Verslag plenaire vergadering
Verslag
Bespreking
Dames en heren, aan de orde is de bespreking van de motie tot uitoefening van het recht van onderzoek.
De heer Dewinter heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, naar aanleiding van de autoloze zondag op 19 september jongstleden, verscheen er in De Zondag een interview met Vlaams minister Hilde Crevits. Ze zei: Ik maak me grote zorgen over de toestand van de wegen. In diezelfde krant werd het veertiende rapport-Heleven over de toestand van de Vlaamse wegen in het vooruitzicht gesteld. De minister vreest dat dit rapport slechter zal zijn dan het vorige.
Het dertiende rapport gaf al niet veel aanleiding tot euforie. 10,6 percent van de snelwegen wordt in dit rapport als onvoldoende bestempeld; 9,6 percent van de snelwegen wordt als gebrekkig, zeg maar in slechte staat, gekwalificeerd. Van de gewestwegen is 16,9 percent in erbarmelijke staat; 12,7 percent is in slechte staat. In de praktijk betekent dit dat 20,2 percent van de snelwegen in Vlaanderen en 29,6 percent van de gewestwegen in feite niet meer geschikt zijn om op een veilige manier te worden gebruikt.
Voor een land dat de ambitie heeft om de logistieke draaischijf van Europa te zijn is dat bijzonder problematisch. Zij die vreesden dat de toestand van het Vlaamse wegennet alleen maar verslechtert, hebben het helaas bij het rechte eind. De Vlaamse weggebruiker beseft dat het alsmaar erger wordt en slalomt al een aantal jaren voorbij putten, gaten, bulten en scheuren in het Vlaamse wegdek.
In de periode mei 2009 tot juni 2010 ontving het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) via zijn meldpunt alleen al 3431 meldingen. Daarvan hadden 2000 meldingen betrekking op de gewestwegen. Van die 2034 had ongeveer 68 percent betrekking op de toestand van het wegdek.
De heer Jan Peumans, voorzitter, treedt opnieuw als voorzitter op.
In 2009 gaf die toestand van het wegdek aanleiding tot maar liefst 853 schadeclaims in Vlaanderen. De helft van die claims had betrekking op schade ten gevolge van oneffenheden, putten, bulten en scheuren in het wegdek. Dat er iets mis is met het wegdek van het Vlaamse wegennet, staat als een paal boven water. Mankementen, vaak van ernstige aard, aan het wegdek doen zich zo veel en zo vaak voor dat er duidelijk sprake is van een structureel probleem. Toevalligheden, zoals extreme weersomstandigheden, kunnen bezwaarlijk als enige oorzaak voor de problemen worden ingeroepen. De gebreken aan het wegennet worden volgens het AWV veroorzaakt door de ouderdom van de wegen en de onaangepastheid van het gebruikte materiaal aan de huidige verkeersintensiteit. Verder zegt het AWV in ambtelijke en dus verbloemde bewoordingen dat het ook te maken heeft met onvoldoende onderhoudsinspanningen. Het komt erop neer dat jarenlange verwaarlozing en een gebrek aan onderhoud hebben geleid tot de problemen die we vandaag kennen.
Diezelfde problemen doen zich voor bij oude, maar ook bij nieuw aangelegde en zelfs vernieuwde wegen. Slijtageproblemen in combinatie met onderhoudsverwaarlozing kan dus onmogelijk de enige oorzaak zijn van al die problemen. Specialisten zien in de zogenaamde temperatuursgevoeligheid van ons wegenstelsel een aanwijzing van een andere oorzaak. Zij duiden de gebruikte aanleg- en herstelmethodes aan als reden van het minder duurzaam zijn van de Vlaamse wegen. Het is inderdaad een feit dat in de winter de koude scheuren en gaten veroorzaakt in het wegdek, terwijl in de zomer de warmte bulten en scheuren veroorzaakt.
De temperatuursgevoeligheid van het wegdek komt niet of toch in veel mindere mate voor in onze buurlanden of in andere Europese landen die vaak met veel extremere temperaturen in het noorden de koude en in het zuiden de warmte worden geconfronteerd dan wij. Volgens deskundigen allerhande zou een duurzaam aangelegd of hersteld wegdek 30 tot 40 jaar moeten meegaan zonder al die scheuren, putten en bulten.
Gezien de financiële kost die de gebreken aan het wegennet met zich meebrengen, is het cruciaal dat er snelle en efficiënte oplossingen worden gevonden. De Vlaamse Regering baseert zich nagenoeg alleen op de ouderdoms- en verwaarlozingstheorie en heeft bij monde van minister Crevits heel recent een inhaalbeweging voorgesteld die heel wat geld zal kosten.
Het is van cruciaal belang om ons niet vast te pinnen op die ene theorie. Ook een aantal andere zaken moeten worden onderzocht. Ik heb het dan over zaken waar blijkbaar niet over gesproken mag worden zoals de rol van de materiaalkeuze, het effect van bepaalde herstelmethodes, de duurzaamheid van gebruikte of niet gebruikte materialen, de vraag of er al dan niet misbruiken zijn die aanleiding geven tot gekende problemen enzovoort. Dat zijn zaken die overal gefluisterd worden, maar waar minister Crevits blijkbaar geen oren naar heeft.
Kortom, samen met deskundigen wordt inderdaad best onderzocht wat nu de juiste oorzaken zijn van de toch wel extreem veelvuldige gebreken aan het Vlaamse wegennet. En als we de oorzaken kennen, is een volgende stap uiteraard het ontdekken van het waarom van de keuzes. Was het besparingsdrang? Werden in het verleden vergissingen gemaakt? Is het probleem organisatorisch of structureel? Zijn er andere redenen? Enkel op die manier kunnen we in de toekomst vermijden dat dezelfde foutieve beleidskeuzes worden gemaakt. Alleen maar putten vullen en scheuren herstellen, heeft wat dat betreft misschien niet zo heel veel zin, als we niet naar de diepere oorzaken durven te peilen.
