Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het akkoord van de sociale partners rond het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) en de gevolgen ervan voor de VDAB
Verslag
De heer Bothuyne heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, de positie van de 55-plussers op de arbeidsmarkt is een bijzonder hot item en niet onterecht. 26 procent van de werkzoekenden in Vlaanderen is ouder dan 55 jaar. De werkzaamheidsgraad van de 50-plussers ligt op 57 procent, die van de 55-plussers op 43 procent. Er is dus nog altijd heel wat werk aan de winkel.
Recent waren er op federaal niveau de onderhandelingen van de Groep van Tien. Er is een akkoord bereikt over grosso modo een kleine verschuiving van de actieve beschikbaarheid naar de passieve beschikbaarheid van een groep SWT’ers (stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag), de vroegere bruggepensioneerden. Wil dat zeggen dat die passieve beschikbaarheid resulteert in een passief arbeidsmarktbeleid ten aanzien van deze mensen? Helemaal niet volgens ons. Er blijft een zeer grote verantwoordelijkheid voor de VDAB en voor Vlaanderen om aan elke 50-plusser die werkzoekend is, ook de SWT’ers (stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag), een aanbod van begeleiding te doen en van eventueel een opleiding en een passende dienstbetrekking. Uiteindelijk zijn ook deze mensen nog steeds verplicht om in te gaan op een passende job die hen door de VDAB wordt aangeboden.
Er is meer. Vorige week stond in De Standaard een open brief van Ingrid V., een oudere werkzoekende die zich in de steek gelaten voelde door de VDAB. Ik denk dat wij ervoor moeten zorgen dat elke 55-plusser die werkzoekend is, de begeleiding en opleiding krijgt waar hij of zij recht op heeft.
Minister, u hebt inspanningen gedaan. ‘Samen op de bres voor 50+’ was een heel belangrijke stap. De doelgroepkortingen voor 55-plussers die ervoor zouden zorgen dat werkgevers deze groep zouden kunnen aanwerven, zijn een andere belangrijke stap. Maar er is ongetwijfeld nog meer nodig. Open brieven zoals die van Ingrid V. moeten we vermijden. Het is een schandvlek op het uiteindelijk mooie blazoen van de VDAB.
Minister, hoe zult u ervoor zorgen dat elke 55-plusser die werkzoekend is, de nodige begeleiding en opleiding krijgt, rekening houdend met het akkoord van de Groep van Tien?
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, wie op 31 december nog geen 60 jaar was en dus onder het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag viel, moet voortaan tot 65 jaar actief solliciteren. Dat geldt overigens voor alle oudere werkzoekenden die ‘nieuw’ werkloos worden. Dit veroorzaakte heel wat ongerustheid. De bedrijven vrezen dat ze geen herstructurering meer kunnen doorvoeren en de vakbonden wezen erop dat de werknemers misschien niet meer in het stelsel willen stappen omdat ze moeten blijven solliciteren.
Zoals daarnet al is aangehaald, hebben de sociale partners een akkoord bereikt. Ze stellen een versoepeling voor. De Federale Regering zal uiteraard over deze materie beslissen. Ik zou echter twee elementen onder de aandacht willen brengen die zich op het niveau van de Vlaamse overheid situeren.
Het activeringsbeleid en maatwerkgericht beleid van de VDAB ten aanzien van de oudere werklozen is daarnet al aangehaald. Ik verwijs even naar het pleidooi dat ik vorige week heb gehouden. Er moet meer maatwerk komen voor de hooggeschoolden en in het bijzonder voor de oudere hooggeschoolden.
Daarnaast is er nog de uitspraak die de heer Van Eetvelt vandaag op Radio 1 heeft gedaan. Volgens hem beschikt de VDAB niet over voldoende capaciteit om al die mensen tot de leeftijd van 65 jaar op hun beschikbaarheid te controleren. We weten dat de VDAB meer moet doen met minder middelen, maar deze uitspraak verontrust me toch enigszins, onder meer omdat de heer Van Eetvelt lid is van de raad van bestuur van de VDAB.
