Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Ronse heeft het woord.
Collega’s, ik had nooit gedacht dat ik hier zou moeten staan om een aantal fundamentele basisvrijheden in onze samenleving te verdedigen. Want, collega’s, ik ben bezorgd dat een aantal essentiële vrijheden van mensen teloorgaan. Ik heb een aantal vooraanstaande politici de voorbije maanden zaken horen zeggen waar ik toch echt van wakker lig.
Wat onze fractie betreft is één principe heilig: laat elk gezin, elke persoon zijn of haar leven indelen en organiseren zoals hij of zij dat zelf nuttig acht. Zolang er geen uitkeringen aan te pas komen hoeft de overheid niets van hen te verwachten buiten het feit dat ze gelukkig zijn en dat ze er voor gaan. Punt aan de lijn, zo simpel is het. Dat is een basisprincipe.
Wat ik nu hoor, is dat men 131.000 personen, van wie 124.000 vrouwen, in het vizier neemt, die ervoor kiezen om geen uitkering te krijgen en niet te gaan werken voor een werkgever, en die ook niet werken als zelfstandige. Zij kiezen ervoor om hun familie te ondersteunen, hun ouders, grootouders, kinderen, of hun partner, bij diens professionele plannen. ‘Ze zullen hun steentje moeten bijdragen, we gaan kijken hoe we hen aan het werk kunnen krijgen’… Laat die mensen met rust. Die mensen moeten helemaal niets, collega’s. Die mensen moeten de vrijheid krijgen om zich te organiseren zoals ze dat zelf willen.
Collega’s, er komen voorstellen om de sociale zekerheidskwesties van de partners van die mensen, bijvoorbeeld de werkloosheid, te gaan oppeuzelen of te impacteren door de keuze van die mensen, die geen uitkering krijgen. Ik vind dat compleet fout en onterecht.
Wat we wel moeten doen, is als mensen al heel lange tijd thuis zijn en zelf de positieve keuze maken om opnieuw aan de slag te gaan, de drempels voor hen wegwerken.
Minister, hoe kunnen we dat doen? (Applaus bij de N-VA)
Minister Brouns heeft het woord.
Dank u wel, collega Ronse. Ook ik ben ervan overtuigd dat al onze huismannen en huisvrouwen bijzonder veel talenten hebben, die we nuttig kunnen gebruiken op de arbeidsmarkt. Maar er zijn een aantal elementen die in deze context en in dit debat toch wel belangrijk zijn. Ook ik pas absoluut voor een heksenjacht op die groep mensen. Het zijn mensen die zeer waardevolle taken doen in het gezin. Ze zorgen voor hun ouders of voor hun kinderen, en ze kiezen daar bewust voor. Als je die mensen van die taken weghaalt, dan heb je daar professionals voor nodig. Dus, neen, we willen geen heksenjacht op die huismannen en huisvrouwen. Er zijn wel fases in hun leven waarop we met die mensen aan de slag kunnen gaan. Daarover zeg ik zo dadelijk meer.
Wat ook belangrijk is in deze context is te verwijzen naar de studie die we gisteren, samen met collega Crevits, bekendgemaakt hebben. We hebben vierduizend gezinnen bevraagd. Het blijkt heel duidelijk dat er een vrij grote groep is die er bewust voor kiest om thuis te blijven, om te zorgen voor de kinderen. 44 procent van hen geeft aan dat ze niet kiezen voor professionele kinderopvang maar zelf voor hun kinderen willen zorgen. Daar moeten we zeer dankbaar voor zijn. Dat is heel waardevol. Maar daarnaast weten we ook dat een kwaliteitsvolle kinderopvang een hefboom kan zijn om mensen te activeren en toe te leiden naar werk. Dat is heel belangrijk. 22 procent van de ouders geeft aan dat ze openstaan om de keuze te maken voor professionele kinderopvang, waardoor ze drie dagen per week zouden kunnen gaan werken. Dat leert ons diezelfde studie, en dat is dus een enorm potentieel.
Dus, neen, geen heksenjacht, maar wel kijken naar het potentieel van die mensen. Er zijn fases in hun leven waarin die competenties kunnen worden aangesproken op de arbeidsmarkt. Ik geef het voorbeeld van vrouwen met een migratieachtergrond: veel van die vrouwen kunnen op een bepaald ogenblik perfect toegeleid worden richting de kinderopvang. Ze hebben die competenties, ze weten wat zorgen voor kinderen is. Zij kunnen hun plaats daar krijgen en ze kunnen worden ondersteund met taalopleiding en dergelijke. Ze kunnen hun kinderen meenemen. We hebben heel concrete projecten, en de ambitie om tegen het einde van dit jaar 360 vrouwen met een migratieachtergrond toe te leiden naar een job in de kinderopvang. Ook daar schreeuwt men om mensen.
