Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de schrapping van haltes door De Lijn in het kader van basisbereikbaarheid
Actuele vraag over het schrappen van 3000 haltes bij De Lijn
Verslag
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, u hebt samen met mevrouw Schoubs, ondertussen uw goede vriendin, een persconferentie georganiseerd waarin u de volgende stap rond de uitrol van basisbereikbaarheid hebt toegelicht. Zoals bekend, komt dat erop neer dat de bussen vooral zullen worden geconcentreerd op assen waar er heel veel vraag is. Dat is dan bijvoorbeeld tussen steden, handelscentra, ziekenhuizen, en dergelijke meer. Daarbij zal het netwerk van De Lijn ongeveer nog 16.400 haltes omvatten. Maar dat is toch wel ruim drieduizend haltes – ruim een zesde – minder dan voor de uitrol van basisbereikbaarheid. Met die schrapping viseert men vooral haltes die te weinig gebruikt worden door passagiers. Een op de vier van de resterende haltes zullen flexhaltes worden. Dat betekent dat daar niet op regelmatige basis nog bussen zullen passeren, enkel nog wanneer bijvoorbeeld een omwonende of een buurtbewoner een rit aanvraagt.
Er werd ook meegedeeld dat men vanaf vandaag op de website en de app van De Lijn meer informatie zou kunnen krijgen over die op stapel staande veranderingen.
Minister, ik had graag vernomen of u mij kunt zeggen hoeveel passagiers er de gevolgen zullen dragen van de beslissing om die haltes af te bouwen.
Hoe schat u die gevolgen in voor de inkomsten van De Lijn?
Hoe rijmt u de beslissing om de haltes af te bouwen met de ambitie van de Vlaamse Regering om een ambitieuze model shift te realiseren?
Kunt u mij op die vragen antwoorden, alstublieft? (Applaus bij Vlaams Belang)
De heer D’Haese heeft het woord.
Minister, we hebben de afgelopen weken heel wat debat gehad over de enorme tekorten bij De Lijn om een goede dienstverlening te kunnen aanbieden. Vandaag zien we wat daar in de praktijk het gevolg van is. Om op een aantal lijnen meer bussen in te kunnen zetten, moet De Lijn op een aantal andere lijnen een heel aantal haltes schrappen.
Het gaat heel ver. In juni werd al aangekondigd dat er 180 haltes van De Lijn zouden verdwijnen, nu gaat het over meer dan drieduizend bushaltes. Aan dit tempo denk ik dat er over een paar jaar geen bushaltes meer over zijn. Misschien is dat uw oplossing voor de bussen die te traag rijden of die te laat komen.
Ik snap het niet, minister. U zegt dat dit vraaggestuurd openbaar (OV) vervoer zou zijn. Maar de reizigers aan wie ik vraag wat zij van De Lijn verwachten, die verwachten bussen die op tijd komen, meer dienstverlening, nachtbussen, propere bussen. Ik heb nog niemand gehad die vroeg om drieduizend minder bushaltes. De mensen vragen om betere dienstverlening, en het enige dat u doet is die dienstverlening afbreken, minister.
Mijn vraag is welke impact het afschaffen van de meer dan drieduizend bushaltes zal hebben op de reizigers van De Lijn. (Applaus)
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Minister, is er straks nog een bus voor mij? Dat is een vraag die steeds meer Vlamingen zich, jammer genoeg, moeten stellen. Haltes en bussen verdwijnen, essentiële verbindingen om naar je werk te geraken worden opgeheven, niet door een natuurkracht, maar door bewuste beslissingen en besparingen van deze Vlaamse Regering.
Vervoerregio’s, minister, worden daardoor geconfronteerd met onmogelijke keuzes. Is er te weinig geld voor een fatsoenlijke dienstregeling, kies dan zelf maar waar je wil snijden. Dat zijn keuzes waar de burgemeesters, zoals ikzelf, continu mee worden geconfronteerd. We vragen al maanden, minister, aan u om ons te vertellen wat de concrete consequenties voor de reiziger zijn van die nieuwe fase begin januari. We hebben tot nu eindeloos op het antwoord moeten wachten. We zijn zeven weken voor de nieuwe regeling in voege gaat. En inderdaad, er gaan weer dan drieduizend bushaltes verdwijnen. Dat is meer dan één op zes, en u zal bijsturen als het mis gaat.