We mogen het probleem van de slechte staat van onze wegen dus niet onder de mat vegen zoals helaas momenteel gebeurt. We mogen ons evenmin beperken tot herstelmaatregelen allerhande. Het hoe en waarom is minstens even belangrijk. Daarom bepleit mijn fractie in ieder geval de oprichting van een onderzoekscommissie die niet alleen onderzoekt wat in het verleden fout is gelopen en het onderzoek voert zonder taboes , maar tevens aanbevelingen over de toekomst formuleert.
Daarom vragen wij eenieders steun voor deze motie tot oprichting van een onderzoekscommissie dienaangaande. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer de Kort heeft het woord.
Voorzitter, ik wil eigenlijk een toelichting geven bij onze stemverklaring die we straks willen geven. Wij zouden eigenlijk voor de toekomst het Vlaams Parlement op een andere manier een initiatief willen laten nemen, dat we dan verder kunnen voorbereiden in de commissie Openbare Werken.
We zouden dezelfde methodiek gebruiken die we ook bij De Lijn hebben gebruikt, namelijk dat meerderheid en oppositie een resolutie maken. Op dit moment loopt de evaluatie van de beheersovereenkomst met de Afdeling Wegen en Verkeer die kortelings ook zal worden besproken in de commissie Openbare Werken. We kunnen dan op dezelfde manier een aantal aanbevelingen in de resolutie formuleren.
Het is zo dat we voor dat document zowel kunnen verwijzen naar de bespreking die is gebeurd in de commissie Openbare Werken van 10 maart waar vanuit de Afdeling Wegen en Verkeer een grondige analyse is gebeurd en waar men niet alleen heeft gewezen op de bijzondere oorzaak, namelijk het winterprobleem, maar ook op een aantal algemene oorzaken. Men heeft er zich niet alleen toe beperkt te zeggen dat het te maken heeft met een beperkt onderhoudsbudget van de wegen, maar men heeft een opsomming gegeven van een zestal oorzaken waarom op dit moment de wegen in slechte toestand zijn. Men heeft ook een methodiek voorgesteld om ernaar te handelen.
Het is van belang, ook met de kennisname die we nu hebben met het recent rapport van het Rekenhof, om ervoor te zorgen dat het daadwerkelijk in een aantal aanbevelingen in een resolutie wordt vertaald. Ik wil dus voorstellen dat we het op die manier dezelfde manier als bij De Lijn vertalen in een resolutie.
De heer Keulen heeft het woord.
Voorzitter, collegas, ik nodig collega Dewinter uit om, als hij concrete feiten kent en als hij op de hoogte is van specifieke malversaties, die bekend te maken en naar het parket te stappen. Met insinuaties schiet niemand iets op. Het is trouwens de plicht van elke burger ook van elke Vlaming, mijnheer Dewinter om, als je van malversaties op de hoogte bent, de bevoegde instanties op de hoogte te brengen en dus met een dossier naar het parket te stappen.
Ik zie vandaag de noodzaak nog niet om in de schoot van dit parlement een parlementaire onderzoekscommissie over de staat van de wegen op te richten. Er is in dit plenum al een actualiteitsdebat over gevoerd. We hebben minister Crevits toen het vuur aan de schenen gelegd en we zullen dat ook blijven doen. Politiek blijft het natuurlijk heel interessant om te zien dat er wel tientallen miljoenen euro kunnen worden vrijgemaakt voor een Oosterweelverbinding, ditmaal onder de grond, maar dat die inspanning niet kan gebeuren bijvoorbeeld voor het onderhoud van onze wegen.
Ik voel ook heel veel voor de piste die de heer de Kort hier aanreikt, naar analogie met de werkwijze voor het dossier van De Lijn. Op het einde van die werkzaamheden zullen we zien waar we staan en wat we verder doen.
De heer Roegiers heeft het woord.
Ik sluit me aan bij het voorstel dat de heer de Kort doet namens de meerderheid. Ik engageer me daartoe over de grenzen van meerderheid en oppositie heen, met de rapporten die we hebben gekregen en binnenkort zullen krijgen.
De minister heeft verwezen naar het rapport-Heleven. Ik betreur het dat de minister in de pers al heeft aangekondigd dat er een rapport aan zit te komen dat niet zo goed is. Men had dat beter meteen in de commissie gezegd. Maar goed, dat rapport-Heleven krijgen we binnenkort. Andere rapporten, die ook vermeld zijn door de heer de Kort, kunnen we dan allemaal samen in ogenschouw nemen.
Het lijkt me ook goed om te werken zoals we hebben gedaan voor de resolutie van De Lijn, wat de heer Keulen ook aanhaalt. Zo kunnen we perspectieven naar voren schuiven die ons moeten helpen om betere wegen en een beter onderhoud te verzekeren.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Ik wil me ook aansluiten bij het voorstel van de heer de Kort. Het invoeren van een parlementaire onderzoekscommissie, een zeer zwaarwichtig instrument, is zeker nog niet aan de orde.
De minister heeft in alle openheid de vorige rapporten-Heleven besproken. Ook de malversaties binnen het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) zijn zeer uitgebreid en openlijk besproken in de commissie. We moeten op dezelfde manier verder werken. Na de bespreking van het laatste rapport kunnen we conclusies trekken en aanbevelingen doen aan de minister.
