Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister Dalle.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Vanaf dit schooljaar zullen leerlingen op school psychologische begeleiding kunnen krijgen, en dit op basis van een federale regeling. Die zal de vorm aannemen van groepsessies en eventueel ook individuele sessies. Die kunnen plaatsvinden in de school of in een centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB), maar niet tijdens de lesuren. De leerlingen kunnen er vrijwillig op intekenen. Blijkbaar moet ervoor worden betaald, wel zouden er zeer goedkope tarieven worden gehanteerd. De bedoeling is preventief te werken om te voorkomen dat problemen erger worden en dus ook dat de behandeling ervan langdurig moet zijn.
Er zou hierbij kunnen worden gewerkt rond socialevaardigheidstrainingen, antipestmaatregelen en programma’s om emoties te leren reguleren.
Deze psychologische begeleiding staat naast de psychologische ondersteuning die CLB’s vandaag al aanbieden. Daarnaast is er natuurlijk ook de psychologische begeleiding die wordt aangeboden door centra algemeen welzijnswerk (CAW’s) en centra voor geestelijke gezondheidszorg (CGG’s).
Minister, werd over deze maatregel overlegd met de ministers van Onderwijs, en ook met minister Crevits, aangezien minister Vandenbroucke de minister van Volksgezondheid is op federaal niveau?
Hoe verhoudt deze psychologische hulpverlening zich ten aanzien van die van het CLB en de psychologische begeleiding door andere organisaties ?
Leerlingen moeten zich vrijwillig aanmelden en er is ook een kostprijs aan verbonden, al zou die wel laag worden gehouden. Hoe schat u die twee voorwaarden in als mogelijke drempels voor de meest kwetsbare kinderen en jongeren?
Zelf heb ik eerder ook al gepleit voor initiatieven zoals ‘Rust in de klas’, waarbij men kinderen leert tot rust te komen om zo aan stressreductie te kunnen doen. Door zulke zeer kleine en uiterst kortdurende oefeningen in de klas kun je al heel wat bereiken, ook wie niet geneigd is zich vrijwillig aan te bieden voor de groepssessies door psychologen. Hoe staat u tegenover dit soort van initiatieven?
De Vlaamse Vereniging van Klinisch Psychologen vindt de maatregel goed, maar vreest te weinig psychologen te hebben om te voldoen aan de vraag. Zijn er omtrent het aanbod garanties geboden aan uzelf en minister Weyts?
Minister Dalle heeft het woord.
Mevrouw Saeys, eerst ga ik in op het overleg met de Vlaamse ministers. Vorig jaar werd in het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV) een conventie goedgekeurd met betrekking tot psychologische hulpverlening in de eerste lijn. De afgelopen maanden hebben de netwerken geestelijke gezondheid veel energie geïnvesteerd in het aantrekken van klinisch psychologen en orthopedagogen die willen intekenen in de conventie. Lokaal, binnen de netwerken geestelijke gezondheid en de zorgraden van de eerstelijnszones, wordt momenteel nog verder vorm gegeven aan de conventie. Dit betreft het nadenken over zogenaamde vindplaatsen waar psychologen en orthopedagogen beschikbaar zullen zijn, en op welke manier de hulpverlening aangeboden zal worden, via individuele sessies of groepssessies.
De Vlaamse minister van Welzijn was niet aanwezig bij het overleg tussen de federale overheid Volksgezondheid en het departement Onderwijs. Het kabinet werd wel geïnformeerd over de afspraken die gemaakt zijn omtrent de rol van de CLB’s en de scholen bij de implementatie van de RIZIV-conventie.
Ik zal voor zover mogelijk antwoorden op uw vragen, maar de vragen zijn mogelijk ook relevant om te stellen in de commissie Onderwijs.
U vraagt hoe deze hulpverlening zich verhoudt ten aanzien van de dienstverlening van de CLB’s en de psychologische begeleiding door andere organisaties.
Via deze specifieke conventie kan er samenwerking zijn met de CLB’s. Via die samenwerking kan er een bijkomend aanbod aan psychologische zorg worden voorzien dat aanvullend op de leerlingenbegeleiding van het CLB kan worden ingezet. Het CLB kan dit mee vorm geven en optimale afstemming zoeken met zijn eigen aanbod.
