Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over een minimumlevering bij aardgasbudgetmeters
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister Van den Bossche.
Mevrouw Vogels heeft het woord.
Minister, ook ik ben blij dat u terug bent. Ik wou u deze eerste woensdag nog wat sparen, vandaar dat ik mijn vraag over energiearmoede aan minister Lieten had gesteld. Maar u zult mijn vraag dus beantwoorden, en ik hoop dat dat een duidelijk antwoord zal zijn.
Frank Deboosere heeft het ons gisteren gezegd: 1 maart, het begin van de lente. We hebben een hele strenge winter gehad, zei hij ook. En een strenge winter, minister, betekent hoge energiefacturen. Een strenge winter in een economische crisis betekent helaas dat heel wat mensen hun energiefactuur niet kunnen betalen, dat heel veel mensen door hun oorspronkelijke energieleverancier worden gedropt en naar de sociale leverancier worden verwezen, zoals dat hoort. Sinds een aantal jaren betekent dat dat die mensen een budgetmeter krijgen voor hun elektriciteit. Dat wil zeggen dat je maar elektriciteit kunt krijgen als je een opgeladen kaart in het systeem steekt. Dan komt er elektriciteit uit, tot je kaart op is.
Gezien de schrijnende toestanden en omdat wij vonden dat men in een rijke regio als Vlaanderen recht heeft op energie, is er in 2008 een commissie ad hoc opgericht over energiearmoede en hebben wij een resolutie goedgekeurd waarin twee heel concrete handvatten zaten. Ten eerste: niet afsluiten tijdens de winterperiode. U hebt die winterperiode trouwens verlengd, wat goed is. Ten tweede: nooit helemaal afsluiten, maar altijd een minimale hoeveelheid elektriciteit blijven leveren.
In diezelfde resolutie stond dat het goed zou zijn om ook voor aardgas met budgetmeters te werken, op voorwaarde dat ook daar een minimumlevering mogelijk is. Nu merk ik dat men sinds dit jaar gestart is om mensen die gedropt zijn en die hun aardgasfactuur niet betaald hebben, ook een aardgasbudgetmeter te geven met een kaart, maar dat er om veiligheidsredenen geen minimumlevering mogelijk is.
Minister, u bent van Gent, ik ben van Antwerpen. Wij zijn stedelingen. De meeste mensen in een stad verwarmen met gas. Met stadsgas, zoals ze dat vroeger noemden. Dat betekent dat heel wat mensen letterlijk en figuurlijk in de kou komen te staan. Daarom vraag ik u, samen met het Vlaams Netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen, om onze resolutie uit te voeren en te stoppen met het plaatsen van aardgasmeters tot er een systeem gevonden is waarbij een minimumlevering van aardgas mogelijk is.
Mevrouw Van der Borght heeft het woord.
Minister, ik wou u blijkbaar niet sparen, want ik heb de vraag meteen aan u gesteld. Sorry daarvoor, maar ik denk dat u geen problemen zult hebben om de vraag te beantwoorden.
Vorige week werd mijn aandacht getrokken door een mededeling van het Vlaams Netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen, waarin we konden lezen dat er blijkbaar al een aantal maanden een dispuut is tussen het Vlaams Netwerk en u, als minister van Energie. Voor alle duidelijkheid: uw bevoegdheden zijn een tijdlang waargenomen door viceminister-president Lieten, en de ironie van het lot wil dat zij bevoegd is voor Armoede. Daarover gaat het dispuut nu net. Het gaat over mensen en gezinnen die in armoede leven en die problemen ondervinden met hun energielevering, meer bepaald de levering van aardgas.
Er is een oplossing en er zijn budgetmeters, enerzijds voor de levering van elektriciteit en daar is er een minimumlevering van 10 ampère , anderzijds kennen we nu ook het systeem van de aardgasbudgetmeter, maar daar doen zich nu inderdaad technische problemen voor in het kader van de veiligheid. Wij hebben in 2006 een motie goedgekeurd naar aanleiding van de bespreking van de beleidsnota rond energiearmoede. In die motie staat heel duidelijk dat het voor elkeen een recht is om een minimumlevering te hebben van energie.
