Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het uitblijven van infrastructuursubsidies voor rusthuizen en de mogelijke verhoging van de dagprijs
Actuele vraag over het uitblijven van infrastructuursubsidies voor woonzorgcentra en de mogelijke verhoging van de dagprijs
Verslag
De heer Bertels heeft het woord.
Minister, hier staan we weer naar aanleiding van een noodkreet, zoals ook al in december vorig jaar. Uw belangrijkste partner met betrekking tot rustoorden trekt aan de alarmbel.
Ik hoop dat u die noodkreet serieus neemt en niet afdoet als een fait divers. Ik hoop dat u de beweringen niet in vraag stelt, maar ze ernstig neemt, want maatschappelijk leeft die verhoging van de dagprijs in de rustoorden heel sterk. Mensen zijn daar heel ongerust over.
Ik neem aan dat u ook de beelden hebt gezien van wat het kan betekenen als u de investeringssubsidie van het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden (VIPA) gewoon stopzet, afschaft, bevriest – u mag het woord zelf kiezen. We hebben allemaal de beelden gezien van de te kleine kamertjes, kamertjes waar een rolstoelpatiënt zich niet in kan draaien, waardoor hij zich in de gang moet gaan draaien om naar tv te kunnen kijken.
Het ergste zijn nog de getuigenissen van rusthuisdirecties die zeggen dat de bewoners hen niet meer geloven. De bewoners zijn cynisch geworden. Als de directie zegt dat er gerenoveerd zal worden, dat men de spade in de grond wil steken en dat de plannen klaarliggen, geloven de bewoners hen niet meer. Want die spade kan of mag niet in de grond. En daar, minister, moet u iets aan doen.
Iedereen – heel de sector, alle sociale partners, werkgevers, werknemers, uw eigen partij, de oppositie – vraagt om investeringen. Wat belet u dan om die overheidsinvestering in de zorg te doen? Wat belet u om de ongerustheid weg te nemen bij al die ouderen die nu in de rustoorden zitten of die naar de rustoorden zullen gaan? Hoe zult u ervoor zorgen dat de dagprijs niet moet stijgen vanwege investeringen? (Applaus bij sp.a)
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, komende zondag, 15 maart, is het Dag van de Zorg. U hebt daar begin deze week een vrij poëtische tweet over verstuurd. “Overal waar je gaat langs Vlaamse wegen kom je de affiches van @DagvandeZorg tegen”, tweette u. Dat is heel mooi, maar helaas, overal waar je gaat langs Vlaamse wegen, kom je ook steeds meer mensen met zorgen tegen: zorgen over het niet vinden van een plaats in de kinderopvang, zorgen over het niet krijgen van de noodzakelijke aangepaste budgettaire hulp voor familieleden of geliefden met een handicap, zorgen over de oude dag en het niet kunnen betalen van de factuur van een rusthuis of een woonzorgcentrum en dergelijke meer.
Over dat laatste verscheen deze week een open brief van Zorgnet Vlaanderen, waarin de organisatie zich zorgen maakt over de werken aan de rusthuizen. Volgens de informatie van Zorgnet Vlaanderen wachten 171 rusthuizen op ongeveer een miljard euro aan subsidies van de Vlaamse overheid om een gedeelte van de kosten van de infrastructuurwerken te betalen. Als die subsidie er niet komt, ondanks de eerdere belofte van de Vlaamse Regering, en als de rusthuizen dus zelf volledig zullen moeten opdraaien voor de kosten van de werken, waarschuwt Zorgnet Vlaanderen dat de dagprijzen onvermijdelijk zullen stijgen.
Eind vorig jaar hebben we het debat hier inderdaad al gevoerd, naar aanleiding van een eerdere noodkreet van Zorgnet Vlaanderen. De Vlaamse Regering is toen doof gebleven voor de verzuchtingen van die organisatie. U hebt halsstarrig vastgehouden aan uw beslissing om dit jaar geen investeringssubsidies toe te kennen. Gaat u doof blijven voor de noodkreet van de zorgsector? Of gaat u tonen dat u het effectief ernstig meent met de Dag van de Zorg, en ervoor zorgen dat die noodzakelijke investeringen in onze rusthuizen gebeuren, zodat onze ouderen niet eens te meer het slachtoffer worden van de besparingen van deze Vlaamse Regering?
