Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister Dalle.
De heer Daniëls heeft het woord.
Sinds 2010 is het aantal gedwongen opnames met bijna twee derde gestegen, volgens De Standaard en Zorgnet Icuro. Dat komt vandaag neer op zo’n veertien gedwongen opnames per dag. Dat is ontzettend veel, aangezien de hulpverlening in dit land vrijwillig is. ‘Gedwongen’ wil dus echt zeggen dat dit niet zomaar gebeurt.
Volgens Kirsten Catthoor, psychiater in het Ziekenhuis Netwerk Antwerpen (ZNA), is dat niet per se slecht nieuws. Het toont dat ook moeilijker bereikbare groepen, zoals daklozen of vluchtelingen, sneller door hulpverleners zoals het centrum algemeen welzijnswerk (CAW) of door de politie worden opgemerkt. Maar dan komt er wel een opvallende waarneming. Toch wijst mevrouw Catthoor erop dat zo’n 10 procent mogelijk eerder wordt opgenomen voor het veroorzaken van overlast, dan voor een feitelijke psychiatrische problematiek. Dat baart me zorgen, collega’s, omdat we signalen krijgen dat het op bepaalde momenten moeilijk is om mensen een plaats te geven in de psychiatrie. Er zijn wachtlijsten. We horen schrijnende verhalen van ouders met kinderen en jongeren die op de drempel staan en die te horen krijgen dat er geen plaats is. Die mensen zijn de wanhoop nabij. Het gaat ook over gezinnen in het kader van een verslavingsproblematiek. Als je dan hoort dat 10 procent eigenlijk over het veroorzaken van overlast gaat, zonder dat er een psychiatrische problematiek aan ten grondslag ligt, dan is dat toch iets om bezorgd over te zijn.
Zorgnet Icuro bepleit daarom twee zaken: ten eerste, het aanpassen van de wet op gedwongen opnames van 1990 met het invoeren van een klinische observatietijd van 48 uur om te kijken of de patiënt effectief een psychiatrische aandoening heeft. Uiteraard, iemand die overlast veroorzaakt op een bepaald moment, daarvan ken je niet altijd de achterliggende reden. Tot nader orde ligt dit niet binnen onze bevoegdheid, tenzij die naar Vlaanderen komt, minister, waar we beiden voorstander van zijn. Ten tweede, pleiten zij voor een paradigmashift waarbij een gedwongen opname binnen de thuiscontext mogelijk gemaakt zou worden met psychiatrische outreachteams. Zo blijft het dwingende karakter van de zorg wel behouden maar binnen de geborgenheid van de familie. Dit kan leiden tot meer waardigheid voor de patiënt, in geval het nodig is. Dat zeg ik er wel zelf bij. Het werd niet met zoveel woorden gezegd, maar ik denk dat het ook de draagkracht van het gezin niet mag overstijgen. Ik heb, minister en collega’s, de volgende vragen.
Hoe staat u tegenover deze cijfers en de voorstellen van Zorgnet Icuro?
Eén van de voorwaarden om gedwongen opgenomen te kunnen worden, is het feit dat de persoon in kwestie een gevaar vormt voor zichzelf of zijn omgeving. Zou het aanbieden van verplichte psychiatrische hulpverlening in de thuiscontext dan geen enorme druk leggen op de draagkracht van de familiale context?
Tot en met 2017 stelde Zorginspectie een jaarverslag op over de gedwongen opnames in Vlaanderen. Door de GDPR-regelgeving (General Data Protection Regulation) bestaat dit jaarverslag niet meer. Vlaanderen ontvangt nu cijfers van het federale niveau maar deze worden met vertraging verwerkt. Welke stappen zijn er ondernomen om het Vlaamse jaarverslag conform de GDPR-wetgeving opnieuw op te stellen zodat de Vlaamse cijfers steeds raadpleegbaar zijn? Als er federaal cijfers kunnen worden gemaakt binnen een GDPR-context, dan lijkt het mij logisch dat Vlaanderen dat ook kan. Wat moet daarvoor gebeuren zodat we zelf de vinger aan de pols kunnen houden?
Minister Dalle heeft het woord.