Met de CLB-sector is er een afsprakenkader gemaakt dat vanaf dit schooljaar kan worden toegepast. Het is uiteraard nog te vroeg om te weten welke effecten dit aanbod zal hebben op het terrein, aangezien we nog maar een maand bezig zijn. Het kan bijvoorbeeld een effect hebben op de hulpvragen die worden doorverwezen van CLB’s naar externe diensten zoals CAW’s of CGG’s. Dat zal uit de implementatie moeten blijken. Hierover houdt men vanuit Welzijn contact met minister Ben Weyts.
U vraagt naar mogelijke drempels, onder andere rond vrijwillig aanbieden en de kostprijs. In de afspraken die gemaakt zijn tussen de federale overheid Volksgezondheid en Onderwijs zijn er ook afspraken over de kostprijs van de hulpverlening. Indien die op school gebeurt, kan daarvoor geen bijdrage worden aangerekend aan de kinderen en jongeren. Indien de hulpverlening buiten de schoolmuren plaatsvindt, wordt er wel een eigen bijdrage gevraagd.
Het basisaanbod preventieve gezondheidszorg door het CLB aan alle leerlingen via de systematische contactmomenten en de begeleiding die daar eventueel op volgt vanuit het CLB, blijft uiteraard een belangrijke strategie om ook de meest kwetsbare kinderen te bereiken. Het aanbod van CLB’s is gratis, dat spreekt voor zich.
U verwijst naar initiatieven zoals ‘Rust in de klas’. Ik ben zeker voorstander van werken aan mentaal welbevinden in de klas. Al de zaken waar u naar verwijst, kunnen zeker ook helpen. Het Vlaams Instituut Gezond Leven ontwikkelde met onze steun eind vorig jaar ook het leerpakket Geluk in de klas. Dat omvat een uitgebreid ondersteuningsaanbod voor het lager en secundair onderwijs dat leerkrachten kunnen gebruiken ter bevordering van het mentaal welbevinden van hun leerlingen. Het ondersteuningsaanbod bestaat onder andere uit een online platform Geluk in de klas en een hybride toolkit genaamd 'Happy Snacks'. Happy Snacks gaat over korte mentale tussendoortjes die vlot ingepast kunnen worden in de dagdagelijkse klasrealiteit. Dat is dus heel laagdrempelig in te vullen door leraars.
Er is ook een concreet lespakket gemaakt, de Geluksdriehoek, om leerlingen in het lager en secundair onderwijs kennis bij te brengen over elementen die het mentaal welbevinden versterken en het geluksgevoel beïnvloeden.
Gezond Leven voorziet daarnaast ook een vormingsaanbod voor leerkrachten en andere onderwijsactoren, en dat heet ‘Aan de slag met geluk in je klas’. Zo kunnen leerkrachten laagdrempelig aan de slag met alle materialen.
Dan was er ten slotte de vraag over het voldoende aantal psychologen. Ik denk dat dat een heel pertinente vraag is. Het is één ding om te zeggen dat het theoretisch bestaat, maar het is een andere zaak om ook voldoende mensen beschikbaar te hebben. Aangezien het gaat over een federaal initiatief, kan ik niet inschatten of er voldoende psychologen en orthopedagogen beschikbaar zijn, én gaan intekenen op de RIZIV-conventie. Maar onze administratie is wel uitgenodigd op de overeenkomstencommissie van het RIZIV, die deze overeenkomst opvolgt. We krijgen ook regelmatig een stand van zaken. Daaruit blijkt – en dat is toch positief – dat het aantal afgesloten conventies maand na maand in stijgende lijn gaat. Dat is alvast een positief teken.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord, minister. De sector van de geestelijke gezondheidszorg is voor mij vaak nog een enorm kluwen, moet ik zeggen. De uitleg die u in het begin gaf bewijst dat eigenlijk. Er is het aanbod op school, eventueel het aanbod van de CLB’s, het aanbod van het CAW. Het is ook nog niet duidelijk hoe dat allemaal op elkaar zal worden afgestemd. Gebeurt het op school, gebeurt het in het CLB, zullen we genoeg psychologen hebben? Mij is het eigenlijk nog niet echt duidelijk.