De heer Reekmans heeft het woord.
Voorzitter, collegas, ik vind dit onderwerp toch iets te belangrijk om snel af te haspelen, ook al staan er Kroatische delicatessen. Het parlement dient om te controleren wat de regering doet en moet dat democratisch recht ook gebruiken.
Het voorstel van de heer Dewinter is terecht met de winter voor de deur, om het even toch zo te zeggen. Afgelopen winter, toen de sneeuw op dit dak lag, hebben we debatten gevoerd met de minister over de slechte toestand van de wegen. De onderzoekscommissie die gevraagd wordt, is voor LDD slechts stap een.
Ik wil akkoord gaan met de vraag naar een onderzoekscommissie om effectief alle pijnpunten eens op de agenda van de commissie te zetten. Collegas uit de meerderheid schermen er graag mee dat zaken in de commissie besproken zijn of besproken zullen worden. Sinds de laatste winterprik en de vele gaten in de wegen heb ik heel weinig op de agenda van de commissie zien staan over de oorzaken van deze problemen. (Opmerkingen)
We hebben verborgen audits gekregen die al jaren bestonden, terwijl we de druk in dit halfrond hebben opgevoerd, mijnheer Roegiers. Ik geef een opmerkelijk voorbeeld: de vorige grote baas van het AWV. Ik ben hier op dit podium komen vertellen dat zijn vriendin bevoegd was voor de klachtenbehandeling. 2 weken later is die brave man op pensioen gestuurd. (Rumoer)
Het kan toeval zijn, mijnheer Van Rompuy. Maar 2 weken later wordt die man op pensioen gestuurd. (Opmerkingen)
Ja, u kunt nu vanuit de meerderheid geluiden beginnen te produceren. Dit zijn de feiten, collegas. Ik ben parlementslid en ik controleer. Ik doe geen strafrechtelijk onderzoek. Het parket is er nog mee bezig.
Mijnheer Reekmans, als ik even mag. De heer Roegiers heeft het woord.
De heer Reekmans gaat wel erg kort door de bocht. In de commissie hebben we, tot uit den treure bijna, over de staat van de wegen gesproken. De minister heeft een vrij grote communicatie aan de dag gelegd.
De audits hebben hier maanden op de griffie gelegen. We hebben die allemaal mogen inkijken. Nu zeggen dat we daar niet veel mee hebben gedaan, is de waarheid geweld aandoen. Als u een betoog houdt, moet u wel de waarheid vertellen.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Mijnheer Reekmans, u zegt dat u het recht hebt om iemand te beschuldigen. U spreekt over de gewezen directeur-generaal van het Agentschap Wegen en Verkeer en zijn vriendin. U hebt het recht niet om hier onderzoeksrechter te spelen en hier, in het kader van een pleidooi voor een onderzoekscommissie, bepaalde zogenaamd strafrechtelijke dingen over personen te zeggen. Dat recht hebt u niet. Die freedom of speech hebt u niet.
Dank u voor de lessen in vrije meningsuiting, mijnheer Van Rompuy. Als u kunt zeggen dat mijn informatie, dat de vriendin van de directeur-generaal van het AWV verantwoordelijk was voor de klachtenbehandeling, niet klopt, dan moet u tegen mij een klacht indienen wegens laster. Ik zeg u dat die informatie klopt. Ik zeg ook dat ik het toevallig vind dat die man 14 dagen later met pensioen wordt gestuurd. Als zulke zaken hier niet behandeld kunnen worden, denk ik inderdaad dat een onderzoekscommissie noodzakelijk is. Dan moeten we inderdaad de bevoegdheid krijgen om te bekijken hoe het zit met die belangenvermenging.
Collegas, de audits die de heer Roegiers aanhaalt, hebben hier inderdaad weken op de griffie gelegen. Ik denk dat niet veel mensen die hebben ingekeken. Die audits waren vernietigend. Er werd gesproken over normvervaging en zelfs over een sterk vermoeden van corruptie. Dat stond letterlijk in die audits. Ik heb die niet geschreven, mijnheer Van Rompuy, maar dat staat daar wel in.
Ik wil even een paar voorbeelden aanhalen. In dit parlement moet je soms echt concrete voorbeelden geven, of je krijgt vanuit de meerderheid meteen een orkaan over je heen dat je beweringen niet kloppen, dat ze kort door de bocht zijn enzovoort. Die standaardzinnetjes vliegen hier wekelijks in het rond.
Mevrouw Smaers heeft het woord.
Mijnheer Reekmans, u zwaait hier met de rapporten en de audits van AWV, maar in de commissie is gebleken dat u die zelf niet hebt ingekeken. Die hebben hier weken ter inzage op de griffie gelegen. Blijkbaar bent u die zelf niet komen inkijken, terwijl u wel schreeuwt over de rapporten en de audits van AWV.
Ik heb ze hier bekendgemaakt, mevrouw.
U hebt ze bekendgemaakt, maar u hebt ze niet ingekeken. In de commissie is dan nog de vraag aan bod gekomen of er een vervolg moest komen op uw suggestie dat er sprake zou zijn van misdrijven. U bent daar niet meer op teruggekomen. U was zelf niet aanwezig in bepaalde commissievergaderingen waarin over het onderhoud van de wegen werd gesproken. U hebt geen gevolg meer gegeven aan uw suggesties en beweringen. Nu in de plenaire terugkomen op de audits die u zelf niet kent, vind ik er zwaar over.
De heer Tommelein heeft het woord.
