Verslag plenaire vergadering
Voorstel van resolutie betreffende de tweede herziening van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen
Voorstel van resolutie betreffende het addendum bij of de tweede herziening van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen
Voorstel van resolutie betreffende de tweede herziening van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV)
Verslag
Bespreking
Dames en heren, aan de orde zijn de voorstellen van resolutie van de heren Vandaele, Martens en Ceyssens en de dames Rombouts, Eerlingen, Hostekint en Taeldeman betreffende de tweede herziening van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, van de heer Huybrechts en de dames Bruyninckx-Vandenhoudt en Van den Eynde betreffende de tweede herziening van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, van de heren Peeters en Sanctorum betreffende het addendum bij of de tweede herziening van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en van de dames Van Volcem en De Vroe en van de heren Callens, Van Mechelen en Gatz betreffende de tweede herziening van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen.
Ik stel voor om de besprekingen van de vier voorstellen van resolutie samen te voegen tot één bespreking. Is het parlement het daarmee eens? (Instemming)
De bespreking is geopend.
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, collegas, op 18 december 2009 stelde de Vlaamse Regering de tweede herziening van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) voorlopig vast. Het openbaar onderzoek rond dat addendum liep tot 11 mei 2010.
De Strategische Adviesraad Ruimtelijke Ordening Onroerend Erfgoed (SARO) heeft advies uitgebracht op 3 september 2010. Het Vlaams Parlement kan vandaag een standpunt innemen. De deadline is 8 oktober. Na definitieve vaststelling door de Vlaamse Regering in het najaar, heeft het parlement de bevoegdheid om de bindende bepalingen te bekrachtigen.
Collegas, we stellen vast dat een aantal bindende bepalingen uit het oorspronkelijke RSV nog altijd niet zijn uitgevoerd, zoals voor de 7000 hectare extra bedrijventerreinen, de afbakening van 38.000 hectare extra natuur, 10.000 hectare extra bosgebied en de afbakening van 750.000 hectare agrarisch gebied.
Het openbaar onderzoek heeft geleid tot 1497 bezwaren en 82 adviezen van provincies en gemeenten. De SARO heeft die behandeld. Een en ander moet leiden tot de nodige aanpassingen.
De meerderheidspartijen leggen vandaag een voorstel van resolutie voor. We vragen: een duidelijk stappenplan op te stellen voor de effectieve, snelle uitvoering van het huidige RSV; het bewaken van het evenwicht tussen bebouwde ruimte enerzijds en onbebouwde ruimte of open ruimte anderzijds; om voor de elementen die niet in de herziening van het RSV zijn opgenomen en die een dringend karakter hebben op basis van de maatschappelijke relevantie, beleidskaders te ontwikkelen, en die eventueel te vertalen in een extra kortetermijnherziening; in uitvoering van het Vlaamse regeerakkoord het proces van de kortetermijnherziening van het RSV zo snel mogelijk af te ronden, rekening houdend met de adviezen, en oplossingen te zoeken voor enkele concrete knelpunten met betrekking tot de themas wonen, werken, recreatie, lijninfrastructuur en open ruimte; na de uitvoering van het huidige RSV te werken aan een nieuw strategisch langetermijnplan voor ruimtelijk beleid met horizon 2020 en doorkijk naar 2050, door de minister ondertussen aangeduid als het beleidsplan Ruimte Vlaanderen. In afwachting van de inwerkingtreding van dat nieuwe beleidsplan Ruimte Vlaanderen kan zo nodig eventueel de tijdshorizon van het huidige RSV verlengd worden.
Voorzitter, we hebben alternatieve voorstellen van resolutie van de oppositie gekregen. We denken dat de meerderheidsresolutie tegemoet komt aan de meeste belangrijke bekommernissen en verzuchtingen in die voorstellen. Voor onderdelen waarop de oppositie uiteenlopende standpunten inneemt, kiezen wij een middenweg.
Mevrouw Bruyninckx heeft het woord.
