Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Coel heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, honderden scholen in Vlaanderen kampen tot op vandaag met asbest in hun schoolgebouwen. Een goede inventaris is eigenlijk de basis voor het oplossen van die problematiek. Sinds 2018 kunnen onze scholen daarvoor terecht bij de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM). Dat loopt eigenlijk vrij goed: eind 2019 hadden reeds 1280 scholen gebruikgemaakt van die gratis asbestinventaris. Die groeit elke dag aan, dat is een goede zaak, maar er blijft een grote restcategorie van scholen die tot op heden hun inventaris nog niet hebben geüpdatet. Na de inventaris is het natuurlijk zaak om het asbest vervolgens te verwijderen. Ook daar maakt de Vlaamse overheid middelen voor vrij. Als ik het goed begrepen heb, is dat 50 procent via Leefmilieu en dan nog een deel via Onderwijs. Maar de uitdaging blijft vrij groot en daarom heb ik volgende vragen voor u.
Welke maatregelen zult u nemen om alle scholen hierin mee te trekken, zowel qua inventaris als qua het effectief verwijderen van asbest?
Minister Weyts heeft het woord.
Om die erfenis uit het verleden te kunnen aanpakken, die ongezonde erfenis, zijn er in juli 2018 protocolovereenkomsten gesloten tussen de OVAM enerzijds en het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap en het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs (AGION), dat instaat voor de infrastructuur van het gesubsidieerd onderwijs anderzijds. We hebben daarvoor een budget voorzien van 7,5 miljoen euro. Dat is via een relatief ingewikkelde financiering gegaan. De OVAM zorgt altijd voor 50 procent van de verwijderingskosten van het asbest en alle kosten die daarmee gepaard gaan. Daarnaast heb je aan de ene kant, voor het gesubsidieerd onderwijs, AGION, dat voor 50 procent tussenkomt en ook de heraanleg achteraf doet volgens het klassieke stelsel van de financiering, namelijk 60/40 procent of 70/30 procent naargelang het gaat om basis- of secundair onderwijs. In 2019 hebben we op die grond via AGION 1 miljoen euro uitgegeven. Wat betreft het GO! is het zo dat de centrale diensten 50 procent van de overblijvende kosten betalen, wat heeft geleid tot een uitgave van 700.000 euro.
Alle gemeenschapsscholen beschikken ondertussen over een asbestinventaris, die jaarlijks wordt geactualiseerd op basis van de vaststellingen. Er is ook altijd een verantwoordelijke die is aangeduid. Men zorgt voor bijkomende informatiesessies naar de scholen. We zorgen dat er een opleiding wordt gegeven voor kleine ingrepen, zodat de scholen dat zelf kunnen doen en ze niet altijd een beroep moeten doen op externen. Daarvoor bestaat een opleiding.
Tot 2019 heeft dat geleid tot 1260 ingrepen in scholen; dat is een enorm succes. Dat zit nog in stijgende lijn. We hebben nu voor 7 miljoen euro projecten op stapel staan, dus dat zijn er nog heel wat. We blijven sensibiliseren en stimuleren. Als Vlaamse overheid zijn we voor die erfenis eigenlijk niet zelf voor verantwoordelijk, maar we nemen toch onze verantwoordelijkheid.
Minister, ik ben blij dat u al heel wat maatregelen hebt ondernomen en dat er nog een heel aantal klaarstaan om dit probleem aan te pakken.
Ik wil nog kort ingaan op de specifieke problematiek voor Brussel. Ook daar kampen heel wat Vlaamse scholen met asbest, zo werd vorige week in de krant vermeld. Zij kunnen wel geen beroep doen op de OVAM om die ondersteunende financiering van 50 procent te gebruiken voor de effectieve verwijdering van het asbest. Daar is nog een rol weggelegd voor Leefmilieu Brussel, lijkt mij.
Minister, wilt u daarover contact opnemen met uw collega in de Brusselse Regering?
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, in de krant liet u recent optekenen dat u tegen 2034 de meest risicohoudende materialen verwijderd wilt zien. Dat is nog veraf. Het gaat over scholen, waar kinderen zitten en waar geen vals gevoel van veiligheid mag zijn. Asbest is en blijft een stille moordenaar. Er mag nog een tandje bijgestoken worden. Voor het verwijderen van asbest zijn inderdaad subsidies voorzien. Een school kan perfect zijn dak laten verwijderen, maar om een nieuw dak te leggen moeten scholen zelf toch nog heel wat middelen ophoesten. Dat is niet altijd goed op elkaar aangesloten.
Minister, wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat dit beter op elkaar wordt afgestemd en dat er extra inspanningen worden gedaan zodat die grote ingrepen voor scholen doenbaar zijn?
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Asbest is een gevaar en hoort absoluut niet thuis op school. We kunnen niet spelen met de gezondheid van onze kinderen. Ook voor sp.a is het een prioriteit dat we de aanwezigheid van asbest op school zo snel mogelijk aanpakken. Dankzij een vraag van de heer Danen, heb ik gelezen dat er ondertussen meer dan duizend scholen een aanvraag hebben ingediend voor een subsidie om dat asbest te laten verwijderen. Ik vrees dat er in de praktijk nog veel meer scholen met asbest zijn.