Mijnheer Reekmans, ik zal het rustig zeggen, want u spreekt altijd over de meerderheid die u verhindert bepaalde zaken te zeggen. U hebt het over normvervaging. Ik vind dat u een typisch voorbeeld bent van normvervaging. Mensen hier lukraak beschuldigen, omwille van het feit dat ze een partner hebben, vind ik absoluut niet te doen. Ik keur dat ten zeerste af, als lid van de oppositie. (Applaus bij de meerderheid, Open Vld en Groen!)
De heer Caluwé heeft het woord.
Mijnheer Reekmans, we hebben hier uitvoerig over gediscussieerd in de commissie. Ik wil gewoon nog twee elementen aanbrengen. In verband met de eventuele misdrijven die in die audits naar boven kwamen, heeft het Vlaamse Gewest een klacht ingediend bij de onderzoeksrechter. Dat is momenteel in onderzoek. We moeten dat overlaten aan de onderzoeksrechter om te beslissen of men al dan niet overgaat tot vervolging.
Met betrekking tot het viaduct van Vilvoorde is er eveneens een klacht ingediend bij de onderzoeksrechter. De raadkamer zal zich daarover uitspreken op 29 oktober.
Voor het overige moeten wij daarover zwijgen.
De heer Vereeck heeft het woord.
Collegas, in dit parlement is het woord vrij. Je kunt moeilijk veroordeeld worden voor wat je hier zegt. Ik heb de heer Reekmans geen beschuldiging horen uiten. (Opmerkingen)
Hij wijst alleen maar op feiten. Het is inderdaad aan de bevoegde instanties om daar conclusies uit te trekken.
Mevrouw Smaers, ik ben de eerste geweest in dit parlement die de audits heeft bekendgemaakt. Een gunstige wind heeft die tot bij ons gebracht. Ik wist al lang voor dat u de audits mocht gaan inkijken, wat erin stond. Ik vind het tof dat u de lijsten nakijkt van wie ze is komen inkijken, het is heel plichtsbewust om na te gaan of uw collegas ook plichtsbewust zijn. (Opmerkingen van de heer Carl Decaluwe)
Mijnheer Reekmans, even voor de duidelijkheid...
Voorzitter, mij mag iedereen blijkbaar aanpakken, maar als ik iets vertel, word ik onderbroken!
Mijnheer Reekmans, ik heb de orde van de vergadering. Ik meng me nu niet in het debat, maar ik stel als voorzitter van de commissie Openbare Werken voor dat u morgen naar de regeling van de werkzaamheden van de commissie komt, dan zal ik u een juiste toelichting geven over de achtergrond van die vier audits. Mag ik u morgen verwachten?
Voorzitter, ik ga nu hier mijn verhaal doen. (Rumoer)
Mag ik hier nog een zin zeggen?
Mijnheer Reekmans, ik herhaal dat als u hier een betoog houdt, u de waarheid moet vertellen. De audits werden hier in 2005 al naar voren gebracht, zowel door de heer Peumans als door mezelf. (Opmerkingen van de heer Peter Reekmans)
Ik weet niet of ik toen de eerste was die de audits naar voren heeft gebracht, maar ik weet wel dat u het niet was dit jaar.
Mijnheer Roegiers, of ik nu de eerste was of u was dat, ik zeg u dat die audits pas in het parlement zijn gekomen en ter inzage lagen na het debat dat we vorige winter hebben opgestart. (Opmerkingen van de heer Carl Decaluwe)
Is dat waar of niet?
Voorzitter, wilt u de orde van de vergadering ook eens inroepen tegen uw ondervoorzitter? (Rumoer)
Mag ik eindelijk nog komen tot wat ik hier wou vertellen? (Rumoer)
Voorzitter, over een halfuur is er bij mij in het dorp, Marke, een deelgemeente van Kortrijk, een open dorpsvergadering over de toekomst. Ik verzeker u dat het niveau van het debat in mijn dorp vier keer hoger zal liggen dan hier. (Applaus bij de meerderheid, Open Vld en Groen!)
Uw opmerking is volledig terecht, mijnheer Caron. Ik deel uw mening, want ik krijg hier nog geen vijf zinnen achter elkaar gezegd. We moeten het debat dringend opkrikken.
Mijnheer Tommelein, als u het als oppositielid normaal vindt dat de vriendin van een directeur-generaal de klachtenbehandeling van dat departement doet, dan leven we in een hele rare wereld. (Rumoer)
Ik weet dat dit dossier heel gevoelig ligt, maar wees content dat we eraan beginnen voor de sneeuw valt, want anders zullen de mensen zich nog meer ergeren. Wees blij dat we dit op tijd behandelen en zullen verkopen.
Ik geef enkele voorbeelden, want in dit parlement kan je blijkbaar alleen met harde feiten en concrete voorbeelden een stelling staven, zo niet komen de typische oneliners uit de meerderheid over kort door de bocht gaan.
De viaduct van Vilvoorde heeft 4 miljoen euro gekost en moest 5 jaar later worden overgedaan. Er is een e-mail van de werfleider naar het diensthoofd waarin letterlijk staat: dit papje kan je bezwaarlijk asfalt noemen.
Een tweede voorbeeld is de N29 Tienen-Diest. In 2008 werd die aangelegd voor 2 miljoen euro. Vorige maandag zijn ze opnieuw gestart met werken voor een half jaar. De weg wordt volledig opnieuw aangelegd, want er was iets misgelopen met de ondergrond. Dat kost 1,4 miljoen euro. Dit is nog maar mijn tweede voorbeeld.
Het stuk van de E19 dat 2 jaar geleden opnieuw werd aangelegd, moest 1 jaar later opnieuw aangelegd worden.