Minister, ik vraag me af welke boodschap u hebt voor al die mensen voor wie binnen enkele weken de halte in hun nabije omgeving zal verdwijnen. Koop een fiets? Koop een auto? Ga maar verder te voet? Sta allemaal samen nog wat langer in de file? Wat is uw boodschap naar die mensen?
Het gaat van kwaad naar erger met onze mobiliteit en met ons openbaar vervoer. Week na week wordt hier aan de alarmbel getrokken. Het zal er vanaf januari echt niet beter op worden, zeker niet in die landelijke gebieden.
Mijn vraag aan u is: Hoe zult u ervoor zorgen dat vanaf januari niet nog meer reizigers in de kou staan, en dat de vervoersarmoede niet nog meer zal toenemen? (Applaus)
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel, collega’s, voor jullie vragen.
We hebben inderdaad gisteren een persconferentie gehouden voor de aankondiging van de nieuwe fase, de tweede fase voor Hoppin, basisbereikbaarheid.
Ik kan me niet van de indruk ontdoen, collega’s, dat onze vraagstellers aan geheugenverlies lijden. We hebben continu klachten bij De Lijn. Iedereen vindt dat het openbaar vervoer niet efficiënt geregeld is, dat het allemaal van bovenuit wordt geregeld. We moesten veel meer een bottom-up benadering hanteren. We moeten naar een efficiënter openbaar vervoer.
En waarom zijn er al die problemen, collega’s? Omdat we vandaag de dag nog altijd met OV-plannen zitten die gebaseerd zijn op plannen van de vorige eeuw, het basismobiliteitsverhaal. Daaromtrent hebben we eind vorige legislatuur beslist om met een nieuwe mobiliteitsvisie, met basisbereikbaarheid, van start te gaan en uit te rollen. Basisbereikbaarheid staat voor Hoppin, dat staat voor efficiënter en flexibeler openbaar vervoer.
Wel, de plannen die we nu uitrollen – en mevrouw Robeyns, u weet dat zeker, u zit in het dagelijks bestuur van een vervoerregioraad – zijn plannen die in 2021-2022 door de lokale besturen in de vervoerregioraden zijn goedgekeurd. Dat is die bottom-upbenadering. Dat zijn plannen die vraaggestuurd worden uitgerold. Waar de vraag groot is, zullen we inzetten op meer openbaar vervoer, op meer aanbod. Daar zullen we de frequentie verhogen, daar zullen we de amplitude verhogen. Waar de vraag klein is, zullen we geen lege bussen laten rondrijden. Nee, daar zullen we zorgen voor meer maatwerk, daar zullen we dat vervoer op maat gaan uitrollen.
En opnieuw, mevrouw Robeyns, u hebt die plannen van de vervoerregioraad Limburg goedgekeurd. U hebt die OV-plannen goedgekeurd, u hebt die halteplannen goedgekeurd. U weet dus eigenlijk al sinds 2021 dat daar haltes gaan verdwijnen. Waarom, collega’s, verdwijnen er haltes? Om de heel eenvoudige reden dat wij dat openbaar vervoer efficiënter zullen laten rijden. Dat betekent een verkorting van de reistijd, opdat je meer mensen zult aantrekken naar dat openbaar vervoer. Je zult nu veel meer de hoofdbanen volgen en je gaat zult meer overal in elke wijk aan elke halte stoppen om mensen op te pikken, meestal haltes waar geen mensen staan.
Dat zijn nieuwe OV-plannen, dat zijn nieuwe routes en nieuwe lijnen. Als die bus niet meer voorbij een bushalte komt, is het ook absurd om die te houden. Tegelijkertijd weet u, en dat zijn onze principes van het openbaar vervoer: een gelaagd netwerk, een betere aansluiting op het treinnetwerk, op het tramnetwerk, het busvervoer … Tegelijkertijd zullen we ook die Hoppin-, die combimobiliteitspunten uitrollen, zorgen dat er veel meer connectie is, dat het veel meer een gecombineerd verhaal is. En tegelijkertijd zetten we ook in op duurzaamheid en op een inclusief verhaal.
