Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de administratieve vereenvoudiging van de ondernemerssteun bij de ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV)
Actuele vraag over de finaliteit en timing van de herstructureringsoefening bij de ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV)
Verslag
De heer Ronse heeft het woord.
Voorzitter, minister, geachte leden, de functie van Vlaams minister van Economie was wat aan het evolueren naar de job van duivenmelker. Door de jaren heen zijn er voor bijna elk type ondernemerschap en elke maatschappelijke doelstelling verschillende potjes, subsidieprogramma’s, investeringsfondsen opgestart.
Minister, ik ben zeer blij dat zowel het regeerakkoord als uw beleidsnota daar duidelijk komaf mee maakt. Daarin staat dat het Participatiefonds, dat van het federale naar het Vlaamse niveau overkomt, wordt geïntegreerd in de ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV), dat er wordt gezocht naar een veel performantere werking om kmo’s en ondernemers in hun zoektocht naar vernieuwing, innovatie en opstart te ondersteunen om de financieringskloof te dichten wanneer de markt faalt, en om in een tweede beweging de subsidieprogramma’s zelf veel ondernemersvriendelijker, transparanter en gerichter op te stellen.
Minister, gisteren stond dat op de voorpagina van De Tijd, en ik ben heel benieuwd om uw concreet plan van aanpak en tijdpad te kennen.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, ik zou u niet durven beschuldigen een duivenmelker te zijn. Dat is ook geen beschuldiging, het is een zeer mooie hobby, maar ik heb wel een nieuw kantje van u leren kennen. U hebt blijkbaar groene vingers, want u hebt een wildgroei ontdekt en u gaat snoeien. U gaat drastisch snoeien in het overheidsinstrumentarium voor de ondersteuning van ondernemers. Op zich valt dat toe te juichen. Een eenvoudig, begrijpelijk ondersteuningssysteem is altijd beter dan een kluwen van verschillende maatregelen naast elkaar.
Ik wil er wel op wijzen dat de PMV in haar overheidsinstrumentarium bijzonder succesvol is. De verschillende maatregelen bereikten een ruim publiek en waren heel gevarieerd. KidsInvest heeft meer dan 2000 plaatsen in de kinderopvang gecreëerd, het Strategisch Overlegforum Financiën (SOFI) heeft een recordaantal spin-offs bij universiteiten ondersteund, er zijn meer dan 6000 zelfstandigen die dank zij een winwinlening de nodige financiering hebben gekregen, er zijn meer dan 20 industriële samenwerkingsverbanden die zullen investeren dankzij de ondersteuning van het TINA-fonds, er zijn waarborgen voor tientallen bedrijven die onder andere Volvo Cars en Vandemoortele hebben rechtgehouden en zo tewerkstelling hebben gegarandeerd.
Wij steunen van harte uw oproep en actie voor vereenvoudiging. Voor ons kan er zeker worden gestroomlijnd. De zesde staatshervorming biedt u daartoe de kans met de overdracht van het Participatiefonds, maar we vragen u dat zo te doen dat u het kind met het badwater niet weggooit, dat u een performant instrumentarium voor onze ondernemers en ondernemingen in stand houdt.
De heer Daems heeft het woord.
Minister, ik heb een mooi tabelletje gemaakt op basis van de Vlaamse subsidiewijzer. Het gaat over 135 Vlaamse instrumenten en volgens die wijzer komen er nog bij. Er zijn 22 adviesmogelijkheden, 77 subsidiemogelijkheden, 2 fiscale maatregelen – ik hoop dat het er meer worden na de staatshervorming – 6 waarborgregelingen en 23 lening- en participatiemogelijkheden, 135 in totaal. Doe er nog 150 bij van de federale overheid en eigenlijk is dit het walhalla voor het ondernemingsleven. We kunnen meer dan 200 mogelijkheden aansnijden om op de een of andere manier onze economische ontwikkeling bij te staan.
Er is echter een klein probleem: er is geen kat die nog weet hoe het moet gebeuren. Als er al arbeidscreatie is gebeurd, dan is dat bij de bedrijven die subsidiejagers zijn en die de bedrijven helpen om aan subsidies te geraken. Over inefficiëntie gesproken. Maar ja, hier en daar een keynesiaanse jobvorming kan geen kwaad.
De PMV is een mooie maatschappij met goede resultaten. Balanstotaal: 650 miljoen euro, kapitaal 800 miljoen euro waarvan 560 miljoen euro onderschreven. Eigenlijk is dat een heel grote boîte als we dat in ogenschouw nemen. En zij heeft een groot aandeel in die instrumenten.
