Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de vernietiging van de omgevingsvergunning voor het nieuw voetbalstadion van Club Brugge
Actuele vraag over de vernietiging van de omgevingsvergunning voor het nieuwe voetbalstadion van Club Brugge
Verslag
De heer Warnez heeft het woord.
Beste collega’s, minister, wie al eens in het Jan Breydelstadion is geweest, die weet het wel: dat stadion is op, het is versleten. Als ik spreek over betonrot, schimmels, dan denk ik niet dat ik overdrijf. Dan denk ik dat ik als Clubsupporter – maar ik zeg het er ook graag bij, als Cercleliefhebber – toch wel wil zeggen dat het stadion bij geen enkele van beide clubs hun status past. (Opmerkingen. Applaus van Klaas Slootmans)
Op 6 oktober 2021 waren we samen met voetbalminnend Vlaanderen, met voetbalminnend Brugge heel blij. Want eindelijk, eindelijk, eindelijk kwam er een nieuwe omgevingsvergunning. Een vergunning verleend door de Vlaamse overheid, door de Vlaamse Regering voor een nieuw stadion. Een stadion voor meer dan 40.000 mensen, waar plaats was voor 3000 auto’s, voor 4400 fietsen, voor 110 bussen. Waar met langeafstandsparkings wordt gewerkt om supporters naar een voetbalfeest te brengen, waar een publiek toegankelijk Olympiapark rond wordt gebouwd.
En dan toch gebeurt het opnieuw, vorige week donderdag vernietigde de Raad voor Vergunningsbetwistingen de vergunning voor het voetbalstadion, omdat er mobiliteitsproblemen zijn wegens de langeafstandsparkings. Een concept dat in het buitenland overal gekend is bij voetbalstadions, maar hier in Vlaanderen kan het niet. Ik weet niet wat, ik weet niet waarom, maar hier in Vlaanderen kan het weer niet. En dat is een slag in het gezicht, collega’s, van alle voetballiefhebbers, van het hele Vlaamse voetbal, en voor iedereen die vindt dat voetbal een feest is, voor iedereen die vindt dat er ook economisch leven aan verbonden is, voor iedereen die vindt dat Vlaanderen ook nog op het vlak van de internationale voetbalkaart iets zou te betekenen moeten hebben.
Minister, welke oplossing ziet u om de bouw van het voetbalstadion van Club Brugge niet te vertragen? (Applaus)
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Collega’s uit Brugge, ik zie hier eigenlijk heel wat mensen zitten. Ik denk dat degenen die vandaag nog overblijven in het parlement, waarschijnlijk allemaal Clubsupporters zijn. (Opmerkingen. Applaus van Kris Van Dijck)
Mensen, ik sta hier vandaag niet alleen. Minister, ik heb vandaag speciaal voor u iemand meegenomen, een klein Brugs beertje. (Maaike De Vreese zet een Club Bruggemascotte op het spreekgestoelte.)
Een klein beertje, maar het staat symbool voor honderdduizenden supporters die de Brugse club rijk is, heel wat Bruggelingen, maar ook heel wat niet-Bruggelingen. Ik kijk niet enkel en alleen naar collega Van Dijck die toch heel vaak in Brugge is om te genieten van onze wedstrijden.
Dat, collega’s, is het mooie aan voetbal, dat is het mooie aan sport, dat verbindt ons. En over de partijgrenzen heen zijn we het absoluut eens dat Brugge een nieuw stadion verdient. Het heeft lang genoeg geduurd. Het oude stadion is door en door versleten. Zestien jaar, zestien jaar al duurt deze lijdensweg. Al zestien jaar zijn onze supporters aan het wachten op een nieuwe kans om een nieuw stadion te bouwen. En inderdaad, in 2021 was er dan eindelijk dat lichtpunt: de omgevingsvergunning die door u, minister, werd toegekend om dat stadion te bouwen, dat stadion te gaan exploiteren en stappen voorwaarts te zetten.