Lege bussen laten rondrijden in de periferie, haltes in stand houden waar nooit iemand opstapt, ik denk dat dat absurds is. Dat zullen jullie het met mij eens zijn. Wat moeten we wel doen? Opnieuw: ervoor zorgen dat we het aanbod enorm verhogen daar waar de vraag groot is. Waar de vraag klein is, geen grote lege bussen laten rondrijden. Maar daar moeten we zorgen voor maatwerk, want vervoersarmoede is uit den boze, dat wil niemand. Vandaar dat maatwerk, en dat is ook de grote transitie die vanaf 6 januari in voege treedt. Dat maatwerk wordt uitgerold vanaf 6 januari. Dat vervoer op maat bestaat enerzijds uit flexibele ritten die je kunt bestellen via de Hoppinapp en de Hoppincentrale, en anderzijds uit een aantal vaste lijnen waar op frequentie een aantal attractiepolen continu worden bediend. Dat is waar we op inzetten. En tegelijkertijd is het een veel grotere logica in heel de nummering bij De Lijn.
Dat was de boodschap. Natuurlijk hebben een aantal kranten enkel overgenomen dat er drieduizend haltes zullen verdwijnen. Inderdaad, we gaan van 19.600 naar 16.600 haltes. Waarom? Wel, om de eenvoudige reden dat sommige haltes tout court niet meer worden bediend. We gaan weg van basismobiliteit, we gaan naar basisbereikbaarheid met dat vervoer op maat. Er zijn ook een aantal haltes waar een zeer laag gebruik is. Tout court, collega’s, is het altijd een afweging. Wat wil je? Wil je kortere reistijden, efficiëntere openbaarvervoeraanbiedingen? Of wil je continu met die grote bussen door alle mogelijke wijken gaan blijven rijden, met als gevolg meer haltes en tegelijkertijd ook veel langere reistijden? Zul je zo mensen naar het openbaar vervoer trekken? Neen.
We moeten zorgen voor die efficiëntie, we moeten zorgen voor kortere reistijden. We hebben heel wat expreslijnen waaromtrent ik vandaag al hoor dat heel veel mensen daar heel enthousiast over zijn. Ik teken volop voor die mobiliteit van de toekomst, voor dat hele Hoppinverhaal waar we jaren aan gewerkt hebben, waar velen van jullie zeiden dat ik dat over de verkiezingen heen wilde sturen. Neen, we zullen vandaag beginnen met die uitrol. We zijn al bezig, er komt een grote verandering vanaf januari 2024. In sommige vervoersregio’s zullen we vanaf 6 januari al ruim 100 procent van de nieuwe OV-plannen – die goedgekeurd zijn in de lokale besturen, waaromtrent heel veel draagvlak is, waaromtrent heel veel inspraak is – ten volle uitrollen.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, u beweert dat het nieuwe openbaarvervoerplan, dat de basisbereikbaarheid, zal leiden tot meer efficiëntie. Wel, dan vraag ik mij af waarom al die burgerbewegingen en die reizigersorganisaties continu aan de alarmbel moeten trekken wanneer het over basisbereikbaarheid gaat. Ze moeten tegenwoordig trouwens voor alles aan de alarmbel trekken.
Minister, deze kaalslag zal vooral de zwakkeren in onze samenleving treffen. Mensen die sociaal zwakker zijn en zich geen wagen kunnen permitteren. Ouderen, mensen die slecht te been zijn, zullen veel verder moeten gaan om nog gebruik te kunnen maken van het openbaar vervoer.
Nochtans kondigde deze regering aan werk te willen maken van de modal shift die meer mensen naar het openbaar vervoer zou moeten krijgen. Wel, op deze manier zult u de mensen nooit overtuigen om gebruik te maken van het openbaar vervoer.
Een bijkomende factor is dat de regering bijvoorbeeld ook streeft naar een werkzaamheidsgraad van 80 procent. Wel, op deze wijze zullen mensen die al sociaal zwakker zijn en geen wagen hebben nog veel moeilijker naar het werk kunnen gaan. Vooral sociaal zwakkeren zullen dus het slachtoffer zijn.
Ik vraag mij af hoe de afbouw van al deze haltes te rijmen valt, verenigbaar is met die andere ambities van de Vlaamse Regering?
De heer D’Haese heeft het woord.
Minister, ik krijg geregeld berichten van jongeren die vandaag twintig of dertig minuten onderweg zijn naar de bushalte om op school te geraken. Uw antwoord aan die mensen is nu dat u nog meer haltes zult schrappen, zodat de bus rapper kan rijden.