Het voorstel van resolutie van het Vlaams Belang over de tweede herziening van het RSV kan als volgt wordt samengevat. Wat het onderdeel werken betreft, is deze tweede herziening van het RSV een broodnodige actualisatie. Het kan immers niet ontkend worden dat in het verleden hardere sectoren stiefmoederlijk behandeld werden. Deze kortetermijnherziening schept dan ook meer ruimte om te ondernemen, meer zuurstof voor de economische ontwikkeling van Vlaanderen. Talloze studies tonen aan dat het aanbod van bedrijventerreinen in Vlaanderen thans nog veel te beperkt is. Het niet ingenomen bouwrijp aanbod van bedrijventerreinen bedraagt ongeveer 1300 hectare. De verdeling ervan over Vlaanderen is daarenboven bijzonder onevenwichtig, aangezien meer dan de helft van die oppervlakte gelegen is in de provincie Limburg. De bestemming van 6000 hectare extra als ruimte voor bedrijvigheid moet dan ook als een stap in de goede richting beschouwd worden.
Ook de selectie van bijkomende economische knooppunten en de selectie van Genk als een economische poort is belangrijk voor de uitbouw van het Vlaams economisch weefsel. Hetzelfde kan gezegd worden van de mogelijkheid voor de gemeenten in het buitengebied om lokale bedrijventerreinen van meer dan 5 hectare te ontwikkelen. Inzake de inhaalbeweging voor economie en werkgelegenheid kan over deze herziening niet worden geklaagd.
Het addendum raamt de demografische woonbehoefte op 89.424 tot 115.496 woongelegenheden. Uit nieuwe cijfers van het Federaal Planbureau en de Studiedienst van de Vlaamse Regering blijkt echter dat dit een onderschatting is die ligt tussen 40 en 45 percent. Dat en een te optimistisch vooruitzicht op het woonaanbod, leidt ertoe dat de gemaakte analyse van het addendum niet meer actueel is. Deze cijfers worden dan ook best geactualiseerd.
Het Vlaams Belang vraagt dan ook ten eerste om snel over te gaan tot de definitieve vaststelling van de tweede herziening van het RSV, ten tweede de actualisering van de ruimtebalans voor het thema werken te handhaven zodat 6000 hectare extra ruimte voor bedrijvigheid snel kan worden gerealiseerd en ten derde de actualisering van de ruimtebalans voor het thema wonen aan te passen aan de actuele cijfers. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Peeters heeft het woord.
Voorzitter, collegas, nog deze morgen in de commissie Landbouw werden we geconfronteerd met de presentatie van de Milieuverkenning 2030. Daaruit bleek nog maar eens dat Vlaanderen versteent. 5 hectare per dag wordt verhard of bebouwd. Dat betekent dat er op een jaar 3000 hectare open ruimte verdwijnt. Het Structuurplan Vlaanderen is in 1997 goedgekeurd, ook door Groen!, en beliep een planperiode tot 2007. In 2005 echter is de herziening die we vandaag ter advisering hebben, opgestart. Men heeft daar dus 5 jaar over gedaan.
Een belangrijke taakstelling uit het RSV, de ruimtebalans, is tot op vandaag nog steeds niet gerealiseerd. Zo is men nog altijd bezig met de afbakening van het buitengebied voor wat betreft de bos-, natuur- en landbouwgebieden en voor de zonevreemde bossen zijn er nog steeds geen oplossingen gevonden. De heer Vandaele heeft er al op gewezen dat het openbaar onderzoek heel wat bezwaren heeft opgeleverd van betrokkenen, provincies en gemeenten. Ik wil de aandacht vestigen op het advies van de SARO dat aan duidelijkheid niets te wensen overliet. Het was een heel negatief advies over de voorliggende herziening van het RSV. Nochtans waren we daar vroeger al op gewezen want ook de Minaraad had in 2009 al voorbehoud gemaakt bij deze herziening.
Daarom vraagt onze fractie aan de Vlaamse Regering om een duidelijk actieplan op te stellen voor de effectieve en snelle uitvoering van het huidige RSV, er daarvoor de nodige financiële middelen en het nodige personeel in te zetten. Vervolgens vraagt Groen! om binnen de grenzen van het huidige structuurplan prioriteit te verlenen aan de afbakening van het buitengebied en aan de overdrukken voor het Vlaams Ecologisch Netwerk en het integraal verwevings- en ondersteunend netwerk (IVON). Vervolgens willen we de voorliggende herziening herevalueren conform de conclusies geformuleerd in het advies van de SARO. We willen daarnaast prioriteit geven aan het invullen en herbestemmen van verlaten en vervuilde industriële sites, de zogenaamde brownfields. Voor de lawaaisporten hebben we een apart voorstel van resolutie ingediend. Daarvoor willen we vestigingsmogelijkheden zoeken in de industriële gebieden of havenzones om het openruimtegebied daar niet verder mee te belasten. Tenslotte willen we dat de Vlaamse minister in zijn aangekondigde nieuwe beleidsplan Ruimte Vlaanderen horizontaal en geïntegreerd werkt, rekening houdend met de andere betrokken beleidsdomeinen en maatschappelijke ontwikkelingen, maar met de dwingende opdracht om open ruimte terug te winnen en te streven naar maximale ruimtelijke kwaliteit.