We waren vorige week dan ook enorm teleurgesteld, de emoties liepen heel hoog op, omdat er een vernietiging was van die vergunning. Als partij hebben we inderdaad heel hard aan de kar getrokken, mee naar oplossingen gezocht in dat stadion. We beginnen aan de Chartreuse, dan de Blankenbergse Steenweg, dat zijn pistes die allemaal zijn doodgelopen. We zitten nu dus aan de piste van het Olympiastadion en we staan voor het feit dat UEFA (Union Européenne de Football Association) misschien dat stadion afkeurt. Daarom moeten we snel een oplossing vinden, minister.
Welke stappen zult u nemen om daarin vooruitgang te boeken? Is het Hof van Cassatie bijvoorbeeld een mogelijkheid?
De heer De Reuse heeft het woord. (Met instemming van Immanuel De Reuse zet Maaike De Vreese de Club Bruggemascotte aan de andere kant van het spreekgestoelte.)
De twaalfde man blijft ook. (Gelach)
Minister, de vraag gaat over de belangrijkste bijzaak ter wereld: voetbal. De collega’s hebben het al geschetst. In 2006 probeert Club Brugge een nieuwer, groter, voetbalstadion te bouwen ter vervanging van het huidige Jan Breydelstadion, dat niet alleen te klein is, maar ook verouderd, en inderdaad zo verouderd dat zelfs ook de mogelijkheid bestaat dat Club Brugge daar binnenkort geen Europees voetbal meer zal kunnen spelen. (Chris Janssens verwijdert de Club Bruggemascotte van het spreekgestoelte. Gelach. Applaus)
Dat zou niet enkel een financiële aderlating zijn voor Club Brugge, dat zou ook een blamage zijn voor Vlaanderen.
Er zijn mislukte pogingen op verschillende locaties, en na die mislukte pogingen besliste blauw-zwart vorig jaar om te gaan voor een nieuw stadion op de huidige site. De Vlaamse Regering steunde dit met een omgevingsvergunning. Enkele omwonenden vonden het echter een te groot project, en startten een procedure bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen. Deze laatste deed ondertussen een uitspraak, en vernietigde de vergunning.
Twistpunt is een strijdigheid met een lokale verordening van de stad Brugge, die stelt dat parking op eigen terrein gerealiseerd moet worden. Ik citeer: “De Vlaamse Regering oordeelt volgens de Raad onterecht dat het project die verplichting ook kan inwilligen aan de hand van een aantal afstandsparkings. Die afstandsparkings bevestigen net dat de parkeerplaatsen niet volledig op het eigen terrein worden opgericht.” Einde citaat.
Als gevolg van deze voor vele mensen – en niet enkel voor de supporters van Club Brugge, ook voor collega Sintobin – onbegrijpelijke vernietiging van de omgevingsvergunning, komt het dossier nu terug in uw handen.
Graag had ik dan ook uw reactie geweten op deze beslissing van de Raad, en of er al overleg is geweest met de stad Brugge, zoals reeds aangekondigd, en wat daar de voorlopige resultaten van zijn. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister Demir heeft het woord.
Ik denk dat zowel voor Club Brugge, haar supporters, maar ook voor heel sportief Vlaanderen, het arrest van de Raad keihard is binnengekomen. Ook bij ons, bij de Vlaamse Regering, en ook bij de stad. We hebben heel hard gewerkt om daar een vergunning voor te leveren. Hoe hard die klap ook is binnengekomen, we zijn des te meer vastberaden om nu vervolgstappen te zetten.
Wat ons verbaasde was dat parkeerissue. De Raad voor Vergunningsbetwistingen vernietigde de vergunning vooral omdat ze een andere interpretatie geven aan de stedelijke verordening rond parkeren van de stad Brugge dan de stad Brugge zelf. Het is een beetje Kafka, maar ik lees het ook zo in het arrest.
Wat we nu zullen doen, is het arrest zo snel mogelijk remediëren. Wij hebben sinds dat arrest binnen is ook met alle stakeholders en partners samengezeten, ook met de stad Brugge, om te kijken wat de snelste mogelijkheid is om daar een antwoord op te bieden. Het is echt al een lange lijdensweg geweest. Ik denk dat we dat wel mogen zeggen.
