Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Ronse heeft het woord.
Ja, dit is eigenlijk niet zo’n leuk thema. We zijn allemaal serieus verschoten van het rapport van het Rekenhof in verband met het tenderbeleid van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB). Dat riep toch heel wat vragen op. We hebben voor een aantal zaken antwoorden gekregen tijdens de gedachtewisseling die we daarover hebben georganiseerd, maar er zijn toch nog een aantal vragen die, wat mij betreft, open blijven.
Ik wil van de gelegenheid gebruikmaken om u hier een aantal openstaande vragen te stellen, minister.
Het Rekenhof stelde onder meer vast dat VDAB vaak ad hoc beslist om opdrachten uit te besteden zonder inzicht in de factoren die tot succes leiden. Partners werden op een verschillende basis vergoed. En het meest problematisch is volgens mij dat aanbestedingsregels niet altijd werden gevolgd of bepaalde informatie niet beschikbaar was.
De raad van bestuur van VDAB heeft op 9 juni 2021 zijn fameuze actieplan voor een beter uitbestedingsbeleid goedgekeurd. Dat is ons ook toegelicht.
Minister, wat is de stand van zaken van het actieplan van de raad van bestuur van VDAB om het uitbestedingsbeleid te verbeteren? Welke stappen werden al ondernomen en wat zijn de concrete resultaten daarvan? Wat zijn de prioriteiten voor de komende maanden?
Heeft VDAB op dit moment een overzicht van alle tenderopdrachten waarbij de aanbestedingsregels niet werden gevolgd? Wat zal daarmee gebeuren? Zijn er op vandaag nog tenderopdrachten lopende die, als ik dat zo mag uitdrukken, niet wettelijk zijn? Ik heb het dan over overeenkomsten waarbij de aanbestedingsregels niet correct werden gevolgd. Zo ja, kan ik daar een lijst van krijgen?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Ronse, het is zeer goed dat u vanuit dit Vlaams Parlement mee de vinger aan de pols houdt bij het bekijken van de opvolging van de aanbevelingen van het Rekenhof. We zijn ondertussen negen maanden verder en intussen heeft VDAB toch al wat stappen gezet om uitvoering te geven aan de vele aanbevelingen.
Het belangrijkste is dat VDAB een volwaardige, betrouwbare en transparante regisseur is van de arbeidsmarkt in Vlaanderen. Het actieplan is goedgekeurd door de raad van bestuur van VDAB in het derde kwartaal van 2021. Er werd een externe consultant aangesteld voor de opvolging van de uitvoering van het actieplan. Zijn opdracht bestaat erin op structurele basis te rapporteren over de vooruitgang van het actieplan aan de raad van bestuur en het directiecomité van VDAB. Zo werd op de raad van bestuur van gisteren nog een recente stand van zaken gegeven.
De eerste belangrijke mijlpaal in het opvolgingstraject van het actieplan was het opzetten van een nulmeting waarbij de maturiteit van elke actie op punt wordt gezet. Er zijn 23 acties die lopen tussen juli 2021 en eind 2024. Elke actie volgt daarbij een eigen tijdslijn.
Intussen is een ‘make or buy’-kader ontwikkeld dat de principes vastlegt voor de afbakening van de taken die VDAB zelf zal uitvoeren en waarvoor ze beroep doet op partners.
Er is een kader ontwikkeld voor samenwerking met institutionele partners en er is een vernieuwd subsidiekader. Daarnaast heeft VDAB intussen ook een volledig PMO-meerjarenplan (project management office) opgezet.
Tegelijk zijn er heel wat projecten, waaronder de verdiepingsdecreten, waarover we in het parlement zullen stemmen, het nieuwe beheerscontrolesysteem en het capaciteitsmodel. De volgende maanden ligt de focus op het realiseren van het jaarlijks ondernemingsplan dat twaalf acties bevat. Het gaat dan onder meer over de evaluatie van de verschillende financieringsmechanismen, een nieuw model van kwaliteitsbewaking en het beslissingsmodel.
De audit van het Rekenhof heeft zich niet specifiek uitgesproken over de correctheid van de uitbestedingsregels. Het was in die zin geen ‘compliance’-audit. Een ‘compliance’-audit gaat over het voldoen aan de normen en regelgeving. Er werd wel aangetoond dat een helder en consistent subsidiekader bij VDAB ontbrak. Daarom werd er vanuit VDAB een subsidiekader opgesteld om op een uniforme en juridisch correcte wijze te werken.
Dit is geen eenvoudige oefening en ik heb zelf vastgesteld dat dit tot grote spanningen leidt met partners die al jaren met VDAB samenwerken en die nu plots in een tenderprocedure worden geduwd. Wij moeten de communicatie daarover zeer goed bewaken.
