Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Daems heeft het woord.
Voorzitter, minister, de week van de bedrijfsoverdracht is georganiseerd door het Agentschap Ondernemen en vindt over 2 weken plaats. Het lijkt iets alledaags, onbelangrijk op het eerste gezicht. Vorig jaar waren er ongeveer 1800 deelnemers.
Wanneer we dat even in een juist perspectief plaatsen, dan gaat het toch maar over 85.000 bedrijven die op korte termijn in een situatie komen om het leiderschap en het eigendom over te dragen. Ruw geschat gaat het over meer dan 300.000 jobs, over enkele tientallen miljarden euro toegevoegde waarde binnen het bruto Vlaams product, zoals ik het nu moet noemen. Het gaat over diensten en goederen die worden geleverd op onze interne markt, maar die ook worden geëxporteerd.
Als men dat binnen het juiste perspectief bekijkt en men weet dat er een problematiek van bedrijfsoverdracht bestaat, en dat slechts 1800 van de 85.000 bedrijven geïnteresseerd zijn om zich binnen het kader van deze week goed te laten informeren, dan kan men op zijn zachtst zeggen dat daar een risico zit voor onze economie en voor onze economische groei. Het is ook voor een deel een debat over verankering. Mijn aanvoelen is dat de vorige Vlaamse Regering en de Federale Regering een aantal maatregelen hebben genomen die wel degelijk een kader scheppen dat daar gunstig voor is. Op het vlak van financiering van die overdracht is er echter nog altijd een probleem.
Ik verklaar mij nader. Een bedrijfsleider kan meerdere kinderen hebben. En hoewel de schenkingsrechten op nul zijn gebracht, moeten de kinderen onder elkaar uitmaken wie dan wel het bedrijf heeft en hoe dat wordt gefinancierd. We weten dat banken vandaag op de laatste rij staan om eens een inspanning te doen – en dat is dan heel zacht uitgedrukt.
Ik weet uit ervaring dat de iets grotere bedrijven, de familiale bedrijven, ‘targets’ zijn, doelen van buitenlandse investeerders, die met oceanen van middelen zoeken naar bedrijven. Zij komen dan terecht in een multinationaal kader, en je weet maar nooit welke bedrijven dan stoppen.
Minister, in welke elementen kunt u op korte termijn voorzien in het kader van de financiering van de bedrijfsoverdracht?
Minister Muyters heeft het woord.
Mijnheer Daems, bedankt om op deze manier de week van de bedrijfsoverdracht, die elk jaar de week voor de herfstvakantie plaatsgrijpt, onder de aandacht te brengen. U hebt het belang geschetst, en ik kan dat compleet volgen. Het is inderdaad moeilijk om die mensen te bereiken omdat het vaak om de privésfeer gaat. Men gaat ervan uit dat het iets van zichzelf is en dat men er niet mee te koop gaat lopen. Vandaar die week en alle acties die we ondernemen in verband met de bedrijfsoverdracht. Wij doen dat met acht verschillende partners. Voka en UNIZO zijn erbij, maar ook een heleboel andere. Het Agentschap Ondernemen doet al heel wat. Er zijn zeer heldere en goed opgemaakte informatiebrochures. Maar er zijn ook opleidingssessies.
Daar kom ik op het antwoord op uw vraag over privéfinanciering. Er is opleiding over familiale bedrijven die overgaan naar andere familiale bedrijven. Er zijn er ook die overgaan naar derden. Er is een specifieke opleiding voor starters die een familiaal bedrijf zouden overnemen, maar ook voor groeiers die met het overnemen van een familiaal bedrijf een stap verder zetten. Daarnaast is er binnen de kmo-portefeuille de mogelijkheid om een financiering te krijgen om zich goed te laten adviseren. Dat is een goede zaak. Er zijn ook peterschappen, waarbij bedrijfsleiders bij elkaar worden gebracht om daarover van gedachten te wisselen. Door de schenkingsrechten op nul te zetten, heb ik familiale bedrijven er tijdens de vorige regeringsperiode toe gebracht om na te denken.