We zien twee mogelijkheden. De eerste is om een cassatieberoep aan te tekenen. Die mogelijkheid wordt onderzocht. Maar we zijn ook aan het kijken of we een aangepaste vergunning kunnen leveren. Dat moet binnen een termijn van vijf maanden. Dus ook die nieuwe beslissing wordt bekeken, samen ook met de stad Brugge. En we kijken ook naar die stedelijke verordening, en hoe snel we daarmee kunnen werken om op dat punt toch een antwoord te kunnen bieden.
Het is eigenlijk wel jammer, want het was een redelijk groot dossier, dat ze net vanwege een interpretatie rond het parkeren de vergunning vernietigen. In ieder geval is het mijn bedoeling om met iedereen die aan tafel zit, en het gaat goed vooruit, zo snel mogelijk een beslissing te nemen, te remediëren, om vervolgens de toets van de Raad te doorstaan.
Misschien nog een kleine noot: ik begrijp heel goed dat heel veel mensen kwaad zijn. Heel veel supporters zijn kwaad. Ik begrijp dat heel goed. Ik kan dat ook plaatsen, want ook wij waren kwaad. Wij begrepen ook niet van waar dit kwam. Maar ik wil ook wel meegeven dat het niet past om doodsbedreigingen te uiten ten aanzien van de beroepsindieners. Dat is gebeurd, en dat keur ik als minister zeker niet goed.
Wat wij nu gaan doen, is zo snel mogelijk die keuze maken: cassatieberoep of een aangepaste vergunning om dan dat parkeerissue, die stedelijke verordening, samen met de stad Brugge zo snel mogelijk op te lossen.
De heer Warnez heeft het woord.
Minister, ik wil eerst en vooral aansluiten bij uw laatste boodschap. Ik denk dat u honderd procent gelijk hebt dat voetbal emotie is, en dat het mensen wel eens vreemde dingen laat doen, mezelf inclusief. Als ik soms naar mezelf kijk … (Opmerkingen van minister Zuhal Demir. Gelach)
Maar we moeten uiteraard nog altijd vriendelijk blijven voor elkaar, en ik denk dat we daar rationeel in moeten zijn.
Ik ben ook heel blij dat u duidelijk kiest voor een verbindende boodschap. U zegt dat u samen met de club, met de stad, op zoek gaat naar een oplossing, de snelst mogelijke oplossing. Dus, cassatie, of een nieuwe vergunning binnen de vijf maanden … afgeleverd of ingediend, ik weet niet hoe dat ik juist moet interpreteren? Mag ik concluderen, minister, dat het dossier in geval van de keuze voor een nieuwe vergunning slechts vijf maanden vertraging zou oplopen ten opzichte van de stand van vandaag? En hebt u enig inzicht in de mogelijke vertraging in het geval van de tweede optie, cassatie?
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Bibi mag hier opnieuw komen zitten. (Maaike De Vreese zet de Club Bruggemascotte opnieuw op het spreekgestoelte.)
Ik ben het volledig eens met collega Warnez en met u, minister, dat – hoe hoog de emoties ook oplopen – de doodsbedreigingen totaal ongepast zijn.
Brugge is niet alleen een wondermooie stad, maar we hebben als middelgrote stad ook twee clubs die er gevestigd zijn. We hebben Club Brugge, waarvoor we nu de Olympiasite aan het bekijken zijn, maar we weten dat ook de andere club, Cercle, een nieuw onderkomen zoekt. Dat is ook heel belangrijk.
Minister, ik zou u willen vragen: kunt u daarvan ook een stand van zaken geven? Wilt u dat dossier ook niet uit het oog verliezen, alstublieft? (Maaike De Vreese verwijdert de Club Bruggemascotte van het spreekgestoelte.)
De heer De Reuse heeft het woord.
Dank u wel, minister. We zijn natuurlijk allemaal heel tevreden dat u kijkt voor een snelle en adequate oplossing voor dit dossier, dat toch al een hele tijd aansleept en dat inderdaad heel wat emoties oproept bij de supporters, maar ook bij de omwonenden. Laat het duidelijk zijn: ook wij veroordelen elke vorm van bedreiging met geweld. Ik denk dat dat duidelijk is.
