen zoeken. De echte reden is de heel ambitieuze hervorming die in het regeerakkoord staat: we willen komen tot een modern Vlaams personeelsstatuut en een personeelsstatuut voor de lokale besturen om hen slagkrachtiger te maken in de ‘war for talent’ die op dit moment bezig is. We kennen dit: elke grote hervorming botst op weerstand. Dat is nu ook bezig. Ik hoop alleen maar dat de vakorganisaties uit hun egelstelling komen en opnieuw de dialoog willen aangaan. Ik ben blij dat de Vlaamse Regering de hand blijft uitsteken want het is enorm belangrijk dat we het statuut moderniseren zodat we ook bij de overheid die openstaande vacatures kunnen invullen.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Collega’s, ik geloof mijn oren niet. Ik hoor hier een sereen antwoord van de minister-president dat een uitgestoken hand en een uitnodiging voor de vakorganisaties is en dan hoor ik twee leden van de meerderheid zeggen dat de vakbonden maar voor de dag moeten komen, terwijl die net zeggen dat ze gelijk hebben en bij hun standpunt blijven, terwijl de minister bij zijn groot gelijk blijft.
Ik ben blij dat de toon van de minister-president anders was. Ik reken er ook op dat de gesprekken zullen doorgaan met de minister-president en met de minister. Dat lijkt me ook logisch als er zo’n uitzonderlijk ongezien signaal van de vakbonden komt. Dat kwam er een maand geleden al. Er is ondertussen niets veranderd. Integendeel, de situatie is alleen maar slechter geworden.
Collega's, we zijn de eersten om te zeggen dat, op een moment dat er een crisis uitbreekt rond covid, of rond Oekraïne, we al onze ambtenaren nodig hebben om het systeem recht te houden, zowel lokaal als op Vlaams niveau. Maar we zijn niet in staat om hier, als Vlaamse Regering en als Vlaams Parlement, ernstig met hen aan de slag te gaan als zij een noodsignaal geven. Ik reken erop, minister-president, dat u samen met minister Somers het signaal van de vakorganisaties ernstiger neemt dan de leden van het parlement uit uw meerderheid. Dank u wel. (Applaus bij Groen en de PVDA)
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Warnez, ik kan geen garanties geven over versnellen. Wij willen versnellen, maar ‘it takes two to tango’. Ik denk dat er daar aan de andere kant van de tafel ook partijen moeten zitten die willen versnellen. Wij gaan er natuurlijk alles aan doen om het regeerakkoord uit te voeren, en dat in samenspraak en in overleg met de vakbonden.
Mevrouw Vandecasteele, het moet mij toch eens van het hart: een advies kan men naast zich neerleggen. Dat is het verschil tussen een advies en een beslissing. Wij zijn degenen die beslissingen moeten nemen. We moeten die daarna aan jullie voorleggen en jullie kunnen ons daarop controleren. Al de anderen brengen adviezen aan. Die zijn belangrijk, je moet daarnaar kijken. Als je een advies volgt, dan is het gemakkelijk. Als je een advies niet volgt, dan moet je daar een goede uitleg aan geven. Maar een advies is een advies. Het is een advies, en het is ook ‘maar een advies’. Dat wil ik toch eens duidelijk stellen. We leven niet in het dictaat waar een advies zomaar moet worden overgenomen, en waarbij je geen beslissing meer mag nemen.
Of dat de kabinetschef gaat zijn, of de heer Somers? Ja, minister Somers is mans genoeg, en heeft ervaring genoeg, om zelf zijn werkzaamheden te organiseren. Ik ben niet mijn broeders hoeder. Ik kan de heer Van Miert en de heer Ongena wel garanderen dat het de vaste intentie is van de regering om de ambitieuze hervormingen van het regeerakkoord effectief uit te voeren, weliswaar in ons overlegmodel met de vakbondsorganisaties. Dat lijkt me evident.
De heer De Loor heeft het woord
Collega’s, terminologie zoals ‘egelstelling’ en ‘drogredenen’ zal de zaak absoluut niet gaan vooruithelpen, denk ik. Er liggen inderdaad belangrijke dossiers op tafel, dat klopt. Vandaar dat het ook belangrijk is dat de onderhandelingen gedeblokkeerd geraken, dat ze uit die impasse geraken. In dat kader is het belangrijk dat er een goede vertrouwensband is tussen de Vlaamse Regering en de syndicale organisaties en tussen de sociale partners. Als er een vertrouwensbreuk is met die syndicale organisaties, dan is dat ook, bij uitbreiding, met de personeelsleden die zij vertegenwoordigen. Dat wou ik er toch ook nog aan toevoegen.
Minister-president, ik dring er hard op aan dat u, als regeringsleider, hier ook uw verantwoordelijkheid neemt, om te zorgen dat we uit die blokkage geraken. Dat is in het belang van de openbare diensten, in het belang van de personeelsleden, in het belang van de dienstverlening, en in het belang van de Vlamingen en de ondernemingen. Dat is wat Vooruit vandaag vraagt. (Applaus bij Vooruit en Groen)
De actuele vraag is afgehandeld.