De heer Carl Decaluwe, ondervoorzitter, treedt als voorzitter op.
Kortom we willen dat er op het vlak van de ruimtelijke ordening een dringend ruimtelijk herstelbeleid wordt gevoerd dat resulteert in het herstel, het behoud en het versterken van de open ruimte en dat dat een prioriteit is voor Vlaanderen.
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Het voorstel van resolutie van Open Vld heeft vooral tot doel om ook onze accenten naar voren te schuiven. Ruimtelijke Ordening betreft alle geledingen in het maatschappelijk leven. Er moet ruimte zijn voor alle facetten en belangengroepen die daar hun activiteit in kwijt kunnen.
Ik hoor hier vaak dat Vlaanderen versteent, maar anderzijds hoort men ook dikwijls dat als er in de bouw crisis is, er overal crisis is. Dat betekent natuurlijk niet dat er geen evenwicht moet worden gevonden tussen open ruimte en niet-open ruimte en dat er ook ruimtelijke kwaliteit, een kwaliteitsvolle woonomgeving en ook kwaliteitsvolle industrieterreinen moeten worden ontwikkeld.
Toch vraagt Open Vld aan de Vlaamse Regering dat bij de uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) voorrang wordt gegeven aan de realisaties van de ruimtelijke doelstellingen die een bijdrage kunnen leveren tot het aanpakken van de gevolgen van de economische crisis, zoals de snelle realisatie van bijkomende industrieterreinen, ruimte om te ondernemen en het snel activeren van woonuitbreidingsgebieden. Er zijn nu al woningen te kort. Als de druk te groot wordt, zullen de prijzen blijven stijgen.
We vragen ook dat bij de uitvoering wordt vastgehouden aan de gelijktijdige afbakening van agrarische en natuurlijke structuren. Voor bepaalde maatschappelijke knelpunten, waarvoor momenteel noch in het RSV, noch in het addendum een ruimtelijk beleidskader is gepland, vragen we een oplossingskader uit te werken, zoals bijvoorbeeld een actualisatie van de verwachte vraag naar de bestemming wonen, ook wat betreft de ruimtebalans, en de problematiek van de lawaaisporten. We vragen ook dat het door de minister aangekondigde beleidsplan Ruimte voor Vlaanderen op poten wordt gezet als een volwaardig nieuw RSV, rekening houdend met het tot nog toe gevoerde beleid, doch gestoeld op een hertekend en actueler beleidskader dan het huidige RSV, onder andere in termen van flexibelere bijsturingsmogelijkheden, meer kansen voor mensen en ondernemers, minder regels, meer vertrouwen in mensen en bedrijven en een beleid dat in functie en ten dienste van de mens wordt gevoerd.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Ik wil nog even toelichten waarom we met de meerderheid een voorstel van resolutie hebben ingediend. Voor ons is het heel belangrijk dat de kortetermijnherziening, die al geruime tijd loopt, nu eindelijk wordt gefinaliseerd. We juichen toe dat de keuze wordt gemaakt om daar niets meer aan vast te knopen, maar de knoop door te hakken en af te ronden. Met dit voorstel van resolutie willen we er geen onduidelijkheid over laten bestaan. Voor ons is het belangrijk dat het RSV, met de ruimtebalans zoals goedgekeurd in 1997, effectief wordt gerealiseerd.
In de afgelopen legislatuur is er duidelijk vooruitgang gemaakt met de gelijktijdige afbakening in het buitengebied. Het werk is echter niet af. Er liggen nog moeilijke beslissingen voor ons, en die moeten we zeker ook nemen. We zijn echter ook niet blind voor maatschappelijke ontwikkelingen. Indien er elementen zijn die vandaag niet in de herziening worden opgenomen, maar die door hun dringend karakter toch op de een of andere manier een herziening vereisen, vragen we met dit voorstel van resolutie om daarvoor beleidskaders te ontwikkelen of desgewenst nog een extra kortetermijnherziening in te calculeren.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemmingen over de voorstellen van resolutie houden.