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Minister, toen ik deze week het bericht in De Morgen las, kwam dat eigenlijk niet als een verrassing. Een maand geleden had ik van u namelijk al een antwoord op mijn schriftelijke vraag gekregen, waarin u stelde dat 171 voorzieningen op VIPA-subsidie wachten. Wat mij wel verbaasde, was de uitspraak van Zorgnet Vlaanderen, de grootste koepel van christelijke voorzieningen, dat de dagprijzen toch zouden moeten stijgen.
Dat is mijns inziens voorbarig. Wij, als Open Vld, zijn ervan overtuigd dat als we via een hervorming van het subsidiesysteem toch kunnen blijven investeren in de ouderenzorg, we de prijzen niet noodzakelijk hoeven te laten stijgen.
Sommigen beweren dat wij pleiten voor een absolute commercialisering van de sector maar dat is je reinste onzin. Wij pleiten wel voor een kwalitatieve en betaalbare zorg.
Uit een studie van de Vlaamse Regering blijkt dat men 68 procent per bed en 30 procent per vierkante meter meer moet betalen wanneer men via subsidies van het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden (VIPA) een rusthuis bouwt. Tijdens de vorige legislatuur was iedereen over alle partijgrenzen het erover eens dat het subsidiesysteem moet worden herzien. Vandaag weten we dat er rusthuizen worden gebouwd zonder één eurocent subsidie en dat zij dezelfde prijs hanteren als vzw’s. Minister, bent u bereid om alternatieve wegen te onderzoeken voor de financiering en dit zonder de dagprijzen te doen stijgen? (Applaus bij Open Vld)
Minister Vandeurzen heeft het woord.
We hebben over dit thema inderdaad al een aantal keren gediscussieerd, maar ik wil een aantal zaken toch nog eens in herinnering brengen. Waar komt dat bedrag van 1 miljard euro investeringssubsidies plots vandaan? Dat heeft te maken met de resolutie die dit parlement een aantal jaren geleden heeft goedgekeurd waarbij het parlement kamerbreed besliste dat we moesten ophouden met het systeem van investeringssubsidies voor de residentiële ouderenzorg, en dit uitsluitend voor de publieke sector en de private social profit. Bedoeling was een ander systeem in te voeren zodra Vlaanderen bevoegd zou worden voor de financiering van de zorgkost in deze voorzieningen en zonder een onderscheid te maken naargelang de aard van de organisator.
De Vlaamse Regering heeft gevolg gegeven aan deze aanbeveling van het parlement en heeft een besluit genomen waardoor is afgeblokt wie nog in aanmerking komt voor het oude stelsel en wie in die nieuwe financieringssystemen investeringsincentives moet krijgen. Heel veel woonzorgcentra hebben nog een dossier ingediend. Een half miljard euro van die investeringssubsidies zijn binnengekomen tijdens het laatste kwartaal van 2014.
Het gaat uiteraard over legitieme vragen, maar het is niet zo dat we die van de ene op de andere dag kunnen beantwoorden. Intussen heeft Europa het systeem van de alternatieve financiering opnieuw naar af gestuurd en moeten we werken aan een nieuw financieringssysteem.
Uit de studie van professor Pacolet waarnaar verwezen is, weten we dat er geen direct lineair verband is tussen de investeringssubsidies en de dagprijs. We zien in die studie heel duidelijk dat de dagprijs door heel wat verschillende componenten en aspecten wordt beïnvloed. Verder blijkt ook dat voorzieningen die bouwen met die investeringssubsidies, substantieel duurder zijn dan deze die zonder subsidies bouwen. Dat wordt voor een deel verklaard doordat men andere vierkante meters heeft en door een aantal aspecten van duurzaamheid. Men moet voorzichtig zijn met vergelijkingen te maken. Het is zeker niet zo dat dit een rechtstreekse en eenduidige relatie heeft met de dagprijs, integendeel. Sommige voorzieningen die met VIPA-steun zijn gebouwd, zijn toch duurder dan deze die zonder zijn gebouwd, en andersom. En dan is er nog specifiek de publieke sector die nog extra lokale financiering krijgt.