Minister, ik hoor u nu spreken van een inventaris op het niveau van het GO!. Hebt u zicht op hoeveel scholen er in heel Vlaanderen kampen met asbest en hoeveel geld daarvoor nodig zal zijn? Het is uiteraard een goede zaak dat u investeert, maar ik vrees dat u er met een budget van 7,5 miljoen euro niet zult geraken.
Wat Brussel betreft, heb ik dat artikel ook gelezen. Brussel moet daar inderdaad zijn verantwoordelijkheid in opnemen. We hebben dus een soortgelijke vraag aan minister Maron ingediend in het Brussels Parlement, om te vragen of Leefmilieu Brussel voor de Brusselse scholen toch ook geen inspanning zou kunnen leveren.
De heer Brouns heeft het woord.
Namens onze fractie sluit ik me graag aan bij die bezorgdheid omtrent asbest in de Vlaamse scholen. Dat spreekt voor zich. Een belangrijk nuance is dat vooral de verwijdering van asbest cruciaal is. Die inventaris is de basis om dat op termijn goed te doen. We onderschrijven het asbestafbouwplan uit het regeerakkoord. Heel wat scholen zijn inmiddels inderdaad in gang geschoten en hebben daarrond een visie om het aanwezige asbest af te bouwen.
Minister, ook ik vraag me af of die 7,5 miljoen euro toereikend zal zijn. We gaan immers allemaal inzetten op bewustmaking in deze.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, er sterven in ons land nog minstens drie mensen per dag aan asbest. Dat is een verschrikkelijk cijfer en heel wat van onze scholen lijken de gevaren van asbest in hun gebouwen zwaar te onderschatten. Nochtans weten we dat kinderen extra kwetsbaar zijn en er is geen plaats voor schuldig verzuim.
Als we zien dat één op de drie scholen momenteel een asbestinventaris heeft, en als we zien dat slechts 5 procent van de scholen effectief is overgegaan tot verwijdering, weten we dat er nog veel werk aan de winkel is. Meer nog, sinds 1995 zijn werkgevers verplicht om een asbestinventaris te hebben. Ik herhaal: het is verplicht! In scholen zijn mensen aan het werk.
Minister, de gezondheid staat voorop en de gezondheidszorg kost ons ook handenvol geld in België. Welke extra inspanningen zult u doen?
Wat de asbestinventaris betreft, heb ik daarnet al vermeld dat alle scholen van het GO! ondertussen een asbestinventaris hebben opgesteld. Het is natuurlijk een stappenplan. We kunnen niet alle noden in een keer opvangen en dus gaat het om een langetermijnplan waarvoor we in de nodige budgetten hebben voorzien. Budgetten kunnen desnoods ook worden geactualiseerd, maar ik denk dat daar vandaag geen nood aan is.
Voor dringende, acute situaties hebben we voorzien in een aparte procedure. Daartoe kan met de hulp van het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs (AGION) onmiddellijk versneld worden overgegaan. Er is dan een tussenkomst volgens de klassieke regels, namelijk een subsidiëring van 70 procent voor scholen in het lager onderwijs en van 60 procent voor scholen in het secundair onderwijs.
Wat de problematiek in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreft, gaat het om een zogenaamde gedeelde bevoegdheid. Het onderwijs is een gemeenschapsbevoegdheid, maar het leefmilieu, waarvoor de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) verantwoordelijk is, is een bevoegdheid van het Vlaamse Gewest. In het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest moeten de diensten voor het leefmilieu hun verantwoordelijkheid nemen, maar ik heb begrepen dat er op dat vlak problemen zijn. We blijven dat, samen met de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC), vragen en ik stel met vreugde vast dat de vraag die verantwoordelijkheid op te nemen in het Vlaams Parlement breed wordt gedragen. We hebben hier de afgelopen weken een debat over een bevoegdheidsoverschrijding gevoerd. Het ging erom dat het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest iets zou betalen wat het niet moet en zelfs niet mag betalen. Het zou een beetje gek zijn indien het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest dan iets niet zou betalen wat het mag en moet betalen.
Minister, ik dank u voor de bijkomende verduidelijkingen. Ik dank de andere sprekers om zich hierbij aan te sluiten.
Mevrouw Goeman, ik dank u specifiek, want u hebt namens het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest toegezegd dat er werk van zal worden gemaakt. Dat is zeer goed.
Het was weer een woelige week in de Belgische politiek, maar ik denk dat we het over dit dossier alvast eens kunnen zijn. In de 21ste eeuw is er in onze scholen geen plaats meer voor asbest. (Applaus bij de meerderheid)
Mijnheer Coel, ik feliciteer u met uw eerste actuele vraag. (Applaus)
De actuele vraag is afgehandeld.