Minister, wat is de finaliteit van de oefening die de PMV maakt? Kunnen we rekenen op een stroomlijning – maar dat is misschien niet de juiste bewoording – kunnen we misschien rekenen op een single entry point, op het feit dat PMV en anderen zich zo organiseren dat een bedrijf naar één punt moet gaan, waar het kan zeggen: dit is mijn project, dit is de ontwikkeling die ik nastreef, kan ik alstublieft weten waar ik moet zijn zodat ik op een doeltreffende manier kan worden geholpen als dat mogelijk is? Welke is de timing dit u daarin plant?
Minister Muyters heeft het woord.
Ik moet eerlijk zeggen dat ik niet zelf naar de pers ben gestapt. Ik moet de heer Bothuyne daarvoor danken. Zijn schriftelijke vraag 240, waarin hij vragen had gesteld over het instrument van het Participatiefonds, vormde de aanleiding. Ik heb daarin op de vraag over de starterskredieten uitdrukkelijk geantwoord dat “voor de PMV-groep deze wijziging als positief gevolg heeft dat haar financieringsinstrumentarium voor kmo’s nu verder vervolledigd is. Een oefening voor verdere integratie van de diverse producten binnen de PMV-groep is momenteel aan de gang.” Dat was de aanleiding voor het mooie artikel op de eerste bladzijde van een krant. Ik dank u daarvoor, mijnheer Bothuyne.
Ik maak een onderscheid tussen twee grote blokken in de instrumenten: de subsidies en de marktconforme investeringen. Ik wil beide instrumenten vereenvoudigen. Dat moet duidelijk zijn. Het staat in het regeerakkoord en in mijn beleidsnota.
Bij de subsidies is de grote basis de integratie van het Agentschap Ondernemen en het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT) tot een Agentschap Innoveren en Ondernemen. We moeten echter niet alleen de agentschappen vereenvoudigen, maar tegelijk ook de instrumenten. Ik ben het met de heer Daems eens dat er vandaag een panoplie aan maatregelen is. Ik begrijp zijn vraag of het niet eenvoudiger kan. Ik wil die kmo-portefeuille daarin vereenvoudigen. Kunnen we het aantal klassen niet verminderen? Of meer nog: kunnen we de IWT-haalbaarheidsstudies en wat in de kmo-portefeuille bestaat niet in elkaar schuiven zodat het eenvoudiger wordt?
U vroeg naar het Agentschap Innoveren en Ondernemen. Het is mijn bedoeling dat dat één loket wordt, zodat bedrijven daar naartoe kunnen voor zowel subsidies als voor kredietverleningen en buitenlandse ondersteuning. Dat wil niet zeggen dat dat agentschap alles moet doen. De bedrijven kunnen nog altijd worden doorverwezen. Dat is in elk geval onze filosofie daarover.
De timing is dat die integratie, liefst al met geïntegreerde instrumenten, rond kan zijn tegen begin volgend jaar.
Wat vervolgens de marktconforme investeringen betreft, komen we bij PMV terecht. Ik denk dat ik het best antwoord op de vraag: wat wil ik hiermee bereiken? Ik wil daar drie dingen mee bereiken. Het eerste punt is dat we vooral het marktfalen kunnen compenseren met wat binnen de overheid gebeurt. We moeten niet kopiëren wat de markt doet. Voor het tweede punt verwijs ik naar een studie die is uitgevoerd door professor Manigart. Zij zegt daarin dat de bestaande instrumenten niet eens gekend zijn, vooral niet bij de kmo’s. Het derde punt is dat er door de wildgroei door de jaren heen een gebrek is aan complementariteit van de bestaande instrumenten.
Die drie punten, namelijk het verhinderen van marktfalen, de complementariteit en de kennis van de bestaande instrumenten, vormen de opdracht van PMV om met het management en in overleg met de raad van bestuur en de stakeholders een voorstel te formuleren. Ik hoop dat ik dat voorstel krijg tegen de zomer. Ik zal dan samen met PMV bekijken wat we kunnen doen.
Het is in elk geval de bedoeling om door verandering te versterken. Dat is de bedoeling van de hele oefening. Ik denk dat ik zo op alle vragen heb geantwoord.
Minister, ik dank u voor uw duidelijke visie. Ik ga akkoord met het onderscheid en met uw opmerking dat we de subsidies en investeringsmaatregelen niet op één hoop mogen gooien.
