Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Janssens heeft het woord.
Voorzitter, minister, geachte leden, Waals minister van Ambtenarenzaken Christophe Lacroix zei maandag in het Waals Parlement dat hij ambtenaren die in contact komen met het publiek, wil verbieden uiting te geven aan hun religieuze overtuiging. Nu gebeurt het niet vaak dat het Vlaams Belang het eens is met een Waals PS-minister, maar in dezen kan ik het alleen maar volmondig met hem eens zijn.
Hier in Vlaanderen geldt geen algemeen hoofddoekenverbod, want daarover gaat het dan meestal, voor personeel met een loketfunctie. Weliswaar bestaat er hier en daar lokaal in een aantal steden en gemeenten zo’n verbod. In een aantal andere steden en gemeenten is er dan helemaal niets, en er is zelfs een stad waar er eerst zo’n verbod was, maar waar dat uiteindelijk door een beslissing van de gemeenteraad opnieuw werd afgeschaft.
Minister, dit alles komt de duidelijkheid en de rechtszekerheid niet ten goede. De oorzaak van die onduidelijkheid ligt hier, bij de Vlaamse Regering, die altijd heeft geweigerd om een algemene, in heel Vlaanderen geldende maatregel te nemen. De vorige regering schoof de hete aardappel door naar de leidend ambtenaren. Voor mijn partij getuigt dit niet van goed beleid. De verantwoordelijkheid moet niet worden afgeschoven op leidinggevende ambtenaren, met alle mogelijke personeelsconflicten van dien. Ik pleit daarom duidelijk voor een algemeen hoofddoekenverbod voor ambtenaren. Aan het loket moet er immers neutraliteit heersen.
Minister, zult u alles bij het oude laten en de bevoegdheid om al dan niet een verbod op religieuze symbolen uit te vaardigen, overlaten aan ambtenaren? Of zult u, zoals dat nu in Wallonië het geval is, ook een initiatief nemen om een algemeen verbod uit te vaardigen in heel Vlaanderen, zowel voor de Vlaamse administratie als voor de ambtenaren van de lokale besturen?
Minister Homans heeft het woord.
Mijnheer Janssens, het Waalse voorstel waar u nu een voorbeeld aan neemt, u zegt het zelf met een beetje cynisme, is geen algemeen verbod, het geldt voor de Waalse ambtenaren en niet voor de lokale besturen.
Het ergert me dat u het steeds hebt over het hoofddoekenverbod. De actuele vraag die u hebt ingediend, ging over de neutraliteit van de ambtenaar en dat is veel breder, ik denk dat we het daarover eens zijn. In uw vraag was u zeer genuanceerd en had u het over alle opzichtige religieuze kenmerken. U noemde de hoofddoek, het kruisteken, het keppeltje en dergelijke. Nu, hier, spreekt u enkel over het hoofddoekenverbod.
Wat is de intentie van de Vlaamse Regering? Gaat zij het Waalse voorstel, uw grote voorbeeld nu, volgen? Het regeerakkoord is zeer duidelijk. Het spijt me, het zal een beetje saai zijn, maar ik ga toch een passage citeren: “We waken erover dat de dienstverlening van de Vlaamse overheid aan de burgers neutraal is en als neutraal ervaren wordt. De leidend ambtenaren zorgen ervoor dat vooral de ambtenaren die in contact staan met het publiek aan deze vereisten beantwoorden.”
Dus, wij gaan voor neutraliteit en geven de verantwoordelijkheid aan de leidend ambtenaar waar we alle vertrouwen in hebben. Hij moet erop toezien of dat wordt nageleefd of niet.
U hebt een bruggetje gemaakt naar de lokale besturen. Dit valt onder de autonomie van de lokale besturen. Uw collega mevrouw Bonte heeft het in de commissies Inburgering en Onderwijs al aangekaart, een hoofddoekenverbod zoals u het noemt – ik noem het eerder het bewaken van de neutraliteit, maar dat is een semantische discussie volgens u – valt volgens mij onder de vrijheid van de inrichtende macht.
Zal ik als minister bevoegd voor de bestuurszaken een algemene richtlijn uitvaardigen? Neen.
Uw antwoord, minister, stelt natuurlijk ten zeerste teleur. Of het nu gaat over het hoofddoekenverbod of het neutraliteitsprincipe zoals u het noemt, als u kijkt naar de realiteit in de straten van Antwerpen en Brussel, of in mijn eigen stad Genk, dan kent u het probleem. De burger heeft recht op neutraliteit, en ambtenaren met een hoofddoek zijn wat ons betreft uit den boze.
Ook al bent u vandaag zeer onduidelijk en weigert u zelfs om dergelijk principe in te voeren, u en uw partij waren in de aanloop naar de verkiezingen heel duidelijk. Uw partij zei toen in een persbericht, ondertekend door de hier aanwezige Ben Weyts, maar ook door Siegfried Bracke, dat de N-VA de invoering van het neutraliteitsprincipe voor ambtenaren op alle bestuursniveaus in 2014 in het regeerakkoord zou zetten.
Minister, de krantentitels waren duidelijk: ‘N-VA wil nergens nog ambtenaar met hoofddoek’ en ‘N-VA trekt naar verkiezingen met neutraliteit aan het loket’. Minister, u moet oppassen dat u bij de volgende verkiezingen niet eenzelfde verkiezingsprogramma kunt indienen omdat er van het huidige niets gerealiseerd is.
Mijn bijkomende vraag is: waarom wilt u uw eigen programma niet in beleid omzetten?
Mijnheer Janssens, ik weet niet of u het beseft, maar in uw repliek hebt u het opnieuw enkel en alleen over een hoofddoekenverbod. Ik wil waken over de neutraliteit. De passage uit het regeerakkoord die ik heb voorgelezen, is duidelijk. Ik heb alle vertrouwen in de leidend ambtenaren van de Vlaamse overheid. Zij zullen erop toezien dat de neutraliteit wordt bewaard.
U verwijst nogmaals naar de lokale besturen. Ik heb u daarnet gezegd dat het de autonomie is van een lokaal bestuur om te bepalen wat neutraliteit is en in welke mate die moet worden nageleefd. Elk gemeentebestuur of lokaal bestuur beslist daar autonoom over.
Op uw enige concrete vraag of ik als Vlaams minister de algemene richtlijn zal invoeren voor alle 27.000 ambtenaren in dienst van de Vlaamse overheid, zonder het onderwijs en De Lijn, antwoord ik ‘neen’. Ik heb, in tegenstelling tot u, alle vertrouwen in onze leidend ambtenaren. Zij zullen de neutraliteit bewaken en bewaren.
Ten eerste, het stilzwijgen van Open Vld is veelzeggend. In de vorige legislatuur, toen ze weliswaar nog deel uitmaakten van de oppositie, dienden ze zelfs een voorstel van resolutie in, dat plots bij hoogdringendheid moest worden besproken, en waarin ze ook pleitten voor het neutraliteitsprincipe voor ambtenaren. Uw partij, minister, ik heb het geciteerd, was heel duidelijk. Het verschil tussen woord en daad bij N-VA-prominenten wordt steeds groter, of het nu gaat over de staatshervorming, de transfers of het neutraliteitsprincipe. Minister, u belooft het ene, maar u voert het andere uit. U belooft iets, maar u doet niets. Blijkbaar hebt u vooral een fundamenteel gebrek aan politieke moed. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vraag is afgehandeld.