Minister, de Federale Regering zal de beslissing uiteraard nemen. De beslissing zal echter een belangrijke impact op het activeringsbeleid van de VDAB ten aanzien van oudere werkzoekenden hebben. Ik zou u dan ook graag een paar concrete vragen stellen. Is de VDAB erop voorzien een actief en maatwerkgericht beleid ten aanzien van de oudere werkzoekenden te voeren? Omvat dit ook het actief zoeken naar een passende vacature?
Minister Muyters heeft het woord.
Voorzitter, eerst en vooral wil ik opmerken dat ik uiteraard zeer goed besef dat we met betrekking tot de 50-plussers nog veel werk moeten leveren. Dat is vijf jaar geleden al begonnen. We hebben de groep tussen 55 en 59 jaar oud heel duidelijk in het doelgroepenbeleid opgenomen. Dit geldt zowel voor aanwervingen als voor retenties. De sociale partners moeten hierover nog een uitspraak doen, maar ik blijf in elk geval op basis van deze filosofie werken.
Het competentie- en loopbaanbeleid heeft tot doel de mensen op de juiste stoel te krijgen. Op die manier willen we ervoor zorgen dat de mensen met veel zin en al fluitend naar hun werk gaan.
Mevrouw Talpe, u hebt vorige week al verwezen naar een brief die in een of andere krant is verschenen. Aangezien ik maar over vier minuten beschik, zal ik daar nu niet opnieuw op ingaan. Ik wil ingaan op een aantal nieuwe elementen die vandaag aan bod moeten komen.
Mijnheer Bothuyne, elke werkzoekende krijgt momenteel een begeleiding op maat. Dit geldt ook voor de meer ervaren werkzoekenden, wat beter klinkt dan de oudere werkzoekenden.
Wat de vacatures betreft, maak ik een onderscheid tussen werkzoekenden tot 55 jaar oud en werkzoekenden ouder dan 55 jaar. Tot de leeftijd van 55 jaar gebeurt er een automatische matching van de vacatures. Voor mensen ouder dan 55 jaar wordt dit een gevalideerde matching. Dit betekent dat we iets selectiever zijn. Iemand kijkt nog eens na of een vacature wel geschikt is voor mensen ouder dan 55 jaar. Daarnaast wordt het klassieke aanbod aan opleidingen en stages natuurlijk ook aan alle werkzoekende 50-plussers aangeboden.
De heer Van Eetvelt zou hebben verklaard dat de VDAB niet over de nodige capaciteit beschikt. Ik wil echter naar het Vlaams regeerakkoord verwijzen. In 2009 moesten mensen tot de leeftijd van 52 jaar actief blijven. Daarna moesten ze wel actief zijn, maar zorgde de VDAB echter niet voor een automatische activering. Tijdens de vorige legislatuur hebben we die leeftijd tot 60 jaar opgetrokken. In het Vlaams regeerakkoord staat dat we een stap verder zullen zetten en hier 65 jaar van zullen maken. Het is de bedoeling die stap te zetten. Ik heb de beslissing van de Groep van Tien echter nog niet gekregen. Ik wil evenmin op de mogelijke beslissingen van de Federale Regering vooruitlopen.
Als ik het goed heb begrepen, kan de VDAB zorgen voor de vacatures die ten aanzien van die nieuwe groep zouden moeten geleverd. Het komt erop neer dat de VDAB iedereen screent die in aanmerking komt om blijvend te worden geactiveerd. Hieruit moet blijken wat de persoon kent en kan. Vervolgens kunnen voor die persoon vacatures worden geleverd. De VDAB doet dit ook voor anderen. Dit kan automatisch ook voor deze personen gebeuren. De VDAB moet dan controleren of de werkzoekende de stap heeft gezet. Ik ga ervan uit dat de VDAB dit werk, indien dit nodig zou zijn, op zich zou kunnen nemen. Ik wil echter niet op een effectieve goedkeuring vooruitlopen.
Alles bij elkaar genomen, vormt dit voor mij al vijf jaar een prioriteit. Als we kijken naar het aantal 50-plussers die momenteel actief zijn, blijkt dat aantal, indien we dezelfde statistieken gebruiken, veel hoger te liggen dan vijf of zes jaar geleden.