Het is een beetje eigenaardig dat in deze regering, die toch graag een sociale regering wordt genoemd, twee socialistische ministers er niet in slagen een antwoord te bieden op dit probleem. Er is in december een overleg geweest met het Vlaams Netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen. Dat heeft niet tot resultaten geleid. Het is beperkt gebleven tot een lauw engagement van uwentwege, waarbij u via een briefje laat weten dat u uw best doet en een oplossing hoopt te vinden tegen volgende winter. Ik vind dat een beetje flauw. Ik wil u dan ook heel expliciet vragen hoe u deze problemen denkt aan te pakken.
Minister Van den Bossche heeft het woord.
Misschien eerst even een kleine correctie. Mevrouw Van der Borght, het is wel degelijk de vorige sociale regering die deze regeling heeft getroffen en zich daarvoor heeft geïnspireerd op een motie van het Vlaams Parlement. Wat ik heb gedaan, is de uitrol tijdens de wintermaanden stoppen. Ik heb enkel bij mensen die afgesloten waren van aardgas, wel budgetmeters laten plaatsen omdat het voor hen een grote verbetering is om op zijn minst opnieuw gas te kunnen gebruiken.
Wat is het probleem? Een minimumlevering blijkt niet mogelijk wegens veiligheidsredenen. Dat is een zeer groot probleem want dat kan men niet doen, ongeacht welk systeem men toepast. De budgetmeter is, denk ik, niet de oorzaak van het probleem. De budgetmeter is een verbetering ten opzichte van vroeger. Toen had men namelijk ofwel gas zoveel als men nam, ofwel geen gas want men werd afgesloten. Terug aansluiten kostte veel geld, en kost nog altijd veel geld. Men kan een winter lang wel zeggen dat er niet wordt afgesloten, maar dan moet men wel hopen dat die mensen zich de winter erna wel opnieuw hebben kunnen aansluiten. Ook daar waren er geen garanties voor.
Op zich is die budgetmeter dus een beter systeem. Het grote probleem met de budgetmeter is dat gas in tegenstelling tot elektriciteit vooral gebruikt wordt in de wintermaanden. Met andere woorden, terwijl elektriciteit elke maand evenveel opladen vergt, is dat bij gas niet zo. Mensen die in financiële moeilijkheden zitten, zien niet altijd de mogelijkheid om in de zomermaanden te sparen voor de winter. Diegenen die de mogelijkheid wel hebben, worden daartoe aangespoord, onder andere door de OCMWs en ook door de netbeheerders. Maar we merken dat er altijd mensen zijn die niet de mogelijkheid hebben om de budgetmeter op te laden. De vraag is wat we daaraan gaan doen. Op welke manier kunnen we die mensen een minimumhoeveelheid warmte altijd ter beschikking stellen?
Ik denk niet dat het een oplossing is om de budgetmeter af te schaffen, want dan blijf je nog altijd met mensen zitten die afgesloten worden van gas. We moeten een andere oplossing vinden, die de energie overstijgt. Het is een breder armoedeprobleem, ook van schuldopbouw bij mensen. Ik zal de coördinatie daarvan wel op me nemen omdat energie tot mijn bevoegdheden behoort. Vandaar dat ik ook zelf graag op uw vragen antwoord. Ik wil me niet wegsteken. Ik heb overleg gepland met de OCMWs, met de minister van Armoede, met verenigingen waar armen het woord nemen, met de netbeheerders om te kijken wat we kunnen doen om die energiearmoede voor een groot stuk uit de wereld te helpen. Ik denk dat er mogelijke denksporen zijn. Ik zal een aantal weken nodig hebben om tot maatregelen te komen, maar ik ben vastberaden om er iets aan te doen.
Een van de hoofdstukken in uw beleidsnota, die we binnenkort gaan bespreken, is dat we een warm Vlaanderen en een warme samenleving nodig hebben. Warmte in huis is daartoe natuurlijk de eerste stap. Dat klopt.