Met betrekking tot de financiën bij de overdracht zie ik twee elementen. De bestaande maatregelen zijn niet altijd goed bekend. Wij moeten ze beter bekend maken. Mocht blijken dat de marktwerking daar zou falen, laat ons dan bekijken op welke manier we daarop kunnen ingaan. Een mogelijkheid is – en zo staat het ook in het regeerakkoord – dat we de Winwinlening nog kunnen uitbreiden. Misschien is dat een kapstok voor de toekomst. Ik ben bereid om dat in de commissie verder te bekijken.
Minister, dank u voor uw antwoord. We kunnen in de commissie over de partijgrenzen heen perfect samenwerken om een financieringskader te vinden waarbij de bedrijfsoverdracht niet in gevaar komt. Ik heb de omvang geschetst. De Winwinlening is misschien een kader. Maar waar het mij vooral om te doen is, is dat ik op het terrein zie dat de banken verdraaid deze financiering niet doen omdat er onvoldoende waarborgen zijn. Het resultaat is dat bedrijven stoppen en overgaan in andere, internationale bedrijven. Het resultaat daarvan is: minder economie hier en minder jobs. We kunnen perfect samenwerken om dat financieringsluik, binnen de marktwerking uiteraard maar met ondersteuning – waarom niet? – van publieke gelden, juist te kaderen zodat we dit soort activiteiten op een oordeelkundige manier beschermen. Ik zeg het nogmaals: 85.000 bedrijven, 300.000 jobs, tientallen miljarden euro toegevoegde waarde in het bruto Vlaams product. U weet dat een klant houden nog altijd goedkoper is dan er een klant bij krijgen. (Applaus bij Open Vld)
Mevrouw Turan heeft het woord.
Mijnheer Daems, dit is een terechte vraag over de problematiek van de vergrijzing en de opvolging van familiebedrijven. Ik was vooral benieuwd naar het punt dat u wou maken in verband met de week van de bedrijfsoverdracht. U maakte vooral een punt over de financiering. Minister, u weet dat wij nog niet zo lang geleden, in de vorige legislatuur, een bankenplan hebben goedgekeurd omdat wij hebben vastgesteld dat er wel degelijk sprake was van een ‘credit crunch’, waarbij de financiering en het verlenen van kredieten aan de kmo’s, vooral aan de kleinere ondernemingen, niet zo goed verliep. Los van het antwoord dat u hebt gegeven, ben ik vooral benieuwd naar de huidige stand van zaken van het bankenplan, dat moest zorgen voor een betere financiering en kredietverlening voor starters en bedrijven. U zei daarnet dat er veel maatregelen zijn, maar dat ze niet voldoende bekend zijn bij de mensen voor wie ze dienen. Ik ben u daar heel dankbaar voor want de transparantie en de duidelijkheid in verband met veel maatregelen die we nemen voor de achterban lopen niet altijd zo vlot. Dat is inderdaad een werkpunt waaraan ik heel graag met u wil samenwerken de komende periode. Ik ben heel benieuwd naar uw reactie over het bankenplan.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Beste collega’s, minister, de overdracht van bedrijven lijkt mij inderdaad een zeer goed thema. Maar we moeten dit ook even in een bredere context plaatsen. Er is overdracht van bedrijven, er zijn starters en groeiers. Het is heel tof om daarover discussie te voeren, onder andere over het bankenplan en wat er op financieel vlak allemaal is. Er is al heel veel gebeurd. Er moet echter vooral ook een goed ondernemersklimaat zijn. Een goed ondernemersklimaat koop je niet, maar dat probeer je te verkopen. Dat zal zeker niet altijd goed lukken. Zo zal de heer Crombez zich wellicht nog zeer goed herinneren hoe hij in de federale overheid moest vechten tegen de perceptie van ondernemers die hem niet positief gezind waren. Dat is het eerste dat hij moet doen. Je moet inderdaad eerst zorgen voor een positief ondernemersklimaat en dan komen de andere middelen die niet versnipperd mogen zijn, maar zo veel mogelijk moeten worden gebundeld tot één geheel.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Voorzitter, het is duidelijk een heel belangrijke problematiek. Tijdens de laatste tien jaren is het aantal zelfstandigen dat 60 jaar is of ouder, met bijna 50 procent gestegen. Dat toont aan dat het een heel belangrijke problematiek is. Ik ben dan ook blij dat het wordt vermeld in het regeerakkoord en dat er de nodige initiatieven voor zullen worden genomen.