Zo kan ik nog veel andere voorbeelden geven, maar ik treed nu niet in detail en ik ga in op uw verzoek, voorzitter, om dit zeker op de agenda van de commissie te zetten. Ik neem me ook voor om dan de volledige lijst te brengen van alle werken die de voorbije 5 jaar opnieuw uitgevoerd zijn moeten worden of opnieuw staan ingepland. Laten we daar het kostenplaatje eens van maken. Als we dat optellen, zullen we zien dat geen enkele inhaalbeweging werkt als we niet tot de essentie van de zaak komen.
Ik wil hier vandaag ook een tweede stap aankondigen. LDD zal een voorstel van decreet indienen om tot de oprichting van een echt onafhankelijk controleorgaan te komen. Momenteel beschikken we over de Onpartijdige Instelling voor de Controle van de Bouwproducten (COPRO), dat de kwaliteit van het asfalt en van de wegenwerken moet controleren. De raad van bestuur van de COPRO, een onafhankelijk orgaan, bestaat uit dertien aannemers, acht ambtenaren en drie afgevaardigden van laboratoria. Die dertien aannemers, die meer dan de helft van de raad van bestuur vormen, moeten de werken en de door aannemers geleverde kwaliteit controleren. Dat is het verhaal van de stropers, de jagers en de boswachters die plots met elkaar worden verenigd.
We moeten hier eens dieper op ingaan. We willen komen tot een met de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) vergelijkbare instelling voor de wegenbouw. We willen de expertise van het Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw (OCW) effectief in een nieuw controleorgaan integreren. We willen de bestaande expertisekantoren en -organen samenvoegen.
Ik heb het hier niet over de oprichting van een zoveelste agentschap of een vorm van tussenbestuur. We willen de expertise in Vlaanderen koppelen. Ik vind hiermee het warm water niet opnieuw uit. We moeten maar eens kijken naar de manier waarop onze noorderburen dit hebben aangepakt. Enkele jaren geleden hebben ze daar schoon schip met deze toestanden gemaakt.
In Nederland zijn al die entiteiten gefusioneerd. Daar worden enkel nog stalen met een codenummer genomen. In Vlaanderen staat op de stalen die worden gebruikt om de kwaliteit van de wegenwerken te testen een label. Op dat label staan de weg en de aannemer vermeld. Moet ik er nog een tekeningetje bij maken?
In Nederland is de kwaliteit van de wegen de voorbije jaren hallucinant verbeterd. Daar beschikken ze immers over een onafhankelijk controleorgaan. Ik beschuldig hier niemand. Ik zeg enkel dat we al jaren op deze manier werken en we kennen de resultaten. Wie Vlaanderen vanuit Duitsland, Frankrijk of Nederland binnenrijdt, komt op een lappendeken terecht. Dat zien we in de ons omringende landen niet. Volgens mij zijn er in Duitsland nochtans meer temperatuurschommelingen dan in Vlaanderen.
Volgens de Vlaamse Regering doen we wat we zelf doen ook beter. In het geval van de wegenbouw doen we het al jaren zeer slecht. We kunnen ons afvragen wiens fout dat is. Het is niet mijn bedoeling op de minister of op de vorige minister te schieten. Ik wil wel op het Vlaams Parlement schieten. Wij allen zijn verantwoordelijk. Indien een probleem niet opgelost geraakt, moeten wij ingrijpen.
Dit probleem bestaat al jaren. Er is niet enkel te weinig in het onderhoud van de wegen geïnvesteerd. Ik geef het voorbeeld van het viaduct van Vilvoorde. Een plichtsbewust ambtenaar heeft zijn diensthoofd gemeld dat er miserie van zou komen. Die mails zijn gewoon genegeerd. Is dat normaal? Hoewel het om 4 miljoen euro belastinggeld gaat, wordt er niet gereageerd.
De technici horen misschien graag wat er nu precies met het viaduct is misgelopen. Er is een Engels kunsthars als waterdichting op het asfalt gebruikt. Het was de eerste keer dat dit werd geprobeerd. Het gebruik van dit kunsthars was in elk geval goedkoper dan de traditionele werkwijze. Het probleem was dat het niet plakte. De ambtenaar heeft zijn diensthoofd gemeld dat het een papje was en dat dit bezwaarlijk waterdicht asfalt kon worden genoemd. Na enkele jaren moeten we hier opnieuw 4 miljoen euro tegenaan gooien om die weg te herstellen.
Het is een keuze die we zelf maken. Vlaanderen zit met een totaal verouderd wegenpatrimonium. Ik voorspel, zonder glazen bol of zo, dat het bij de eerste wintervorst van dit jaar nog veel erger dan vorig jaar zal worden. Minister Crevits heeft dit 3 weken geleden trouwens zelf ook al voorspeld. Ze heeft tegen een krant gezegd dat het volgens haar nog erger zou worden. Ik verwacht van een minister dat ze voor verbeteringen zorgt en niet dat ze in de krant komt vertellen dat ze haar hart vasthoudt en dat het slechter zal gaan. Dat is de boodschap die minister Crevits 3 weken geleden in de pers heeft verspreid.
Ik wil minister Crevits, zeker na het debat dat we hier daarnet hebben gevoerd, niet aan het kruis nagelen. Ik wil een oproep doen. Ik weet dat de meerderheid geen onderzoekscommissie wenst.
Natuurlijk, mijnheer Van Rompuy, wenst de meerderheid geen onderzoekscommissie. U stelt vast dat het verkeerd loopt, u weet ook dat het miljoenen kost en dat we jaren later werken opnieuw moeten uitvoeren omdat sommige ambtenaren hun werk niet doen, terwijl plichtsbewuste ambtenaren de fouten melden en het diensthoofd dat gewoon verticaal klasseert. En u weet ook dat er met die kwaliteitscontrole iets schort. En, collegas, u weet ook allemaal dat COPRO voor de helft bestaat uit de aannemers die de werken uitvoeren.
