Verslag plenaire vergadering
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister Van den Bossche.
De heer Vandaele heeft het woord.
Minister, het Grond- en Pandendecreet reikt ons instrumenten aan om betaalbaar wonen te bevorderen. Die intentie staat ook in de regeringsverklaring. Wij staan daar achter. Een van de instrumenten is dat mensen die een woning of een bouwperceel willen kopen in woonuitbreidingsgebied een band moeten aantonen met de gemeente. Die regel geldt in 69 Vlaamse gemeenten, vooral in de Rand rond Brussel, maar ook in de grensstreek met Nederland en aan de kust. Om te evalueren of die band voldoende hecht is, zijn er provinciale beoordelingscommissies ingesteld. Die zijn aan het werk.
Nu blijkt dat die beoordelingscommissies de eis van het aantonen van een band met de gemeente stellen voor alle woonuitbreidingsgebieden. Ze doen het dus niet alleen voor de nog nieuw aan te snijden gebieden, maar ook voor woonuitbreidingsgebieden die soms al 20 jaar geleden zijn ontwikkeld. De heer Demesmaeker lag mee aan de basis van die passage. Als ik de mensen hoor die erbij betrokken waren en als ik de stukken lees, denk ik niet dat het de bedoeling was van dit parlement om de eis van het aantonen van een band met de gemeente te laten toepassen op alle woonuitbreidingsgebieden, maar enkel op nog nieuw aan te snijden gebieden. Het gaat dan om 16.000 van de 28.400 hectare.
Minister, deelt u mijn interpretatie dat de eis om een band aan te tonen met de gemeente enkel geldt voor de nog nieuw aan te snijden gebieden? Nu zitten enkele honderdduizend mensen in onzekerheid. Verkoopovereenkomsten worden geschorst. Schadeclaims en rechtszaken worden voorbereid. Ik denk niet dat dat de bedoeling was van dit parlement.
Minister Van den Bossche heeft het woord.
Mijnheer Vandaele, ik deel niet uw interpretatie, wel uw bezorgdheid en ik wil er ook iets aan doen. Het wonen in eigen streek slaat op de woonuitbreidingsgebieden. Vooral in de jaren zeventig zijn heel wat van die woonuitbreidingsgebieden bebouwd zonder die ooit om te zetten naar woongebied. Het heet nog altijd woonuitbreidingsgebied, maar er staan huizen. Sinds 1 januari is het zo dat iemand die daar zijn huis verkoopt, plots moet beantwoorden aan wonen in eigen streek en met andere woorden niet zomaar mag verkopen aan de meest biedende, maar moet verkopen aan iemand die uit de streek komt.
Dat zal ongetwijfeld niet de bedoeling geweest zijn, maar het staat wel zo in het decreet. Daar iets aan doen, vereist een decreetswijziging. Ik wil u geruststellen: ik ben absoluut bereid om het decreet in die zin te wijzigen. Ik zal er niet mee talmen, om de mensen die hun huis wensen te verkopen niet te lang in onzekerheid te laten en niet te lang onder deze regel te laten vallen. Dat was initieel uiteraard nooit de bedoeling.
Dank u wel, minister, voor dit korte, maar zeer heldere antwoord. Er moet inderdaad snel een oplossing komen, die uiteraard niet de essentie van het Grond- en Pandendecreet aantast, want daar staan we allemaal achter. Er moet wel een oplossing komen voor die enkele honderdduizenden mensen die nu met vraagtekens zitten.
De heer Sabbe heeft het woord.
Mijnheer Vandaele, u zegt dat iedereen achter het Grond- en Pandendecreet staat. Ik neem aan dat u voor uzelf spreekt, want wij staan daar duidelijk niet achter. We hebben aangehaald waarom de heer Reekmans heeft het daarnet nog gezegd : wij vinden het een decreet dat de werkende Vlaming bestraft. Door de regel die erin zit, moet een werkende Vlaming die een stuk grond wil kopen in een verkaveling 20 percent meer betalen, omdat de 20 percent die moet worden afgestaan aan de huisvestigingsmaatschappijen de prijs artificieel naar boven drijft. Wij steunen volmondig de huurcheques en niet het systeem zoals het nu bestaat.
Ten tweede: ik begrijp natuurlijk dat men bezorgd is over het feit dat Vlaamse kandidaat-kopers van gronden moeten concurreren met eurocraten met veel middelen. Het risico bestaat dat ze uit de markt worden geduwd. Er is echter toch wel zoiets als égalité, fraternité en liberté, en dan vooral het eerste is hier van belang. Het gelijkheidsbeginsel schrijft voor dat iedereen gelijk voor de wet is. Het gevaar bestaat dat we een probleem creëren als we alles betonneren. Ik begrijp dus de wens om Vlamingen die zich ergens willen vestigen daartoe de kans te geven. Maar de aanpak staat nog niet op punt.
De heer Van Der Taelen heeft het woord.
Voorzitter, collegas, ik ben blij dat de minister zich engageert om daar iets aan te doen. De afgelopen dagen is er in de Franstalige pers veel te doen geweest over een mogelijke klacht van het Waals Parlement. Weerom gaat het over een fait divers: een koppel uit Brussel kreeg van die commissie geen toestemming om in Oostduinkerke een huis te kopen omdat ze hun band met de gemeente niet konden aantonen.