Ik zal uiteraard niet zomaar lineair aanvaarden dat een investering ipso facto zal leiden tot de verhoging van dagprijzen. De kwestie doet zich ook niet voor op korte termijn in functie van de dagprijs. Maar natuurlijk zijn het legitieme vragen van initiatiefnemers die de capaciteit willen uitbreiden, nieuwbouw willen bouwen of herconditioneringswerken willen uitvoeren.
Tijdens de vorige legislatuur hebben we daar meer dan 630 miljoen euro in geïnvesteerd. Het is het vijftiende jaar dat we op nul zitten voor de sector, dat is ook toegelicht tijdens de begrotingsbesprekingen. Dat is natuurlijk geen goede zaak maar het is de realiteit van het budget en van de discussie met Europa over de ESR-techniek. Volgend jaar zullen we proberen een nieuwe budgettaire lijn te creëren.
De financiële sector bekijkt momenteel of er alternatieve systemen mogelijk zijn. De rente staat laag.
Er zijn misschien toch een aantal technieken die we kunnen aanwenden om op korte termijn toch een deeltje van de investeringsnoden te lenigen, om dan op de lange termijn naar een duurzaam systeem te streven.
Naar aanleiding van de begrotingscontrole zijn we, zoals u hebt kunnen lezen in de in de commissie besproken beleidsnota, aan het bekijken hoe we een eenmalig budget kunnen maken om toch in 2015 nog iets te doen in de sector van de investeringssubsidies voor Welzijn en Zorg. Zo bouwen wij dat op.
Nog een slotbedenking. Er is uiteraard een debat over de investeringssubsidies. Veel organisaties stellen die vraag omdat ze de kwaliteit van hun voorzieningen willen verbeteren of omdat ze nieuwbouwprojecten hebben. De Vlaamse overheid heeft in de begrotingscontrole 2014-2015 een budget voor de uitbreiding van het aanbod ingeschreven. We blijven dus investeren in de residentiële ouderenzorg. Maar het punt waarover we het de volgende jaren met elkaar zullen moeten hebben, is niet zozeer dat van de investeringssubsidies maar dat van toenemende zorgzwaarte van de bewoners van de woonzorgcentra en de daaraan gekoppelde vragen naar een betere financiering van de zorgzwaarte. We erven deze bevoegdheid van het RIZIV en we zullen, in functie van een nieuw systeem, moeten bekijken hoe we meer kunnen financieren in functie van reële zorgbehoeften en zorgzwaarte van de bewoner, los van de vraag of het om een vzw gaat, een publieke partner of een andere partner die voor die goede en kwaliteitsvolle zorg moet zorgen.
Minister, ik neem aan dat u het debat over de investeringssubsidies niet wilt verdrinken in het terechte debat dat we moeten hebben over de financiering van de zorgzwaarte. Er is wel een probleem op korte termijn, het probleem in hoofde van al die ouderen die naar een rustoord willen gaan, daar prospectie voor doen, of daar zitten, en die vrezen dat hun dagprijs zal verhogen met 20 procent, om het nu maar even af te ronden. Minister, dat is wel een probleem, en u moet daarop reageren. U moet die mensen geruststellen. Als u vraagt om middelen bij de begrotingscontrole 2015, dan zeggen wij volmondig ja. Ja, investeer ook daar. Voer uit wat alle andere partners vragen. Investeer in de zorg. Het is dus op de korte termijn wel een issue. Minister, ik ben blij dat u aan mevrouw Saeys zelf zegt dat we appels met appels moeten vergelijken en peren met peren, en dat we niet gewoon een beetje moeten vergelijken en cijfers citeren. Ik heb begrepen dat u ook vindt dat dit intellectueel eerlijk moet gebeuren.