Bedankt, collega Daniëls, voor de vraag. Ik zal het eerst over de cijfers hebben. We zien, en dat is opvallend, een aantal provinciale verschillen. In Antwerpen is de absolute stijging in het aantal gedwongen opnames het grootst. In de provincie Limburg zien we het grootste percentage gedwongen opnames, relatief ten opzichte van het totaal aantal opnames.
Er worden ons een aantal verklaringen gesignaleerd, voor wat ze waard zijn. De toename in het aantal externaliserende stoornissen en de afname van de verdraagzaamheid in de samenleving worden wel eens genoemd. Je zou het ook positief kunnen formuleren en zeggen: een betere kennis van deze mogelijkheid en een grotere waakzaamheid van de omgeving. Men spreekt ook van deze elementen. Ook stelt men vast dat een gedwongen opname soms wordt gebruikt om niet te hoeven te wachten op onmiddellijke hulp. Het is dan bedoeld om snel te kunnen gaan en effectief ondersteuning te krijgen.
Zorgnet Icuro stelt voor om de wet op gedwongen opnames van 1990 aan te passen met het invoeren van een klinische observatietijd van 48 uur. Ze doelen hiermee op het percentage gedwongen opnames die opstarten vanwege het veroorzaken van overlast maar waar geen psychiatrische problematiek wordt vastgesteld. Ik denk inderdaad dat dit voorstel moet worden meegenomen in het toekomstig overleg over de aanpassing van de wetgeving op de gedwongen opnames. Dit betreft, voor alle duidelijkheid, een federale bevoegdheid.
Op uw tweede vraag kan ik het volgende antwoorden. Zorgnet-Icuro bepleit dat gedwongen zorg ook buiten het ziekenhuis kan plaatsvinden. Een gedwongen opname wordt soms gevolgd door een verlengd verblijf, dat volgens hen op die manier deels zou kunnen vervangen worden door thuiszorg, met psychiatrische outreachteams.
Ik kan zeker volgen dat een dergelijk alternatief zorgtraject, waarbij in overleg met de patiënt en de context een aantal voorwaarden worden afgesproken, kan leiden tot meer autonomie en waardigheid bij de patiënt. In dit voorstel primeert zorg op dwang, wat in een aantal gevallen een goede oplossing kan zijn. Elk traject moet natuurlijk wel individueel bekeken worden, waarbij ook de wensen en mogelijkheden van de thuiscontext centraal staan. Het is belangrijk dat bij mogelijke wetgevende initiatieven hierrond, vertegenwoordigers van de context van psychiatrische patiënten heel goed betrokken worden.
Dat brengt me bij uw derde en laatste vraag. Het agentschap Zorg en Gezondheid inventariseert en analyseert momenteel de reeds bestaande gegevensstromen over de gedwongen opnames om te bekijken welke data beschikbaar zijn en in welke mate dit de nodige informatie verschaft die relevant is voor de Vlaamse overheid. Begin volgend jaar zal beslist worden of er bijkomende registraties nodig zijn en via welk registratiesysteem.
De Vlaamse overheid wil een data driven beleid voeren. Ook voor de geestelijke gezondheidszorg is het essentieel om over goede data te kunnen beschikken. Er wordt ook gestreefd naar een inhoudelijke en technische vereenvoudiging van de registratiesystemen die onder Vlaams beheer zitten. Ik wijs op enkele belangrijke beleidslijnen in dit verband. Verschillende sectoren binnen gespecialiseerde zorg worden deze legislatuur ingekanteld in de Vlaamse Sociale Bescherming (VSB). Daardoor gaan we over veel meer data beschikken over de zorggebruikers in de voorzieningen en dit over langere termijn. Andere aparte registratiesystemen of jaarverslagen worden stapsgewijs afgeschaft of vereenvoudigd. Dat is een belangrijke administratieve vereenvoudiging voor de voorzieningen. Personeelsdata van de voorzieningen worden stapsgewijs geïntegreerd in het e-loket van het agentschap Zorg en Gezondheid en de ZorgAtlas. Als die zaken moeten ertoe leiden dat we meer geïntegreerde data hebben, ook rond geestelijke gezondheidszorg.
De heer Daniëls heeft het woord.