We hebben ook een project ‘lokale partnerschappen’, met de lokale besturen, om ook daar heel actief de niet-actieve of de anders-actieve mensen te ondersteunen richting Vlaamse arbeidsmarkt, in een fase van hun leven waarin ze daartoe bereid zijn en er de mogelijkheid voor hebben. We doen dat samen met brugfiguren, en dat is iets waar ik heel sterk in geloof.
De heer Ronse heeft het woord.
Minister, ik ben blij dat u ook staat voor de fundamentele vrijheden. Ik ben ook blij dat er initiatieven zijn, maar ik hoop dat ze eerder reactief dan proactief zijn, want wij moeten als Vlaamse overheid niet naar huisvrouwen of -mannen gaan om hen te zeggen dat ze moeten gaan werken en drempels moeten overwinnen. Neen, we moeten naar hen gaan om te zeggen dat we waarderen wat zij doen. Collega’s, hoe fantastisch zou het zijn als we hun inspanningen zouden kunnen meerekenen in het bruto nationaal product (bnp)? Wat zij doen is van economische goudwaarde: kinderopvang, mantelzorg, een partner ondersteunen in diens uitbouw van een onderneming, en noem maar op. Wij moeten daar heel positief tegenover staan.
Er circuleert een voorstel van een Vivaldikopstuk, die stelt dat men de rechten op de werkloosheidsuitkering van een partner van zo’n huisvrouw of -man zal inperken van 60 procent naar 55 procent van de vroegere uitkering.
Minister, gaan we ons daar vanuit de Vlaamse Regering en vanuit het Vlaams Parlement tegen verzetten, uit respect voor de vrijheid in onze samenleving? (Applaus bij de N-VA)
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Collega’s, ik deel ook de mening dat iedereen aan het werk moet. Ik ben ook van mening dat we mensen die een kost zijn voor de maatschappij, zoals bijvoorbeeld leefloners, steuntrekkenden, aan het werk moeten zetten. Maar iemand die geen steun trekt en er bewust voor kiest om thuis te blijven om de zorg voor een kind op te nemen, moet van ons, van het Vlaams Belang, van een gezinspartij bij uitstek, zeker en vast die vrijheid krijgen. Dat moet zeker kunnen tijdens de eerste duizend dagen, want we weten hoe belangrijk die dagen zijn.
Ik kan wel akkoord gaan met het feit dat we moeten activeren, maar dan moeten we vooral inzetten op flankerende maatregelen. Dat gaat dan over betaalbare kinderopvang. We hebben daar momenteel een tekort. We hebben een tekort aan personeel, maar ook een tekort aan betaalbare plaatsen. Ik zou dus eerst die drempels wegwerken, minister, vooraleer andere eisen op te leggen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Annouri heeft het woord.
Collega’s, verlies nooit de hoop, alles is mogelijk. Vandaag is daar het bewijs van, want ik ben het 100 procent eens met collega Ronse. Als ik sommige kranten mag geloven, dan is de jacht op huisvrouwen en -mannen geopend. Maar waar gaat het eigenlijk over? Drie op de honderd mensen van beroepsactieve leeftijd zijn huisvrouw of huisman. Meer dan 90 procent van hen ontvangt geen uitkering. Dat zijn mensen die er bewust voor kiezen om zorgtaken op te nemen. Waar is dan het probleem? Is dan het probleem dat we enkel de maatschappelijke waarde van iemand gaan afrekenen op basis van welke job hij of zij uitoefent? Neen toch? Die huistaken zijn van goudwaarde voor onze maatschappij, zoals collega Ronse zegt.
