Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister Dalle.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, minister, ik heb veertien dagen geleden ongeveer dezelfde vraag gesteld aan uw collega Ben Weyts, omdat dit project van vzw Kind en Taal, voor de provincie Limburg een vrij belangrijk project, een samenwerking is tussen Welzijn en Onderwijs. Maar aangezien Welzijn in de cofinanciering van Europa meer betaalde dan Onderwijs, werd ik in de commissie Onderwijs wandelen gestuurd richting deze commissie, met de suggestie om de vraag hier te stellen, wat ik dan ook doe.
Het project Kind en Taal is een heel goed project in Limburg, dat een aantal fundamentele problemen aanpakte. Blijkbaar moet het project nu worden stopgezet wegens een gebrek aan financiële middelen. Het was een Europees project, dat werd gecofinancierd vanuit de gemeenten, de provincie, maar zeker en vast ook vanuit Vlaanderen. Het bood gezinsondersteuning en taaltraining voor kwetsbare gezinnen en werd via het Strategisch Actieplan voor Limburg in het Kwadraat (SALK) na de sluiting van Ford Genk gefinancierd.
Wat blijkt nu? Ik heb daar zelf al verschillende vragen over gesteld. Wie het Limburgs staatsblad leest, om niet Het Belang van Limburg te zeggen, zal merken dat het daar de laatste dagen aan bod komt. Dat heeft niets te maken met mijn vraag, maar is eerder toeval. Ten eerste werden in het weekend de cijfers van kinderarmoede in Limburg nog eens opgesomd. Daaruit blijkt dat die kinderarmoede nog altijd boven het Vlaamse gemiddelde ligt. Uit die cijfers – u hebt ze ongetwijfeld ook gelezen, of u kunt dat nog doen – blijkt bijvoorbeeld ook dat Kind en Taal in een aantal gemeenten wel degelijk een heel positieve invloed heeft gehad.
Ten tweede stonden er vandaag cijfers in het Limburgs staatsblad waaruit blijkt dat er opnieuw een probleem is met de participatie in het hoger onderwijs, dat die er eigenlijk op achteruitgaat. Ik ben niet bezig met onderwijs, maar de mensen die daar wel mee bezig zijn, weten dat de problemen in het hoger of in het secundair onderwijs vaak op jonge leeftijd beginnen. Door de stopzetting van Kind en Taal worden veel kwetsbare gezinnen dus in de steek gelaten. Bovendien vallen er medewerkers weg. Maar het grote probleem is dat een project dat toelaat om de onderwijskansen te verbeteren en de kans op kinderarmoede en armoede in het algemeen te verminderen, nu wordt stopgezet. Het is een beetje spijtig dat er in het verleden een aantal veel minder succesvolle projecten waren, maar dat dit project nu wordt stopgezet omdat die Europese subsidiëring wegvalt, terwijl dit project vanuit verschillende kanalen – ik heb daarnet een aantal cijfers aangehaald – wel wordt aangehaald als een positief project voor Limburg en ten opzichte van vele andere projecten uit het verleden nu wel serieus werk levert.
Minister, ik herhaal het: mijn vragen zijn bijna dezelfde als die die ik op 20 oktober stelde aan uw collega van Onderwijs. Het probleem in Limburg kan enkel verder worden teruggedrongen wanneer u en uw collega van Onderwijs daarin samenwerken.
Minister, ik veronderstel dat u ervan op de hoogte bent dat het project inderdaad werd stopgezet, al langer dan vandaag?
Bent u bereid om te onderzoeken in welke mate dat project eventueel kan worden voortgezet?
Zult u bekijken of er cofinancieringsmiddelen kunnen worden vrijgemaakt?
Zullen u of minister Weyts, maar het liefst u beiden, bekijken hoe de provincie Limburg, bijvoorbeeld onder voorzitterschap van de gouverneur, bijkomend kan zoeken naar middelen, cofinanciering, op gemeentelijk en provinciaal, maar zeker ook op Vlaams niveau, om dat goede project te kunnen voortzetten?
Alle projecten, maar vooral zo’n project, worden vooral door mensen gemaakt. Het is ook belangrijk dat er dan wordt bekeken hoe de knowhow van de 65 medewerkers van dat project niet verloren gaat.
Indien dat project niet kan worden voortgezet, is dat weer het zoveelste project dat niet doorgaat. Iedereen die de situatie in Limburg een beetje kent, die de cijfers kent, de situatie van de jongeren, de participatie aan het onderwijs, het armoedeprobleem, weet dat dit project structureel ingreep op die problemen. Minister, daarom doe ik een warme oproep om te bekijken hoe dat wel kan worden voortgezet. Ik hoop dat u het met een positief antwoord zult oppakken.
Minister Dalle heeft het woord.