Weet u, minister, de mensen hebben niets aan bussen die rap rijden als ze er niet op geraken. Dat lijkt u vandaag te vergeten. Het probleem is niet dat wij te veel haltes hebben. U gaat drieduizend haltes schrappen, bijna een op de drie bushaltes wordt of geschrapt of alleen gebruikt door belbussen. Dat is niet ons probleem. Het probleem is dat we te weinig bussen hebben, het probleem is dat we te weinig chauffeurs hebben, het probleem is dat u er te weinig in investeert. En dát zouden we beter doen. Op die manier zult u mensen verleiden om naar het openbaar vervoer te komen.
Wat al dat bottom-upgedoe betreft: ga eens kijken in Brugge, waar de hele gemeenteraad vraagt om dat bussenplan af te schaffen. Ga eens kijken in Gent, waar de hele gemeenteraad een moratorium vraagt. Ga eens kijken in Sint-Niklaas, waar vier stadslijnen worden geschrapt en vervangen door eentje. Ga eens kijken in Antwerpen, waar iedereen zegt dat ze met dat budget geen goed openbaar vervoer kunnen organiseren. Dat is geen bottom-upbenadering. U herverdeelt de tekorten en u besteedt het uit aan de gemeente om dat te doen. Zij mogen het vuile werk van de besparingen van de afgelopen jaren opknappen. (Applaus bij de PVDA en van Mieke Schauvliege en Hannelore Goeman)
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Minister, ik weet nog altijd niet welke boodschap u nu wilt geven aan al die mensen van wie de halte binnen enkele weken in de nabije omgeving zal verdwijnen. Is dat koop een fiets, koop een wagen, ga te voet, neem een taxi, neem een extra bus, blijf thuis? Ik weet niet wat de boodschap is, maar het is wel zo, minister, dat u er blijkbaar van uitgaat dat al die mensen bereid zijn om nog een extra drempel te nemen om zich in de toekomst nog te kunnen verplaatsen. Want dat is wat we vandaag doen: extra drempels creëren. En we zitten vandaag al met openbaar vervoer dat totaal onbetrouwbaar is en niet efficiënt. Laten we vooral niet vergeten dat er een sociale component verbonden is aan de reden waarom we als overheid het openbaar vervoer moeten organiseren.
Minister, ik wil nog één zaak zeggen over de vervoerregio’s. U zegt altijd dat de plannen daar zijn goedgekeurd. Ja, ik denk dat veel burgemeesters, zoals ikzelf, hun verantwoordelijkheid nemen daar waar ze die moeten nemen en daar de keuzes maken waartoe u hen dwingt. Hadden wij een andere keuze? Zou u de besparingen terugdraaien als de plannen niet werden goedgekeurd? Zou u dan de nodige extra middelen voorzien? Zo ja, dan zou ik dat graag van u willen vernemen. Ik denk het echter niet.
De directeur-generaal heeft al vier keer aan de noodrem getrokken, maar u blijft halsstarrig de ravijn in rijden.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
U weet dat de cd&v-fractie achter basisbereikbaarheid staat, maar wij hebben ook regelmatig onze bezorgdheid geuit over hoe het vervoer op maat zal draaien. Dat is het sluitstuk van heel dat verhaal van basisbereikbaarheid, en het is van het grootste belang voor het platteland en de vaak oudere ‘captive users’ die geen alternatief hebben. Als ik dan nu hoor dat niet alle geschrapte haltes vervangen zullen worden door flexhaltes, met die nieuwe gele paaltjes, dan vraag ik me af welke objectieve criteria werden gebruikt om die meer dan drieduizend haltes zelfs niet met flexbusjes te bedienen. Want dat betekent dat oudere mensen iets verder zullen moeten stappen om van het nieuwe systeem gebruik te kunnen maken.
Ik zou graag mijn vraag die ik vorige week aan mevrouw Schoubs heb gesteld, willen herhalen. Hoe zal er gemonitord worden waar er eventueel problemen opduiken? Hoe zullen klachten gecentraliseerd worden? Worden er, indien nodig, op termijn budgetten vrijgemaakt om snel te bij te sturen?
De heer Bex heeft het woord.
Het wordt stilaan duidelijk wat de impact zal zijn van uw hervorming van het openbaar vervoer en van de belofte dat het voor een aantal mensen beter zou worden. Daar hebben we nog niet veel resultaten van gezien, maar we zien nu wel dat er drieduizend afgeschafte haltes zijn. U kunt zeggen dat de gemeentes dat mee goedgekeurd hebben, maar ik denk dat daar toch twee grote bedenkingen bij te maken zijn. Ten eerste schrikt men zich te lande een bult als men ziet dat er haltes wegvallen die wel vaak gebruikt werden. Ten tweede staat uw alternatief, vervoer op maat, dat u telkens theoretisch zo mooi voorstelt, totaal niet op punt.