Ik wil beginnen met het laatste, minister. Ik heb op 11 januari 2022, dat is ruim gerekend bijna een jaar geleden, een vraag omtrent data gesteld. Die websites zijn nog altijd niet aangepast. Het kwam hier vandaag ook al ter sprake in andere vragen. Ik heb het er vorige week ook nog over gehad: we varen blind. Dat is echt niet goed. Dat maakt dat we als parlementsleden, maar ook u als minister en uw agentschap, afhankelijk zijn van cijfers die we federaal krijgen met gigantisch veel vertraging, of die door Zorgnet Icuro zelf worden gesprokkeld en die we dan in de krant lezen om te zien wat er gebeurt of verandert. Dat is toch echt de omgekeerde wereld.
Elke patiënt, elke cliënt heeft een rijksregisternummer. Ik neem aan dat al die voorzieningen middelen krijgen om te registeren. Er zijn platformen van patiënten. We moeten uiteraard maximaal voorkomen dat patiëntengegevens verder verspreid geraken. Maar we konden dit vroeger wel. Vroeger hadden we jaar na jaar actuele cijfers. Het kan zijn dat de GDPR toen niet bestond, maar toen wisten we ook niet dat de heer X in voorziening Y zat met problematiek Z. Dat was toen ook geen probleem. Het is stuitend dat we dit niet hebben. Ik roep op om dit zo snel als mogelijk te hebben. Ik begrijp echt niet wat er nog onderzocht moet worden.
Wat het psychiatrisch outreachteam betreft, denk ik dat dit moet worden onderzocht om de juiste zorg voor de juiste persoon op de juiste plaats in de juiste context te hebben. Ik zou erop willen aandringen dat we dat bekijken.
Het voorstel van de 48 uursobservatie, daarvan denk ik, minister, dat het goed is om mensen eruit te filteren die op dat moment niet op de juiste plaats zitten. Dat wil niet zeggen dat ze niet moeten worden geholpen. Dat is nog iets anders. Maar we moeten elke plaats maximaal gebruiken voor wie ze nodig heeft. Dat zijn geen gedwongen opnames voor mensen die overlast veroorzaken. Dat is wat kort door te bocht en een gemakkelijkheidsoplossing door het ontbreken van een ander traject.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
In mijn eigen gemeente is het grootste psychiatrische ziekenhuis van heel Vlaanderen gevestigd. We zien ook daar heel wat gedwongen opnames. We zien ook in de leefkernen waar dat ziekenhuis gevestigd is, dat er zich heel wat patiënten in de leefgemeenschap begeven. Ik ken de problematiek van daaruit wel een stukje. Het is inderdaad zo dat een gedwongen opname een ongelooflijk ingrijpende beslissing is. Die neem je niet zomaar. Die kan alleen maar genomen worden wanneer de veiligheid van de patiënt of van anderen in de omgeving in gevaar is. Men ziet ook dat ze voor velen na enkele dagen niet wordt verlengd. Vaak komt dat doordat de medicatie op punt gesteld werd en dergelijke meer.
Er is inderdaad een onderscheid tussen overlast en iemand die een psychiatrische aandoening heeft, maar dat is niet altijd zo eenvoudig te stellen. Want soms is het ene een stuk een gevolg van het andere. Dat zien we ook.
Mijn bijkomende vraag is de volgende, minister. Vaak zien we, wanneer patiënten het moeilijk krijgen, soms na een eerdere opname die al dan niet al langer geleden is, dat het stilletjes bergaf gaat en dat er na een bepaalde tijd opnieuw een gedwongen opname komt. De situatie is dan te ernstig geworden en het gevaar en de overlast die de betrokkene in de omgeving berokkent, te groot. Mijn vraag is hoe we dat kunnen voorkomen. Is het niet mogelijk om eerder al heel aanklampend in de thuissituatie te werken, zodanig dat de hulp daar kan worden geboden, zodanig dat de medicatie die men nalaat opnieuw genomen kan worden? Op welke manier wordt er aanklampend gewerkt, teneinde gedwongen opnames te voorkomen?
Minister Dalle heeft het woord.