Minister, in de kamerbreed goedgekeurde resolutie stond er dat de investeringssubsidies moeten worden aangepast. Dat is iets anders dan bevriezen en afschaffen. (Applaus bij sp.a)
Minister, u hebt hetzelfde antwoord gegeven als drie maanden geleden, na de eerste noodkreet van Zorgnet Vlaanderen. Nu is er een nieuwe noodkreet, en u komt niet verder dan een herhaling van uw eerdere antwoord. Intussen blijft de onduidelijkheid. Zullen de huidige en toekomstige bewoners van de rusthuizen en woonzorgcentra de factuur nog kunnen betalen? Zullen de rusthuizen en woonzorgcentra aan de huidige tarieven, zonder het verhogen van de prijzen, nog voldoende kwaliteit kunnen aanbieden? Dat zijn allemaal onduidelijkheden.
Ik hoor Open Vld pleiten voor de commercialisering van de zorgsector. Mevrouw Saeys, uw bericht in de pers kan niet anders worden begrepen. Wat denkt de rest van de Vlaamse Regering daarover? Ook daarover blijft er veel onduidelijkheid. De enige duidelijkheid die de Vlaamse senioren nog hebben, is dat ze voor een kwalitatieve en zorgeloze oude dag niet op deze Vlaamse Regering kunnen rekenen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Zoals ik al eerder had gezegd, pleiten wij niet voor de volledige commercialisering van de ouderenzorg. Dat is volledige onzin. Ik denk wel dat de privésector daarin een goede rol zou kunnen spelen. De essentie van mijn betoog is dat de zorg kwalitatief en betaalbaar moet zijn. Of dat nu een vzw is of een openbaar bestuur of de privésector, dat zal mij worst wezen. (Applaus bij Open Vld)
Mevrouw Van den Brandt heeft het woord.
Voorzitter, de huidige financieringswijze, de manier waarop we de rusthuizen subsidies toekennen, is niet de juiste. Daarover hebben we al een resolutie goedgekeurd. Dit betekent uiteraard niet dat de overheid nieuwe rusthuizen op geen enkele wijze nog subsidies moet verlenen. Dat spreekt voor zich.
We hebben bijkomende rusthuizen nodig. We hebben te weinig plaatsen. Indien de overheid niet in middelen voorziet om bijkomende rusthuizen uit de grond te stampen, zijn de rusthuizen van mening dat ze hun prijzen zullen moeten verhogen. Een verhoging van de prijzen is momenteel echter geen optie. De gemiddelde prijs van een rusthuis bedraagt immers meer dan het gemiddelde pensioen. En verhogen is geen optie, want het is voor veel mensen nu al onbetaalbaar.
Minister, u hebt verklaard dat het budget voor 2015 0 euro bedraagt. In plaats van te stellen dat er geen geld is, zou u beter in middelen voorzien. In hoeveel geld zult u voorzien? Indien er geen middelen komen, zullen de wachtlijsten groter worden of zal de dagprijs worden verhoogd. (Applaus van mevrouw Elisabeth Meuleman)
Mevrouw Jans heeft het woord.
Voorzitter, ik vind het een goede zaak dat de sector een noodkreet lanceert. Dit toont aan dat er een probleem is. Ik vind het echter geen goede zaak dat in dit verband een polemiek wordt gecreëerd. Dat is wat momenteel gebeurt. (Opmerkingen)
De mensen die in een rusthuis verblijven, zijn hierom bekommerd. Ze hebben schrik dat hun dagprijs morgen met 10 euro per dag zal stijgen. (Opmerkingen van de voorzitter en van de heer Chris Janssens)
Mijnheer Janssens, u mag zich ten opzichte van mij excuseren.