Mijnheer Reekmans, u zegt hier een aantal zaken die echt onwaar zijn. U verwijt zowel het parlement als de minister dat er niets wordt gedaan aan de toestand van de wegen. Ik wil nogmaals doen opmerken wat er de voorbije maanden in de commissie allemaal is gedaan met betrekking tot het onderhoud, de toestand en de kwaliteit van het wegennet.
Ik stel voor dat u concrete suggesties doet in verband met het werk dat de minister op dit moment doet voor de aanpassing en wijziging van de reglementering rond kwaliteit en controle van de uitgevoerde werken, en rond de opvolging van die controle. Ik stel ook voor dat u inhoudelijke suggesties doet in verband met het werk dat wij op dit ogenblik leveren voor de opmaak van een nieuw Asfaltdecreet, om de samenstelling en de kwaliteit van het asfalt vast te leggen.
Uw oproep voor extra investeringen voor het onderhoud is wel degelijk gehoord. Na dat actualiteitsdebat hebben wij dit jaar nog de investeringen en de gelden voor structureel onderhoud opnieuw verhoogd. Dat probeert onze partij al jaren te doen. Wij kunnen natuurlijk niet in 1, 2 of 3 jaar de vroegere onderinvesteringen rechttrekken.
Gelieve constructieve bijdragen te leveren aan het werk dat momenteel heel hard wordt geleverd. (Applaus bij CD&V)
Mevrouw Smaers, uit uw interessante tussenkomst leer ik dat u toegeeft dat het al jaren verkeerd loopt. Ik dacht dat uw partij al jaren het beleid voert.
Mijnheer Reekmans, in Amerika hebben ze de uitdrukking Walk your talk. Als u zo zeker bent van uw stuk en u lijkt heel zeker te zijn , waarom stapt u dan zelf niet naar het gerecht? Waarom stapt u zelf niet naar het parket om te zeggen: Ik heb daar in het parlement het vuur uit mijn sloffen gepleit, ik heb hier een hele trits van dossiers en ik ben zeker dat ik hier boven een poel van corruptie zit. Ik wil dat u onderzoek doet.
Ga dan echt voor uw overtuiging. Leg daadwerkelijk klacht neer. Noem man en paard en vraag aan de bevoegde instanties, die daar professioneel voor zijn ingericht, namelijk het parket, om dat onderzoek te voeren. Doe dat in plaats van hier beweringen te lanceren. Wie iets durft te zeggen, is bijna medeschuldig. Heb dan de moed van uw overtuiging en stap naar het gerecht. (Applaus bij Open Vld)
Mijnheer Keulen, u bent nog niet lang uit de meerderheid, ik begrijp dat. (Opmerkingen van de heer Marino Keulen)
Wij hebben hier een actualiteitsdebat gehad tijdens de winter. U was spreker voor mij. U was zelfs heftiger dan ik. U moet eens naar de videofragmenten kijken op de website van het parlement. Wat u toen hebt verteld, was meer in de richting van wat ik hier vandaag vertel. Ik merk nu, nu er een onderzoekscommissie op de agenda staat, dat uw partij, die net uit de meerderheid komt, een veel gematigder geluid laat horen. (Opmerkingen van de heer Carl Decaluwe)
Mijnheer Decaluwe, de dossiers die vandaag bij het parket liggen, zijn de bewuste audits waarover ik het heb. Het feit dat het parket dat al vervolgt, betekent dat er reden genoeg is om dit debat in het parlement voeren. Je hebt enerzijds de strafrechtelijke verantwoordelijkheid, en dat is, mijnheer Decaluwe, de minst van mijn zorgen. Of het nu normvervaging was of corruptie, interesseert me niet. Wat mij wel interesseert, is dat het wegenpatrimonium in Vlaanderen totaal niet onderhouden is, dat de kwaliteitsnormen niet worden toegepast en dat we vandaag met onvoldoende controle zitten. Dat is een politieke verantwoordelijkheid. Ik ben er wel mee begaan. Als wij miljoenen euro belastinggeld moeten hergebruiken om een weg die pas 2 jaar eerder is aangelegd opnieuw aan te leggen, dan ben ik daar wel mee begaan. Als u dat goed bestuur vindt, mijnheer Decaluwe, proficiat.
De heer Wienen heeft het woord.
Ik stel vast dat de heer Reekmans wordt toegeroepen dat hij niet naar het parket durft te stappen, omdat hij niet zeker is van zijn zaak. Collegas van de meerderheid, door uw opwinding vandaag merk ik echter dat er vooral bij de meerderheid een grote angst bestaat voor een onderzoekscommissie over deze problematiek. Er bestaat een grote angst voor wat die commissie ter zake aan het licht zou kunnen brengen.
De heer de Kort heeft het woord.
Het is heel duidelijk dat zowel de meerderheid als een aantal oppositiepartijen van één zaak overtuigd zijn: de afdeling Wegen en Verkeer moet in de toekomst performanter werken, op basis van een goed managementsysteem en met een aantal nieuwe technieken. In de commissie Openbare Werken heeft de afdeling op 10 maart wel een goede indruk gemaakt. Ik denk dat ze zich er ook van bewust is dat ze een bijsturing moet doen. Als parlementsleden willen we in de toekomst wel een initiatief nemen: nu de nieuwe beheersovereenkomst wordt vastgelegd, willen we uitgangspunten over de manier waarop de afdeling in de toekomst moeten werken en rapporteren, met een duidelijk rapport en met goede indicatoren. Het is nu het ogenblik voor ons om dat initiatief te nemen.
