Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Minister-president, wanneer men een koninklijk opdrachthouder loslaat, weet men niet waar men aan begint, en zeker niet wanneer men Jean-Luc Dehaene loslaat. Hij is een meester in het bedenken van bijzonder ingewikkelde compromissen, waar men de vis in verdrinkt en waarbij men hoopt om zo uit de politieke impasse te komen.
Als we de berichten mogen geloven, zou het erop neerkomen dat een van de pistes van de koninklijke opdrachthouder uit het volgende bestaat. Nog voor 2011 gaat men het kleine pakket, dat in de Senaat al zon pak stof heeft vergaard en dat de heer Van Rompuy ooit de bagatellen heeft genoemd, goedkeuren. Men zou ook een groot aantal artikelen van de Grondwet in herziening stellen, om dan na 2011 tot een grote staatshervorming te komen. Gepaard daarmee zou men de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde uitstellen tot na de volgende federale verkiezingen. Daarnaast doen er ook geruchten de ronde over het aanhechten bij Brussel van vier van de zes faciliteitengemeenten en het fuseren van Sint-Genesius-Rode met Beersel en van Wemmel met Merchtem. Dat zou zon beetje de piste zijn die op tafel ligt.
Ik denk, minister-president, dat we helemaal de foute weg zijn ingeslagen, zowel met het dossier van Brussel-Halle-Vilvoorde als met het dossier van de staatshervorming. Ik kan me moeilijk voorstellen dat de Vlaamse Regering zich ertoe beperkt om daar akte van te nemen en eventueel te zeggen: wij weten van niets en we zullen wel zien. Ik kan me moeilijk voorstellen dat de Vlaamse Regering zich daartoe beperkt, maar ik kan me wel voorstellen dat de Vlaamse Regering zegt dat een aantal pistes die op tafel zouden liggen, voor de volledige Vlaamse Regering onaanvaardbaar zijn.
Minister-president, wanneer gaat u nu in die twee dossiers namens uw hele Vlaamse Regering want ik denk dat er daar ook problemen zijn stelling innemen en het voortouw nemen? Ik kan mij niet voorstellen dat de Vlaamse Regering ermee akkoord zou gaan dat de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde opnieuw zou worden uitgesteld tot na 2011. Wat is uw standpunt over de pistes die nu op tafel liggen? Gaat u, zoals in uw Vlaams regeerakkoord staat, alle mogelijke hefbomen en middelen gebruiken om ervoor te zorgen dat datgene wat allang had moeten gebeuren eindelijk gebeurt: een splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde, zonder prijs en onverwijld?
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, collegas, mijnheer Van Hauthem, u volgt deze zaak van zeer nabij en ik respecteer dat.
In de kranten staan er berichten in de ene richting en berichten in de andere richting. Ik hoop dat u begrijpt dat ik mij niet moe zal maken door te reageren op krantenartikels en door te onderzoeken of dat nu een piste is die al of niet bestaat in hoofde van de koninklijk bemiddelaar. Ik reageer niet op krantenartikels, wat er ook in staat.
U verwees naar mijn antwoord op uw vraag. Het regeerakkoord en de Octopusnota, die daar als bijlage aan toegevoegd waren, zijn daarover heel duidelijk. De koninklijk bemiddelaar en iedereen die met dat dossier bezig is, weten dat zeer goed, en ik zal het hier voor alle duidelijkheid nog eens rustig voorlezen: De splitsing van het kies- en gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde is in dit verband een belangrijke Vlaamse eis omdat de huidige regeling geen rekening houdt met de grondwettelijke indeling van het land in taalgebieden zoals bepaald door artikel 4 van de Grondwet. De Vlaamse overheid verwerpt dan ook elk initiatief dat ingaat tegen onze vraag naar respect voor het Nederlandstalige karakter van de rand rond Brussel en de territoriale integriteit van Vlaanderen. Ik wil sterk benadrukken dat we geen enkel initiatief zullen dulden dat ertoe leidt dat het grondgebied van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest wordt uitgebreid, of dat de Franse Gemeenschap bevoegdheden krijgt in Vlaanderen. Tot hier dit letterlijke citaat uit de Octopusnota.
Dat is heel belangrijk en dat is iets wat ik bewaak. Wanneer die koninklijk bemiddelaar naar buiten zou komen met een voorstel dat daartegen indruist, zult u mij daarover opnieuw ondervragen en is er wat ons betreft een probleem. Ik zal me op dit moment niet moe maken door te reageren op alle voorstellen die in de kranten verschijnen.