Laat me toe dit ook door een wat ruimere bril te bekijken. Het stadiondossier is in Vlaanderen geen alleenstaand geval. Uw regelgeving zorgt er met de regelmaat van een klok voor dat enkelingen er soms in slagen het algemeen belang te ondermijnen door op basis van de meest waanzinnige detailbezwaren belangrijke omgevingsvergunningen voor de Raad voor Vergunningsbetwistingen (RvVb) onderuit te halen. Dergelijke toestanden halen het ondernemersklimaat in Vlaanderen en de toekomstmogelijkheden van onze ondernemingen en grote sportclubs onderuit.
Vandaar mijn eenvoudige bijkomende vraag: wat onderneemt u hiertegen?
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, al meer dan vijftien jaar pleit onze partij voor het nieuwe Brugse stadion op Olympia. Nadat er wat andere pistes werden verkend waren wij ook blij dat de vergunning verleend was. We vinden het ook bijzonder jammer dat de Raad voor Vergunningsbetwistingen die vergunning heeft vernietigd, maar hij heeft dat natuurlijk gedaan omdat die gebaseerd was op een verouderde verordening van de stad, die vooral gebaseerd is op automobiliteit.
Minister, ik ben blij te vernemen dat u al overleg hebt gehad met de stad en met Club Brugge en dat u op zoek bent naar een oplossing, maar ziet u een oplossing in een alternatief mobiliteitsplan dat uitgaat van meer collectieve vervoersmodi en fietsgebruik en dergelijke meer? Is dat voor u een oplossing? Zou daardoor een versnelde doorstart uitgerold kunnen worden?
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Minister, u bent wel van een andere partij, maar ik wil u toch uitdrukkelijk bedanken voor uw inspanningen en de constructieve medewerking die u hebt verleend aan een heel belangrijk project in onze stad, een voetbalstadion. Het is een stadion voor Club Brugge, waarin tijdelijk ook de tweede ploeg, Cercle Brugge, kan spelen. Het is een noodzaak dat er een nieuw stadion komt, want het stadion is nu echt in een aftandse toestand. Er zijn drie locaties geweest, telkens met verzet. Een eerste locatie was in Loppem. Dat werd vernietigd voor een vleermuis. Een tweede locatie in Sint-Pieters ging niet door omdat er onzorgvuldig ruimtegebruik was. De groenen waren ertegen omdat er open ruimte werd aangesneden.
Nu is het in een woonwijk op de huidige plaats, met natuurlijk meer bewegingen omdat er 40.000 zitjes komen. En nu is er ineens een unieke interpretatie door de Raad van Vergunningsbetwistingen van de Brugse verordening, die zowel de stad Brugge als het Vlaamse Gewest anders hadden gelezen.
Minister, laat mij duidelijk zijn: in een rechtsstaat staat niemand boven de wet…
Het is niet omdat uw hart begint te praten dat u geen vragen moet stellen.
…en hebben we ook onafhankelijke rechters. Ik zou dus niet in conflict gaan en zeggen dat we hen niet begrijpen. U krijgt een tweede kans om binnen de vijf maanden de vergunning meer bulletproof te maken. Ik heb er alle vertrouwen in dat dat zal lukken. Wij zullen u met de stad daarin ondersteunen.
Oké. U hebt dus geen vraag?
Mijn vraag is dan ook, minister, zult u binnen de vijf maanden een nieuwe beslissing nemen?
Ik hoop in elk geval sneller dan dat u uw vraag hebt gesteld.
Ik kon ook één zinnetje hebben gezegd.
Dat is waar.
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Collega De Vreese, ik hoop dat uw blauwzwart beertje niet ‘Toon’ als naam heeft gekregen. Maar dit terzijde.
Ik ben een van de meest bevoorrechte getuigen in het parlement want sinds mijn vijf jaar ga ik elke twee weken naar het Jan Breydelstadion. Minister, collega’s, het is niet alleen verouderd, het is ronduit onveilig geworden. Ik vrees niet alleen dat de Union of European Football Associations (UEFA) binnenkort het stadion zal afkeuren, het is gewoon onveilig. De brokken beton vallen naar beneden, de toiletten lopen over, en ik kan daar nog een tijdje mee voortdoen.