Wat echter wel nog belangrijk blijft doorheen dat hele beleid, is dat er een ‘additionaliteit’ moet uitgaan van elke investering of subsidie die we in ons ondernemerschap steken. Met ‘additionaliteit’ bedoel ik dat het geen zaken mag teweegbrengen die men sowieso al zou doen. De vraag is of dat wordt meegenomen in de hele beweging.
Minister, ik dank u voor uw duidelijk antwoord. Ik ben het eens met uw ambitie voor vereenvoudiging en versterking van het instrumentarium. We moeten inderdaad trachten meer ondernemers te bereiken, meer zelfstandigen te ondersteunen richting investeringen en kandidaat-zelfstandigen te ondersteunen om effectief de start te nemen.
Ik denk dat een performant overheidsinstrumentarium vanuit PMV daar heel belangrijk voor is. Het is ook heel belangrijk dat u het onderscheid maakt tussen subsidies en financieringsinstrumenten. Financieringsinstrumenten kunnen en mogen een veel belangrijkere plaats innemen in ons economisch beleid.
U hebt het over marktfalen. Dat wordt gedeeld door alle fracties. Ik heb het eens nagekeken. Ik denk dat het laatste jaar elke fractie vragen heeft gesteld aan de regering over het marktfalen als het gaat over de financiering van investeringen. De vragen zijn er, de noden zijn er. We hopen dat u er snel werk van maakt.
Ik ben blij dat de minister zegt ‘Single Entry Point’, een eenheidsloket. Ik heb daar enige ervaring mee. Ik heb dat destijds nog in opdracht van de federale regering mogen oprichten. Minister, meent u dat, een eenheidsloket? Ik neem aan van wel, want u zegt het hier. Maar ziet u het ook zitten om binnen dat eenheidsloket een link te maken met het federale niveau? Want je lost het dan misschien wel op voor de Vlaamse instrumenten door een frontoffice te maken, waarbij de mensen naar één punt kunnen komen, maar dan heb je nog altijd niet de link gemaakt naar die panoplie van federale maatregelen, waar die ondernemingen toch ook wel in geïnteresseerd zouden kunnen zijn. Ziet u het zitten om via dat eenheidsloket, als u dat opricht – dat kan voor mij in private handen zijn, dat hoeft niet eens een IWT te zijn, er zijn voorbeelden ter zake – een link te maken met het federale niveau zodat de ondernemingen wel degelijk weten waar ze aanspraak op kunnen maken?
De heer Vanbesien heeft het woord.
Ik steun het enthousiasme voor de plannen van de minister om te gaan naar een vereenvoudiging en een versterking van het instrumentarium om het bedrijfsleven te ondersteunen. Ik wil er toch een vraag naar nog iets meer ambitie aan toevoegen. Ik denk dat het belangrijk is dat het instrumentarium ook ingezet wordt als hefboom voor het verduurzamen van de economie. Mijn bijkomende vraag is of in de hervorming, in de vereenvoudiging die er zal komen, de minister er ook aan denkt om ook andere criteria echt te laten meespelen bij de selectie van bedrijven, bijvoorbeeld de afbouw van de CO2-uitstoot of het inschakelen van die bedrijven in een circulaire economie.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Minister, u bent vrij concreet als het gaat over het Agentschap Ondernemen en IWT. U bent bijzonder vaag als het gaat over PMV, net zoals afgelopen donderdag bij mijn vraag om uitleg. De vraag is en blijft wat u concreet gaat doen. Wat gaat u wel nog doen? Wat gaat u niet meer doen? Wat gaat u anders doen?
Als u dat aankondigt, weet dan dat ondernemers altijd de vraag stellen: wat betekent dat voor mij? Getuige de oproep van UNIZO, getuige ook de oproep, die wij onderschrijven, om slagkracht en efficiëntie, ook op het gebied van tewerkstelling, ecologie en bereik, te vrijwaren. Zorg daar alstublieft voor. Zult u misschien nu de duidelijkheid geven? Ik bid u. Of is het, om in duivenmelkerstermen te blijven: de begeleiders wachten?