Ik ben absoluut niet tevreden met die polemiek. We weten echter dat er een nood aan bedden is. Er zijn Europese financieringsregels. We weten dat er een probleem is. Ik vind dan ook dat we op korte termijn moeten nagaan of we de meest precaire dossiers verder kunnen helpen.
Wat ik nog belangrijker vind, is dat we twee jaar geleden een resolutie met betrekking tot het nieuw financieringssysteem hebben goedgekeurd. Dat staat in het Vlaams regeerakkoord en in de beleidsnota. Ik vrees echter dat we dit te zeer op de lange baan schuiven.
Minister, ik heb een heel concrete vraag. Hoe zit het met de stappen die we in de richting van een nieuw financieringssysteem kunnen zetten? Welk perspectief kunnen we de sector bieden?
Mevrouw Coppé heeft het woord.
Voorzitter, ik zou er, net als mevrouw Jans, bij de voltallige Vlaamse Regering op willen aandringen tijdens de begrotingsbesprekingen middelen vrij te maken voor de meest precaire dossiers, namelijk de dossiers die voor december 2014 zijn ingediend. Op die manier kan in de sector de rust weerkeren. De woonzorgcentra moeten weten wie nog door middel van overgangsmaatregelen voor bijkomende subsidies in aanmerking komt.
Het is natuurlijk niet de bedoeling dat hier een polemiek ontstaat en dat in het werkveld onrust ontstaat. We zouden met zijn allen naar de toekomst moeten kijken. We moeten nagaan hoe de financiering van de woonzorgcentra in de toekomst kan verlopen, vooral na de afwikkeling en de goedkeuring van de zesde staatshervorming. Hoe zal de financiering in de toekomst kunnen plaatsvinden?
Ik zal het nog even herhalen. In de begrotingscontrole voor 2014 en in de begroting voor 2015 is 60 miljoen euro meer ingeschreven voor de aangekondigde uitbreiding in de residentiële ouderenzorg. De Vlaamse Regering heeft wel degelijk geld gereserveerd en nieuw beleid met betrekking tot het aanbod mogelijk gemaakt.
Het punt waarover het hier gaat en dat ook in de media is verschenen, is dat we een lijn hebben getrokken. We hebben beslist dat wie voor investeringssubsidies in de oude stijl in aanmerking wil komen, voor een bepaalde dag een dossier moet indienen. Vanwege de problematiek met het Europees Systeem van Nationale en Regionale Rekeningen (ESR) moeten die subsidies naar het klassiek systeem worden veranderd. Dit heeft ertoe geleid dat de sector op een dynamische wijze dossiers heeft ingediend. Gedurende het laatste kwartaal van 2014 is er een enorme vraag naar investeringssubsidies geweest.
Het gevolg is uiteraard niet dat de dagprijs vanaf januari 2015 een probleem is. Dat is niet veroorzaakt door een vraag om investeringssubsidies die in november 2014 aan de overheid is gesteld.
Er is een probleem met het perspectief. De mensen willen weten in welke richting dit gaat. Ze willen de visie kennen om te weten waaraan ze zich in de toekomst kunnen verwachten. Dat is logisch en legitiem.
Bepaalde dossiers zijn, zoals hier is gesuggereerd, allicht dringender dan de andere dossiers. Dit klopt. De indruk wordt echter gewekt dat er een acuut probleem is. De instellingen die drie maanden geleden een investeringsaanvraag hebben ingediend, zouden nu hun algemene dagprijs verhogen. Dat is niet helemaal correct.
Dat er een problematiek is, dat hebben we bij de begrotingsbesprekingen in alle eerlijkheid erkend, denk ik. We hebben ook gezegd hoe we gaan proberen in 2015 te bekijken wat we kunnen doen aan antwoorden op de zeer korte termijn.
