Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Minister, midden september, tijdens de eerste commissievergadering van het nieuwe parlementaire jaar, hadden verschillende collega’s en ikzelf een vraag ingediend over de stijgende aantallen verkeersongevallen. Ik wil deze discussie niet opnieuw openen, maar in mijn slotrepliek zei ik dat we de cijfers niet alleen zullen verbeteren via infrastructuurwerken en extra controle zoals trajectcontroles, maar dat we aanvullend ook nood hebben aan extra sensibilisering en aandacht voor de fietsers.
Eind september kwam Vias opnieuw met cijfermateriaal. Deze keer bracht het verkeersinstituut cijfers naar buiten waaruit blijkt dat de elektrische fiets een steile opmars kent in België. Vlaanderen was lang de voorloper, maar de rest van het land gaat stilaan ook overstag. Toch viel één cijfer sterk op: een derde van de elektrische fietsers legt meer dan 50 kilometer per week af. Het mag duidelijk zijn dat de fietsers een steeds belangrijkere plaats innemen in ons verkeer.
In het bericht van Vias stond ook een reactie van federaal minister van Mobiliteit Gilkinet. De volledige Federale Regering lanceert namelijk een nieuw initiatief: BE CYCLIST. Dat is meteen het eerste federale fietsactieplan en het bevat 52 erg diverse acties om de fiets te ondersteunen. Voor ieder punt zijn één of meerdere federale ministers verantwoordelijk. Jaarlijks in september zullen ze dit plan evalueren. Op die manier worden alle ministers mee in bad getrokken.
Minister, wat vindt u van dit plan? Plant u een gelijkaardig Vlaams initiatief?
Op welke wijze is er samenwerking voorzien met de Federale Regering rond de sensibilisering en verbetering van de fietsmogelijkheden in Vlaanderen?
Minister Peeters heeft het woord.
Ik juich dit initiatief van de Federale Regering zeker toe. Alles wat bijdraagt tot meer mensen op de fiets en meer fietsveiligheid kunnen we alleen maar toejuichen. Ik ben daar zeker heel positief over. Heel wat voorgestelde maatregelen richten zich specifiek op de federale instellingen, maar waar het op gemeenschappelijke thema’s aankomt zoals sensibilisering, werken we al samen.
We hebben op Vlaams vlak ook niet stilgezeten. Ik denk dat u dat ook wel weet en dat is hier ook wel al meermaals aan bod gekomen. Ook bij ons staat sowieso alles inzake fietsen centraal, zowel in ons verkeersveiligheidsplan als in ons relanceplan, onze investeringsbudgetten en dergelijke. Ook in het verhaal van De Grote Versnelling, dat we recent gelanceerd hebben, komt de samenwerking met lokale en provinciale entiteiten door de opmaak van concrete fietsdeals extra in de picture. Kortom, het is een en-enbeleid. Ik ben uiteraard blij dat de federale overheid een aantal bijkomende acties onderneemt.
Er is sowieso een structurele samenwerking inzake het fietsbeleid tussen de gewesten en de federale overheid. We hebben de federale Werkgroep Fiets, die zojuist werd hervormd tot de Federale Fietscommissie. Daar zitten ambtenaren van de gewesten in een forum samen met de fietsersbonden en andere kennisinstellingen om suggesties en aanbevelingen te doen rond het fietsbeleid in zijn totaliteit en ook om informatie uit te wisselen. Daarnaast zijn er ook onze interministeriële conferenties (IMC’s), waarbinnen we om de twee maanden samen zitten met de gewestelijke en de federale ministers. Daar zullen we volgende week onder andere het BE CYCLIST-programma van de federale overheid bespreken, dat door federaal minister Gilkinet is geagendeerd.
Vandaag werken we ook al samen rond bijvoorbeeld het centraal fietsregister. Dat hebben we een aantal maanden geleden beslist op de IMC Mobiliteit. Ook het herzien van de wegcode, met het belang van de fietser, en de combinatie van fiets en trein door NMBS zijn materies die daar aan bod komen. Verder staat ook het faciliteren van de ontwikkeling van fietsroutes langs de spoorwegen en de bespreking daarover met Infrabel en NMBS op de agenda.
Kortom, we werken intens samen, maar het kan nog altijd meer. Ik juich het actieplan ter promotie van de fiets zeker toe, maar dat doet iedereen in deze commissie wel, denk ik.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Minister, dank u voor uw positief antwoord. Ik heb er eigenlijk niets meer aan toe te voegen. Laat ons allen zoveel mogelijk mensen op de fiets krijgen. Dit wordt verder opgevolgd.
De heer Meremans heeft het woord.
Ik heb toch wel wat bedenkingen, hoor. Als het van de federale overheid komt, moet het in het Engels, dat is duidelijk: BE CYCLIST. Ik dacht dat de officiële landstalen anders waren, maar goed, ik heb mij blijkbaar vergist. Mensen schrijven ook boeken over België: We are one. Dat is ook belangrijk dat dat in het Engels is. Dat heeft ongetwijfeld een zeer grote internationale oplage.