De heer Sabbe heeft het woord.
Ik treed de heer de Kort volledig bij. Ik vind het betreurenswaardig dat een aantal leden de terechte zaken die de heer Reekmans aanhaalt, willen ridiculiseren. We moeten durven erkennen en mensen die veel rijden en regelmatig in Nederland en Frankrijk zijn, merken dat ook op dat onze wegen een lamentabel stuk zijn tussen Frankrijk en Nederland, en tussen Frankrijk en Duitsland. We moeten dat durven toe te geven. Ik richt me vooral tot de heer Decaluwe. Hij mag dan wel een stadsgenoot van me zijn, maar ik vind het niet gepast dat hij hier zomaar tussenbeide komt om te proberen het debat te ridiculiseren, terwijl er echt een probleem is en er mogelijkerwijze stront aan de knikker is. Of dat zo is, wil ik nog in het midden laten, maar er is minstens sprake van een ernstig probleem van de kwaliteit van ons wegennet, in tegenstelling tot wat we investeren. Dat is het pijnpunt dat de heer Reekmans wil aanhalen. Daar moeten we naar luisteren. Daarom vind ik het betoog van de heer de Kort constructief. Hij zegt waaraan hij concreet wil werken en waaraan hij iets wil doen.
De heer Caluwé heeft het woord.
Ik stel vast dat hier allerlei dingen door elkaar worden gehaald. Ik herhaal nogmaals dat het Vlaamse Gewest zelf naar de onderzoeksrechter is gestapt, gelet op datgene dat werd vermeld in de audits.
Dat gebeurt 6 jaar later.
Niet het parket vervolgt. Het Vlaamse Gewest is zelf naar de onderzoeksrechter gestapt voor een klacht met burgerlijkepartijstelling. Dat wordt onderzocht. Ten aanzien van het viaduct van Vilvoorde komt er deze maand een uitspraak van de raadkamer. We zullen zien of die het nodig vindt om tot verdere vervolging over te gaan. Daar hebben we ons niet in te mengen. Op dat vlak schieten we met het oprichten van een onderzoekscommissie met een kanon. Ik zeg niet dat we met een kanon op een mug schieten: de problematiek van onze wegen is ernstig, maar het is de vraag welk beleid we ter zake voeren. Dat kunnen we gerust zelf in de commissie doen, zonder dat we over onderzoeksbevoegdheden zouden moeten beschikken en de problematiek die naar voren is gekomen, zelf zouden moeten onderzoeken. Het is de zaak van de rechtbank om dat te doen. We zullen zien welke uitspraken de rechtbank ter zake zal doen.
De heer Peeters heeft het woord.
Voorzitter, geachte leden, ik ben niet naar de audits gaan kijken, waarvoor mijn excuses. Ik zal ook niet op die lijst staan. Ik heb echter wel de commissiewerkzaamheden gevolgd, en ook de bespreking van het rapport-Helleven. Toen heb ik al gezegd dat ik een groot respect heb voor de scheiding der machten. Het gerecht moet maar zijn werk doen met betrekking tot die klachten en dat werk voltooien. Ik wil me daar als parlementslid niet mee bemoeien.
Ik vind de uitnodiging van de heer de Kort bemoedigend. Ik kijk ernaar uit om dat samen nog eens te bekijken in de commissie, maar wel met het volgende voorbehoud. Ik herinner me de vorige bespreking van het rapport-Helleven. Toen is er toch wel duidelijk gezegd dat er problemen waren op het vlak van bestekken en van de kwaliteitsbewaking. Ik vind dat we daar echt dieper op moeten kunnen ingaan. Ik vind niet dat wij een technisch decreet moeten maken over asfaltkwaliteit. Ik verwacht dan echter ook wel, als we die bespreking in de commissie aanvatten, dat we dat kunnen zien in een beleid vertaald in financiële middelen, in een begroting, wat het onderhoud betreft.
Mijnheer Caluwé, u hebt gelijk dat het Vlaamse Gewest zelf klacht heeft ingediend. Het heeft daar wel 6 jaar over gedaan. Het zou van beter bestuur getuigen mocht dat sneller gaan. Het Vlaamse Gewest kon niet anders meer dan een klacht indienen. Het was te fel in de openbaarheid gekomen, en de audits waren in de media al meermaals aan bod gekomen. De overheid moest wel iets doen. Dat is uiteindelijk gebeurd, en terecht. Vandaag dat kan men totaal niet ontkennen zit men met audits. Wie daar strafrechtelijk voor verantwoordelijk is, is maar mijn tweede zorg. (Opmerkingen)
Dat valt onder de bevoegdheid van de rechtbank. De naam van de verantwoordelijke is de tweede zorg. De eerste zorg is het probleem op zich. Er zijn audits van 2002, 2003, 2005 en 2006 waarin sprake is van een serieuze kwaliteitsdaling en bestekken die niet correct worden uitgevoerd. Daar moet het parlement of de regering tegen reageren. De commissie Openbare Werken mag zich wel bezighouden met nieuwe asfaltreglementering en dergelijke, maar daar is men niets mee als er geen controle is.