Ik zou willen suggereren om in het kader van het samenwerkingsfederalisme met uw collega Magnette te gaan praten. Minister Magnette plant zegt men mij in het kader van het Europees voorzitterschap een informele top om te onderzoeken of het niet mogelijk is om een soort sociaal tarief of maximumfactuurtarief te kunnen uitbreiden, niet alleen op basis van het leefloon, maar ook op basis van het inkomen. Daarstraks is al gezegd dat heel wat alleenstaande werkende vrouwen met kinderen eigenlijk geld tekortkomen. De armoede zit ook daar. Een koppeling aan het inkomen zou een enorme stap vooruit zijn. Ik hoop dat u daarover niet alleen op het Vlaamse, maar ook op het federale niveau zult onderhandelen.
Ik ben enigszins aangenaam verrast, minister, omdat u een groter engagement neemt dan de brief die er tot hier toe was. Ik kijk met belangstelling uit naar de initiatieven die u gaat nemen en ik hoop dat daar inderdaad oplossingen uit zullen voortkomen want dit parlement heeft zijn werk gedaan. We hebben hoorzittingen georganiseerd; moties en resoluties ingediend; we hebben aanbevelingen gedaan. Het is nu aan u als bevoegd minister om de daad bij het woord te voegen en inderdaad te zorgen dat er een oplossing voor een technisch probleem komt. Wat kan voor elektriciteit, moet ook kunnen voor aardgas. Als we allen samen aan tafel gaan zitten, kunt u daar zeker een oplossing voor vinden.
De heer Martens heeft het woord.
Ik wil er toch nog eens aan herinneren dat het systeem van de aardgasbudgetmeter er gekomen is op vraag van de verenigingen waar armen het woord nemen. We hebben dat omgezet in de resolutie van de ad-hoccommissie Energiearmoede. We hebben inderdaad moeten vaststellen dat het een systeem is dat perfect in staat is om het gebruik onder controle te houden en dus ook de schulden binnen de perken te houden, maar dat mensen zich eigenlijk zelf beginnen af te sluiten op het moment dat ze niet meer in staat zijn om hun kaart op te laden.
Ik denk dat de belangrijkste maatregelen al genomen zijn. We hebben de uitrol toegespitst op gezinnen die al afgesloten zijn en die zichzelf terug aansluiten via de aardgasbudgetmeter. Dat is een eerste maatregel die genomen werd. Een tweede maatregel is dat het procentuele bedrag dat van de kaart afging voor de schuldaflossing, is omgezet in een forfaitair bedrag, zodat de mensen in de wintermaanden, het moment dat ze gas nodig hebben en hun kaart opladen, niet juist de meeste schulden afbetalen.
Ik ben het met de minister eens dat we moeten bekijken hoe we het systeem kunnen verfijnen. Ik denk dat de enige mogelijkheid om te komen tot een tarievenbeleid, is dat we aan gezinnen in armoede een eerste pakket gratis geven, zoals we dat met de gratis kilowattuur doen, want dat stelt gezinnen in staat om in de wintermaanden een stuk verbruik op de budgetmeterkaart op te laden zonder dat ze daar centen voor moeten betalen. Hen technisch voorzien van een minimumlevering is niet mogelijk: de gaskraan staat open of is dicht, we kunnen er niet een paar moleculen gas door sturen. De enige manier om een minimumlevering te garanderen, is werken met tarifaire maatregelen. Ik zou de minister willen vragen om dit verder te onderzoeken.
Mevrouw Homans heeft het woord.
Voorzitter, ik ben ervan overtuigd dat minister Van den Bossche zich bewust is van deze problematiek, die ook enkele keren ter sprake is gekomen in de commissie Energie. De laatste keer nog in januari, toen had de heer Decaluwe het erover en zei minister Lieten dat in kaart zou worden gebracht over hoeveel concrete gevallen het gaat. Aangezien volgens mijn informatie Infrax nog niet begonnen is met het plaatsen van de budgetmeters, lijkt het me niet zo moeilijk om dan Eandis te contacteren zodat we er eindelijk zicht op krijgen over hoeveel gevallen het gaat.