Maar ik zou het eigenlijk een zeer goede zaak vinden, collega’s en in het bijzonder de voorzitter, om op een bepaald moment ook de projectleider uit te nodigen om een toelichting en een stand van zaken te geven. In juni 2022 bijvoorbeeld zijn we één jaar na het auditrapport van het Rekenhof. Dat lijkt me een heel goed moment om in dialoog of in discussie te gaan met de projectleider en desgevallend ook de leiding van VDAB. Ik vind wel dat ze het zeer goed opvolgen.
De heer Ronse heeft het woord.
Ik vind de suggestie om met die projectleider te spreken goed. Ik denk wel dat we het zeer concreet moeten maken en ik hoop echt wel dat de commissie een zeer concrete lijst krijgt van samenwerkingen die niet wettelijk waren, en wat daar ook mee zal gebeuren, met lopende samenwerkingsovereenkomsten die mogelijk problematisch zijn. Het gaat over veel middelen.
Ik heb aan de mensen van het Rekenhof ook de vraag gesteld tijdens de gedachtewisseling of zij rekening houden met potentiële fraude die zou zijn gebeurd. Zij hebben gezegd dat dat niet hun mandaat was om dat te onderzoeken. Maar, hebben ze gezegd, wij kunnen ons niet uitspreken in de richting van fraude of geen fraude. Als je ziet hoe arbitrair die tenders en die samenwerkingen allemaal liepen, dan vind ik toch dat we daar als parlement zeker dieper op moeten ingaan.
Ik vind het ook niet alleen een taak van de raad van bestuur van VDAB, en ik zal zeggen waarom. Ik viseer helemaal geen leden van de raad van bestuur van VDAB, maar ik vind dat deontologisch gezien het parlement dit een stuk in handen moet nemen. Een aantal van de leden van de raad van bestuur hebben zelf tenders lopen en samenwerkingen lopen met VDAB. Of dat geldt minstens voor dochters of neven of nichten van die leden van de raad van bestuur. Als we dat objectief willen kunnen beoordelen en bekijken, dan is ons select gezelschap daar de meest gerede partij toe.
De hele discussie is uiteraard een gevolg van de audit van het Rekenhof die we hier zelf hebben gevraagd. Het lijkt me logisch dat we daartoe de mensen van VDAB hier in de commissie uitnodigen om een stand van zaken te krijgen. Ik heb geen weet – ook in de audit kwam dit niet aan bod – van problemen inzake deontologie tussen de raad van bestuur en eventuele tenderpartners van VDAB. Dus ik denk dat de raad van bestuur wel degelijk zijn rol kan en moet spelen, maar ook het parlement heeft zijn rol te spelen, zeker na de audit, de discussies die we hier hebben gehad en de aanbevelingen die we hebben gedaan. We gaan dat inplannen in de regeling der werkzaamheden. Het is misschien ook een goed moment om met de nieuwe voorzitter van de raad van bestuur van VDAB kennis te maken. Dit wordt vervolgd.
Minister Crevits heeft het woord.
Dank, collega’s, voor de interesse en de vragen. De vraag rond subsidies, collega Ronse, is misschien iets voor een schriftelijke vraag. Ik denk dat die analyse er is, maar ik moet dat navragen. Ik kan dat niet zomaar uit de losse pols geven.
Als je het woord fraude in de mond neemt, is dat natuurlijk wel zwaar. Dat is niet onderzocht. Dat zijn ook heel specifieke onderzoeken. Nu is VDAB alles op alles aan het zetten om het hele kader juridisch op orde te krijgen. Dat is een heel grote opdracht.
Voorzitter, ik ben het absoluut met u eens dat iedereen zijn rol moet spelen. Ik ben ook tevreden dat jullie een gedachtewisseling willen inplannen. Ik denk dat het ook goed is om met de nieuwe voorzitter kennis te maken. Jullie hebben trouwens als parlement enkele maanden geleden ook wel actie ondernomen. Dan hebben we het verdiepingsdecreet van VDAB hier besproken. Er is één element daarvan dat specifiek op deze vraag betrekking heeft, namelijk het creëren van een rechtsgrond voor subsidies van opleidingen en het verduidelijken van de rol van VDAB als actor-regisseur.
Ik moet wel zeggen, collega’s, dat ik nu iets meer dan twee jaar minister ben, bevoegd voor werk en voor VDAB, en dat ik toch de motor ben van heel wat zeer belangrijke en nodige veranderingen. Ik zal dat uiteraard met heel veel engagement blijven doen.
De heer Ronse heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw antwoord. Ik denk dat niemand hier bevestigt dat er fraude was, maar ik denk wel dat het rapport van het Rekenhof ons minstens moet uitnodigen om na te gaan of daar foute praktijken werden toegepast. Ik denk dat dat ook onze rol is. Ik engageer me alleszins ook om dat mee op te volgen. De concrete lijst waarnaar u verwijst, zal ik dan schriftelijk opvragen. Dit wordt dus vervolgd. Ik dank ook de voorzitter voor het engagement om dit in deze commissie te agenderen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.