Wij waarschuwen al jaren dat u door de manier waarop u omgaat met De Lijn en het openbaar vervoer, dreigt te zorgen voor vervoersarmoede. Hoe langer u aan de slag bent, hoe duidelijker het wordt dat u er niet in slaagt om een goed openbaar vervoer te voorzien. Mijn vraag aan u vandaag is of u tot 6 januari gewoon gaat toekijken wat er gebeurt. Of gaat u nu eindelijk eens effectief kijken waar in Vlaanderen er risico is op vervoersarmoede en ervoor zorgen dat budgetten voor vervoer op maat omhooggaan? Want in de Vlaamse Rand kan men met die paar tienduizenden euro’s per jaar geen deftig openbaar vervoer organiseren voor 600.000 inwoners.
De heer Keulen heeft het woord.
Ik heb twee belangrijke correcties. Deze legislatuur is er 275 miljoen euro bij gekomen. De vragen van de oppositie zijn ook altijd kansen voor de meerderheid. Het systeem werd voorafgegaan door een zeer intensief participatief traject. Iedereen is daar in het lang en in het breed over bevraagd. We hebben dat net gedaan om dat vervoer attractiever te maken. Als je vandaag een verplaatsing maakt met de wagen aan de helft van de reistijd van de bus, dan kiezen mensen voor het gemotoriseerd vervoer. Daarom moesten die snelheid en doorstroming hoger. Het vervoer op maat, dat kent men niet, maar geef dat een kans. Dat zijn flexsystemen om service te bieden aan mensen die meer afgelegen wonen.
Minister, voer nu inderdaad die vernieuwing door en evalueer en stuur bij waar nodig. Iedereen wacht daarop, dus hak die knoop door en ga voor uw overtuiging.
Minister Peeters heeft het woord.
Bedankt voor de bijkomende vragen en de positieve inbreng, mijnheer Keulen. (Applaus bij Groen)
Mevrouw Brouwers, het vervoer op maat, waarvoor we overigens de budgetten hebben verdubbeld, zal verlopen zoals de belbus vroeger. Via de centrale, app en website van Hoppin kun je je reis boeken, en dat kan eigenlijk al vanaf 6 december voor de periode van januari. Je kunt een maand van tevoren boeken, in het geval dat je bijvoorbeeld een afspraak in het ziekenhuis hebt of naar een voorstelling gaat. Een minibusje of een taxidienst komt jou dan oppikken en brengt jou naar de bestemming. De bestemming zal waarschijnlijk een eerste tussenhalte zijn rond een kernnet of een aanvullend net.
Dat is het hele verhaal van Hoppin. Daar zijn extra middelen van vervoer op maat voor voorzien. Daar zijn extra middelen voor voorzien. Daar zijn heel veel bestekken voor in de markt geplaatst. Men verzekert mij dat het allemaal in kannen en kruiken is, dat er overal ruim voldoende aanbod is, en dat de reizigers daar gebruik van kunnen maken.
Collega’s, daar zijn uiteraard ook proefprojecten aan voorafgegaan. Aan fase 0 is een heel proefproject voorafgegaan. Een heel aantal gebruikers hebben daarvan gebruik gemaakt en we hebben daar geen klachten over gehoord.
Wat de plannen betreft, hoor ik nu – en ik val bijna van mijn stoel, mevrouw Robeyns – dat u bent gedwongen om die plannen goed te keuren. Sorry, maar in de vervoerregioraad Limburg – waar u lid bent van het dagelijks bestuur en lid bent van de raad – hebt u in 2021 de nieuwe OV-plannen (openbaar vervoer) goedgekeurd. Daar hebt u in 2021 de nieuwe halteplannen goedgekeurd.
Waaruit blijkt dat u gedwongen bent? Waar hebt u enig voorbehoud gemaakt? Sorry, ik zie het totaal niet. Jullie hadden allemaal inspraak. Het is een heel ruim participatief traject geweest. Die plannen zijn goedgekeurd, daar is geen tegenreactie op gekomen. We rollen dat nu uit.