Mijnheer Vandenhove, ik dank u voor uw vraag. Ik ben het absoluut met u eens dat Kind en Taal een waardevol initiatief is dat tegemoetkomt aan heel wat reële zorgen en problemen in Limburg en ook met concrete oplossingen daarvoor. Het zou uiteraard zonde zijn om de expertise die daar is opgebouwd en het bereik dat men heeft uitgebouwd te laten teloorgaan.
Ik moet toegeven dat ik vooraf niet op de hoogte was van de intentie om Kind en Taal stop te zetten. Mijn kabinet heeft wel de directie en het bestuur ontmoet op 21 september 2022.
Het huidige businessmodel van de vzw is sterk – misschien zelfs te sterk – afhankelijk van middelen die niet recurrent zijn. Het is wel niet zo dat alle middelen voor de vzw wegvallen. Naast Europese middelen die zouden verdwijnen, krijgt de vzw ook structurele financiering vanuit Vlaanderen en van de lokale besturen.
Momenteel zijn we samen met agentschap Opgroeien en Kind en Taal aan het bekijken hoe we de werking van Kind en Taal op korte termijn een doorstart kunnen laten maken. Ik maak me alvast sterk dat in de overgangsperiode de werking van Kind en Taal kan worden voortgezet, weliswaar in een aangepaste vorm.
Daarnaast is het even belangrijk om te zoeken naar een duurzame inbedding voor de langere termijn. De impact op de huidige medewerkers is daar een belangrijk onderdeel van.
Die gesprekken lopen nog volop. De komende weken moet daarover meer duidelijkheid komen. We werken er hard aan. Ik deel uw zorg en we proberen voor een oplossing te zorgen.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw positief antwoord. Maar mijn bekommernis is natuurlijk dat het snel moet gebeuren. We kunnen het ons niet veroorloven om een breuk te krijgen in de timing.
Het is goed dat u ermee bezig bent. U moet dit op Limburgs niveau bekijken, uw bevoegdheid samen met die van Onderwijs. U moet ook bekijken welke middelen er eventueel via andere kanalen kunnen worden verzameld, zodat dat project kan verdergaan.
Met SALK is er veel opgelost in Limburg op sociaal-economisch en maatschappelijk vlak. Maar dit is precies een van de projecten die tegemoetkomen aan dat fundamentele probleem van kansarmoede en de achterstand die op het vlak van onderwijs onderaan begint, maar blijkbaar blijft doorwerken tot het hoogste niveau. Zal er tegen het eind van het jaar, binnen zes maanden duidelijkheid zijn over hoe we verdergaan met dit project?
Mevrouw Verheyen heeft het woord.
Als Limburgse collega voel ik me natuurlijk ook aangesproken. Ik ken Kind en Taal zeer goed, mijn eigen gemeente had er een samenwerking mee. Dat is uitermate belangrijk en ik treed dat dan ook zeker bij. Wat er nu is gebeurd, vind ik heel jammer. Maar we moeten niet vergeten dat bij het ontstaan van Kind en Taal dit ook een welzijnsverhaal was, al zegt de naam iets anders. Dit betekende ook heel veel in Limburg. Ik stond altijd versteld wanneer iemand buiten Limburg Kind en Taal niet kende, omdat dit bij ons heel erg leeft en een heel goed project is.
Minister, ik ben blij te horen dat u hoopt dit te kunnen voortzetten, eventueel in een aangepaste vorm. Ik ben wel benieuwd wat die aangepaste vorm dan zal zijn, maar ik denk dat het te vroeg is om daarop een antwoord te krijgen. De gesprekken zijn lopende en ik hoop echt dat hiervoor een oplossing kan worden gezocht. Dat is ook belangrijk voor de gemeenten. In mijn eigen gemeente hebben we het project nu stopgezet, omdat het einde verhaal zou zijn. Maar blijkbaar is dat niet helemaal het geval. Het is voor de gemeenten belangrijk dat er snel duidelijkheid komt over de toekomst van Kind en Taal.
Minister Dalle heeft het woord.
Voorzitter, wij willen ons inderdaad op korte termijn organiseren om daar werk van te maken, om die doorstart mogelijk te maken in een aangepaste vorm die inderdaad nog moet worden besproken. Ik kan u aangeven dat het volgende overleg wat ons betreft al gepland is op 10 november. We laten er dus geen gras over groeien. Het klopt inderdaad dat we, los van de financiering die vanuit Vlaanderen kan komen – of dat dan vanuit Welzijn of Onderwijs is, laat ik in het midden, vanuit Welzijn, Volksgezondheid en Gezin zijn wij hiervoor verantwoordelijk –, er werk van zullen maken om ook andere overheden daarin te betrekken. Het is altijd fijn om te zien dat ook het belang van de provincie daarin wordt onderkend. U weet dat onze partij dat relevant vindt, niet alleen in Limburg, maar in alle provincies. We zijn met alle betrokken partners oplossingen aan het zoeken.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Minister, als u wilt vermijden dat u heel Limburg tegen u krijgt, raad ik u aan het nodige te doen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.