Mijnheer Van Malderen, u zou eigenlijk heel blij moeten zijn. Ik geef u hetzelfde antwoord dat ik aan de meerderheid geef. Dat is consequent. Ik ben consequent. Ik stel een vraag aan PMV met een duidelijke doelstelling. Ik heb de drie elementen gegeven die zij moeten bereiken in het voorstel dat ze mij formuleren. Dan denk ik dat het logisch is dat ik wacht tot ik een antwoord krijgt van PMV om iets naar buiten te brengen. Als u vindt dat ik het zelf moet doen, dan neem ik PMV niet au sérieux. Ik ben niet iemand die dat dan niet au sérieux neemt. Ik neem u au sérieux, want ik geef hetzelfde antwoord als ik de andere collega’s geef. Ik veronderstel dat u daar heel blij mee bent.
Mijnheer Vanbesien, ik ga u niet antwoorden, want u maait het gras weg voor de voeten van collega Turan die een volgende actuele vraag heeft. Ik stel voor dat we eventueel na het antwoord daarop, daar nog verder op kunnen ingaan. Ik zou het oneerlijk vinden ten aanzien van collega Turan dat ik nu al het antwoord zou geven dat ik zo dadelijk wil geven aan haar. Ik hoop dat u dat apprecieert, mevrouw Turan? (Gelach)
Mijnheer Daems, ik heb daarnet gezegd dat als ik iets zeg, ik dat ook meen. Dus ja, één loket. Het staat in het regeerakkoord. Ik voer dat regeerakkoord uit. Dus, ja, ik meen dat.
Wat betreft de link met het federale, zult u hopelijk dit onderschrijven. Idealiter was er een goede staatshervorming die ervoor zorgde dat alles in één hand kwam. Spijtig genoeg is dat niet gebeurt.
We moeten ons dus behelpen. Ik zal nagaan op welke manier we het eenvoudig kunnen maken. Ik ga vandaag niet zeggen wat ik met de federale overheid ga afspreken zonder daarover met de federale overheid te hebben gesproken. Ik wil het eenvoudig maken voor bedrijven, maar laat ons hopen op een goede staatshervorming die alles in één hand geeft.
Mijnheer Ronse, men spreekt bij additionaliteit ook over ‘the dead weight’, het dode gewicht dat je meeneemt als je een maatregel treft. Het is altijd een beetje zoeken naar een evenwicht tussen enerzijds een dood gewicht dat je toch meeneemt en de eenvoud van een maatregel. Dat evenwicht moet je altijd zoeken.
We moeten vermijden dat we een maatregel nemen als het gros van de bedrijven die investering of die kredietverlening toch wel zouden hebben gekregen, ook zonder steun van de overheid. Dan kun je een maatregel soms beter niet nemen.
Minister, ik heb er alle vertrouwen in dat u ook deze performantieoefening tot een goed einde zult brengen. Daarvoor kijk ik naar het doelgroepenbeleid dat u recent op een zeer performante manier hebt hervormd.
Mijnheer Van Malderen, ik roep u op om wat meer vertrouwen te hebben in de minister. U bent trouwens niet goed geplaatst om hier over steun aan ondernemers te spreken. Uw partij heeft diezelfde ondernemers decennialang plat en kapot belast. (Applaus bij de meerderheid)
Minister, ik dank u voor uw antwoord. U hebt de lat meteen hoog gelegd en ook terecht hoog gelegd: een eenvoudig en performant instrumentarium dat meer nog dan vandaag, de ondernemers bereikt. Ik denk dat de kmo’s en zelfstandigen nood hebben aan een performant instrumentarium. Ik roep u op om er snel werk van te maken, in overleg met de ondernemersorganisaties. De bekendmaking en promotie van het instrumentarium dat we straks zullen hebben, onder meer dankzij de zesde staatshervorming, moet samen met hen gebeuren om ervoor te zorgen dat elke zelfstandige en ondernemer krijgt waar hij recht op heeft.
Minister, u meent het, wij ook. Het eenheidsloket moet en zal er komen, met een link naar het federale niveau op gepaste wijze.
Laat mij toch nog wijzen op een groot gat in de economische activiteiten van Vlaanderen, onder meer bij PMV: we hebben niet echt een instrument waarbij we kunnen co-investeren met internationale investeerders die naar hier komen. Als we internationale investeerders willen behouden of ze willen aantrekken om meer groei te creëren, dan zou dit een belangrijk aandachtspunt kunnen zijn in de hervorming van de ParticipatieMaatschappij Vlaanderen om in een pocket te voorzien voor internationale investeerders. Het zou een enorme economische meerwaarde voor de Vlaamse economie kunnen zijn. Ik reken erop dat u dit wilt overwegen. (Applaus bij Open Vld)
De actuele vragen zijn afgehandeld.