Dat er nu bij sommigen wat koudwatervrees is, oké, dat begrijp ik: er komt verandering. Sommigen willen continu bij de oude plannen blijven, bij de plannen van vorige eeuw, de plannen over basismobiliteit, waarover we vandaag nog altijd heel veel klachten krijgen. Er is geen efficiëntie, geen goede inzet van materialen, geen goede inzet van personeel.
Zeg ik dat alleen? Collega’s, ik hoef maar naar de benchmark te verwijzen, waarin heel duidelijk staat dat De Lijn eigenlijk enkel net niet is geslaagd vanwege de allocatie van middelen, vanwege de inzet van middelen, vanwege de inzet van personeel. Dat was totaal niet correct. We gaan dus naar die nieuwe Hoppinvisie. Dat is efficiënter en duurzamer. Ik blijf erbij: ik heb er alle vertrouwen in dat dat wel gaat werken.
Ik geef jullie opnieuw een voorbeeld uit mijn eigen regio. We hadden de lijn 45, die rijdt van het Maasland tot in Genk. Als je van het Maasland tot in Genk ging – om en bij de twintig kilometer – hoe lang deed je daar vroeger over qua reistijd? Ik denk dat u het wel weet, mevrouw Robeyns. Vroeger deed je daar 45 tot vijftig minuten over. Nu is die lijn 45 vervangen door lijn X27. X staat voor express. Hoeveel tijd heb je nu nodig? Nu heb je slechts 25 minuten nodig. Overal waar ik kom, zeggen mensen mij dat dat een goede lijn is, dat mensen nu de bus gaan gebruiken, dat ze nu met het openbaar vervoer gaan, want dat brengt verbetering. Dat brengt de facto verbetering, maar jullie willen dat niet zien. Tegelijkertijd heeft lijn X27 ook een nieuwe halte gekregen. Vroeger waren er elders andere haltes. Die haltes lagen op heel korte afstand van de nieuwe halte van de lijn X27. Dus ja, daar zijn twee haltes geschrapt en rond de lijn X27 hebben we een nieuwe halte gekregen. Kortom, het is een heel evenwicht.
Ik wil jullie ook het voorbeeld geven van Kortrijk, waar men het ook al voor 100 procent uitrolt. Dat wil ik ook meegeven, want het is en blijft een dynamisch verhaal met inspraak van de lokale besturen, niet alleen bij de opmaak van de OV-plannen en de halteplannen, maar ook nu met de verdere uitrol. Kortrijk en recentelijk ook Brugge hebben dat herbekeken. Als ze zeggen dat ze graag twee specifieke haltes willen behouden, dan behouden ze die haltes. Het is ook een dynamisch proces, met continue wisselwerking. Soms heb je gedurende een aantal maanden omleidingen, die halte wordt verplaatst of verschoven. Als die halte heel kort bij een andere halte ligt, dan wordt die eventueel opgeheven.
Ik moet opnieuw de redenen geven – dat is allemaal in kaart gebracht – voor de haltes die verdwijnen. Voor ruim een derde is dat omdat er geen bediening meer is, op basis van de goedgekeurde OV-plannen. Voor ruim een derde is dat omdat er een zeer, zeer laag gebruik was. Wel, we gaan die mensen niet in armoede storten, we gaan zorgen dat die mensen via het vervoer op maat wel degelijk op hun plaats kunnen geraken. We gaan ervoor zorgen dat het in de toekomst beter wordt, en dat we weggaan van dat oude systeem, dat systeem van vorige eeuw, waarover we vandaag opnieuw heel veel klachten krijgen.
Ik blijf erbij: we tekenen nu volop aan de mobiliteit van morgen, waarbij de modal shift zeker gerealiseerd zal worden, waarin deelmobiliteit een belangrijke aspect is, waarbij de Hoppinpunten zorgen voor een veel vlottere overstap van het treinnet naar het busnet of naar andere vervoersmodi. Daarop zetten we volop in. Dat is de toekomst, maar sommigen blijven nu vasthouden aan het verleden. Ik zie vooral de mensen die hier vooraan staan, vragen om bij het verleden te blijven, om bij het oude te blijven, om klachten te blijven krijgen. Ik ben eerder voor verandering, een verandering die verbetering met zich meebrengt, en zorgt voor een efficiënter en een duurzaam openbaar vervoer. (Opmerkingen)
De heer Verheyden heeft het woord.
Inderdaad, minister, wereldvreemd.