Ik denk dat u weet dat wij niet betrokken zijn bij de werkmethode op het federale niveau. Het federale niveau weet echter ook heel goed wat er in ons regeerakkoord en in onze Octopusnota staat.
Voorzitter, collegas, de staatshervorming is heel belangrijk en staat ook in het regeerakkoord. Wij hebben het er de vorige keer al over gehad. Wij zijn bereid om die staatshervorming opnieuw te bespreken wanneer de Franstaligen daartoe bereid zijn. In afwachting vullen wij onze bevoegdheden maximaal in, zoals het van ons verwacht wordt.
Minister-president, dit was helaas het afwachtende antwoord dat wij verwachtten. U blijft vaag. U blijft op de vlakte. U wilt absoluut de discretie die de heer Dehaene zo graag heeft, niet doorbreken om hier een aantal fundamentele standpunten naar voren te brengen. U zegt niet: Indien dit, dan gaat het niet; indien dit, dan gaat het niet; indien dit, dan gaat het niet. Ik aanvaard dat u zegt dat we niet alles moeten geloven wat in de kranten staat. Maar één ding is duidelijk: de heer Dehaene is bezig met pistes te onderzoeken die ongetwijfeld neerkomen op toegevingen van Vlaamse kant op een aantal fundamentele principes. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
Toch wel. Ik dacht dat alle principes van 2005 opnieuw op tafel liggen. Dat zijn er nu een aantal varianten van. Minister-president, aan Vlaamse kant hebben diegenen die met de problematiek begaan zijn, en dat zijn er nogal wat, wat dat betreft absoluut geen vertrouwen meer in de federale regering. Zij stellen hun enige vertrouwen in de Vlaamse Regering.
Zij moeten het met zon flauw antwoord doen. Minister-president, u blijft aan de kant staan. Dit is een afwachtend, niet-assertief antwoord. In uw regeerakkoord zegt u dat u wilt aftasten wat de bereidheid is van de Franstaligen over de methodologie, de inhoud en de timing. Het gebeurt allemaal langs u om. U doet niets. U wacht af. Is dat het antwoord namens heel uw Vlaamse Regering of namens een deel ervan?
De heer Gatz heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, achtbare collega, het is weinig zinvol om een parlementair debat te voeren op basis van geruchten.
Dat is duidelijk, ja, mijnheer Gatz.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Ik sluit me aan bij de heer Gatz. Het gaat over geruchten. De fusie tussen Merchtem en Wemmel was het grote punt. Gisteren heb ik op de regionale televisie commentaar gehoord van uw collega Laeremans en van Ben Weyts.
En van de burgemeester van Merchtem. En dat was niet het grote punt.
Waarom is dat gerucht over de fusie tussen Merchtem en Wemmel gelanceerd? Omdat de dochter van Jean-Luc Dehaene in de oppositie zit in de gemeente Merchtem. Er was een discussie over Brussel-Halle-Vilvoorde. Enkele mensen hebben toen gezegd dat haar vader Merchtem wou fusioneren met Wemmel. Opeens was dat nationaal nieuws. Als we op dat niveau bezig zijn, mijnheer Van Hauthem, stop er dan maar mee. Zoals de heer Gatz zegt, we maken ons hopeloos belachelijk. Wacht tot er voorstellen zijn.
Er komt geen uitbreiding van Brussel en het statuut van de faciliteitengemeenten wordt niet gewijzigd. Dat heeft de minister-president duidelijk gezegd. Dat staat in het Vlaams regeerakkoord. Dat is het standpunt van heel CD&V. U kunt nog 50 keer geruchten lanceren, maar dat is pure nonsens. (Applaus bij CD&V)
De heer Bouckaert heeft het woord.
Voorzitter, ik vraag me af wat de regeerverklaring waard is. De koninklijke onderhandelaar speelt duidelijk met een piste van een oplapwet om het probleem van BHV over de verkiezingen te tillen, waardoor de Franstaligen nog eens vier jaar respijt krijgen. Er wordt op gerekend dat Vlaanderen het moe zal worden om die eis te stellen zodat de regeling uitgewerkt in de oplapwet definitief zal worden.
De oplapwet die wordt gemaakt, met de terugkeer naar de arrondissementen, gaat impliciet in tegen het arrest van het Grondwettelijk Hof. U moet maar eens de commentaren van mijn collega Matthias Storme lezen. Het druist absoluut in tegen de regeerverklaring. Het zou een goede vorm van samenwerkingsfederalisme zijn als u eens met de heer Dehaene op de koffie ging.