Ik denk dus dat we op de juiste weg zijn, maar het werk is niet af en moet worden voorgezet. Als het akkoord een implicatie zou hebben, zullen we dat opnemen binnen de VDAB. En als het moet, zullen we dan zien waar andere taken eventueel iets minder belangrijk worden.
Minister, bedankt voor uw antwoord. Ik ben blij dat u aangeeft dat de VDAB er klaar voor is om elke ervaren werkzoekende die begeleiding en opleiding te geven en ook die passende job aan te bieden waar zij of hij recht op heeft. Dat is een zeer grote uitdaging. Uiteindelijk maakt het geen verschil of het dan gaat over passieve of actieve beschikbaarheid die van SWT’ers vereist wordt. Ook in het kader van passieve beschikbaarheid heeft de VDAB alle middelen om die mensen te begeleiden, op te leiden en een passende job aan te bieden.
Dankzij de zesde staatshervorming heeft de VDAB nu ook een stok achter de deur: een eventuele sanctie als men niet op zo’n passende dienstbetrekking ingaat. Ik ben blij met uw voluntaristische ingesteldheid om elke oudere werkzoekende begeleiding op maat aan te bieden.
Minister, bedankt voor uw antwoord. Ik ondersteun zeker dat er meer maatwerk moet zijn en dat daarop wordt ingezet. Vandaag weten we inderdaad nog niet wat er uiteindelijk beslist zal worden op federaal niveau. In ieder geval zal de VDAB actie moeten ondernemen. We zullen dat dan ook bekijken.
Ik heb nog een bijkomende vraag. De sociale partners zitten ook in de raad van bestuur van de VDAB. Als de sociale partners op federaal niveau een akkoord afsluiten waarbij de groep van te activeren personen groter of kleiner wordt, heeft dat uiteraard een impact op de VDAB. Kreeg u vanuit de raad van bestuur van de VDAB signalen dat ze die activering niet haalbaar of wenselijk vonden?
Mevrouw Van Eetvelde heeft het woord.
Voorzitter, dit is min of meer de discussie die we vorige week gevoerd hebben. Ik wil ten aanzien van de collega’s nog eens benadrukken dat de vijftigplussers kunnen rekenen op de begeleiding die hen toekomt. Dat kan nu al. Als zij nood hebben aan extra coaching, zal de VDAB daar zeker en vast op ingaan.
Volgens het sociaal akkoord zal er geen enkele SWT’er nog actief op zoek moeten gaan naar een job. Dat vind ik nogal vrijblijvend. Ik wil dan ook het Vlaamse regeerakkoord nog eens onder de aandacht brengen, waarin we heel zwaar inzetten op het versterken van het activeringsbeleid en op het maatwerk en de competentiegerichte matching. Ook het activeren van werkzoekenden breiden we uit tot de leeftijd van 65, weliswaar via de geleidelijkheid. Ik wil tot slot ook het doelgroepenbeleid nog onder de aandacht brengen, waarbij we heel veel inzetten op de 55-plussers. We doen op dat vlak dus wel een en ander.
Ik wil tot slot nog opmerken dat zo’n akkoord bijzonder demotiverend moet werken voor de mensen van de VDAB. Zij zullen mensen enkel nog vrijblijvend moeten opbellen voor een job, terwijl ze er ook altijd maar meer taken bij krijgen.
Mevrouw Kherbache heeft het woord.
Minister, u zegt dat elke werkzoekende, ook elke werkzoekende 50-plusser, kan rekenen op een aanbod vanuit de VDAB, maar dat is een standaardaanbod. Ik zou willen weten welke jobs men concreet aanbiedt. Want men kan het langer werken wel nastreven, maar wat de 50-plussers vandaag als probleem ervaren, is dat zij geen jobs aangeboden krijgen. Bovendien zijn zij ook vaak het slachtoffer van discriminatie op de arbeidsmarkt. Er is op dat vlak heel weinig monitoring.
We kunnen de mond vol hebben van een passend aanbod, maar wordt dat wel concreet en op maat van de werkzoekende gemonitord? Wat wordt effectief aangeboden aan de mensen?
