Verslag plenaire vergadering
Verslag
Opheldering over de stand van zaken
Dames en heren, met toepassing van artikel 46 van het Reglement van het Vlaams Parlement heeft de heer Vereeck bij motie van orde het woord gevraagd.
De heer Vereeck heeft het woord.
Voorzitter, de fractieleider van sp.a heeft mij daarstraks op scherpe toon verweten dat we niet consistent zouden zijn met onze eigen voorstellen en dat we een bijkomende vraag hebben gesteld bij een actuele vraag die was ingeleid door iemand van dezelfde fractie, namelijk mijn eigen fractie. Ik wuif die kritiek weg. Ik wijs erop dat ook bij deze actuele vraag een bijkomende vraag is gesteld door leden van de CD&V-fractie, terwijl de vraag werd gesteld door een spreker uit dezelfde fractie.
We moeten het debat over de werking van dit parlement voeren, maar ik pik de kritiek van de sp.a-fractieleider niet meer.
Ik heb daarstraks heel duidelijk gezegd dat het aantal interveniënten bij een actuele vraag op het Uitgebreid Bureau zal worden behandeld.
Voor de duidelijkheid, mijnheer Vereeck, verwijs ik u naar artikel 82, punt 7 van het Reglement van het Vlaams Parlement, dat luidt als volgt: Na dit antwoord hebben eerst de vraagsteller en vervolgens andere volksvertegenwoordigers de mogelijkheid één extra vraag te stellen. Het aantal sprekers, de vraagsteller inbegrepen, mag niet hoger zijn dan het aantal erkende fracties. Per erkende fractie kan slechts één lid aansluiten bij een actuele vraag. We zullen het daar in het Uitgebreid Bureau verder over hebben.
Het incident is gesloten.