Ik wil dit wat ruimer bekijken dan het dossier zelf. De supporters zijn vooral boos omdat het al meer dan zestien jaar duurt en we nog geen stap vooruit zijn. Ik was 34 jaar toen de eerste plannen naar voren zijn gekomen om een nieuw stadion te bouwen. We zijn nu zoveel later, en er is nog niets. Dat begrijpen de mensen niet.
Minister, bent u niet bang dat het instituut Club Brugge de handdoek zal gooien en Brugge zal verlaten om op een andere plaats een nieuw stadion te bouwen?
De heer Vandewalle heeft het woord.
Ik was twee weken geleden nog in het Jan Breydelstadion. Ik zie sommigen hier al kijken, maar geen paniek: ik zat in het uitvak. Ik ben niet van ploeg veranderd. Maar ik ben het wel eens met wat collega Vandenberghe zegt: het is daar gevaarlijk. Ik heb zelden zo’n gevaarlijk en slecht onderhouden uitvak gezien. Het is wachten op een ongeluk. Je kunt in dat stadion bijna geen supporters meer ontvangen. Er is een nieuw stadion nodig. Voor beide ploegen, voor Club en voor Cercle. Ik ben het er helemaal mee eens dat de tweede ploeg niet mag worden vergeten.
De Olympiasite is op zich een logische site. Maar ik denk wel dat de mobiliteitsproblemen reëel zijn. Ik heb in die wijk veel familie wonen en zij klagen over de parkeerdruk op wedstrijddagen. Een deel van het probleem is dat er in die wijk een desinvestering is geweest in mobiliteit. Ik hoorde van buurtbewoners dat de bushalte Jan Breydel aan het stadion door deze Vlaamse Regering wordt geschrapt. Op die manier wordt het natuurlijk minder mogelijk om in het stadion te geraken op een andere manier dan met de auto. Minister, waarom zet u niet veel meer in op andere alternatieven om de parkeerdruk te verminderen, terwijl we wel een nieuw stadion bouwen met dezelfde capaciteit? (Applaus bij de PVDA)
Minister Demir heeft het woord.
Ik ben misschien van een andere partij, maar ik werk voor alle Vlamingen in dit land. Dat wil ik toch wel meegeven. Zeker ook voor de Bruggelingen, mevrouw Van Volcem. Dat is, denk ik, ook logisch.
Het dossier zit in een heel lang traject, al vijftien jaar. Deze regering heeft daar niet mee getalmd. Het was een van de eerste zaken die we hebben bekeken. De rechter heeft een andere interpretatie gehad dan de verordening van de stad Brugge. De stad Brugge heeft die verordening wel goed kunnen interpreteren en heeft daar een gunstig advies in verleend. De Raad zegt daar iets anders over. Het gaat alleen over dat punt. Op alle andere, veel complexere punten is men niet ingegaan.
We moeten dit nu remediëren. We hebben afgesproken dat we dat samen doen met Brugge. De juristen, de stad Brugge, wij en natuurlijk ook Club Brugge zijn een juridische analyse aan het maken. Wij zullen natuurlijk voor de snelste weg kiezen, de weg die ervoor kan zorgen dat de vergunning die we verlenen staande kan blijven. Het zal dus ofwel cassatieberoep zijn ofwel een aangepaste vergunning.
Als het over de laatste optie gaat, betekent dat echter dat dat binnen een termijn van vijf maanden moet, te tellen vanaf vandaag. Wij hopen daar in de loop van de komende weken met zijn allen uit te zijn. Nogmaals, het is bijzonder belangrijk om dat samen met die partners te doen, waarbij alle neuzen in dezelfde richting staan. We staan daar eigenlijk niet ver van af. Het is alleen het punt van de parkings.
Mevrouw Schauvliege, wat de mobiliteitsplannen betreft: ik weet niet of u ze hebt doorgenomen, maar ik was toch wel aangenaam verrast. Er zitten heel veel goede maatregelen in. Het is ook een grote verbetering tegenover voorheen: veel natuur, veel groen, veel wadi’s. Men heeft dus zo veel mogelijk geprobeerd tegemoet te komen aan de bezorgdheden die er zijn op het terrein. Dit mobiliteitsplan is een verbetering in vergelijking met de vorige. Dat is toch heel duidelijk.