Eerst en vooral wat de vragen over registratie betreft, is het me, collega Daniëls, niet helemaal duidelijk wat u bedoelt met onze website die niet is aangepast. We kunnen dat zeker navragen en eventueel verduidelijken. We zijn heel consequent aan het bouwen aan onze Vlaamse sociale bescherming, ook om de verschillende registraties voor de voorzieningen te vereenvoudigen.
We krijgen vaak vragen vanuit het werkveld naar regelluwte en verlaging van de administratieve druk. Ook dat is natuurlijk een belangrijk argument. We moeten bewust omgaan met welke registratie we vragen en welke registraties de federale overheidsdienst vraagt. Dat is de reden waarom ons agentschap nauwgezet de analyse maakt. Het gaat er niet alleen om om de registraties te doen, en wie ze doet. Er moeten ook duidelijke interpretatieregels zijn rond registratie, anders krijg je mogelijk problemen in de interpretatie van die registratie. Dat hebben we in het verleden al gezien. Daarom is het vooral belangrijk om te beschikken over kwalitatieve data. Daar zetten we echt op in.
Collega Schryvers, de psychiatrische ziekenhuizen die gedwongen opnames doen, zorgen steeds meer voor een betere follow-up via mobiele teams, meer aanklampend. Ik ben het met u eens: een gedwongen opname is altijd een stukje een falen. Je kunt dat niet ontkennen, zonder iemand daarvoor de verantwoordelijkheid te geven. Maar het is nooit wat je wenst als betrokkene, als hulpverlener of als familielid. Dat moeten we absoluut proberen te vermijden. Als we dat kunnen realiseren door meer in het traject, ook na een opname, te doen, dan moeten we dat absoluut doen.
De mobiele teams worden uitgebouwd door de afbouw van de psychiatrische bedden. We hebben het daarover al vaak gehad. Dat is ook een uitdaging ten aanzien van onze federale collega’s. Het ene gaat natuurlijk hand in hand met het andere. We merken aan de stijgende cijfers wel dat er problemen zijn met maatschappelijke overlast en dat het aanklampend werken in het algemeen steeds belangrijker wordt. Dat geldt niet alleen voor de outreachende teams, maar ook voor onze eigen centra algemeen welzijnswerk (CAW’s), de sociale diensten van lokale besturen en dergelijke meer. Ik geloof dat het een zeer belangrijke prioriteit van het beleid moet zijn om niet noodzakelijk naar meer maar eerder minder van dit soort bedden te gaan, en om te proberen te vermijden dat men in die situatie terechtkomt.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, ik verwijs heel eenvoudig naar het volgende. Ga naar de website van het agentschap Zorg en Gezondheid, klik op ‘cijfers’, klik vervolgens op ‘geestelijke gezondheid’ en dan krijg je de cijfers geestelijke gezondheid, waarvan de recentste cijfers uit 2018 dateren. Er is niets recenter. En in 2018 waren we in staat om te zeggen hoeveel mensen er in behandeling waren, problematisch of niet, vroegtijdig, met kennisgeving, evolutie van de leeftijdsgroepen, structurele aanmeldingsredenen, depressieve stemmingen, angsten, fobieën, stress, suïcide … Dat wisten we allemaal. Het gaat over de evolutie, de aanmeldingsredenen en de diagnose. De tweedelijnsvoorzieningen zaten er allemaal in. En dat stopt en we hebben tot op de dag van vandaag geen nieuwe cijfers. Dat geldt net hetzelfde voor de psychiatrie en voor alle andere. Het stopt gewoon. De laatste cijfers over de suïcidepogingen dateren uit 2017. De laatste cijfers over de personeelsbezetting in de CAW’s uit 2019. Ofwel zitten ze ergens anders verstopt, ofwel zijn ze er en staan ze er niet op. Maar aangezien ik dat al in januari 2022 heb aangebracht, neem ik aan dat als die cijfers er zijn, ze er al zouden staan. Vandaar mijn pleidooi dat ik hier met vrij dwingend karakter wil houden.
Ten gronde, wat de gedwongen psychiatrische opname betreft, heb ik gehoord dat u er wel degelijk mee aan de slag wilt gaan om zowel het outreachend werk in de thuissector als de wet te bekijken, alsook de 48 uursobservatie. Dat zijn drie stappen die ik graag verder opvolg bij u of uw collega.
De vraag om uitleg is afgehandeld.