We belanden in een vrij absurde situatie als Belgen gemakkelijker naar pakweg Milaan kunnen verhuizen dan naar Oostduinkerke. Dat kan niet de bedoeling van het decreet zijn geweest, en ik ben blij dat te horen. Zo niet wordt het ridicuul. Kan iemand me eens uitleggen in wat voor land wij leven als burgers in dit land niet meer kunnen beslissen waar zij gaan wonen? Dat is kafkaiaans. Bovendien gaat het tegen de Europese regels in. Als men deze regel wil bewaren, dan kan men alvast in enkele extra campagnes voorzien om ons imago in Europa bij te schaven.
De heer de Kort heeft het woord.
Voorzitter, collegas, ik wil erop wijzen dat we bij de bespreking van het Grond- en pandendecreet, toen de bepalingen in verband met wonen in eigen streek aan bod kwamen, kennis konden nemen van een zeer positief advies van de Raad van State. Ik citeer uit dat stuk met referentie 2012, nummer 1, bladzijde 541. Gezien de relatieve uitgebreide criteria die gelden om de voldoende band aan te tonen, de kleinschaligheid van de voorgestelde regeling en vooral het feit dat de rechten van eigenaars in woonuitbreidingsgebieden ook thans reeds bijzonder beperkt zijn, lijkt de maatregel de evenredigheidstoets te kunnen doorstaan. Dit betekent dat de Raad van State achter de invoering van maatregelen te bevordering van wonen in eigen streek staat.
Het is niet de bedoeling geweest om dat ook van toepassing te maken op woningen die al in woonuitbreidingsgebieden zijn gebouwd. Ik ben erg tevreden met de verbintenis van de minister om de anomalie weg te werken. Onze fractie zal dat initiatief zeker ondersteunen.
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Voorzitter, collegas, het is een goede zaak dat de minister iets wil doen aan niet-bebouwde woonuitbreidingsgebieden. Het kan niet de bedoeling zijn geweest dat de rechten van mensen die op hun perceel al een woning hebben gebouwd, zouden worden ingeperkt. Wat de niet-bebouwde woonuitbreidingsgebieden betreft, was het de bedoeling om betaalbare kavels aan te bieden, op verzoek van de lokale besturen die met stads- of dorpsvlucht worden geconfronteerd. De regeling inzake niet-bebouwde woonuitbreidingsgebieden kan worden behouden; wat de bebouwde betreft, is uw initiatief om aanpassingen door te voeren een goede zaak.
Mevrouw De Vits heeft het woord.
Ik wil me aansluiten bij wat de heer Van Der Taelen heeft gezegd. Ik heb gisteren aan de minister een schriftelijke vraag over deze zaak gesteld. Die mensen hebben een voorschot betaald, dat ze op dit ogenblik niet kunnen terugkrijgen. Het kan niet de bedoeling van het grond- en pandenbeleid zijn om een dergelijke houding vast te stellen.
Minister Van den Bossche heeft het woord.
We zijn het met elkaar eens dat wonen in eigen streek niet mag betekenen dat voor huizen die er al staan, allerlei stringente regels zouden gelden, maar enkel voor de nog te bouwen woningen in die woonuitbreidingsgebieden. Dat decreet moet snel worden aangepast. Ik engageer me daarvoor, maar als het parlement zelf graag een initiatief neemt over de partijgrenzen heen, dan ben ik bereid om dat parlementair initiatief te steunen, zodat een en ander sneller kan verlopen en worden gerepareerd. Het gaat inderdaad om mensen die vandaag in de problemen zitten, en we moeten hen daar snel uithelpen.
In het regeerakkoord staat dat wonen in eigen streek wordt geëvalueerd in 2011. Ik hoor hier en daar ideeën, suggesties en kritieken. Laten we in 2011 die evaluatie doen en nagaan op welke manier wonen in eigen streek in de praktijk wordt gebracht en of het eventueel nog voor andere verbeteringen vatbaar is.
Het Vlaams Parlement moet het aanbod van de minister bekijken en in samenspraak met de ministers Van den Bossche en Muyters nagaan wie het initiatief tot reparatie neemt. Ik denk dat de heer de Kort zich aansluit bij mijn visie. Mevrouw Van Volcem doet dat ook.
Mijnheer Sabbe, als ik zeg dat we het eens zijn over het grond- en pandenbeleid, had ik niet meteen aan u gedacht, maar veeleer aan de meerderheid, omdat ik het over de regeringsverklaring had, waar het betaalbaar wonen als een doelstelling in staat.
Ik heb wel problemen met de opmerkingen van de nochtans sympathieke heer Van Der Taelen, die wel het hele grond- en pandenbeleid onderuit wil halen. Hij zegt dat het niet van deze tijd is om welke voorwaarden ook op te leggen. We moeten wel degelijk vasthouden aan de grote lijnen van het Grond- en Pandendecreet. We moeten zoeken naar middelen, en dat zal altijd een mix van middelen zijn. Er is geen alleenzaligmakende methode die het betaalbaar wonen kan bevorderen. We moeten hiervoor blijven ijveren.
Mijnheer Van Der Taelen, u hebt het over Europa. Ik geef het voorbeeld van Denemarken, waar buitenlanders in een strook van 500 meter langs de kust geen eigendom kunnen verwerven. Dat is aanvaard door de Europese Commissie. (Applaus bij CD&V en de N-VA)
Het incident is gesloten.