Het Vlaams Belang toont zich al langer veel kritischer over de uitrol van de basisbereikbaarheid. We hebben al meermaals de keuzes van deze Vlaamse Regering inzake mobiliteit aangekaart. Het is onaanvaardbaar dat deze Vlaamse Regering er niet in slaagt om een behoorlijk openbaar vervoer aan te bieden aan alle Vlamingen en dat ze op die manier mensen in de vervoersarmoede duwt. Minister, u weet zelfs niet hoeveel mensen zullen worden getroffen door deze maatregel! U hebt daar geen flauw benul van. Liever dan te investeren in een degelijk en betrouwbaar openbaar vervoer, focust deze Vlaamse Regering op de klimaatfetisj van peperdure elektrische bussen. Zelfs de basisbereikbaarheid lijdt daaronder. Minister, uw prestigeproject, de basisbereikbaarheid, is voor heel wat Vlamingen ondertussen aan het afglijden en is voor heel veel mensen al afgegleden naar basisonbereikbaarheid. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer D’Haese heeft het woord.
Minister, jullie hebben iedereen bevraagd, voornamelijk Open Vld-parlementsleden, heb ik de indruk. Dat zijn de enigen die nog een klein beetje steun kunnen opbrengen voor uw project. (Applaus bij de PVDA)
In elk geval lijkt het erop dat u de reiziger hebt vergeten te bevragen, want overal waar die plannen worden uitgerold, overal waar jullie met die plannen komen, gaan mensen in verzet, zijn de mensen woest. (Opmerkingen van minister Lydia Peeters)
Ja, minister, u moet eens op het terrein komen waar mensen effectief de bus nemen. De mensen zijn woest. Ze staan vandaag in de regen aan uw halten te wachten. De bussen zijn te laat, ze zijn vuil, en de tickets zijn te duur. Het enige antwoord dat u biedt, minister, is verdorie hun halte nog eens schrappen ook! Dat is het enige antwoord dat u te bieden hebt. U zegt dat de bussen rapper rijden, maar de mensen zijn trager daar waar ze moeten zijn. Dat is het probleem. (Applaus bij de PVDA)
De basis daarvan, minister, is telkens opnieuw de tekorten bij De Lijn. Altijd opnieuw wanneer we hier vragen om eindelijk in De Lijn te investeren, zegt u dat er geen geld is, dat er overal moet worden bespaard, dat de bomen niet tot in de hemel groeien. Weet u waar jullie wel geld voor hebben? 270 miljoen euro om te geven aan de vervuilende oliemultinationals Exxon, BP en Total. En dat uit het Klimaatfonds! Klimaatgeld om die gasten hun energiefactuur te betalen! Minister, laat ons dat geld, die 270 miljoen euro, eens investeren in De Lijn. Dan kunnen we misschien eindelijk wel een goed openbaar vervoer hebben in Vlaanderen. (Applaus bij de PVDA)
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Minister, de ontevredenheid bij de reizigers was nog nooit zo groot. En ze gaat alleen maar groter worden. Mevrouw Schoubs heeft het vorige week nog heel duidelijk gemaakt: De Lijn is zodanig kapot bespaard dat de enige manier die De Lijn nog ziet om de betrouwbaarheid te vergroten, is om te schrappen in het aanbod. Minder aanbod, zodat het mindere dat rijdt, toch beter zou rijden. Het is door uw besparingen en door die van de vorige regeringen dat het aanbod zo slecht is. En dan gaat u aan de vervoerregio’s zeggen dat ze met een budget dat te klein is, onmogelijke keuzes mogen maken. Zij mogen kiezen waar ze zelf willen schrappen. Dat is de keuze die u ons geeft. Ik zeg u dat burgemeesters zoals ik, collega Vandenberghe en anderen hun verantwoordelijkheid opnemen en dat wij de keuze die u ons verplicht te maken – want u geeft ons geen budget – dan nog maken.
De realiteit, minister, is dat straks nog meer Vlamingen nog moeilijker op hun werk zullen geraken, zich nog moeilijker met het openbaar vervoer zullen kunnen verplaatsen. Die afbraak- en besparingspolitiek van u wordt steeds harder gevoeld. U bent voor verandering. Wij zijn voor vooruitgang. Genoeg stilstand, tijd voor vooruitgang! (Applaus bij Vooruit)
De actuele vragen zijn afgehandeld.