Ik vind een aantal elementen in die maatregelen van de overheid wel goed, maar ik heb soms de indruk dat men daar een aantal zaken bij sleurt waarvan ik me afvraag of we daar allemaal tijd in moeten steken. Staatssecretaris Schlitz schrijft bijvoorbeeld: ‘het gebruik van de fiets door vrouwen bevorderen’. Dat is een actiethema. Ik vind dat goed he, maar moet dat nu echt? Dat is toch algemeen, zoiets. Er is bijvoorbeeld: ‘de fiets integreren in het werk van de minister van Ontwikkelingssamenwerking’. Wat gaat die doen? Gaat die naar Afrika fietsen of zo? Dat is ook een vraag die ik me stel. Over BOZAR: een fietsenstalling aan De Munt.
Voor mij allemaal goed, maar waarom concentreert men zich niet op een aantal thema's die belangrijk zijn? Ze staan er ook in: het leasen bijvoorbeeld. Mensen in een privébedrijf kunnen een fiets leasen, maar een ambtenaar kan dat niet. Focus u daarop. Regel dat. Infrabel staat er natuurlijk ook in. Dat zijn die fietsassen langsheen de spoorwegen, fietssnelwegen. Focus daarop. Er zijn nog een aantal zaken die belangrijk zijn, zoals de terugbetaling van het woon-werkverkeer per fiets.
Er staat veel te veel in. Daarom zou ik willen vragen dat men federaal toch het onderscheid zou maken tussen wat belangrijk is voor de fiets en waar wij mee aan de slag kunnen, en een heleboel acties die er volgens mij bij gesleurd zijn voor de fun, maar waarvan ik bij God niet weet wat daar het grotere en diepere nut van is. Dat is mijn bedenking. Ik zeg niet: "Hop, holadijee, fijn!" Ja, ze moeten zich focussen op de elementen waarmee we aan de slag kunnen en de rest moeten ze gewoon niet doen, anders gebeurt er weer niets. Dat is mijn vrees.
De heer Bex heeft het woord.
En ik die altijd dacht dat collega Meremans van de ‘hop, holadijee’ was. Ik heb mij blijkbaar vergist. (Gelach)
Ik wil collega Fournier bedanken om dit plan hier ook ter sprake te brengen. Minister, ik ben ook heel blij dat u daar met veel openheid naar kijkt en wilt bekijken hoe we Vlaanderen en België en ook de andere gewesten kunnen laten samenwerken om ervoor te zorgen dat de fiets meer en meer kan worden gebruikt.
En ik ben ook wel blij met de opmerkingen van collega Meremans, want hij heeft enerzijds gezegd dat er een paar dingen in staan die hij er persoonlijk niet zou hebben in gezet. Collega Meremans, het is wel belangrijk dat ook vrouwen meer kunnen fietsen. (Opmerkingen van Marius Meremans)
Maar je merkt dat zeker in een aantal grote steden vrouwen minder gemakkelijk voor de fiets kiezen, omdat het fietsen daar onveiliger is, maar ook omdat ze daar soms beschimpt worden terwijl ze op de fiets zitten. Dat is een belangrijk aandachtspunt om aan te pakken. Maar ik ben blij dat u gezegd hebt dat alle belangrijke, en ook alle onbelangrijke dingen erin staan. Laat ons dus zowel de belangrijke als de onbelangrijke dingen uitvoeren, en dan gaan we allemaal een beter fietsbeleid krijgen.
Minister Peeters heeft het woord.
lk kan er heel kort over zijn, mijnheer Meremans, voor uw gemoedsrust. De titel is ‘BE CYCLIST’, maar daaronder staat onmiddellijk de Nederlandse ondertitel, de bijkomende bedoeling, met name een actieplan ter promotie van de fiets van de Federale Regering 2021-2024. Ik vind dat daar alleszins een aantal heel goede elementen in zitten. Ik denk dat we alles op alles moeten zetten om het fietsen extra te stimuleren. We hebben het continu over een modal shift, over meer duurzame verplaatsingen. Alles wat in het kader van die meer duurzame verplaatsingen past, nemen we graag mee. Als men vanuit het federale mee een aantal acties op touw wil zetten om nog meer mensen aan het fietsen te krijgen, dan kan ik dat alleen maar toejuichen. Dus ik moet zeggen dat ik eerder positief ben over het hele verhaal. We zullen dat zeker verder bespreken op de volgende IMC.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Collega Meremans, ik denk dat we inderdaad iedere maatregel die erin staat, kunnen fileren, en dat we sommige maatregelen misschien in het belachelijke kunnen trekken. Anderzijds staan er ook wel maatregelen in die goed zijn. Laat ons vooral tevreden zijn dat alle verschillende overheden – zijn het nu de gemeenten, de provincies, de gewesten, of federaal – mee zijn in het fietsverhaal. Ik denk dat we toch wel kunnen zeggen dat dat onder impuls is van deze commissie, van alle leden hier aanwezig, die wekelijks op die nagel kloppen voor het fietsbeleid. Het is onder impuls van deze commissie dat alle overheden nu ook op die kar springen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.