In de vorige legislatuur heb ik er ook enkele vragen over gesteld, onder andere over het masterplan voor opvolging en overname. Die waren niet aan u gericht, maar aan voormalig minister-president Kris Peeters. Er zal een evaluatie komen rond juni 2015. Ik wil dan ook vragen dat er in de commissie de nodige aandacht aan wordt besteed, niet alleen aan het financiële aspect, maar aan de totaliteit.
Ik heb ten slotte nog een specifieke vraag, namelijk over de coachingtrajecten in het kader van overname, die voor 50 procent kunnen worden gefinancierd met de kmo-portefeuille. Ik heb die vraag gesteld op 17 januari 2014. Jammer genoeg bleek toen dat er nog geen enkele steunaanvraag was om specifiek die coachingtrajecten te volgen. Minister, u kunt er misschien niet op antwoorden, maar weet u of er intussen wel aanvragen zijn om dergelijke trajecten te volgen? Of stel ik die vraag beter schriftelijk?
Mevrouw Fournier, u zegt het zelf: indien ik de vraag op voorhand zou hebben gekregen, had ik het zeker opgezocht. Indien u mij de vraag schriftelijk bezorgt, geef ik u zeker een antwoord.
Het lijkt mij vanzelfsprekend dat we een evaluatie zullen uitvoeren. Het masterplan is opgesteld in samenwerking met acht organisaties: UNIZO, Voka, maar evengoed een management school die daarbij betrokken is. We moeten dat blijven doen. Ik zal het met veel plezier doen, samen met de commissie. We moeten nagaan wat het tekort is.
Wat mij betreft, is het bankenplan uiteraard een van de elementen. Mevrouw Turan, ik weet ook dat u niet had verwacht dat ik de evaluatie snel uit mijn mouw zou schudden en u zou zeggen hoe het ervoor staat. Dat is geen onderwerp voor een actuele vraag. We zullen het zeker meenemen. Het bankenplan was noodzakelijk. Er zijn goede gesprekken gevoerd. In de korte tijdspanne die ik heb gehad als minister van Economie heb ik nog niet opnieuw met de banken gesproken, maar ik zal het zeker verder opnemen en behartigen. Ik ben er, net zoals de heer Daems, van overtuigd dat het nodig is dat we oplettend blijven en dat we, daar waar er marktfalen is, eerst proberen de markt haar werk te laten doen. Als de markt dan op een normale manier werkt en er toch nog een tekort is, moeten we met overheidsoptreden de nodige maatregelen nemen.
Ik ben het ook helemaal eens met de heer Gryffroy. Uiteraard is het essentiële van het geheel het creëren van een ondernemersklimaat. Ik denk dat de meerderheidspartijen met het regeerakkoord hebben getoond dat we de wil hebben om een sterk ondernemersklimaat te scheppen en ervoor te zorgen dat we die mensen met respect en vertrouwen benaderen. Vertrouwen moet natuurlijk groeien. Mijnheer Daems, we zijn samen bereid om daarvoor alles uit de kast te halen.
De evaluatie van het masterplan zal plaatsvinden in 2015. Ik volg het bankenplan verder op. Voordien al zullen we nagaan of er een tekort is op de markt rond die overdracht. We moeten niet de zoveelste maatregel creëren. Iemand zei dat de transparantie zo belangrijk was. Er moeten weinig, maar transparante maatregelen zijn, zodat iedereen meteen weet waar of hoe.
Ik dank u voor uw tweede antwoord, minister, alsook de collega’s die aan het debat hebben deelgenomen. Het bankenplan is één zaak. Wie mij kent, weet dat die niet direct mijn grootste vrienden zijn. Ik wil in dat verband toch één denkspoor meegeven: we zouden misschien eens creatief kunnen nadenken hoe we die 250 miljard euro aan spaarcenten die vandaag niks opbrengen zouden kunnen aanwenden voor de financiering van Vlaamse bedrijven, zodat wij toegevoegde waarde en jobs hier kunnen verankeren. Wij hebben u het algemeen vertrouwen gegeven, minister. Wij zullen dat ook doen voor de uitwerking van dit soort van maatregelen. (Applaus bij Open Vld)
De actuele vraag is afgehandeld.