De heer Demesmaeker heeft het woord.
Ons ijkpunt is het Vlaams regeerakkoord. De minister-president is daarover duidelijk geweest. Het regeerakkoord is ook zeer duidelijk. Het zou verkeerd zijn om ons te laten opjagen door indianenverhalen. Laten doorschemeren dat Vlaanderen bereid zou zijn een prijs te betalen voor de splitsing van BHV is een verkeerd signaal.
De splitsing van BHV betekent respect voor de grondwettelijke indeling van dit land, respect voor de taalkundige homogeniteit en de territoriale integriteit van de Vlaamse levensstijl. BHV behouden staat voor een gebrek aan respect. Respect koop je niet af. Dat moet je afdwingen door je rug recht te houden. Misschien moeten alle Vlaamse partijen daarover eens nadenken, zeker degene die federaal aan zet zijn. Ze moeten leren hun rug recht te houden zonder meteen bang te zijn van hun eigen schaduw.
Ons standpunt is en blijft dat de splitsing van BHV op een democratische manier gestemd moet worden, Vlaanderen hoeft daarvoor geen toegevingen te doen. Het is het louter uitvoeren van een arrest van het Grondwettelijk Hof en een kwestie van respect voor de grondwet. (Applaus bij de N-VA)
Mijnheer Bouckaert, het regeerakkoord is voor een regering de bijbel, en het kan de oppositie inspiratie geven om vragen te stellen over hoe het zit met de uitvoering van dat regeerakkoord. Het is een zeer belangrijk document voor de meerderheid.
Mijnheer Van Hauthem, ik spreek altijd voor het geheel tenzij ik uitdrukkelijk zeg dat ik dat niet doe. Bij deze heb ik het regeerakkoord geciteerd dat is afgesproken met de meerderheidspartijen en dus ook gedekt door heel de Vlaamse Regering.
Voorzitter, er wordt hier alweer mist gespuid. Mijnheer Van Rompuy, in de tijd toen u nog een weblog had onder de titel Be Free, schreef u daar wel wat anders dan wat u hier nu komt zeggen in het Vlaams Parlement, namelijk: we moeten afwachten, we moeten afwachten, we moeten afwachten, we moeten afwachten. Daar ging een van de vragen over. Zet nu misschien op de weblog be quiet, dat zou meer overeenkomen met de situatie vandaag.
Minister-president, u hebt niet geantwoord op de vraag of u het aanvaardbaar of niet zou vinden dat we nog eens een federale verkiezing moeten ondergaan met een niet-gesplitst kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde. (Opmerking van de heer Bart De Wever)
Ja, mijnheer De Wever, lach er maar mee. Nog eentje, zegt de heer De Wever. Nog één verkiezinkje. Wees maar de cynicus. Ik ben niet cynisch.
Minister-president, het arrest van het Grondwettelijk Hof dateert van 2003. In mei zijn we zeven jaar verder. Dit land slaagt er niet in om uitvoering te geven aan een arrest van het Grondwettelijke Hof. De vorige Vlaamse Regering heeft daarop ingespeeld door in haar regeerakkoord in te schrijven mijnheer De Wever, weet u nog? onverwijld en zonder prijs. Dat was in 2004. Na vijf jaar is er van onverwijld niets in huis gekomen, en van zonder prijs nog minder. De Vlaamse Regering en de Vlaamse meerderheid hebben het heft niet in handen genomen. (Opmerking van de heer Bart De Wever)
U vindt dat slim? Dat is consistent, mijnheer De Wever? (Opmerking van de heer Bart De Wever)
In de commissie hebt u dat gestemd. Wat een triomf! U bent uit de Vlaamse Regering gestapt onder meer omwille daarvan. Nu zit u erin omwille van het feit dat een minister-president namens alle partijen, dus ook de uwe, komt zeggen: wij gaan niets doen, we gaan kijken en we zullen wel zien. Als u, mijnheer De Wever, in de Kamer namens de N-VA aan CD&V en Open Vld vraagt om uit de regering te stappen, vraag ik me eerlijk gezegd af, na het antwoord van de minister-president namens de Vlaamse Regering die hier is komen zeggen dat hij niets doet, wat uw partij in deze Vlaamse Regering nog zit te doen. (Applaus bij het Vlaams Belang en LDD)
Het incident is gesloten.