Mevrouw Jans, u zegt dat we het debat over de nieuwe financieringstechniek niet op de lange baan mogen schuiven. Geachte leden, de Vlaamse Gemeenschap is enkele maanden bevoegd voor de financiering van de forfaits voor rustoorden voor bejaarden (rob’s) en rust- en verzorgingstehuizen (rvt’s). Het RIZIV heeft in 2013 en 2014 nauwelijks rvt-forfaits toegekend in de residentiële ouderenzorg. Dat heeft allerlei consequenties, waarvan wij nu de inschatting aan het maken zijn. Uiteraard zijn we met de sector ook aan het bekijken hoe we daarmee omgaan. Zoals ik heb gezegd, mij lijkt dat een van de grote vragen met betrekking tot het nieuwe financieringssysteem. De zorgzwaarte zal toenemen. Het aantal mensen met een O-profiel en een A-profiel zullen we zien afnemen, en we zullen onze financieringssystemen zo moeten maken dat we de financiering echt gericht doen, in functie van de zorgzwaarte. Daar hebben vele mensen uit de sector zorgen bij en vragen over. Ik denk dat we dat echt onder ogen moeten zien. Wat het VIPA betreft, zullen we bekijken wat we kunnen doen. Op zeer korte termijn is er de begrotingscontrole, maar laten we eerlijk zijn: dat zal bescheiden zijn. We zullen bekijken wat er ten gronde mogelijk is met het budget voor de volgende jaren, en in een nieuw investeringssubsidiesysteem, dat dan voor heel de sector, maar wellicht ook zorggerelateerd, zal moeten worden ontwikkeld.
Minister, ik heb twee opmerkingen. Ik hoor hier kamerbreed, zowel bij mevrouw Jans en mevrouw Coppé als bij de hele oppositie, duidelijk de heel specifieke vraag om de onrust weg te nemen. Wel, u kunt die onrust wegnemen door overheidsinvesteringen te doen, door die investeringen toe te kennen. Doe dat ook: dat is een opdracht, een heel concrete vraag van het parlement aan u. Verdrink dat debat niet in de discussie die we terecht moeten voeren over de financiering van de zorgzwaarte. Die discussie zullen we moeten voeren, maar ontkoppel die twee en stel de mensen gerust. Geef overheidsinvesteringen.
Ik heb een opmerking ten aanzien van de collega’s van Open Vld. Wij van sp.a – en ik ga ervan uit dat dit ook zo is bij de regering, maar ik zou dat dan graag bevestigd zien – zien ook nog een actorrol buiten de puur commerciële bedrijven, dus ook voor lokale overheden of overheden tout court, voor de non-profit, de vzw’s. Die hebben in onze ogen nog een actorrol te vervullen inzake rustoorden. Minister, Vlaanderen is nu bevoegd met betrekking tot de prijzencontrole van de dagprijzen. Dwing de rustoorden niet tot een spreidstand die ze niet kunnen waarmaken.
Voorzitter, ik zal speciaal voor de Limburgse collega van de N-VA eindigen zonder polemiek, maar met een positieve noot en met een gratis besparingstip. Maak met de regering-Bourgeois eindelijk eens werk van het afbouwen, het stopzetten van die welvaartsoverdracht van Vlaanderen naar Wallonië. Ik vind het onaanvaardbaar en onbegrijpelijk dat zelfs de meest behoeftige Vlamingen, de gehandicapten, de ouderen, om budgettaire redenen niet de nodige, noodzakelijke hulp krijgen, terwijl er jaarlijks miljarden van Vlaanderen naar Wallonië blijven stromen. Minister, leg dat komende vrijdag eens op de tafel van de ministerraad. Uw vrienden en coalitiepartners van de N-VA zullen dat, net zoals voorbije zondag op het zangfeest, ongetwijfeld op applaus onthalen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mij lijken drie zaken essentieel. Essentieel is ten eerste een kwalitatieve zorg die betaalbaar is, tegen een correcte prijs. Ten tweede moet men in de toekomst kijken naar een alternatief systeem van financiering. Ten derde moeten we ook een oplossing zoeken, in de mate van het budgettair mogelijke, voor de 171 voorzieningen. (Applaus bij Open Vld)
De actuele vragen zijn afgehandeld.