Het is inderdaad zo, en het staat ook in het regeerakkoord, dat we eigenlijk meer moeten inzetten op die psychologische kleine ingrepen – om het zo te zeggen – in de klassen. Het klopt, Geluk in de klas is een ondersteuningsaanbod dat werd gecreëerd. Mijn vraag is of u er weet van hebt hoe vaak dat effectief gebruikt wordt in scholen. U zegt ook dat er een aanbod is naar leerkrachten toe, over hoe men hiermee kan omgaan. Daarbij heb ik dezelfde vraag: hebt u een idee van het aantal leerkrachten dat daar effectief mee aan de slag is? Ik denk dat dat toch zeer relevant is.
Ik ben alleszins blij om te horen dat het aantal psychologen dat intekent op die conventie maand na maand stijgt. Hebt u daar cijfers over, over die aantallen per maand?
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Minister, wij vinden het als fractie natuurlijk goed dat er initiatieven genomen worden op school om sneller in te grijpen bij mentale problemen bij jongeren. En we denken ook dat de school, door de psychologen aan te bieden, zorgt voor een meer laagdrempelige hulpverlening. Dit dient volgens ons altijd te gebeuren op een vrijwillige basis, en ook buiten de lesuren, omdat we zeker ook niet mogen vergeten dat de school in eerste instantie ook een school moet blijven.
Maar daarnaast hebben wij ook onze belangrijke bedenking, onze bezorgdheid: waar gaan we deze psychologen halen, zeker aangezien we weten dat er lange wachttijden zijn in de geestelijke gezondheidszorg?
Ik heb een heel concrete vraag, minister. Hoe zal de uitrol hiervan verder opgevolgd worden? Hebt u daar misschien weet van? Bedankt.
Minister Dalle heeft het woord.
Het gaat natuurlijk over federale conventies. Onze administratie wordt ingelicht over hoe het verloopt. Dat leek dus positief te evolueren. Ik heb op dit moment geen concrete cijfers te beschikking. Dit nieuwe initiatief is er nog maar sinds september, daar kunnen we dus nog niet over rapporteren. Het zijn sowieso Onderwijs en het federale niveau die rapporteren. Ook voor de andere initiatieven op school is het moeilijk om te rapporteren. Ook daar heb ik geen detailcijfers van bij. Ik vermoed dat het niet altijd geregistreerd wordt als een leraar dat gebruikt. Ik zou ze niet willen verplichten om ook daarover te rapporteren. Mogelijk zijn er cijfers beschikbaar, dat zouden we moeten navragen.
Wat betreft de uitwerking, de uitrol: het is een federaal initiatief dat gecoördineerd wordt via de minister van Onderwijs. Verdere opvolgvragen stelt u het best aan de minister.
Dit toont wel aan dat de hele verdeling van verantwoordelijkheden rond de zorg voor geestelijke gezondheid in ons land relatief complex geregeld is – ik druk me eufemistisch uit. In de toekomst moeten we daar eens goed over nadenken. Als je een efficiënt beleid rond geestelijke gezondheidszorg wilt voeren in dit land, is dat niet zo evident. Met dit soort initiatieven krijg je de indruk dat het niet op de meest gecoördineerde manier tot stand komt. Dat zeg ik eerder als observator dan als vervanger van minister Crevits.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Minister, bij dat laatste kan ik u alleen maar bijtreden. Het is juist heel belangrijk om goed gecoördineerd op een eenduidige manier te werken en niet – zoals ik daarstraks als zei – naast elkaar. Ik hoop alleszins dat daar verandering in zal komen. Ik zal de cijfers opvragen bij minister Weyts om eens te kijken hoe daarvan gebruikgemaakt wordt in de klassen. Want ik ben er nog steeds van overtuigd dat het een zeer grote meerwaarde kan betekenen door gewoon maar kleine ingrepen in een klas te doen. Volgens mij kun je daar toch al heel wat mee bereiken. Als men inderdaad laagdrempelig in scholen psychologische begeleiding kan aanbieden, is dat zeker een goede zaak.
De vraag om uitleg is afgehandeld.