Minister, minister Lieten heeft ook aangekondigd dat er snel een oplossing zou komen en ik hoor dat u daar absoluut toe bereid bent. Ik ben daar blij om, maar ik wil me toch aansluiten bij de collegas, want ik had op 9 februari een soortgelijke vraag ingediend in de commissie, maar die is nog steeds hangende. Ik wil erop aandringen dat er snel een oplossing komt, maar ik ben ervan overtuigd dat u van goede wil bent en dat die oplossing er snel zal komen.
Het is zeker zo dat we het federale niveau erbij zullen moeten betrekken. Een aantal van de maatregelen die kunnen worden genomen, zijn federaal te nemen. Ik geloof dat bij een aantal collegas op federaal niveau de wil gevonden kan worden om hier iets aan te doen. Ik zal op dat niveau contact opnemen binnen de eerstkomende dagen.
Wat die minimumhoeveelheid warmte betreft die we zouden moeten garanderen voor iedereen, moeten we er goed over nadenken hoe we dat moeten doen, enerzijds omwille van het veiligheidsprobleem, want we kunnen blijkbaar niet een beetje gas door de leidingen sturen. Anderzijds zijn er ook nog altijd mensen die verwarmen met stookolie. We moeten erover nadenken, breder dan enkel over gas. Hoe zorgen we ervoor dat mensen het niet koud hebben? Hoe vermijden we dat er gezinnen zijn die de koude maanden door moeten komen zonder warmte?
Het gaat om een groep mensen, maar over hoeveel precies, zal ik u zo snel mogelijk laten weten als ik die cijfers heb. Ongeacht hoe ze zich verwarmen, moeten mensen dit basisrecht hebben. Mensen hebben het basisrecht op wonen, ik vind dat ze ook een basisrecht op warmte moeten hebben. Hoe we dat concreet vorm zullen geven, dat moeten we nog bekijken, maar ik ben het met u allen eens dat het onze plicht is om hier iets aan te doen.
Minister, mensen die met stookolie verwarmen, krijgen stookoliepremies en bij elektriciteit is er de minimumlevering. Bij gas is er nog nooit iets geweest en dat moet er absoluut komen. A la limite zouden we kunnen zeggen dat we de kaart van de mensen een stukje kunnen opladen, a rato van het aantal kubieke meter van de minimumlevering dat zou een mogelijkheid zijn.
Minister, mijnheer Martens, we hebben in het verleden altijd goed samengewerkt met de verenigingen waar armen het woord nemen. Er zijn heel wat misverstanden, onder meer dat er enkel budgetmeters zouden worden geplaatst bij mensen die afgesloten zijn. Vanuit de verenigingen zegt men dat dat niet waar is, omdat Eandis zich heeft voorgenomen om minstens 1000 budgetmeters per maand te plaatsen, in een soort contractformule. Het zou goed zijn dat dit wordt nagekeken zodat het kat-en-muisspelletje gestopt kan worden en we op een goede basis opnieuw kunnen samenwerken met de verenigingen waar armen het woord nemen.
Mijnheer Martens, vooraleer u weer een gratisverhaal brengt, zou ik u willen voorstellen om nog even de verslagen te lezen van de hoorzittingen die we vorig jaar samen hebben gevolgd. U kent de problemen die werden aangehaald bij het gratis aanbieden door de leveranciers, de problemen waarmee ze worden geconfronteerd. Vooraleer we dat weer in het nieuws brengen, raad ik u aan om uw geheugen even op te frissen.
Minister, mevrouw Vogels stelt terecht dat stookolie weer een heel ander verhaal is. Ook daar zijn er oplossingen. Er zijn twee socialistische ministers bevoegd voor deze problematiek: alstublieft, zorg ervoor dat geen enkele mens letterlijk of figuurlijk in de kou blijft staan.
Het incident is gesloten.