Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
De heer De Meyer heeft het woord.
Minister, de bezoldiging van directeurs basisonderwijs hangt samen met het leerlingenaantal van hun school. Directeurs van scholen met 350 leerlingen en meer worden bezoldigd volgens weddeschaal A, directeurs van scholen met 180 tot 349 leerlingen krijgen salarisschaal B, en directeurs van scholen met minder dan 180 leerlingen krijgen salarisschaal C.
Dat kleinere scholen via hun kleinere puntenenveloppe minder middelen krijgen voor administratieve ondersteuning, ICT-middelen en zorgcoördinatie is verklaarbaar: die taken houden rechtstreeks verband met het leerlingenaantal. De taken en verantwoordelijkheden van een directeur in een kleine school zijn echter wel vergelijkbaar met die van een directeur van een grotere school.
Als we kiezen voor het behoud van basisscholen in kleinere plattelandsgemeenten en voor wijkscholen in steden die ingebed zijn in een plaatselijke kern, dan moeten we in een eerlijke verloning voorzien voor deze directeurs. Een voorbeeld ter vergelijking: een directeur met 3 jaar anciënniteit krijgt volgens weddeschaal A maandelijks 3284 euro belastbaar, volgens weddeschaal C is dat 2921 euro: dat is een verschil van niet minder dan 362 euro, volgens de betrokkene om hetzelfde werk te doen.
Zoals de weddeschalen voor bachelors leraar lager onderwijs en bachelor leraar secundair onderwijs gelijkgeschakeld zijn, zou men ook kunnen uitgaan van eenzelfde salarisschaal voor directies met een diploma van niveau bachelor. Het verdwijnen van salarisschaal C zou al een gewaardeerde eerste stap zijn in die richting.
Minister, overweegt u om daar in de loop van deze legislatuur werk van te maken? Hoe ziet u dat?
De heer De Meyer heeft het woord.
Het is bekend dat veel directeurs basisonderwijs ontevreden zijn over hun bezoldiging, waarin rekening gehouden wordt met het leerlingenaantal van de school. Deze regeling is er gekomen door de uitvoering van verschillende cao’s. Deze differentiatie houdt niet in dat we het werk van de directeur in een kleine basisschool minder waarderen of dat we denken dat het daar minder druk is. Ik ben daar ook mee geconfronteerd, maar in de huidige budgettaire context is het moeilijk om een loonsverhoging te realiseren. Het gaat eigenlijk om een gelijkschakeling. Volgens mij is dat een van de prioriteiten zodra er extra middelen komen.
Sowieso gaan we schoolbesturen versterken en meer beleidsruimte geven. Dat maakt deel uit van de optimalisatie van het bestuurlijke onderwijslandschap. Daarnaast zijn de schoolleiders ook onderwerp van gesprek in het loopbaandebat. De verloning van de directeurs vormt daar eigenlijk geen onderdeel van.
Mijnheer De Meyer, ik ben uw vraag genegen, ik erken dat er verschillen zijn, ik denk dat heel veel parlementsleden hiervan een prioriteit willen maken als er budget beschikbaar komt, en ik ook dus.
De heer De Meyer heeft het woord.
Ik noteer uw engagement, minister. Bij financiële ruimte is dit een van de prioriteiten. U hebt uiteraard begrepen dat ik vóór deze vraag te stellen nog eventjes ons programma heb nagelezen.
Mevrouw Krekels heeft het woord.
Vanuit mijn fractie wil ik een aantal kernelementen aanreiken. Ook wij steunen de volwaardige omkadering van alle directeurs in het basisonderwijs. Ook in het verleden hebben wij reeds onze steun toegezegd om salarisschaal C te laten verdwijnen. Wij begrijpen uiteraard de huidige budgettaire context. We geloven er mee in dat een betere ondersteuning en verloning van de directeurs basisonderwijs een echte noodzaak is om goede en gemotiveerde directeurs aan te trekken en te behouden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.