Mevrouw Kherbache, ik vind dat een rare vraag. Ik begrijp wat u wilt zeggen, maar ik kan natuurlijk niet zeggen hoeveel jobs elke vijftigplusser aangeboden krijgt. Dat gebeurt bij iedereen op maat van de competenties en de talenten. Ondertussen gaan we onder meer ook feedback van de werkgevers vragen wanneer iemand niet is aangeworven. Dat kan een belangrijk signaal zijn, niet alleen op het vlak van betere begeleiding van de meer ervaren werkzoekenden, maar ook op het vlak van sensibilisering van een bedrijf. Dat blijft een zeer belangrijk instrument.
We blijven erop inzetten, met steunmaatregelen en samen met de vakbonden en de diversiteitsmanagers, ook bij de werkgeversorganisaties. Die sensibilisering, opvolging en ondersteuning met betrekking tot wat een werkzoekende echt nodig heeft, is er zeker en vast.
Mevrouw Van Eetvelde, het is heel duidelijk dat we die instrumenten inzetten voor die groep. We zitten daar op de juiste weg, en we moeten daarop ook voortgaan. Of de VDAB en de sociale partners mij een signaal hebben gegeven? Neen. Mochten zij dat hebben gedaan, dan hadden zij zich beter gericht tot de Groep van Tien aangezien zij, buiten één uitzondering, tot dezelfde families behoren. Ik ga ervan uit dat zij in de Groep van Tien daarover met kennis van zaken suggesties hebben gegeven, maar ik heb daarvan geen signalen gekregen.
Laat ons daarin duidelijk zijn, ik heb in het verleden stappen van 52 tot 60 gezet, en dan gaat het over de nieuwe instroom van werkzoekenden die begeleid zullen worden en aan wie het hele instrumentarium ter beschikking wordt gesteld op maat van die werklozen.
Mevrouw Kherbache, laten we zoveel mogelijk jobs creëren. Dan zullen we steeds meer 50-plussers aan het werk moeten zetten. Er zijn vandaag al veel meer procenten 50-plussers aan het werk dan in het verleden.
In elk geval, mochten er zich in de toekomst problemen voordoen, dat is het een kwestie van prioriteiten stellen. Dan zal ik, samen met de raad van bestuur van de VDAB en met de gedelegeerd bestuurder bekijken op welke manier we dat kunnen opvangen. Maar ik heb dat signaal niet gekregen. Ik heb er het volste vertrouwen in, de VDAB is niet voor niets het overheidsbedrijf van het jaar.
Het overheidsbedrijf. (Opmerkingen van minister Philippe Muyters)
De VDAB is een performante organisatie. Mevrouw Van Eetvelde, daarom moet de VDAB absoluut niet bang zijn voor de inderdaad grote verantwoordelijkheid die bij hen wordt gelegd. Het federale akkoord van de Groep van Tien zorgt er niet voor dat de VDAB wordt gedemotiveerd. Integendeel, de VDAB wordt geresponsabiliseerd om ervoor te zorgen dat er een aanbod is van een passende job voor elke werkzoekende, elke ervaren werkzoekende, inclusief alle SWT’ers die zogezegd passief beschikbaar moeten zijn. Die uitdaging is er en blijft, en is vandaag groter dan ooit.
Minister, ik wil toch even benadrukken dat het brugpensioen, zoals dat vroeger heette, geen pensioen is maar een werkloosheidsuitkering. We moeten ook realistisch zijn en vaststellen dat we met z’n allen langer zullen moeten werken als we onze sociale welvaart willen behouden. Ook een activering van deze groep moet onze basisinsteek zijn, uiteraard met het nodige respect voor overgangs- en uitzonderingsmaatregelen. We mogen van de andere kant ook niet vergeten dat er oudere werkzoekenden zijn die zich echt wel graag opnieuw op de arbeidsmarkt willen inzetten. Daar moet de Vlaamse Regering hen aanmoedigen, en daar moeten we ook op de VDAB kunnen rekenen voor een maatgerichte begeleiding.
De actuele vragen zijn afgehandeld.