Is dan het andere probleem dat we die mensen echt nodig hebben op de arbeidsmarkt, die in brand staat? Ook daar zie ik andere winstgebieden. Die mensen kiezen er bewust voor om te zorgen – voor zichzelf, voor hun gezin, voor hun ouders, wat dan ook. Maar tegelijkertijd zien we iets anders, minister. Er zijn 131.000 huisvrouwen of -mannen en 235.000 mensen die langdurig ziek zijn. Minister, mijn opdracht aan u is om ervoor te zorgen dat we op het juiste spoor focussen om meer mensen aan de slag te krijgen, de arbeidsmarkt gezond te krijgen, en de vrije keuze van mensen om te zorgen voor wie ze graag zien, te vrijwaren. (Applaus bij Groen)
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Collega Ronse, ik ben lichtjes verbaasd over wat u hier zegt, want ik heb de afgelopen jaren niks anders van u gehoord dan dat er meer mensen aan de slag moeten. 1,3 miljoen inactieve Vlamingen die niet werken en niet op zoek zijn naar een job. U hebt al meermaals gezegd dat dat een ware schande is, en ik ga daarmee akkoord. Er moeten meer mensen aan de slag gaan.
Als er dan een grote groep is waarbij we zien dat ze inactief blijven, dan gaan we die tenminste in kaart kunnen brengen. We kunnen dan kijken wat zij kunnen, in combinatie met hun gezin, zodat we tenminste nagaan wat er mogelijk is. We kunnen ze zaken aanbieden, en zeggen wat de knelpunten zijn en hoe we eventueel kunnen helpen. We gaan hun dan inderdaad de vrije keuze geven. Iedereen is vrij om huismoeder of huisvader te zijn. Wij vinden alleen niet dat dat door de overheid gesubsidieerd moet worden. We gaan tenminste laten bekijken wat die mensen kunnen, wat ze kunnen bijdragen aan de samenleving, en wat ze emancipatorisch zelf kunnen doen. Ik denk dat dat toch de meest logische zaak ter wereld is? Binnen die groep heb je inderdaad een grote vertegenwoordiging van niet-EU-migranten. Ik denk dat we daar niet flauw over moeten doen. In die groep moeten we ook kijken wat die mensen wel kunnen, in plaats van ze thuis te laten zitten.
Minister, de combinatie met kinderopvang is echt cruciaal voor iedereen die werkt. Hoe gaat u daar verder werk van maken? (Applaus bij Open Vld)
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Ik heb het echt wel gehad met de minachting over de huismannen en huisvrouwen. Er was eerder al een uitspraak van Conner Rousseau van Vooruit, en nu een uitspraak van Open Vld, die blijkbaar de groep huisvrouwen en huismannen viseren als inactief. Het wordt hier nogmaals herhaald. Ik ga eventjes stipuleren dat die mensen in het geheel niet inactief zijn. Ze nemen zeer veel onbetaalde zorg op. En dat geldt niet enkel voor hun kinderen, maar ook voor hun ouders. Het zijn mantelzorgers. Bovendien ontvangen zij daar geen uitkeringen voor. Laat ons alsjeblieft stoppen met het idee dat dat inactieven zijn die geviseerd en geactiveerd moeten worden. Die mensen zijn actief.
Maar dan, mijnheer Ronse, wat ik betreur. U zegt dat er een vrije keuze moet zijn. Ik hoor hier ook de minister zeggen dat dat mensen zijn die we kunnen gebruiken op onze arbeidsmarkt. Dan moet het wel georganiseerd worden dat die mensen kunnen gaan werken want vandaag ontbreekt heel vaak kinderopvang om te kunnen gaan werken en zijn er vele ouders die zich genoodzaakt zien om thuis te blijven omdat ze geen of een te dure opvang vinden voor hun kinderen. Dan betreur ik het, mijnheer Ronse, dat uw partij de investeringen in de kinderopvang heeft tegengehouden.
Zult u bij de Vlaamse Regering zorgen voor voldoende budget voor een plaats in de kinderopvang voor iedereen zodat mensen de keuze hebben om te gaan werken? (Applaus bij de PVDA)
De heer Bothuyne heeft het woord.
Collega, de huisvrouwen, en huismannen – zo zijn er ook –, 125.000 in Vlaanderen in totaal, die heel veel zorgtaken opnemen, die heel veel moeite doen om er voor hun kinderen te zijn op alle mogelijke manieren, die ervoor zorgen dat er ook heel veel professionele zorg onnodig wordt gemaakt, verdienen ons respect en verdienen ook alle kansen. Ik ben blij met de steun vanuit Open Vld, de N-VA en de oppositie voor het cd&v-pleidooi voor meer middelen voor de kinderopvang. Ik denk dat minister Crevits dat met veel plezier zal hebben gehoord. (Opmerkingen van Jeremie Vaneeckhout. Applaus bij cd&v)
Dank u wel, collega's.