Ik herhaal wat ik net al vertelde. In Nederland heeft men 5 à 6 jaar geleden één nieuw controleorgaan opgericht door de fusie van meerdere organen. De eerste beslissing die daar genomen werden, is het nemen van controlestalen met een codenummer. Wij werken nog steeds met stalen met naam en toenaam. Laat ons beginnen dat is een van de eerste voorstellen van LDD in ons voorstel van decreet met gecodeerde stalen; en laat ons dan een controleorgaan oprichten waar tenminste de aannemers die de werken uitvoeren niet meer inzitten. Men kan toch niet én de werken uitvoeren én de controle daarvan doen. Als het zo zit, ga ik na mijn carrière ook een bedrijf beginnen in wegenbouw. Ik zal zelf wel controleren of mijn stalen goed zijn, en als ze niet goed zijn, kap ik er nog wat bij zodat het goed lijkt. Zo gebeurt het vandaag. (Opmerkingen)
Dat is inderdaad kort door de bocht. Nu kunt u die uitspraak eens gebruiken.
Ik wou een heel constructieve bijdrage maken, maar ik werd dadelijk vanuit heel het halfrond bekogeld en dus was dat moeilijk. (Opmerkingen)
Dat is al gebeurd, maar u was hier niet, dus u hebt niet gevolgd.
Collegas, ik zal iedereen laten genieten van een Kroatische avond, hopelijk treft u niet te veel putten in de baan op weg naar huis. Wij willen de onderzoekscommissie van de heer Dewinter steunen. We willen dat niet om mensen aan het kruis te nagelen. We willen dat alle pijnpunten van de afgelopen jaren worden aangepakt. Veel wegen moesten enkele jaren na de aanleg al hersteld worden. Geloof me, het zijn meer dan tien A4s van wegen die de voorbije 5 jaar moesten worden hersteld. En dan zijn er nog veel kleine werkjes, want die worden vaak vergeten.
We moeten die onderzoekscommissie steunen. Ik hoop dat hier het lef bestaat om de waarheid eens naar boven te halen. We moeten de echte oorzaken blootleggen. Het gebruik van een slechte kwaliteit asfalt zonder dat men dat weet, is niet strafbaar. Ik ga ervan uit dat sommige diensthoofden daar niet van op de hoogte zijn. Handige aannemers komen daarmee weg. We moeten dat in kaart brengen. Op basis daarvan kunnen we decretale aanpassingen doen. We moeten geen nieuwe asfaltreglementen gaan maken, mevrouw Smaers. Maar we moeten zeker zijn dat het asfalt dat men gebruikt correct is. Dat staat in die audits. U hebt die waarschijnlijk ingekeken, want u bent heel goed op de hoogte. Een van de belangrijkste opmerkingen in de audits is dat de bestekken niet correct uitgevoerd zijn. Daarom pleiten we voor een onderzoekscommissie en voor één nieuw controleorgaan.
Ik stel voor eens de bus te nemen voor een leuk studiereisje naar Nederland om te kijken hoe dat nieuw controleorgaan in Nederland werkt. Als we dan Vlaanderen uit- en Nederland binnenrijden, zult u dadelijk merken dat het controleorgaan in Nederland wel werkt en dat we in Vlaanderen blijkbaar een lappendekencontroleorgaan hebben. (Applaus bij LDD)
Voorzitter, ik betreur een beetje dat het debat zo gelopen is. Aan de ene kant krijgen we natuurlijk een aantal concrete dossiers, met al dan niet terechte beschuldigingen. Dat laat ik in het midden. Dat was net wat ik wilde vermijden. Aan de andere kant lijkt het er dan op dat sommigen in de meerderheid de vis willen verdrinken en een en ander in het belachelijke willen trekken en ridiculiseren.
Ik begrijp de opschudding over dit alles niet zo goed. Iedere Vlaming komt wellicht tot dezelfde conclusie als wij allemaal, namelijk dat er een structureel probleem is en dat dat probleem niet opgelost geraakt. Wat we moeten vermijden, is net hetgeen we hier zopas gedaan hebben, met believers en non-believers. Want daar lijkt het op uit te draaien. Aan de ene kant zijn er degenen die hier het proces willen voeren van deze of gene ambtenaar. Dat is hier niet de plaats, noch het moment. Aan de andere kant zijn er degenen die alles wegwuiven en doen alsof er geen vuiltje aan de lucht is. Daar kopen we niets voor, en daar koopt vooral de gemiddelde Vlaming, die straks, ten gevolge van de verslechterende weersomstandigheden, weer met allerlei problemen op de weg geconfronteerd zal worden, nog veel minder voor.
Net om hetgeen we hier zopas hebben meegemaakt te vermijden, pleit ik er voor om het uit de sfeer van de anekdotiek te halen, om het uit de sfeer van de gelekte dossiers te halen, om het uit de sfeer van de persoonlijke beschuldigingen te halen en te brengen daar waar het gebracht moet worden: bij een onderzoekscommissie en niet via een zoveelste voorstel van resolutie in de commissie. Dat zou niet zo veel oplossen. De weg van de bekende oplossingen inslaan, brengt uiteindelijk geen zoden aan de dijk, wel integendeel. We moeten nu toch wat dieper durven graven in deze problematiek. En dat kan alleen via een onderzoekscommissie, die ook een aantal onderzoeksdaden kan stellen. Een dergelijke onderzoekscommissie is niet alleen een vrolijke bijeenkomst van parlementsleden die wat hoorzittingen organiseren, maar heeft ook bevoegdheden die een onderzoeksrechter heeft. Ze kan dus veel dieper op de materie ingaan, terwijl we nu niet veel verder geraken dan het steriele debat dat we pas hebben meegemaakt en dat we ter zake al een paar keer hebben meegemaakt.
Vandaar mijn hopelijk evenwichtig, beschaafd maar daarom niet minder verstandig voorstel om een onderzoekscommissie op te richten, zodat we weg geraken uit de debatten zoals we die daarnet, spijtig genoeg, opnieuw hebben gehad.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over de motie houden.