Ik wil meegeven dat Cercle Brugge ook recht heeft op een stadion. We hebben ook daarover iets met de stad afgesproken. We hebben delegatie verleend aan de stad, maar uiteraard volgt Vlaanderen dat mee. Dat was ook de afspraak die we hadden gemaakt samen met de clubs. Ik besef dat dat bijzonder gevoelig ligt, ook voor de supporters. Ook daarvan zullen we dus werk moeten maken.
Collega Vandenberghe, u vroeg of ze dat daar nog wel willen, of dat niet op een andere plaats moet. Ik denk dat dat niet zo simpel is. Ik zou het houden waar het is. Ik heb zelf ook geen signalen dat men dat daar niet wil. Dit is eigenlijk een interpretatieprobleem. Ik denk dat dat niet onoverkomelijk is. We hebben al andere vergunningen meegemaakt, met andere vernietigingsgronden. Ik denk dus dat we op dit punt samen met de stad tot een goede oplossing moeten komen. Ik heb daar goede hoop op, en ik merk ook rond de tafel dat iedereen van goede wil is om daar snel in te gaan, met een juiste juridische analyse, om dan opnieuw een vergunning te kunnen verstrekken voor Club Brugge.
De heer Warnez heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Ik denk dat we mogen concluderen dat uitstel geen afstel is in dezen, dat we verder gaan voor een stadion op Olympia en dat het eigenlijk echt wel gaat over een juridisch probleem en niet over een mobiliteitsprobleem. Er zijn 3000 parkeerplaatsen, en 4400 voor fietsen. Er is de langeafstandsparking. Het openbaar vervoer is er. Minister, ik denk dus dat we heel snel voor die Olympiasite moeten gaan, en ik hoop dat we heel snel samen in dat nieuwe Jan Breydelstadion kunnen staan, dat we er een braadworst kunnen eten van een lokale bakker, van een Vlaamse boer daar ter plaatse en een titel voor Club Brugge kunnen vieren. (Applaus bij cd&v)
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Minister, ik denk dat het heel duidelijk is. (Maaike De Vreese zet de Club Bruggemascotte opnieuw op het spreekgestoelte.)
Alle spelers die nu aan zet zijn, moeten keihard werken: ‘No sweat no glory’. We zullen dat samen moeten doen. Ook het Brugse stadsbestuur zal inderdaad grondig zijn huiswerk moeten maken, maar samen moeten we tot die doorbraak komen. Zoals een echte Clubsupporter het zou zeggen: “Hand in hand, kameraden, hand in hand, voor blauw en voor zwart. Geen woorden maar daden. Lang leve blauw en zwart.”
Minister, ik had een beertje mee. Die waren uitverkocht. Ik heb dat gekregen van een bestuurslid van ons. Hij wou dat schenken “voor het hogere doel”. Zo noemde hij het. Ik mag dat aan u geven. Dat is voor uw dochter Rozanne. (Maaike De Vreese overhandigt de Club Bruggemascotte aan minister Zuhal Demir. Opmerkingen. Gelach)
Geef het dan maar aan Chris Janssens. (Gelach)
Dank u. De papa is wel fan van Cercle Brugge. (Gelach. Opmerkingen)
De heer De Reuse heeft het woord.
Inderdaad, in voetbal komen emoties en dromen samen. Club Brugge is een groeiende familievoetbalploeg met een lange traditie. Om klaar te staan voor de toekomst is dat nieuwe stadion dringend nodig, niet enkel voor Club Brugge, maar ook voor de verenigingen. Een nieuw stadion is goed voor de stad en voor Vlaanderen. Dat geeft een positieve uitstraling. Zelfs het clubmotto is inderdaad: ‘No sweat no glory’. Dat typeert ook de Vlaamse volksaard. Vraag het maar aan Paul Magnette.
Minister, daarom is het inderdaad belangrijk dat u ervoor zorgt, samen met de stad, dat het nieuwe stadion er zeer snel komt. Maak van de gelegenheid ook gebruik om dat dossier aan te grijpen om de regelgeving aan te pakken, om ervoor te zorgen dat niet elk groot dossier in Vlaanderen een economische lijdensweg voor onze ondernemers is. Ook dat is belangrijk. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vragen zijn afgehandeld.