Er zijn nog nooit zoveel investeringen geweest in kinderopvang als vandaag. Als het van cd&v afhangt, zal er een nieuw record worden gevestigd in het volgende jaar. Daarnaast hebben huisvrouwen en huismannen ook alle kansen en alle talenten om eventueel later in hun leven in alle vrijheid aan de slag te gaan op de arbeidsmarkt en ze verdienen daarvoor ook alle steun. Deze minister heeft daarvoor een proefproject loopbaanbegeleiding in het leven geroepen. Minister, zult u dat proefproject loopbaanbegeleiding voor huisvrouwen en huismannen veralgemenen en ervoor zorgen dat iedereen daar een beroep op kan doen?
De heer Verbeurgt heeft het woord.
Collega's, je moet het toch maar presteren: bijna tien jaar aan de macht zijn als partijen en dan vragen stellen als dat we toch eens moeten nadenken hoe we de drempels naar de arbeidsmarkt kunnen wegwerken. Bijna tien jaar aan de macht zijn en zeggen dat er misschien meer investeringen in de kinderopvang zouden moeten komen. Collega's, we weten wat de drempels naar werk zijn voor mensen die willen werken. Dat is betaalbare kinderopvang en de garantie dat die kinderopvang er is. Dat is ervoor zorgen dat er openbaar vervoer is om naar je werk te kunnen. Open Vld heeft De Lijn kapot bespaard. De kinderopvang zit in de grootste crisis ooit, met dank aan cd&v, en de N-VA zit op de centen en zegt op alles neen, want geen geld.
Minister, ik verwacht van u dat u het opneemt voor de mensen die willen werken. Ik heb u op 1 februari gevraagd om met een actieplan te komen dat alle drempels naar werk in kaart brengt. U hebt toen gezegd dat u dat op de agenda van VDAB zult plaatsen. Wanneer komt dat actieplan er met concrete maatregelen om ervoor te zorgen dat wie wil werken ook echt kan werken en dat we zo Vlaanderen opnieuw vooruit kunnen laten gaan? (Applaus bij Vooruit)
Minister Brouns heeft het woord.
Collega's, er is toch wel een vrij grote eensgezindheid dat we inderdaad geen heksenjacht moeten ontketenen tegenover al die mensen die zeer belangrijke taken opnemen in het gezin en zonder enige vergoeding zorgen voor hun kinderen en zorgen voor hun ouders. Collega Ronse, het zal u niet verbazen dat ik tegen het voorstel van onze federale liberale collega's was.
Collega Malfroot, u verwijst naar de kinderopvang, net als vele collega's hier, die vandaag een belangrijke drempel is richting werk. Ik stel voor dat we het toekomstplan van minister Crevits stap voor stap uitvoeren. Dat is een heel belangrijke hefboom richting werk.
Ik ben het volledig met u eens, collega Annouri, dat als we kijken naar de groep van de niet-beroepsactieven – want de huismannen en huisvrouwen zijn actieve mensen – het een gedeelde zorg is om werk te maken van onze 235.000 langdurig zieken. Daar hebben we een heel pakket aan maatregelen voor om mee aan de slag te gaan.
Dus, collega's, laten we de juiste keuzes maken en laten we respect opbrengen voor die mensen die elke dag in de weer zijn voor hun gezin, hun kinderen en hun ouders. (Applaus bij cd&v)
De heer Ronse heeft het woord.
Ik hoor hier Maurits Vande Reyde, een Open Vld-collega, zeggen dat we de groep in kaart moeten brengen die geen uitkering krijgt, die de vrije bewuste keuze maakt om thuis te blijven, de partner te ondersteunen, opvang voor de kinderen te doen en noem maar op. Hij zegt dat we moeten kijken wat die kunnen bijdragen aan de samenleving.
Sorry, collega Maurits, maar met zo’n uitspraak van een Open Vld’er zorgt u ervoor dat het liberalisme springlevend wordt, alleen niet in uw partij, maar wel in die van ons en in die van nog een aantal andere collega's. Zij vinden dat we moeten oppassen, dat men aan het werkloosheidsstatuut, de werkloosheidsuitkering gaat morrelen, van partners van mensen die de vrije keuze maken om geen uitkering te hebben, om thuis te zorgen voor kinderen. Collega's, dat is een aanslag op de vrijheid, op de fundamenten van onze westerse samenleving en die dulden wij niet.
Minister, ik ben blij dat u met ons daartegen een front vormt. Hulde aan de huisvrouwen en de huismannen! Dank u wel. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vraag is afgehandeld.